loter
Eiê
m
ALGEMEEN WEEKBLAD
Btoetncndaal, Kaartcm, heemstede en omliggende plaatsen.
AAN DE LEZERS.
ITMRIQ^
WARM'f6
Telefoon 15'0.
idvoort-Amsterdai
LUCAS VERBOOG
TELEFOON
- 2400 -
I
VOOR
Vijverweg 7. Telephoon 938.
KANTOREN:
Bloemendaal. - Gedempte Oude Gracht 63. Tel. 141. Haarlem.
verspreiding van ons blad is
voorwaarde voor de verspreiding
sr denkbeelden. Wanneer dus,
j ite lezeres of lezer, een artikel
bericht, ja, zelfs al ware het
n maar een advertentie, voor-
i.nde in eenig nummer. Uwe in-
oming heeft, of ook maar Uwe
acht trekt, doe dan Uzelven
en ons een genoegen en stuur het
blad door aan een vriend of kennis
van U, die het op zijne wijze weer
door kan geven. Zoo komt voorlich
ting tot haar recht.
argang.
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1913.
No. 33.
Het Bloemeniloalsch Weekblad.
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f 0.10
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
I*
nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Binnenland sch overzicht,
let congres der s.-d. heeft het verbod uitge
vaardigd, dat de s.-d. kamerleden minister wor
den.
,'Nu we' dit eenmaal weten, is het de moeite niet
wl ard ef veel over te spreken.
|ï)it, door de verdeeldheid der hoogere leiders
rivoorbereide" congres heeft den maximalen
s4ind aangegeven van den invloed, dien de voor-»
imste woordvoerders op ieder oogenblik van de
ndshistorie op hun massa kunnen uitoefenen. In
zioverre is dat een krachtproef geweest, die mis-
4hion goliool goel&agd zou zijn, wanneer cr geen
ndende mandaten hadden bestaan. Schaper
•oral voelde, hoe die keten eenige malen om zijn
li'haam was gewonden en dat er voor den knap-
n uitbreker geen uitkomen SULn was. Hij wrong
kronkelde en klaagde bitterlijk. Opreclit ge
roken, ik had deernis met hem.
Met dat al geloof ik, dat de leiders de partij
et spoedig meer in een dergelijk avontuur zul
le steken, want wanneer de ministerieelen gelijk
dden gekregen, dan zou het wel eens hebben
imen gebeuren, dat de klassestrijders, evenals
wdeer de doctrinaire marxisten, de eenheid er
n hadden gegeven. Beide laatste groepen hadden
caar dan wellicht weten te vinden en de macht
r marxisten zou dan geweldig gestegen zijn.
De leiding heeft in Zwolle kunnen leeren, hoe
evaarlijk" het is liet onderlinge meeningsver-
rschil in de gelieele partij te projecteeren.
Men zegt dat het extra-parlementaire ministe-
i e-Cort van der Linden uit zal loopen op een
jncentratie-ministerie. Zeker weet ik dat nietj
(joch, zoo ja, dan is het jammer dat de concen-
fratie, door haar in het vorig overzicht gebrand
merkte bangheid, liet verband tusschen hare daden
(n de eventueele waardeering daarvan door ons
|olk heeft verbroken. Hoe het nieuwe ministerie
(jok wordt, de concentratie heeft geweigerddat
Hij ft voor liet volk en geen surrogaat zal het
ilen indruk geven van kranigheid.
Ik geloof dat het goed is naar gronden te zoe
ken. Want in „de politiek" komen dikwijls de
dingen zoo geheel anders uit dan de oorzaken op
zichzelf zouden hebben tot stand gebracht. En
aangezien we in de politiek steeds met menschen
te doen hebben, zal de oplossing van veel onbe
grepen zaken hoogst waarschijnlijk moeten gevon
den worden in veelal voorbijgeziene gewoon-men-
helijk-zielkundige factoren.
Wanneer wij iets zien, zien wij tegelijk ons zelf
et, want wij kijken naar buiten. Zoo gaat het
!>k met een partij, waarvan we een microbe zijn.
zien onze tegenpartij voortdurend en ons zelf
en we niet. We kennen de anti's als zuur, de
hristelijken als zoet-zuur, de roomscken als zoet,
Ie soci's als de verantwoordingsschuwe jongleurs
r malcontentie, en van velen der tegenpartij
nnen we karakter en manieren. Maar van on»
■lf??
Ik zal trachten een begin van zelfkennis onzer
berale groepen te stichten. Men werke er door
blettendheid zelf aan door!
Ofschoon Multatuli iemand liet klagen„Ik
weet niet of wij zijn geschapen met een doel, of
felechts per toeval daar zijn," kunnen wij met
Izekerlieid aannemen, dat de politici, wijl meer
^kenmensch dan pliilosoof, daar niet over pie-
Lieren, en zich met alle bewustheid in het bezit
viin een doel weten.
it T)it „doel" kan geheel en al samenvallen met
l.'-jfct algemeen welzijn. Er zijn soms menschen, die
w3ch nu eenmaal niet gelukkig voelen, dan wan-
ifeer Ze mogen bijdragen tot welvaart van het
feheel. Dat „doel" is dan waarschijnlijk niets
hders dan een in de hersens geprojecteerde le-
tenswil, die èn in dat individu ën in de samen
ging natuurlijk hetzelfde is. Het leven werkt
an in hem door. Hij is een werktuig des Levens,
let „doel" stelde zich meer aan hem voor, dan dat
Ij het zichzelf stelde. Dat laatste denkt hij wel,
laar dat zal wel een even aangename als vrome
IL
vergissing zijn; een vergissing echter, die zijn
activiteit geenszins schaadt; een vergissing ook
waartoe de meesten onzer nog lange jaren ge
doemd zullen zijn en waarbij we ons dus gelaten
neerleggen.
In het wezen van zoo iemand is geen noemens
waardige hindernis aan het Leven gesteld door
het meestal als geweldig gewichtig ervaren en zoo
koddig gekoesterde iklieidje. Zijn „doel" drijft
hem boven zijn geringheid uit. Levende, dat wil
zeggen, levend zijnde, in harmonie met het Leven,
gevoelt hij zich op z'n gemak en hij werkt uit
Levens-Lust. Hij is kerngezond en dus vrucht
baar.
Daar dit het ideaal-type Menscli nabij komt, is
zoo het ideaal-type politicus en kamerlid. Praktisch
wordt dit voorloopig nergens gevonden, maar de
besten hebbei) er iets van. Er zooveel mogelijk
van te bezitten zou de eerste eiscli moeten zijn,
die wij aan een politicus stelden.
Daartegenover staat het type politicus, dat zijn
stijging begeert, louter en alleen om zich zelf. Dat
type komt meer voor, en liet werk, dat het nood
wendig doet, schijnbaar voor de ■partij, op welker
rug het zit, (het begrip gemeenschap, natie,
menscliheid, cultuur, religie, daar is het nog ge
heel niet aan toe!) is een armzalige betaling en
een soort voorschot noode gegeven, voor liet vele,
dat het tot zich trekt en nog zoo lang mogelijk
tot zich zou wenschen te trekken.
Tussclien deze twee uitersten liggen de schakee-
ringen.
Nog is er een tegenstelling te maken onder alle
politici, hetzij zij behooren tot liet eerste, hetzij
tot het tweede type.
Er zijn er die hun vooruitgang wenschen in de
richting van de kroon. Aldus: kiezer, lid van de
kiesvereeniging, secretaris, president, kamerlid en
dan vervolgens öf burgemeester van 'n mooie
plaats, öf minister öf Commissaris des Konings,
öf gouverneur van Oost of West. 't Is 'n eenigs-
zins van huis uit deftig type. Wie niet salon-
fahig is, streve niet aldus. Ten minste liever niet.
Dit type beoogt invloed en soms ook da beroemde,
„aardsche grootheid".
Daartegenover staat liet type-politicus, dat
eigenlijk niets anders langs den gewonen weg
tracht te bereiken dan het kamerlidmaatschap,
met hoogstens, als grooten boffer, de eerste kamer
of een poosje ministerschap in 't zicht. Als twee
de kamerleden zijn liet lieden, die niet per sé tot
iets hoogers zijn aangewezen en zoo wijs zijn zich
met die hoogte tevreden te stellen. Zij zijn van
en voor het volk; afgezien ervan of zij hun man-
daat verdienen en dit redelijk gebruiken.
In tegenstelling met wat ik het ideaal-type
noemde, dat, als het er op aan komt, alles wat
nuttig is doet en daarin vreugde vindt, zal de
egoïst-politicus liet pad vau zijn Streberei vast
vöör zich zien. Ilij zal zich daarop omzichtig
vooruitbewegen en alles vermijden dat zijn pro-
beerselen zou kunnen verstoren.
Tot nu toe was alles theorie, hoewel uit de prac-
tijk gedistilleerd.
A nos moutons
Gij zult onder de liberale politici lieden vin
den, die volkomen gelukkig zijn met den zeer
nuttigen werkkring, hoog of laag, dien zij op het
oogenblik hebben. Vrijmoedig en eerlijk trachten
zij hun opdracht te vervullen ten nutte van het
gemeenebest.
Maar gij zult er ook mannen ontmoeten, die gij
goed moet leeren zien.
Bij hun eenigszins deftige allures, zijn ze, wat
er ook gebeurt of gebeuren moet, „gematigd".
Hun gematigdheid stellen zij voor als het kleed
van hun wijze beschaving. Zij vreezen initiatief,
energie en doortasten, omdat de vorm wel eens
stoornis kon wekken. Dat zou een noot van ge
brek aan diplomatie kunnen zijn.
Immers in de kringen van den koninklijken
invloed, waar men boven partijen moet staan,
lieersclit practische neutraliteit; en wie daaruit
iets krijgen wil, dient geen hoekig persoon te we
zen. Ten minste zoo denkt men in voorzichtige
overweging.
Zij voelen het niet even-neutraal zijn, als men
daar is, als een gebrek aan bon ton, waardoor
men zich in die sferen onmogelijk zou kunnen
maken. En dan zou liet tevergeefs zijn geweest,
dat men zoo naar boven in het licht was gekro
pen. Wat 'n zorgen kostte dat niet!?
In het vereenigingsleven, zoowel van kiesveree
niging als van kamerclub, zetten ze, door alle
denkbare en ondenkbare kunstgrepen, die hun
gelukken, omdat liet hun door hun „wijzo gema
tigdheid" gelukt is eenigen tegen zich op te laten
zien (in 'n groep liberalen is altijd een groot deel
voor de „gematigdheid" vanwege alle mogelijke
soorten van relaties!) den domper op alle echte
en edele en daarom sterke uitingen van den volks
wil.
Zoo hopen zij, als goede „regenten", een onbe-
vlekten conduite-staat te hebben, wanneer zij ooit
bij een hoog hof voor een door de koningin te ver
geven betrekking komen solliciteeren. Hun naam
is nooit verbonden aan iets kranigs en zoo ja, dan
zijn ze erin geloopen. Zij verwenschen het mo
ment, dat ze van twee kwaden het minste moeten
kiezen en zullen zich uit dergelijke gevaarlijke
sfeeren stil maar gauw terugtrekken.
Deze politici zijn de gevaarlijksten, die men
zieli denken kan. Zelf vreezen zij zoo ontdekt te
worden, dat zij bij dingen, waar het er niets op
aankomt, eens uitpakken. Een onschuldige erdne-
rie om liet volk niet te laten bemerken, welke
levensuitingen ze al den kop in hebben gedrukt.
Zij worden de beste „regenten", omdat zij zoo
geducht hebben geleerd hun eigen daden te „re-
geeren".
Maar wij, volk, hebben er niets dan ellende van.
Ook zult gij onder de liberale politici vinden,
die liun carrière op 'n geheel andere wijze maken.
Eenmaal in 'n tweede kamerzetel, ontmoet men
daar andere l\eeren, van de partij. In de koffie
kamer ziet men alle partijen broederlijk veree-
nigd.
Met sommigen zou men gaarne op goeden voet
staan en lien „vrienden" noemen, 'n Liberaal is
dikwijls bevangen door 'n soort hysterisch ver
langen om zijn tegenstander „vriend" te nomen
en door dezen „waarlijk liberaal" te worden ge-
heeten.
Het „kleur bekennen", waar den armen kiezers
de ooren nog van tuiten, wordt een zeer verachte
bezigheid. De politicus voelt nu, dat, als hij het
volk dient liet volk zich eigenlijk van hem be
dient. Maar ook weet hij zich in een omgeving
van lieden, die dit anders op plegen te vatten,
en dat hij een soort „stand" heeft bereikt, waarin
allen „collega's" zijn en hoogstens concurrenten,
maar geen tegenstanders. Hij is opgenomen in
den kring der exploitanten der democratie. Ook
'n positie! Natuurlijk zijn er anderen, die an
ders denken en doen, maar, die ontmoet liij niet,
aangezien soort soort zoekt en hij eigenlijk zoo
graag „omhoog" heeft gewild om cachet te geven
aan z'n familie, aan z'n zaak of om ook eens 'n
leuke boel mee te maken: „Je ontmoet er toch
die en die, en je eet met X, Y en Z."
Elkaar (van welke kleur men ook is) in dien
kring bestrijden, zou idealistische dwaasheid zijn
Men verhandelt daar, men strijdt niet. Eu bij
fiasco van een transactie verontschuldigt men zich
door een beroep op „gematigdheid" en de „liberale
beginselen". En en passant ziet men uit of men
het nog niet zoover heeft gebracht dat, wanneer
de kiezers hem niet meer dragen kunnen, de ge
stichte. „relaties" vaiL- dien- aard zijn, dat men
onbevreesd de toekomst in kan gaan. Met veel
vrienden is veel te verrichten.
Nog eens, allen zijn niet zoo! Maar wanneer
wij voor iets raadselachtigs staan, b.v. wanneer wij
maar niet begrijpen waarom de volksvertegen
woordigers geheel anders doen dan liet heele volk
wil, of wanneer een actie in het zand verloopt, y.oo-
als b.v. de actie om het beruchte Motu Proprio
of bij gelegenheid van de Borromeo-encycliek,
dan is het zeker, dat boven omschreven psycho
logische factoren, elkaar overal steunen, wijl
overal hetzelfde beoogend, namelijk de voordeeligc
„gematigdheid", de beweging van de hoogere col
leges hebben beïnvloed en de eigenlijke krachten
hebben gefnuikt. In een groep van vijftig libe
rale hooglieden behoeft men er maar 10 van zus
of zoo aangedane lieden te hebben om alles, alles,
alles te verlammen.
Dit is 'n binnenlandsch overzicht en men heeft
liet naar verhouding op alle bestuursorganen van
den staat, alsmede gemeenteraden, partijbestu
ren, kiesvereenigingsbesturen enzoovoort enzoo-
voort toe te passen.
Hebt den moed uw oogen te openen! Dan weet
gij, waarde lezer, hoe het komt dat de liberalen
liet op de meest onverwachte momenten glans
rijk afleggen.
JOS VAN VEEN.
Uit het weekblad Eet Midden
van heden.)
PLAATSELIJK NIEUWS.
De bouw der M. TJ. L. O.-school.
De bouw der M. U. L. O.-scliool vordert allengs.
Men is nu zoo ver, dat de put, waarin het beton
blok moet worden geplaatst, waarop de school
verrijzen zal, zoo goed als gereed is. De uitge
haalde grond is gelijkmatig over het terrein
verspreid.
ben om te verkeeren, reden nu in de zeer nauwe
ruimte tusschen liek of stut en spoorstaaf. De
trek komt al etende. Wie eenmaal afstand nam
van de hobbelige keien, kan dezelve niet meer
genieten.
Moraal: quod ab initio non valet tractu tem
poris non convalescitur, m. a. w. wat men in bet
begin vergeet, wordt door later gezwoeg niet meer
in orde gebracht.
Langs den Julianaweg heeft men beter opge
past. Daar is dadelijk een fietspad aangebracht.
Waar is onze politie
Hoe menigmaal zien wij de trottoirs in onze
vriendelijke gemeente onveilig gemaakt door wiel
rijders en liet moet ons van liet hart ook
door wielrijdsters. Wij kunnen ons zeer wel voor
stellen dat men te fiets liever zich op de gladder
vloeien der trottoirs waagt dan op de min of
meer bultige keien-wegen, maar wij kunnen ons
even goed voorstellen, dat een voetganger, vooral
wanneer liij met zijn gezin passagiert, ook wel
een klein weinig liet gevoel van veiligheid heb
ben wil. Dat gevoel nu mist de voetganger in
Bloemendaal ook op de trottoirs; telkenmale wordt
hij bijna omvergereden.
Het is noodig dat de politie eens een oogje in
het zeil lioudt en geen kwartier geeft bij zulke
verkeerde manieren. Waarlijk, men moet op de
trottoirs ten minste op veiligheid aanspraak kun
nen maken.
Centraal Genootschap.
Dezer dagen werd een dertiental patientjes door
de afdeeling Bloemendaal van liet Centraal Ge
nootschap, naar de vacantie-kolonie te Egmond
aan Zee gestuurd.
Bloemen-Tentoonstelling.
In Januari houdt de afdeeling O ver veen
Bloemendaal van de vereeniging voor Bloembol
lencultuur een onderlinge tentoonstelling.
Kwade Sint-Bernardcr.
Aan het station te Overveen beet een Sint Ber-
narder (hond), een meisje in het gezicht. Wij zij
groote vrienden van dieren. Maar nog meer van
menschen, en zouden gaarne willen weten waar
om al die voorzorgsmaatregelen in wilde-beestën-
spellen en dierentuinen eigenlijk genomen wor
den als men daarbuiten toch de kans loopt, door
losgelaten ondieren verscheurd te worden. Het is
ergerlijk.
E. N. E. T.
Dinsdag gedurende den morgen was liet tram
verkeer tusschen Bloemendaal en Haarlem ver
broken. De oorzaak was een tijdelijk gebrek in de
centrale. Meerdere plaatsgenooten, wier bekende
persoonlijkheden zich anders gelijk zoovele por
tretbustes in lijst voor liet glas van de tram
wagens vertoonen, doolden dien morgen onbeschut
te voet naar Haarlem of wel fietsten, of wel be
gaven zicli per taxi naar de stad en naar het
station. De ontsteltenis was niet zeer groot, doch
vrij algemeen.
liet Jaarboekje.
De vierde jaargang van ons jaarboekje is thans
in bewerking. Aangezien de oplaag niet grooter
is gemaakt dan binnen korten tijd kan worden
uitverkocht, en wij met oudere jaargangen vaak
menigeen moesten teleurstellen, geven wij elk
onzer lezers in overweging, reeds nu zoo spoedig
mogelijk liet jaarboekje te bestellen.
Een nieuwe kerk.
Naar wij vernemen, zal op liet terrein van „Har-
tenlust", thans ingenomen door de tennis-baan
aan den Vijverweg, een gereformeerde kerk ver
rijzen. De voor de stichting benoodigde gelden
zijn, naar verluidt, nog niet geheel bijeen, doch
eene vergadering van belanghebbenden, onlangs
ten huize van een onzer ingezetenen gehouden,
besloot zoo spoedig mogelijk met den bouw een
aanvang te maken.
Iets over fietspaden.
Toen destijds de Kleverlaan opnieuw werd be
straat met keien, werd er in den gemeenteraad
aangedrongen op liet leggen van een geschikt
wielerpad ter zijde van den weg. De consul van
den A. N. W. B. kwam er zelfs bij te pas, maar
het mocht niet baten. De keien bleven keien. Het
gevolg was, dat het eenigszins verharde gedeelte
van den trambaan, noordelijk van de noordelijke
rail, geregeld door fietsrijders werd benut om
snel en zonder al te veel schokken Haarlem te
bereiken. Men vreesde botsingen tusschen tram
wagens en wielrijders en plaatste ijzeren hekken
en bouten op korte afstanden van elkaar om de
fietsrijders tegen te houden. Maar de natuur laat
zich niet dwingen, en het gemak dient den
mensch. Gevolg: de fietsrijders, die inderdaad niet
meer dan eenige decimeters breedte noodig heb
Uit het politie-rapport.
Processe n-v e r b a a 1 zijn opgemaakt, we
gens: rijden over de voetpaden, rijden zonder
licht,; loopen over verboden grond en jachtwet
overtredingen.
Gevonden en terug te bekomen: bij Wes
terhoven, Kinlieimweg 5, een cricket; aan den
politiepost te Bloemendaal, een broche en een
sleutel; bij J. J. Huizinga, Kennemerweg 2, een
poitemonnaie; bij mevr. Liebl, Kleverlaan 15, een
hoedenspeld met zilveren knop; bij Scheepmaker,
Bakkerstraat 13, te Haarlem, een lorgnet in étui;
en bij mej. Bunink, Kweekduin, Overveen, een
handtaschje met inhoud.
Verloren: een popeen abonnement H. S.
M. HaarlemZandvoort; een donkerroode dames-
tasch met inhoud; een portemonnaie met inhoud;
een bloedkoralen halssnoer met gouden slot; een
donkerblauw dames-handtaschje en een zilveren
rozenkrans.
Weggeloopen: een donker gestroomde
herdershond.
BURGERLIJKE STAN0.
Van Vrijdag 8 Augustus tot en met Donderdag
14 Augustus.
Geboren: d. van A. Brouwer en M. de
Wolde; z. van A. Kuiter en H. Wildeboer.
Ondertrouwd: H. Droogendijk en B.
Boothof fJ. van Weel en A. K. van den Aard
weg.
Overleden in het gesticht Meeren-
berg: G. J. Stuijfzand, 76 j.; W. Ph. A. lvnijf,
64 j.; B. Greve, 84 j.