Üoemendaal, jtaarlem, jkewsteile en omliggende plaatsen.
LGEMEEN WEEKBLAD
VOOR
Vijverweg 7. Telephoon 938. Bloemendaal
KANTOREN
Gedempte Oude Gracht 63. Tel. S4I. Haarlem.
7e Jaargang.
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1913.
No. 48.
Ueekblad.
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.10
.4 tl vertent iën
19 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
t nummer bestaat uit 4 bladzijden.
IZIEK.
Concert-vereeniging Haarlem's Muziek
korps. Concert op Vrijdag 21 Novem
ber 1913; directeur: de heer Cli. P.
W, Kriens, met medewerking van den
heer Herman Leydensdorff, violist-solist
van het Concertgebouw-orkest; begelei
ding: mejuffrouw C. Teves.
|Vyas een mooi programma en voor alle sma-
jwat; jammer dat de zaal slechts ongeveer
bezet, was, maar de aanwezigen luisterden
aandachtig. De symphonie N°. 4, d-moll, op.
van Robert Schumann werd zeer frisch en
opgewekt gespeeld, 't is wel de levendigste
de 4 symphonieën van Schumann en dë
unische eigenaardigheden kwamen heel dui-
t uit. Hierna hoorden we voor viool en orkest
.resangscène' van Louis Spohr, dat heet met
zóó, want 't is één en al zangvooral het
io. De violist speelde ook met veel warmte,
t overdreven gevoeligheid en werd door 't
4. heel goed begeleid. Na de pauze gaf 't
it: ouverture: „Carnaval Romain" op. 9 van
erlioz. waarbij de korte beschrijving in het
,e heel duidelijk was. Als men daaruit leest
op 't laatst twee orkesten, ieder uit een
1 te Rome komend, tegen elkaar in spelen,
s 't drukke en vreemde zeer verklaarbaar en
jpelijk en die opvatting van den componist
heel oorspronkelijk en nog niet veel ..da
•-en". Zeer rustig en kalm klonken hierna
solo-nummers voor viool en piano, n.l. a.
ante" van IT. Vieuxtemps, b. „Menuet Gl
ynn L. van Beethoven, e. „Ungarischer Tanz
van J. Brahms. Deze drie hadden zooveel
dat de violist het „Menuet" herhaalde, na-
iet applaus duidelijk bewees, dat men een
ft wensclite.
juffrouw Teves begeleidde zeer muzikaal. Tot
q>eelde het orkest nog „Sylvia" suite de bal-
in Delibes, waarvan liet eerste deel ..Prélude"
'hasseresses" heel vroolijk klonk, dat jaclit-
>f is nardig. 2e deel„Intermezzo" en „valse
was lieflijk en 3e deel: „Pizzicati" is een
dankbaar stukje, vooral voor een keer in het
eel. ..Cortege de Bacchus" leent zich best
'ich voor te bereiden tot vertrek, wat de
hm deden met de noodige(?) drukte, ook A la
is. Met zijn bekende energie heeft de heer
lis deze zeer verschillende werken geleid.
Tweede Séance voor kamermuziek, te
geven door Joh. Steenman. op. Woens
dag 26 November 1913 van 810 uur,
in de concertzaal „de Kroon", met me
dewerking van do heeren prof. Joh.
Messehaert, zang. en Julius Röntgen,
piano.
'vaal werd de séance geopend door den con-
ver en wel met een sonate voor piano en
van Niels W. Clade. op. 21. cl-mineur. Alle
le deelen van deze sonate beginnen lang-
F EUILLETON.
lijk
'i (la
udi:
SINTERKLAAS.
i, den vorm een novelle, kon dit stuk naar
i. (oud wel een tragi-komedie heeten. Een
komedie weliswaar in weinig bedrijven.
geloof me, vriendelijke lezers, in de lengte
ëV niet. Dit stuk speelt op 5 December in
:èuw van het Kind. Plaats der handeling is
huiskamer met kleine keuken. De dramatis
I nae zijn: een burgerjuffrouw, helaas wedu-
yloch eene van de fatsoenlijke soort, die men
K r dienstaa nbiedingen zoo vaak in de dagbla -
aantreft; verder een schoonzuster dezer juf-
u\v. een zoogenaamd bewust menseli, verstokt
di-rn en nameloos onderlegd. Zij is maagd, en
agt reform-japonnen met vierkant uitgesneden
lach! waarom niet vierkant Afgesneden) -
gruwt van mannen en gebloemde behang
en eet den godganschelijken dag apennoot je*,
lve deze twee groote menschen treden in dit
spel op vier kinderen der voornoemde we-
Een man, of iets wat daarop lijkt, zult ge
lit Spel der Hedendaagschlieid tevergeefs
4J.
plaats des onheils, of huiskamer dan, bevat
■bruikelijke afzichtelijkheden, als eenige stoe-
iil Oorschotschen stijl, een ovale tafel, met
Akte looper belegd, twee glazen stolpen,
ronder een lijkbleeke herder en herderin
Je)n uitgebroed; een hanglamp van ijzer, vol
ri(j stijve krullen als het liaar van een neger;
.(Liefde heeft alles" in eiken lijst; een tliee-
iès, papier wit met de verachtelijke vierkant-
ejrop, en nog vele van de verdere requisieten,
r liet. ongelukkige menschdom „huisraad" ge-
lrad.
■uinneer het schouwspel aanvangt, treffen we
Jfide juffrouwen in een drukke conversatie; de
n?d, daareven van uit de stad harer inwo-
die zij natuurlijk ten zegen is hier
iisekomen na een afwezigheid van vele jaren,
lil beredderig op haar breede voeten door de
hLi', en eet haar apennoten. Zij heeft een
ice-iez op den neus en een verstandigen glim-
'h ode lippen en haar reformjapon van brons
1 mes aken maakt volkomen op haar gestalte
spi eek wij ze toepasselijk: „Het is net zoo lang
- lut breed is." De weduwe, een argeloos acli-
vrouwtje, zit op haren Oorschotschen stoel,
in een zedige en vriendelijk afwachtende
g', die ik aan alle weduwen van de wereld
zaam Adagio, Larghetto, Adagio en vervolgen:
Allegro di molto, Allegro vivace. Allegro mode
rato en tot slotAllegro molto vivace. Zeer te
recht wordt hier eerst de pianopartij genoemd,
want die heeft wel de hoofdpartij en onwillekeu
rig heb ik daar ook nog meer naar geluisterd dan
naar de viool-partij. Röntgen laat ook bizonder
sterk de tegenstellingen uitkomen, waardoor zijn
spel altijd levendig en kleurrijk is en boeit, te
meer daar hij boven alle technische moeilijkheden
uit is, wat van anderen niet altijd gezegd kan
worden. Daarna kwam Messehaert en zong vijf
liederen uit de „Schone Müllerin" van F. Schu
bert, en hoe! Behoeft het nog weer herhaald te
worden Alle vijf in hun soort volmaakthij
beleeft zelf niet alleen die liederen, maar laat ze
ons mee beleven. Dat is een kunst van voordragen,
zooals zeer weinigen 't kunnen; men denke b. v.
aan „der Jager"' en ,,'die liebe Farbe". Hierna
hoorden we de eerste uitvoering van: „Azzopardi
Studiën" door Julius Röntgen, 25 Preludiën in
alle groote en kleine terts-toonsoorten, die elkaar
chromatisch opvolgen, beginnende en eindigende in
c groote terts, terwijl de bas steeds onveranderd
den canto fermo in c groote terts laat liooren, C
D E F G A G C.
Het slot is een wals in c groote terts 'met den
cantofermo in den bas. Azzopardi is een oud-
Italiaansche componist. (Dit alles volgens het
tekstboekje). Bij die Preludiën waren zeer mooie
en duidelijke, ook eenige die voor ?t eerst niet
heel begrijpelijk waren, de wals was wel 't dank
baarste deel; als geheel leek 't mij wel een zwaar
werk, wel kunstig, doch ook kunstmatig en ge
zocht. Natuurlijk was de uitvoering van den
componist zelf zoo voortreffelijk mogelijk.
Na een korte pauze zong Messehaert ons nog
vier zeer uiteenloopende, weinig bekende liederen
van C. Löwe. Dat. was een buitengewoon genot,
waitt wie zal beter dan hij den inhoud weergeven?
met een begeleider als Röntgen, die geheel één met
hem is Wat een prachtig en krachtig loflied op
Karei V is „das Wiegenfest zu Gent". Hoe mooi
werd die „Totentanz" weergegeven en wat een
geestige, guitige vertolking van die „Hinkende
Jamben", vooral dit lispelende Liebsteren
„zierliclie hinken"; 't was gewoon onbetaalbaar
en hij zelf daarbijEn het laatste „Odins Mee-
resritt" was een waar meesterstuk, waarna de
toejuichingen zeer oprecht gemeend waren en
Messehaert een paar maal terugkwam, zonder toe
gift. Onder den indruk hiervan had ik willen
vertrekken, want het was zeker niet goed ge
zien om met een werk van Mozart te.eindigen;
die past niet na een modernen componist als
Löwe. En als 't dan nog maar echt Mozart ge
weest was! „Ken u zelf" is toch een eerste ver-
eischte voor iemand die optreedt en dan zijn er
toch wel andere werken van andere componisten,
die beter slot waren geweest dan deze drie deelen
uit do „Sérenade N°. 9" van W. A. Mozart, die
zoo onMozartsch klonk, dat het haast een parodie
was. Jammer, dat liet slot zóó was, want voor
"t optreden van Messehaert en Röntgen zijn alle
aanwezigen den concertgever zeer dankbaar.
wel ten voorbeeld stellen mocht. De zeggings
kracht der maagd overstelpt haar.
„Van Sint-Nicolaas weten we trouwens zoo
goed als niets," vervolgt de maagd, „alleen dat hij
ergens bisschop was in de 4e eeuw of zoo."
De arme weduwe knipte met de oogen alsof ze
in de zon keek.
„Eigenlijk is het heele Sinterklaasfeest van hei-
denschen oorsprong," waagde de maagd nu. Haar
geest rukte meer en meer voort, aangemoedigd
door de overdenking, dat de houding der wedu
we aan slapte niets te wenschen overliet.
„Kom, nee...." riskeerde de in de engte ge
dreven weduwe, en zag daarbij de onderlegde
maagd aan met zulk een meewarigen blik, dat
het een boa-constrictor ontroerd had, „kom
nee"
„Het is toch werkelijk zoo," voer de maagd
voort, „de wetenschap heeft dit al lang uit
gemaakt."
„Ach, ach"klonk het uit den mond der
schier verbijsterde weduwe, en de onderlegde be
zoekster, die .in alles tegenspraak zag; de strijd
vaardige, die steeds gereed was tot discussies, en,
gewend te kijven in vergadering na vergadering,
een gemoedelijk gesprek zonder kraak of smaak
vond, vatte dit „ach, .ach" als een blijk van onge-
loovigheid op. Zij naderde de weduwe nu met
stroopzoeten glimlach, en zei op een beleedigend
vriendelijken toon: „Sinterklaas is eigenlijk
Wodan, zie je."
„Wie vroeg de onthutste weduwe.
„Wodan," deed de onderlegde, en haar over
tuiging lei op dit woord een klemtoon van cen
tenaarsvracht.
Maar nu kon de weduwe haar vriendelijkheid
niet handhaven. Haar gansche leven was eene
langdurige proefneming van zachtzinnigheid ge
weest, doch deze paradox der maagd tartte haar
te ingrijpend. Hare redelijkheid, een eigen
schap die haar van kindsbeen nimmer verlaten
had, kwam in opstand tegen zulke drogrede
nen. en met een walgelijk flegma, zooals dat
slechts door een bliksemsnellen valwind van toorn
gedicteerd worden kan, zei ze: „Sinterklaas is
Sinterklaas.... en niemand anders."
Ieder ander dan de maagd had gelachen om de
goede weduwe, die aldus het losse kruit van haar
gramschap verschoot, doch de maagd was reeds
verder; die was met haar diepen levensernst al
lang óver het lachen heen, die verwijlde reeds
aan gene zijde van het lachen. Al het poover
T00NEEL.
Ko üonckcrs Schimmenspel.
Wederom waren wij eens gaan kijken naar het
a oortref felijke schimmenspel van Ko Doncker,
..De geschiedenis der schilderkunst". Het is zoo
mogelijk nóg beter bevallen dan den vorigen keer.
Ziedaar nu eens een genoeglijken avond; me
nigmaal is deze in alle bescheidenheid gegeven
vertooning overweldigend geestig. Wat een ver
rukkelijk fijne en doorwerkte beelden komen en
gaan op dat licht vierkant.
Aanmerk dézen pracht van een monnik, en zie.
met welk een aandacht hij zit te teekenen. waarbij
cle door den picolo-monnik aangebrachte whiskey -
soda hem voorzeker wel smaken zal.
(Bemerk, tusschen haakjes, hoe deze monnik
als cle tweede waterdroppel lijkt op den monnik,
menschelijke was, godlof, reeds in liaar gebluseht,
/.ij was, hoe luttel hare lichamelijke verschij
ning dit ook in de hand werkte, lieusch een ver
heven schepsel. (Neen, het is werkelijk geen grap
je.) Ze lachte dus niet om liet diepzinnig apkóris-
me cler weduweze haalde de schouders eens op,
wat voor een blijk van minachting doorgaat, maar
daarvoor veel te afgezaagd is. Gehard echter als
hij was i^doÉkvuren der practijk, is de sterke
geest deWtiaagfë weder vaardig tot doceeren.
En zonder op ae verbaasde oogen en het allengs
nieer en meer ontredderd gelaat der weduwe te
letten, begon zij een verklaring te geven van den
oorsprong van het Sinterklaasfeest. Zij voerde
meedoogenloos de arme vrouw mede in de ontoe
gankelijke oerwouden der voorvaderen, toonde
haar de oudste volksgebruiken met een gemeen
zaamheid als Jiad zij in Claudius Civilis' dagen
liet levenslicht ontvangen, en ventileerde haar
kennis met zulk een gemakkelijkheid, dat (1e toe
hoorster, aan een ongeloovige bewondering ten
prooi, herhaaldelijk het arme, overstelpte hoofd
schudde, en telkenmale een fluisterend „sjonges,
sjonges, hoe is het mogelijk," niet weerhouden kon,
waarop de verlichte maagd dan telkens verschrikt
ophield, en, de weduwe zoowaar nog op debat
taxeerend, boosaardig vroeg wat zij voor tegen
werpingen had. Doch spijtig en niet zonder angst
haastte deze zich, telkenmale te verzekeren dat zij
niets zei, en alleen maar luisterde. Zoo ging het
nog een poosje voort, totdat ten slotte de geachte
spreekster met een luidruchtige finale de weduwe,
die juist was ingeduikeld, van een nona-aanval
redde. „Jij met je Sinterklaasspelen bent uit
den tijd," voer ze haar nog toe, en de uit den
slaap gewekte moeder wierp, waarschijnlijk om
zich van de waarheid dezer aantijging te overtui
gen. een schichtigen blik op het wekkertje.
De maagd nam toen een apennoot tot zich, en
zweeg.
„Ja, daar is veel waars in," zei, na even
zwijgen, de moeder op den spijtigen toon van ie
mand, wie men iets liefs heeft afgenomen.
„Begrijp je nu, waarom ik niet voor dat Sin
terklaasspelen ben voer de maagd zegevierend
voort, „je moet den kinderen geen leugens ver
tellen. Je moet hun lieve, open, heerlijke, reine
zielen"(Hier kwam op haar gelaat zulk een
grimas van zalige verrukking als kloof zij op de
zoetste apennoot, die er vanaf alle eeuwigheid tot
op lieden was ontloken)„Je moet hun lieve,
open, heerlijke, reine zielen niet bezoedelen met
die in N°. 13 van het weekblad „Het Midden"
het marionetten-theater vertoont.)
Zoo voortreffelijk als deze twee plaatjes is bijna
de geheele reeks, welke vertoond wordt. En hoe
vertoondOnnavolgbaar.
Ko Doncker's Schimmenspel „De geschiedenis
der Schilderkunst", is uiterst vermakelijk. Wie
eens Jpirtelijk lachen wil, hij ga kijken en luiste
ren;'het. laatste al niet minder dan het eerste.
Mim lette goed op de aanplakbiljetten en ad
vertenties. Maandag a.s. geeft hij in „de Kroon"
weder een voorstelling. Zegt het voort!
Ziet me deze ark eens aan, wat een gewriemel
van figuurtjes, wat een ontzagwekkend, waarlijk
oud-testamentisch gevaarte; wij kunnen ons in
deze woning Noach met al zijne (lierenparen, ruim
genoeg behuisd denken.
Zie den aartsvaderlijken bouwmeester verdiept
in technische problemen met zijn teekenaar-sla if-
kantoorbediende, in den schijn van zijn Philips-
lamp.
Zie de timmerlieden hun zeer-veel-duims bal
ken torsen; zie hen de loodlijnen uitwerpen langs
bint en spant; zie hen hameren en schaven en
transpireeren, en merk op, hoe men hier nie
mand misbruik van sterkedrank ziet maken.
hi
q Tooneel- en film-voorstelling.
De zaal in de sociëteit „Vereeniging", te Haar
lem. was gisteravond goed bezet. Eerst kregen
wij eenige bioscoop-nummers. Het hoofdnummer
„Krates" viel bij een ieder zeer in den smaak.
Na de pauze werd een tooneelstukje opgevoerd,
gespeeld door den heer en mevrouw Clirispijn.
't Was een heel gezellige avond.
Van avond is de laatste voorstelling. Het is
wel de moeite waard om daar eens een kijkje te
nemen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Tram.
De motorwagens van de Bloemendaalsche tram
zijn niet^meer geel, en vertoonen geen noemens
waardige verschillen meer met de donkere wagens
van de Haai^emseke ceintuurbaan.
Het komt* thans vaak voor, dat reizigers voor
Bloemendaal in de, eveneens voor het station
Haarlem afrijdende, tram van de ceintuurbaan
stappen, wat oponthoud en last geeft. Een kaart
„Bloemendaal"^ in het venster van den wagen
staand, en naar wij meenen nog niet eens bij alle
trams, lijkt ons niet voldoende opvallend, vooral
des avonds. Een duidelijker aanwijzing kon geen
kwaad, dunkt ons.
Schoolfeest.
Woensdag vierden de kinderen van de Duin-
en-Daalsche school en van de school van den heer
IJzerman in hotel „Duin en Daal", hun onaf-
hankelijkheidsfeest.
Doch daar eenige heeren den toegang aan
onzen jongsten verslaggever weigerden, kunnen
wij geen nadere bizonderheden geven.
fna/rtfóekje.
Ons jaarboekje is thans verschenen. De oplaag
was bij verschijnen reeds zoo ver verkocht, dat
het aantal voorhanden exemplaren nog slechts zeer
gering is. Wie dus nog een jaarboekje wenschen,
verzoeken wij, liet ons onmiddellijk te bestellen.
Uit. het politie-rapport.
P r o e e s s e n-v e r b a a 1 zijn opgemaakt, we
gens: loopen over verboden grond; stellen van
wildstrikken en rijden zonder licht.
G e v o n cl e n en terug te bekomenbij A.
Hoenderdos, Boschlaan 17, te Bloemendaal, een
gouden broche; aan het bureau van politie te
leugens en dwaze voorstellingen."
„Ja, maar zij rekenen erop, hè, elk jaar,"
wierp de moeder tegen.
„Dan moet je ze dat nu eens met verstand uil
het hoofd praten," hernam de wijze maagd.
„Ze vinden het zoo aardig," zei de dwaze
moeder.
„Als ze weten dat het leugens zijn, zullen ze
het niet meer aardig vinden, ten minste als het
rechtgeaarde kinderen zijn." Aldus de maagd.
En de moeder, aarzelend: „Ja maar. ze vin
den het toch wel aardig.misschien zijn ze dan
niet.... wat jij rechtgeaard noemt.... zie je."
Dan snel, en vastbesloten: „Ik vier toch Sinter
klaas."
„Als je hun dan maar zegt, dat het eigenlijk
onzin is."
„Jajadat weet ik nog niet."
„Dan zal ik het hun wel zeggen."
„Zou dan de aardigheid er niet af zijn?"
„Juist, niet. Juist niet. De mensch leeft bij de
rede. Hij kan niet jong genoeg in de waarheid
worden ingewijd."
„Het is wel jammer."
„Je kunt hun toch wel wat geven."
„Ja, natuurlijk doe ik dat. Ik heb wat gekocht."
„Toch geen suikergoed en chocolade of andere
snoeprommel, waar ze hun magen mee bederven?"
En als de moeder een half booze, half verlegen
beweging maakte, viel de maagd uit: „Ja, ik zie
het al. Ik zie het al. Maar ik wilde wel, dat je
wijzer was. Je bent. toch niet zoo onontwikkeld,
dat je daar nooit over gedacht zou hebben. Geef
de kinderen een zuren appel of een banaan, als
je wat voor hen koopen wilt."
„Of een apennoot," dacht de moeder, maar ze zei
niets. De maagd daarentegen sprak nu des te meer
en in een leerrijke rede luchtte zij al wat zij van
het m. u. 1. onderwijs had opgestoken, zette zij een
boom op over phosphorhoudende vruchten, socia
lisme. wereldvrede en verbeterde vrouwenkleeding,
waarbij zij zulk een beangstigende geestdrift aan
den (lag legde, dat de onthutste weduwe gaarne om
een dokter was gegaan, indien zij de maagd slechts
alleen had durven laten. Het/best leèk het haar,
het mensch af te leiden. Misschien zou dat haar
verlichten. Zoo vroeg zij, waarom er ook niet een
verbetering voor-mannenkleeding bestond, waarop
de maag^I metf snijdende stem inviel: „De man-
nenkleëding jhoéffr niet verbeterd te worden. Die
ia goedi genoeg'y voor hun althans."
(Wordt vervolgd.) J. STEYNEN.