KERK-AGENDA.
Haarlem.
Jongelieden Kerk.
(Gebouw Protestantenbond.)
v.m. lOi/o ure, Ds. Van Calcar, van Beverwijk.
Eglise Wallonne.
IOI/2 heures du matin, Mr. Dupont.
Remonstrantsch-Gereformeerden.
v.m. 10 ure, Ds. v. d. Bergh van Eysinga,
Herv. Pred. te Zutphen.
Luthersche Kerk.
v.m. 10 ure, Ds. Scbade van Westrum.
n.m. 1 ure, Ds. Schade van Westrum. Kinderkerk.
Kerk der Yereen. Doopsgezinden,
v.m 10 ure, Ds. Hylkema.
n.m. 5 ure, Ds. Plantenga.
Bloemendaal.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, de heer Eoeken, uit Haarlem,
u.m. 61/0 ure, Ds. Van Leeuwen.
Heemstede.
Ned Herv. Gemeeute.
v.m. 10 ure, Ds. Posthumus Meijjes.
Pred. te Zand voort.
n.m. 61/0 ure, Ds. Wolters.
Houtrijk en Polanen.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m 10 ure, Ds. Baljou.
Santpoort.
Ned. Herv, Gemeente,
n.m. 61/0 ure, Ds. Bax.
Spaar ndam.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Baljon.
Wijk aan Zee en Duin.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Berkelbach v. d. Sprenkel.
IJmuiden.
Ned. Herv. Gemeente,
v m. 10 ure, Ds. Creutzberg.
n.m. 21/2 ure, Ds. Creutzberg.
Doopsgez. Gem. en Ned. Prot. Bond,
v.m. 10i/2 ure. Ds. Attema.
BLOEMENDAAL.
Eiken Zondag, 's morgens 10 uur. Wekelijksche schiet
oefeningen door „Bloemendaal-Commando".
H VARLËM.
Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts
bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij
dag houdt het bureau des namiddags ten half-
twee zitiing in het gerechtsgebouw aan de
Jansstraat.
Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
10—4 ure. Entrée f0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 10 3 vrij.
Bisschoppelijk Museum, (jansstraat 79.) Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Stads-Bibliotheek. Prinsenhof.) Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Gr 00 te Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling.
Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 11—3 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Kunstzaal De Bois, Kruisweg 68, Haarlem,
tentoonstelling van Kunstwerken. Dagelijks
geopend van 9—5 uur.
Schouwburg Jansweg.
Zondag 18 Januari, Amsterdamsch Tooneelgezel
schap, Dir. C. P. T. BigotDe oude Koj por aal.
Dinsdag 20 Januari, N.V. liet Tooneel, Dir. W.
Royaards, Mijlpalen.
Dagelijks Bioscoopvoorstellingen, Apollo-Theater,
Barteljorisstraat.
Donderdag 22 Januari, Concertzaal „De Kroon",
4e Seance voor Kamermuziek door Joh.
Steen man.
Weldadigheidsconcert door Annie en Liesje
Smulders, viool, en Ilenri Jalink, piano.
Weer hadden we eens liet genoegen, een concert
bij te wonen van Annie en Liesje Smulders en
Ilenri Jalink.
Het spel van de dames Smulders was in èèn
woord schitterend, en we gelooven dat de dames
Smulders bij meerdere concerten een stijgend suc
ces zullen hebben. Aan het einde van ieder stuk
klonk een. welverdiend, applaus.
Ook de heer Jalink speelde heel mooi. Het was
een schitterend geslaagde avond. De zaal was zeer
goed bezet, en het publiek genoot veel van de
muziek.
T00NEEL.
Schouwburg Jansweg. Die Haghe-spelers,
Een dokters-dilemma.
Het was een heel ding: Verkade te Haarlem te
zien. E11 dat nog wel met een stuk van Shaw.
„Het Dokters-dilemma" is, gelijk onze lezers
weten, een satire op de geneesheeren, en deze ko
men er dan ook allesbehalve genadig af in dit stuk.
Het is wel wat al te wreed wellicht, zooals Shaw
ermede omspringt. De dokters in dit stuk zijn
allesbehalve waardige personen, ja, zij gelijken
meer op gewetenlooze misdadigers en onverant
woordelijke dwazen.
Tiet dilemma voor een der door Shaw zoo sma
delijk ten tooneele gevoerde dokters, is het vol
gende. Hij heeft, naar zijn zeggen, een middel
tegen de tuberculose gevonden, en aarzelt op wien
hij dit beproeven zalop een slapaardigen schilder
of op een armen collega. ITij kiest dan den dok
ter; de schilder wordt echter door een anderen
geneesheer tot zijn prooi gekozen en overlijdt aan
de gevolgen van diens arbeid!
Een aantal, uiterst vermakelijke bijzaken kan
achterwege blijven. De voorgestelde geneesheeren
zijn ijdel, dom, gewetenloos; wat hen drijft tot
handelen, is, uit zedelijk en redelijk oogpunt ge
zien. van het bedroevendste soort; maar zooals die
groote, geestige Shaw hen hun spel met hun even
naasten drijven laat, is meesterlijk. Hij doet het
zwierig en luchtig, en met een glimlach om den
mond, en het is den toeschouwers wel eens een
weinig bang te moede. Men vermaakte zich niette
min uitmuntend.
De „Haghe-spelers" speelden het stuk voortreffe
lijk, vol begrip en met die uiterlijke luchtigheid,
welke Shaw eischt, doch waardoor de werkelijke
zin te beter tot zijn recht komt. Het was een
belangwekkende avond. Het publiek toonde zijn
erkentelijkheid voor het gebodene met een luiden
bijval.
Hans en Grietje.
Zondagmiddag 25 Januari a.s., zal in den
schouwburg Jansweg. te Haarlem, een herhaling
plaats hebben van de operette Hans en Grietje,
muziek van mevr. N. C. HopmanKwast, tekst
van mevr. J. v. A.
Deze operette heeft overal groot succes en boeit
in hooge mate door haar lieve melodieën en uitstc
kende uitvoering, zoowel groot als klein.
De leiding heeft mevr. HopmanKwast en het
accompagnement is in handen van haar leerling
Marie Wagner. De dansen zijn ingestudeerd door
Ifartog el. Polak.
Een voorstelling dus weer, die ieder met de kin
deren moet gaan bijwonen.
BOUWKUNST.
Ba gijnhof ie Amsterdam.
Door een poortje met klein lijnengewar boven
ons hoofd, komen we op den groenen hof, waar
in het midden het kerkje ligt met zijn groot,
cenigszins holgebogen dak van kartelende 100de
pannen achter een vierkant vaalgepleisterd to
rentje dat zijn donker gevlekt leienspitsje hoog
de lucht insteekt.
Enkele witte ramen met kleine ruitjes staan op
groote afstanden in de paarse baksteenmuren van
liet kerkje dat bijna geheel in het groen ligt.
Gele klinkerstraatjes voeren langs dikke hou
ten hekken van witte paaltjes en donkergroene
latjes, die een plaatsje voor de huizen vrijhou
den. I11 sommige van deze plaatsjes staat een
dikke boom.
Rondom ziet men overal oude eenvoudige ge
veltjes; paars en zachtrood; hier een trapgevel-
tje, daar een top met groote gele krullen, daar
weer een rechtlijnig huis met een vlammend rood
dak naar voren gekeerd, waaronder een met gol
vend klimop begroeide gevel. Het is een hof
van roode (laken, oude huisjes en mooi planten
groen, een plaats van stille wijding en een waar
dige voorhof voor het kleine heiligdom, waar men
in het half duister neerknielt, 0111 bij den luister
der kaarsvlammen zijn gebeden te storten voor
den troon van den verborgen God.
Het Binnenhof te s-Gravenliage
Statig en waardig is de aanleg der gebouwen
van het Ilaagseho Binnenhof. De wandelgalerijen
aan de drie zijden, bieden een selioone gelegenheid
ten einde het oudste en meest grootsche gedeelte
van den hof, de ridderzaal, bijna geheel 0111 te
wandelen en van verschillende kanten te bezien.
Als een buitengemeen trotsch en stout monu
ment trekt dit gebouw den blik door de mas
sieve zwaarte zijner muren en steunbeeren, dooi
de spaarzaam aangebrachte hooge vensters, door
het enorme dak van staalblauwe leien, door het
ruige grijsgeel-gevlamde metselwerk uit steenen
van ongewone afmeting.
Het gebouw is gerestaureerd, en wel door dr.
Cuijpers, die hier den geest der middeleeuwsche
bouwmeesters bij uitstek vertolkt heeft.
Rondom het Binnenhof zijn de gebouwen van
een jongeren stijl; echter maken de rustige bak-
steentinten, de effen schuine daken, de niet over
dreven groote vensters en de slanke kolonnaden
om den hof heen, deze tot een oord van onge
stoorde stemmigheid.
De moderne tijd doet zich hier alleen kond in
de schelgetinte, geruchtmakende 'trams en de
plotseling uit een hoek schietende auto's, die, na
weer verdwenen te zijn, met hun slinkend blau
wen walm de atmosfeer blijven bezoedelen.
A. J. KROPHOLLER.
VOLKSGEZONDHEID.
liet Hoefijzcrverhond.
(Iet. Hoefijzerverbond, dat zich ten doel stelt,
dezen winter de gelden te verzamelen voor een
kinderherstellingsoord voor het Centraal Genoot
schap. werkt met ongeëvenaarden ijver en klim
mend succes.
Wederom werden sub-eomité's opgericht te Am
sterdam. Sneek, Leeuwarden, Paterswolde, Vollen-
hove, Graft, Nunspeet en Uitgeest.
I11 een groot aantal plaatsen en de meeste
groote steden worden sub-eomité's voorbereid.
Te Nunspeet werd reeds 134.75 en te Fra-
neker 125,bijeengebracht.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
Lezing ran dr. Ptille vóór hel Koloniaal Instituut.
De meest doeltreffende, afdoende aardrijkskun
dige les, die wij ooit medemaakten.
Nieuw-Guinea, land van koppensnellers, rolstee-
nen, land zonder roofdieren, schaarsch bevolkt,
maar bevolkt met een blijkbaar niet onguitig, noch
onbeminnelijk soort zwartjes, kinderlijke wezens,
op zeer gehavende beenen, doch wier longen- en
hartskracht blijkbaar bizoiuler groot zijn, een
land zonder zoutwinning, maar met veel vogeljsi
zelfs casuarissen van over de 60 pond. Dat alles
en nog veel meer liet dr. Pulle Donderdagavond
ons zien en met de vriendelijke haast van iemand,
I die van ver komt en weer spoedig heengaat, maar
in een ommezien toch alles vertellen wil, gaf hij
ons, feit op feit, als slag op slag, in een over
zichtelijke vertelling met de luchtballon en kaar
ten te Zinnen, zoo volledig, dat wij ons een natuur
getrouwe voorstelling van hetgeen hijzelf daar
heeft gezieu, inderdaad kunnen maken.
Het bestuur van het Koloniaal Instituut ver
richt met het uitschrijven van goedverzorgde le
zingen, eigenlijk fotofonetische wandeltochten
door onze koloniën als deze, een werk dat ieder
iinpressario des geestes hem benijdt.
Het was vol en de stoelen stonden te nauw op
een.. De lantaarn werkte de beelden uit het licht
prachtig op. Dr. Pulle is een aangenaam prater.
Voor alle bezoekers een welbestede avond.
Museum van Kunstnijverheid.
In het museum van kunstnijverheid alhier, zul
len Zondag a.s. twee merkwaardige tentoonstel
lingen plaats hebben.
De eerste omvat de afbeeldingen der voornaam
ste monumentale gebouwen in Frankrijk, vanaf de
middeleeuwen tot in latere tijdperken.
De tweede omvat de Nederlandsche beeldhouw
kunst der middeleeuwen.
Beide tentoonstellingen zijn hoogst belangrijk
en zullen veel bezoek trekken.
Eene tentoonstelling van oorspronkelijke foto-
grafiewerken. eigendom van het Nederlandsch
Fotografisch Museum, dat weldra zal worden ge
sticht. is in voorbereiding. Deze tentoonstelling
zal voor een groot deel omvatten fotografieën die
door Nederlandsche fotografen welwillend ter be
schikking werden gesteld.
Zondag is de toegang kosteloos.
School voor kunstnijverheid.
Aan de school voor kunstnijverheid alhier zullen
de lessen in de kunstgeschiedenis, welke in 2 ver
schillende cursussen gegeven worden, in het ver
volg ook door belangstellenden, niet-leerlingen
der school, kunnen worden bijgewoond.
De eerste cursus wordt gedurende de maanden
Januari, Februari, November en December op Don-
I derdag, des avonds van 89 uur door den hoofd
leeraar, den heer F. T. Grabijn, gegeven en omvat
voor 1914: „De kunst van het christendom, de
Moliammedaansche kunst en de Middeleeuwen".
De tweede cursus wordt gedurende 10 maanden
(Juli en Augustus zijn vakantiemaanden), op Dins
dag, gedurende de zomermaanden van 45, in de
wintermaanden van 3%4J/J door den leeraar.
den heer II. C. Verkruysen gegeven en zal voor
1914 omvatten: „De kunst van liet Christendom
en de met het Christendom in verband staande
uitingen".
Voor het volgen van beide cursussen verwijzen
wij naar de in dit blad opgenomen advertentie.
Ha ndelsonderwijs.
In aanvulling van ons artikel over de openbare
handelsschool, te Haarlem, diene het volgende:
Begin Januari is te Enschedé feestelijk herdacht
het feit, dat de handels- en industrieschool vóór
een halve eeuw werd geopend.
V rouwenkiesreclit.
Vrijdag 23 Januari is er een algemeene leden
vergadering van de Vereeniging voor Vrouwen
kiesrecht. afdeeling Haarlem, in gebouw „De
Nijverheid. Jansstraat 85, Haarlem.
Boekerij Museum van Kunstnijverheid.
De directeur van het museum van kunstnij
verheid vestigt er de aandacht op, dat de aan
het museum verbonden boekerij, die een groot
aantal boeken, plaatwerken en tijdschriften bevat,
betrekking hebbende op toegepaste kunst en kunst
geschiedenis, des Dinsdags- en Vrijdagsavonds van
79 uur geopend is, in de ruime boekerij kan
men indien men in bovengenoemde werken belang
stelt, eenige aangename en nuttige uren door
brengen en tevens werken mede naar huis nemen.
Een kijkje in Zandvoortsraadsvergadering.
Men schrijft ons uit Zandvoort:
De eerste raadsvergadering van Zandvoorts
vroedschap in 1914, was niet belangrijk, doch op
zekere oogenblikken humoristisch en, vooral bij
de rondvraag, toen de heer Bückmann, en zeer
terecht den onhoudbaren toestand van de cen
trale verwarming van school C ter sprake
bracht.
„Ik ben," zegt de heer Bückmann. „viermaal
naar de school geweest." (Een stem: ..In welke
klas zit ia??)
„Neen," zegt de heer Bückmann, „ik was daar
niet als schooljongen, maar ik was op onder
zoek, en ben er zeker van: als u er bij was ge
weest en gezien had, hoe de kinderen gekleed in
de klas zaten en haast in de armen moesten beu
ken van de kou, dan was u niet zoo grappig,
maar ernstig geweest."
B. en W. trachtten Bückman gerust te stellen,
door te beloven, dat er met den meesten spoed
aan verbetering gewerkt zal worden.
Maar Bückmann is niet tevreden, hij zegt, dat
liet is een zaak, die lang bekend is en maar niet
opschiet, waar hij 111. i. gelijk in heeft. Toch liet
hij. zich te ver voeren, toen hij zeide: „Als het
zoo koud blijft, moet er maar een kachel bij gezet
worden, met de pijp boven het raam uit desnoods."
(Gelach.)
VAN H ER EN DAAR.
De Roomschen in Noord-Amerika
We lezen in „De Protestant":
Men zou wel eens met eenige zekerheid willen
weten of het waar of niet waar is dat in Noord-
Amerika liet, room sch-katholicisme zoo sterk
vooruitgaat. De lezingen daarover zijn zeer ver
schillend. Leest men de Katholische Kirclien-
zeitung 1913/14 n°. 8, dan moet men aannemen
dat het waar is, want zij heeft geen woorden
genoeg om te roemen in den wonderbaren was
dom der roomsche kerk in Noord-Amerika, en dat
roemen gaat, zooals aan ultramontaansche zijde
gebruikelijk is, gepaard met allerlei schimpscheu
ten op liet zoo zeer gesplitste en verdeelde pro
testantisme.
Maar dit roomsche blad staat in zijn oordeel
vrijwel alleen. Een ganscli anderen toon slaat de
„Apologetische Rundschau" aan, en van haar
redacteur dr. Kaufmann kan toch niet anders
verwacht worden dan dat liet zijn doel is alles
wat er ten gunste van de roomsche kerk te zeg
gen valt, aan te voeren en vijandelijke aanvallen
op do kerk af te weren. Nu heeft echter zelfs
de ..Apologetische Rundschau" van Maart 1911
in den wijn der geestdrift over het succes van
het katholicisme in Noord-Amerika heel wat wa
ter moeten mengen. Zij bestrijdt de dwaling dat
het roomsche element in de Unie steeds vooruit
gaande is. Men hoort schrijft zij zooveel
over den geweldigen vooruitgang, maar men ver
geet er bij te voegen dat dit alles niet in verhou
ding staat tot de menigte en den arbeid dei-
kloosters, priesters, vereeuigingen en particu
liere personen. Hem, die hier overkomt en
nauwkeurig gadeslaat en waarneemt, stemt het
droef te moede als hij in plaats van het verhef
fend beeld van een nieuwen triomf der kerk onder
96 millioen inwoners, 80 millioen christenen en
in het geheel 13 millioen roomschen vindt. Men
ziet wel kathedralen, vereenigingen, enz., maar
men merkt niets van die historische wonder
macht van onzen tijd- en cultuur-hervormenden
godsdienst, die althans in die staten en steden
tot haar recht had moeten komen, waar de room
schen het overwicht in handen hebben. Wordt
dus reeds al dat bluffen over den vooruitgang
van het katholicisme in dit roomsche apologetische
tijdschrift tot niets herleid het moet er inte
gendeel nog bijvoegen: sporen van achteruitgang
overal, waar men den blik richt. Dat wordt aan
getoond met onverbiddelijke cijfers. Het aantal
roomschen in Noord-Amerika bedraagt thans on
geveer 13 millioen. Voor het jaar 1910 moest
een natuurlijke aanwas door geboorten van
142.000 hierbij komen. Het aantal overgangen in
hetzelfde jaar schat men in ronde cijfers op
38.000. De roomsche immigratie bedroeg onge
veer 440.000. dat maakt te zamen 620.000. In
werkelijkheid was er echter slechts een aanwas
van 115.000 zielen, zoodat een verlies van 505.000
geloovigen te boeken is.
De conclusie is juist, en moet ook aan de jong
ste grootspreker ij voorgehouden worden, die de
„Apologetische Rundschau" zelve in deze woor
den samenvat: Deze naakte cijfers belichten wel
't best het feit dat er niet van een beweging voor
waarts, maar van een achteruitgang der room
sche kerk in Noord-Amerika moet gesproken
worden.
Zelfs de „Augsburger Postzeitung" n°. 549 komt
in een vrij lang artikel op tegen het optimisme
dat van vooruitgang van het katholicisme in
Noord-Amerika spreekt. Men moet, zegt zij, met
wat minder grootspraak over onzen (n.l. den
roomschen) vooruitgang spreken; de statistiek is
wel geschikt ons (n.l. de roomschen) zeer be
scheiden te maken. Deze cijfers getuigen van een
wanhopigen toestand. Zij toonen ons dat de
roomsche kerk hier te lande (in Noord-Amerika)
enorme verliezen geleden heeft, dat wij in plaats
van met 15 millioen met 30 in (le volkstelling
moesten paradeeren. Ook dit roomsche blad komt
dus tot de bittere gevolgtrekking: Wij staan
voor het schrikwekkende feit dat geen mooipra-
terij teniet kan doen dat het katholicisme hier
in Amerika enorme verliezen moet geleden heb
ben, die in de millioenen loopen. Dus achteruit
gang van het katholicisme in Amerika.
Ook het Oppersdorfsche tijdschrift „Klarheit und
Walirheit" (1913. n°. 10) moet, hoewel met tegen
zin, de groote verliezen der roomsche kerk in
Amerika erkennen. Het deelt volgens de „World"
van New-York mede, dat er in Noord-Amerika
niet minder dan 250 Italiaansclie protestantschc
kerken zijn, daarentegen slechts 150 roomsche.
Alleen in New-York zijn er 2.3 Italiaansch-pro-
testantsche bedehuizen, gebouwd door Italianen
die vroeger tot de roomsche kerk behoorden.
Als deze cijfers juist zijn, dan leveren zij een
bewijs te meer dat in de Vereenigde Staten dui
zenden en nogmaals duizenden roomsche immi
granten jaar op jaar protestant worden apo-
stasieeren, zooals 't in het ultramontaansche jar
gon heet. Verder moet „Klarheit und Walirheit"
bekennen dat die afval geenszins zich tot de
Italianen alleen bepaalt. Duizenden Ruthenen gin
gen over naar de Russische kerk of naar het
protestantisme. Voegen we hierbij dat de Los-
van-Rome-beweging in Amerika onder de Polen
door het toenemend aantal poolsclie nationaal-
katholieke kerken (op de manier van liet Duit-
sclie oud-katliolicisme), zich meer en meer uit
breidt.
Wie zal 11a dat alles nog spreken van vooruit
gang der roomsche kerk in de Vereenigde Staten?
ZieJcenverpleeg st ers.
We lezen nog in „De Protestant"
Naar aanleiding van een voorstel om de gees
telijke zusters weder toe te laten tot de verpleging
in de openbare hospitalen, heeft de gemeenteraad
van Parijs met 39 tegen 37 besloten den bestaan-
den tosstand te handhaven. Het voorstel is dus
verworpen. Een ander voorstel 0111 in beginsel te
besluiten tot subsidieering van zieken-inrichtin-
gen, waarin geestelijke zusters met de verpleging
belast zijn, werd met 41 tegen 35 stemmen aan
genomen.
Dikwijls hoort men beweren, dat roomsche zus
ters beter verplegen dan protestantsche. Hoe
onwaar en onbillijk dat is, blijkt wel 't best hier
uit, dat b.v. in Oostenrijk vele roomsche gemeente
besturen de nonnen vervangen hebben door
protestantsche ziekenverpleegsters.
De Straatkeerders.
Sonnettendichters altegader,
Die steeds in hooger sferen zweeft
En „proza" heet, wat lager leeft,
Bekijkt beneCm die groep eens nader
Ze treden met gemeten trede,
Mijn keerders, voort in 't schemerlicht:
De dijen zwaar, doch de armen licht,
Als beelden, plechtig breed van schrede.
Hun roede roert met weidsche vegen.
II1111 schop versmijt met malsclien bof
Een wervelwolk van gulden stof.
Als rook ver walmend allerwegen.
Hen volgt een kar, haast volgedragen:
Eu op de kar een poldergast,
Die wenkt en heft en buigt en tast:
Een Cesar op zijn zegewagen
Is 't niet?Kijkt1111 de morgenzonne
Heur eerste straaltje stralen laat,
E11 't grof tafreel ter grauwe straat
Begloort met nacren tooverwonne.
Aanschouwen thans uw dichteroogen
Niet even 't oude Rome weer,
Toen Cesars en hun heldenheer
I11 trots ten Capitole togen?
De zelfde golpen stof omstuiven
De Via, vol tapijtenpracht,
Waar hoog, matronen sluierwuiven,
Halfnaakt, in bonte peplumdracht.
De Triumphalor, opgestegen,
Ment stapvoets, voordert plechtig lam
Amphorcn geuren gul hem tegen.
Als eeuwen her in wierookvlam.
E11 schier dezelfde voetknechts krielen
Omheen den Halven God zijn wielen;
Ze zwaaien, wild en dwaas als toen,
Met bezemrijs hun palmengroen!
Niet waar, een brok Oud-Rome, o dichters
Die liefst in hooger sferen zweeft 't
Mijn keerders. zijn 't geen wereldstichters
Gelijk geen „poezij" dieleeft
Brussel. JAN JANS.
(In „Carolus".)
Bede om hulp.
Door de vereeniging „Weduwenzorg", goed
gekeurd bij koninklijk besluit van 17 Mei 1909.
Stbld. n°. 55, afdeeling Haarlem en omstreken,
werd ons de volgende omzendbrief gezonden.
I11 't jaar, dat achter 011s ligt, is met veel
luister herdacht het feit, dat vóór honderd jaar
ons land zijne onafhankelijkheid herkreeg.
Terecht is hulde gebracht aan het drieman
schap, dat zich opmaakte 0111 011s land van Fran
sche overheersching te bevrijden.
Dat in die dagen alles zoo ordelijk geschiedde
is mede te danken aan hen, die, eerst gedwongen
zijn 0111 in Franschen dienst als soldaat te treden,
later hulp verleenden om het vreemde juk af te
schudden.
Ook dat dient men gedachtig te zijn en even
zeer. dat na den terugkeer van keizer Napoleon
van het eiland Elba, tal van Nederlandsche sol
daten dezen dwingeland hielpen bekampen, zoo
dat hun naam met eere werd vermeld.
Na dien hadden tal van soldaten in Neder
landsch Oost-Indië voor de handhaving van het
Nederlandsch gezag hun bloed veil. Menig dap
pere sneuvelde daar op 't veld van eer. 't Is de
plicht van het volk hun gedachtenis te eeren.
Dit kan geschieden door steun te verleenen aaD
de vereeniging „Weduwenzorg", bond van gepen
sionneerende militairen van vóór de wet 1909 in
haar streven 0111 het lot van weduwen en weezen
van overleden militairen te verzachten.
Bekend is, dat in 1909 in werking trad de wet
tot pensionneering van weduwen en weezen van
militairen beneden den rang van officier.
De weduwen van hen, die evenwel vóór 1909 de
dienst met pensioen hebben verlaten, komen daar
voor niet in aanmerking, komt de man te over
lijden, dan blijven die weduwen en weezen onver
zorgd achter.
Die weduwen ,wier echtgenooten toetraden ah