I
Het Bloemendaalsch Weekblad
BIJVOEGSEL VAN
Buitenlandsch Overzicht.
8e Jaargang.
Nederland's bedorven troetelkind.
Binnenlandsch overzicht.
van ZATERDAG 28 FEBRUARI 1914.
(In dit weekbl. is tijdelijk opgenomen HIT MICDEN).
Dezer dagen heelt de Fransche Kamer
een goede daad volbracht, waaraan de bui-
tenlandsche binden o. i. te weinig aandacht
hebben verleend. Zij heeft namelijk met
eenparigheid van stemmen een mooie aan
genomen, strekkende tot feen geleidelijke
clkomon rechtsgelijkheid uvsschen de
Europeanen, de Fiansche kolonisten, en de
inlandsehc bevolking van Algeiië en Tunis.
Een woord te dezer zake.
Het militaire bewind der Fransehen in
de genoemde landstreken liep omstreeks
het jaar 1890 ten einde. De Berbers en
Arabieren schikten zich onder het Euro-
1 eesch gezag, waarvan zij het stoffelijk
overwicht hadden ingezien. Er brak nu
een tijdperk van bevrediging en verzoening
aan. De staatsrechtelijke positie van Al-
gerië werd verbeterd, zoodanig dat dit land
van een wingewest opklom tot een onder
deel van de Fransche Republiek zelve. In
liet protectoraat Tunis zette de Republiek
zich aan het herstellen van 't zelfbestuur,
dat de inlandsche bevolking daar te lande
van oudsher gekend had, maar dat vóór
de Fransche bezettjng door de tyrannieke
Ley's schromelijk geknot was.
De vreedzame ontwikkeling van die lan
den werd zeer begunstigd door de om
standigheid, claf de Fransche en de Ara-
bisch-Berbersehe volksaard in den grond
overeenstemden. Men had hier aan deze
en aan gene zijde der Middollandsche Zee
twee krachtige en fiere volken, beide blan
ken, bc'de staande op een hoogen trap van
beschaving en uitmuntende door denkers,
geleerden, kunstenaars en krijgslieden. Op
menig slagveld had men elkander leeren
hoogschatten en in den oorlog tegen Prui
sen hadden de Algerijnsche bataljons do
eer der Fransche vlag hooggehouden. De
overwinnaar had met ridderlijk gebaar de
hand toegestoken en de Arabier had haar
zonder wrok aangevat. Hier was gebeurd
hetgeen in de toekomst zal gebeuren tus-
schen de Frhnsche veroveraars en de Moo-
ren van Marokko.
Met verbazing, straks met eerbied en
dankbaarheid aanschouwde de inlander de
werken der Franschen. In deze landen, waar
'het water de eerste levensfactor is, her
stelden de Fransche ingenieurs de oude
waterwerken der Romeinen en bouwden
zij er id en were en grootere. Veld na veld
werd in cultuur gebracht. Spoorbanen ver
vingen de karavaanpaiden. Een druk ver
keer ontstond in de vruchtbare landouwen
van den Noordelijken Atlas. O ran, Algiers,
Tunis werden bloeiende handelshavens in
verbinding met Marseille, dat daardoor zijn
scheepvaartverkeer zag verdubbelen. Het
stoomros, over de zuidelijke ketenen van
den Atlas heengeleid, bracht de oasen van
de Algerijnsche Sahara in gemeenschap met
de bedrijvige wereld aan de zee en eerlang
zou men beginnen aan de grootsche taak
de doorsporing van de ontzaglijke woestijn
over haar volle breedte tot waar de Niger
zijn wateren opstuwt, zoodat de hoofd-
deelen van Frankrijks koloniaal Rijk in
Afrika niet elkaar vereenigd zouden zijn.
Dit alles was schoon, maar er bleef den
voorstanders der verzoening nog veel te
doen over. In Tunis ondervond het Fran
sche bestuur bij zijn pogingen tot opheffing
van den inlander sterk verzet van de zijde
der Fransche en Italiaansche planters en
exploitanten, de „colons'', die onder het
wanbestuur der beys gewoon waren ge-
I raakt, ten koste van den inlander zich te
verrijken In Algerië, waar het Europee-
sche element van beter gehalte is clan in
1 Tunis, had men den tegenstand der colons
in minder mate te bestrijden. In dit ge-
j centraliseerd bestuurde land kon de over-
1 heicl een veel sterker druk op de onwil-
ligen oefenen. Doch a,l maakte de gelijk
stelling van Europeaan en Afrikaan daar
beter vorderingen, toch kon men niet
heenkomen over verschillende kloven, waar
door hatelijk onderscheid behouden bleef.
Om iets te noemencle vernederende pas-
dwang, die den inlander bleef, opgelegdde
interneering of verbanning, die op hem
kon worden toegepast; de onbillijke be-<
handeling in zaken van belasting, waar
door de Arabier onevenredig zwaarder werd
gedrukt dan cle colon. Te Parijs, zoowel
aan de Quad d'Orsay als in het paleis
Bourbon en het Luxembourg had cle partij
der colons machtige betrekkingen, met hulp
van welke zij de emancipatie der Arabieren
jaren lang tegenhield. Maar zij kreeg te
genover zich een sterk man: den heer Al-
bin Rozet, voorzitter der commissie voor
buitenlanclsche en koloniale zaken. Deze
verbond zijn liefde tot Frankrijk met
vriendschap voor de Arabieren en onver
droten bestreed hij zoowel de lauwheid
bij liet publiek als cle vijandschap van zijn
geduchte tegenpartij eu de onstandvastig
heid der Regeering. Onvermoeid heeft de
lieer Rozet Frankrijk vermaand tot goede
trouw jegens den Arabier en heeft hij
Frankrijk ingescherpt het liooge belang,
daarbij betrokken. Hem is eindelijk de vol
doening te beurt gevallen, clat cle Kamer
in zijn geest een motie heeft aangenomen,
aan welker uitvoering geen Fransche Re-
goering zicli meer onttrekken kan. De Al
gerijnsche afgevaardigden, die toch mee-
rendeels de belangen der colons aanhingen,
hebben do algemeene beweging, welke zich
van de kamer meester maakte, niet willen
of durven weerstaan.
Het is een .edel, het is ook een verstan
dig denkbeeld, dat hier door de Fransche
volksvertegenwoordiging is aanvaard.
Frankrijk heeft in de wereld geen ge-
makkelijken stand. Het is en wordt in
Europa, door andere staten achterhaald en
voorbijgestreefd. Naar Afrika, moet het
gaan om zijne krachten bij te houden en
FEU ILLETO N
2) (Slot).
,.IIet Katholieke Nederland 18131913"
is een in verschillende variaties aange
heven klucht, hoe het de Rooniscihe kerk
in Nederland intrinsiek slecht be
kwam, clat haar leden zich te goecl kon
den doen aan de vruchten van den boom
der kennis. Het jubileumboek is bijna een
en al oorlogsverklaring aan de vrije sa
menleving, waarvan toch cle Roomschen
volop de voorrechten genoten. „En clat",
aldus cle pater-jezuïet Jos. Looymaus
in de Inleiding „terwijl ruim veer
tig jaren geleden slechts met moeite voor
onze katholieke bisschoppen cle vrijheid
kon worden verkregen te resideeren in hun
bisschopsstad! En dat, terwijl zestig jaar
vroeger de beruchte Aprilbeweging' tever
geefs haar wanhoopsdaad had beproefd,
om ongedaan te maken het herstel der
Hiërarchie in Nederland. En^ clat, ruim
tachtig jaar nadat Koning Willem I in
ernst had overwogen het plan, aan cle
Katholieken te Amsterdam dit brand
punt van godsdienstig levente ont-
rooven al hunne kerken en hun uitsluitend
de St. O lafs kapel te laten voor den eere-
dienst! Ruim een eeuw ging voorbij, sedert
cle Grondwet ophief the civil disabi
lities, waaronder de Roomschen in Ne
derland zoolang hadden gezucht." Hierna
schildert de inleider de twee eeuwen du
rende openlijke en stille vervolging, cle
rechtsverkrachtingen, broodroof, onbarm
hartige onderdrukking van kerkdienst en
predikmg door woord en schrift, - - alles
vanwege cle Calvinistische onverdraag
zaamheid, die de roomsche landgenooten
net zoo lang minderwaardig deed verkla
ren, tot deze zichzelf daarvan bewust wer
den. „Mag" zoo vraagt Jos. Looymaas
„de openbare en ongestoorde hul de-
betooging, door geheel Nederland aan Kar
dinaal Van Rossum gebracht, niet geiden
als het symbool der Katholieke emanci
patie in de afgeloopen eeuw? Tiet
den Nederlander aangeboren gevoel voor
recht en vrijheid heeft gaandeweg gezege
vierd: in Nederland geniet de Katholieke
Kerk een vrijheid, al moge enkele be
perkingen deze nog belemmeren, - die
menig Christenland in Europa, haar be
nijden moet."
Maar hierbij geen enkel hard woordje
aan het adres van het harde Calvinisme,
geen woord ook van erkentelijkheid voor
de dragers van de vrijheidsidealen, die ook
den Roomschen hun plaats a,an den clisch
gunden.
Neen, tot dank doet men, over de eman
cipatie jubileerend, tegenover de weldoe
ners de strijdtrompet schetteren. Kardinaal
Van Rossum geeft hier het voorbeeld. Voor
hem, blijkbaar meer Romein geworden dan
clat hij Nederlander bleef, is al wat in
Nederland niet Roomsch is uit clen booze,
gevaarlijk voor zijn oud-medeburgers. Daar
om moet het toch reeds zoo diep ingevre
ten exclusivisme nog verder voortkankeren.
„Vigilate!" roept hij. „Is de vooruitgang
van het Katholieke leven groot., niemand
ontveinst zich, clat de gevaren naar ver
houding nog grooter zijn geworden, en
dat de verliezen niet uitgebleven zijn. De
gevaren, of liever het gevaar bij uitne
mendheid is datgene, wat uw geloof ver
zwakken kanal datgene, wat uw geloof
met het ongeloof in aanraking brengt,
daarmee tracht aan te lengen."
Och, dat volgens de Roomsoli-kerkelijke
moraal bij het huwelijk de stem der liefde
door de enge kerkistische eisclien dient
gesmoord, het spreekt nu eenmaal vanzelf.
te versterken. Maar dan moet cle Afrikaan
ten volle worden gewonnen. En dit ge
schiedt' door de toepassing van strikte bil
lijkheid. Dan zal cle Arabier daarginds zich
met recht en met trots een zoon en een
burger gevoelen van het groote Fransche
vaderland en kan Frankrijk in moeilijke
stonden rekenen op harten en handen van
vele millioenen nieuwe kinderen. Een zoo
danige toekomst, voor Frankrijk geopend,
is voor géén andere Europeesche mogend
heid weggelegd.
Chr. F. Ha je.
l) Zeer lezenswaardig te dezen opzichte is H. H.
van Kol's werk: ,,In de kustlanden van Noord-
Afrika" blz. 239 v.v.
Regout contra, Treub. -
Treub contra Regout.
Het kon niet geveeld worden aan de
overzijde, dat het werk va,n Talma
„onze Talma" zou worden afgebroken
tot den wortel zonder eenig pro-
t e s t. De oud-minister Regout na,m da,t op
zicli. Mr. Treub zou onderhanden geno
men worden. Dat gerucht cleed mij eenigs-
zins denken aan episoden uit den Fransch-
Duitsclien oorlog, waarin de Fransche aan
voerders cle coeur léger zonder
kaarten van hun eigen land zelfs en zonder
rekening te houden met cle feite n, aan
vallen bestuurden op cle strategische lo
gica van v. Moltke en van., v. Roon. Met
bebloede koppen moesten zij dan afdeinzen.
De neutrale lezer za.l van Regout wel
hetzelfde gedacht hebben na de lezing-
van het verslag der zittingen op 16 en
18 Februari.
liet verbaast mij zeer, dat de heer Re
gout dat ondernam, want sinds meer dan
25 jaren is het toch bekend, clat Mr. Treub
z ij u schaakspel ton deze bekijkt en dat
van zijn tegenpartij uiet minder. Gehar
nast door cle feiten, treft deze politicus
zijn tegenstander steeds heviger, toclat „er
de daad op volgt", om met de termino
logie van oude vonnissen te spreken.
De aanval van Regout kwam hierop neer,
dat minister Treub cle verzekeringswetten
van Tallin, zou Willen vernietigen en clat
hij daarom feitelijk minister gewor-
Niets bevreemdend is dus des kardinaals
waarschuwing tegen cle „gemengde huwe
lijken". Dat het „met-Katholieke, dat is:
het neutrale onderwijs" een gevaar voor
de Kerk is, het pleit niet voor het be
wustzijn van moreel sterk te staan. Maar
hoor de kardinaal zich als uitputten in
verdachtmaking tegen cle „met-Katholieke,
dat is de neutrale of liberale dagbladen en
tijdschriften van elke soort" de voor
godsdienst en zeden onverschillige laat
staan de daaraan vijandige pers
De gewoonlijk niet zwaar philosophee-
rende roomsche massa voelt intuïtief de
inconsequentie vau de vijandschap van haar
kerkelijke autoriteiten tegen de moderne
samenleving. Hoe weinig dan ook, meer
dan een kerkelijk scholasticus kan
dulden, heeft toch ook onder de Room
schen doorgewerkt liet zegenrijke streven
naar geestelijke vrijmaking. Dr. Van' Dam
geeft dit toe in zijn monologie over „Ka
tholiek' Leven" (blz. 159). Door het voor
de kerk zeker voordeelig samengaan van
Roomschen en liberalen, kregen zoo
merkt hij op, - „cle liberale bladen en
tijdschriften (voor het gemak noemt deze
schrijver, en velen met hem; alles wat niet,
half of kwart Roomsch is, maar libe
raal!) kregen vrijen toegang in de Katho
lieke huisgezinnen en konden daa,r het gif
der liberale beginselen ha,ast onbelemmerd
verspreiden." Eu nu volgt een merkwaar
dige bekentenis„Een hardnekkig kwaad,
clat, bij de langdurige achterlijkheid der
Katholieke pers voor sommigen een re
den, voor velen een welkom voorwendsel
om de liberale pers te lezen en te steu
nen haast onuitroeibaar leek en tot op
onze dagen stand hield, ondanks herhaalde
waarschuwingen van cle kerkelijke over
heid."
Dit zegt duidelijk hoe, de Kerk, bij haar
strijd tegen de scheppers van baar nieuwe
clen - - de s taats pens ion ne eri ug, waprvai hij
een tegenstander d s, er maar bij-Jteeft
genomen, omdat het niet anders koi,
Treub heeft dien aanval afgeslagen.
Hij toonde .eerstens aan, dat hij getncht
heeft aan de uitvoering vpn art. 369 der
Invaliditeitswet in die mate grenzei te
stellen, dat alleen zij, die werkelijl ar
beider zijn geweest, voor de invalidijeits-
rente in aanmerking kunnen komen. Vant
een grief van Regout was ook, dat Treub
de Rijksverzekeringsbank dermate tot spoed
had aangezet, clat een behoorlijk onder
zoek daarnaar onmogelijk zou zijn geveest.
Wat Treub met cle stukken bewees dat
omvaar was.
Maar de hoofdzaak was, dat hij ont
kende de bedoeling to hebben de verzeke-
ringswetten van Talma van de baan te
willen schuiven. Alleen de Radenwet moest
z. i. vervangen worden door eene andere, j
maar overigens zou hij alleen partieele
wijziging voorstellen. En des te geruster
durfde hij clat te doen, omdat ook leden
van de rechterzijde op sommige punten
twijfelden aan de uitvoering der Talma-
sclic Invaliditeitswet.
Ik ben opzettelijk kort geweest. De be
langstellende lezer kan het geheele clebat i
vinden in de Handelingen der ie Kamer.
En er de scherpe redeneerkunst van
Treub in bewonderen. De dagbladpers heeft
er veel over gezegd.
Maar de hoofdzaak is, dat Treub voor
alle ïiiet-vooringenomenen zijn pleit schit.
terend heeft gewonnen.
De groote moeilijkheid van sociale wei-
geving bestaat hierin, dat er ethische be
ginselen moeten worden ingeënt op eene
maatschappij, die zuiver kapitalistisch is. I
Dat er dus inbreuk moet worden geniaantl
en wordt gemaakt op wetten, verkregen!
volgens beginselen, die lijnrecht indrui- j
schen tegen de voorwaarden, waarop nu
nog het economisch verkeer .onder de le-1
clen der maatschappij plaats heeft. Een'
sprekend voorbeeld daarvan is de woning-1
wet, wier uitvoering hoeveel overdrij-t
ving de heer v. d. Biesen in de eerstel
Kamer ook moge gebruiken inderdaad I
dikwijls onbillijk is. Onbillijk ook.tegen-1
over liet begrip der vrijheid, die Maai I
laat ik niet beginnen met de verschillende
politieke grondbeginselen. De bescheiden
plaats, mij door de Redactie ingeruimd,
iaat dat niet toe. Bovendien is die pla ts
geen leerstoel.
„Andre Zeiten" zegt Heine „ain've
Vogel',
„Andre Vögel, andre Lieder."
Maar hoe waar ook en hoe sarcastisch,
er moet toch verbetering geconstateerd
worden in dien gang.
Wanneer in latere eeuwen er inderdaad I
een sociaal reclit za,l bestaan, zooalsI
er nu een Romeinsch recht bestaat, 1
d. w. z. dat er mannen zijn gevonden, dieI
voor het sociale recht den arbeid van eenl
Paul us en een UI pi an us zullen L b f
ben verricht, zullen deze vo.orpostengeveol-I
ten, die in onzen tijd in alle parlementen I
plaats grijpen, zeer zeker belangstelling I
wekken. En niet alleen van den histon- li
cus. Maar ook van cle hervormers zelf.
Wanneer dat geschieden zal, weet nie-l
mand. In een zijner brieven voorspelt Mul-I
tatuli den tijd, dat een schoolmeester bij I
het nazien der opstellen de fout over het I
hoofd zal zien, d. i. gering zal seint-1
ten, van een leerling, „die cle Heracli-
den met de Bourbons verwart." Nu, oir
geveer in dien tijd verwacht ik, dat in
de sociale wetgeving de oplossing gevon-|
den zal zijn. Dat neemt natuurlijk niets I
weg van de verdiensten van hen, die I
thans aa;n de oplossing daarvan hun tijd I
eii hunne krachten geven. Want ook hier!
levensvoorwaarden, ondanks uiterlijkcil
praai en materieele welvaart, de heer
schappij over de geesten van de Room
schen verliest; wat trouwens nog uit
honderden andere mededeelingen in liet
jubileumwerk blijkt. Moest het niet meer
+ot- nadenken stemmen, dat in niet-Room-
sche kringen nooit of te nimmer tegen
Roomsche lectuur wordt gewaarschuwd,
ja, dat daar gretig wordt uitgezien naar
alles wat onder Roomschen uitkomt? Hier
blijkt tocli al te duidelfjk, hoe de Room
sche Kerk alleen de vrijheid voor zichzelf,
n.i. voor haar theocratie, verlangt, mam-
niet kan dulden, dat zelfs maar een
ning, die niet de hare is, wordt veri
Zoo ontwikkelt zich een voor on
bare vrijheid te gevaarlijk streven
de kwestie is niet zuiver acaden
meer, doch is er een van macht, wan
gen verweer gebiedend noodig kan
als om tot het uitgangspunt van
tikel terug te keeren ondankbaar
door velerlei lijden eerst erbarmelijk
schrompeld broertje, van vóór 1848 u-
deriandsche samenleving doet splijt
zijn aanmatiging en eigengerechtigh
hier kalme vertoogen niet meer u
ken, danmoet het, der grootste Lol
tot verdraagzaamheid ten spijt, wel ne
gedwongen tot daden van verweer
men; -van verweer op economisch,
tiek en intellectueel terrein. Tenzij
Roomschen zelf hun kerkelijke autorii<
verwijzen naar de, plaats, waar dez' n i
hcoren. Maar wie durft daarom ii
de bescheidenste illusie koesteren?
p
Den Haag, 6 Februari.
Prijs per
halfjaar f 1.1
bij vooruitbi
taling.
Prijs pei
nummer fü.l
Dit nummer bestaat
In dit weekblad is
„HET MIDDEN", waarvi
derlijke reeks is afgeslo
24 Januari l.l.
Busine
Het komt ons meer
dat lieden, die voor on
voor annonce-contractei
niet goed ontvangen tv
Het lijkt ons voor
kwaacl, eens een voorb
Amerika, waar een zal
kort ook, zelf te spreke
een zakelijk bezoek, va:
komen brehgen. Mensc
het te druk te hebben
iioe kort ook, te woord t
geven, zijn menigmaal
hun leant oren uren vei
kelijke gesprekken.
Neen, ons lijkt de wi
vetting der Amerikanei
gen een ieder uit, dit u
van deze échte busine
en ieder, die voor za
iiitvangen. Het za.1 tot
zaak medewerken. Voor
uit, met hen, die voor
men, een advertentie-©
ten. D't zal tot nog gi
/.aak bijdragen. Neemt
MUZIEK.
DE SIR!
Onze Wedd
28 December was de dat;
schreef.*) Binnen een ma
De Meyer overtuigen of
3 Januari werd ze afgedi
28 Januari was ik gereed
installatie, maar met kleine
de heer De Meyer kwam
31 Januari. Op dien dag
was de bijeenkomst, met
als scheidsrechter. Mijn am:
Veltman wafen mede tege
Ik had na afloop den a
pari te hebben gewonnen,
gen tot het terugnemen
gedane bewering; en de
dan ook op zich, erover
verliezer, zou, naar ik b
kennenen ik zou mijn
10 Februari, want eerder 1
geen tijd.
Heden, 23 Februari, ont
lijk niet een duidelijke
maar een deftig versla
\an den heer De Meyer, z
er voor oningewijden niet
Wat er heette te har
zou door onze pari worden
resultaat is, dat de heer D
ik als ik maar voor blijf p
kans heb er te komen I
Het lust mij niet, publico
geschikte punten verder t<
een mede-bestuurslid van
constateer slechts dat same
gelijk is. Dat komt ervan
staan het comité zelve
of kan ordentelijk vergaden
meuten en archief dus t
comité stellen op de met f
algemeene vergadering.
V il men eerder vergade:
mij slechts te melden, en
voorstellen aan mijn bes
Sirene voorloopig liever wi:
van schijndood.
Maar practischer lijkt h
levend comité tot stand i
min vormelijk schijnen, ma;
toe. Ik verdedigde mij te
en Rutters bij eene demon
en ziet, de heer De Meyer
geheel onverwacht aan op
hem schaakmat had,
ters in de „Nieuwe Hoor
wordt het Comité nóg niel
Hoorn, 25 Febr. 1914
Ik heb in het voorgaan
heer Jan de Meijer, ook als
het Sirene-Comité, waarin
Maar voor hem is de z;
Uit, want de heer Veltn
scheidsrechter was
danig gulweg door den hee
geheeten, maakte geen en
ik hierboven schreef. Om
over zeer korte tijdsinten
en ondernemende bioscoop
orgelbouwer had gestudeer
wij als scheidsrechter beh<
Aanleiding was een
wachte openlijke aanval v;
bij mijne demonstratie te H