Bote ZOOI Westminster ion. R T. aRrwaRmi!s? II, HAARLEM. HANOELSBA' LEM BEEKMAN. iNDAAL. Telefoon 250. BONANZA 4; CARLOTTA6 Het Bloemendaalscli Weekblad •ogst hygiënist- 783. tr I No. I en 3. posito-rente. M 2V» pCt. 2V( J? 3 u 3'/( xi 31/:' 4 ,J i .11 Fabrikaat! systeem vervaardigd, i succes geleverd n kunnen volgens deze den verbeterd, mtbieden ter bespreking. if abri kant, 4 VIA ri N.vxxwv;, T>l 2 van ZATERDAG 21 MAART 1914 TWEEDE BLAD. tit weekbl. is tijdelijk opgenomen HET MIDDEN) Buitenlandsch Overzicht. "'lit! zeventigjarige staatsman io-litti 'liet oogeüblik gunstig geacht om leiclfng van Italië's zaken uit handen geven. Niet zonder cere trekt hij zich itg. Men kwarteeuw lang heeft hij aan politieke leven in Italië richting ge- li of houw gezegd, lieeft hij Italië j niden en voorigeleid op den weg, waar- i het gevoerd was door de voortref- i.ike staatslieden Cavotir en Crispi. Tij- pis Giolitti is de innerlijke versteviging ui hei koninkrijk voortgegaan, terwijl het •lar .buiten den kring zijner macht heeft tg' zet. Zoowel in de Egeïsche Zee als aan c -erzijde van de Adria, als in het Hei- ■v(- Tand en Kleio-Azië heeft Italië zich u veelbelovende toekomst geopend en, 'i -'Pijt van groote moeilijkheden, die nog 0 trwinuen zijn, heeft hei onder goede ori.ltziehten door de bezetting van Tri- li ïi Barka den grondslag gelegd voor 't hing begeerde koloniale rijk aan den ik jrtnseh.cn kant der oude wereldzee. valt zeker niet te dwepen met som- ge van de middelen, die Italië gebruikt •ft om in de wereld vooruit te komen. taktick, geleerd in de schooi van favour C 'ispi-Gioliiti, is dikwijls niet afkee- X geweest van trouweloosheid en struik- ive/ij. Wat echter te prijzen valt, is liet mvcr [roten geduld, waarmede deze staats- den "hun doeleinden hebben gevolgd en i-merkelijk is geweest de bekwaamheid, nor hen betoond om langs zij- en slinger den hun wit te bereiken. De ware di- lomfiüe~'vraagt niet alleen diplomatieke, ir ook diplomatische mannen. Zij is or It- innen uitgevonden en heeft onder j haar beste beoefenaars gehad, aansche volk heef t oen fijnen neus .omaten va.il het echte ras en kan ilkeu zeer veel verdragen. Signore ging in de politiek voor liberaal tar hoe herhaaldelijk heeft hij liberalen om den tuin geleid. Zij [ine knepen wel en mopperden wat, iten hem begaan uit bewondering mans listigheid. Met de clericale e schipperde en scharrelde hij zoo idig, clat zii er zelf liet grootste in liad. Eu wat de socialisten die bloedroode Italiaansche so- liij heeft ze zoetjes en zachtjes dat zij meesmuilden en straks teil van het aardig gevoel. Hij doen stemmen vóór zijn oorlogs- a, hij heeft ze bedwelmd tot een patriottisme, hij heeft in hen een •uchtigen geest geprikkeld, die hen inde vogels maakte in de kooi internationale socialisme. En de -"•esesbe vredebonders heeft hij bij de j.ding tot den oorlog tegen Turkije .vfen de wijs gebracht, dat zij hun beginselen fluks over boord wier- krijgslustigheid wedijverden met .^ntigbt-e chauvinisten en hun diep b* geestverwanten in den vreemde redenen beleuterden. Het is waar, Giolitti v«ior zijn kunststukken zeer hikte objecten vond. Het italiaansche als geheel beschouwd speelt met alle iijkc Vraagstukken gelijk een vroolijk 1 met nieuw speeltuig en weSpt, spoe- verveeld, ze we r weg. Doch alleen het begrip vaderland speelt het niet. behandelt het mot duurzame liefde, niet ernst. Wordt ..la Patria" door een diplomaat met zwier ten tooneele ge ilt, dan straalt zij vlammend uit en dwijnt elk ander ideaal in nachtelijk sier. En het oog des volks, bekoord r de indrukwekkendheid der verscliij- geraakt van stonde aan verblind voor schelle en valsohe licht, dat mede 'dt uitgeworpen. Vaarwel clan, billijk- 1 en goede trouw, en evviva ook voor de 'iganten en baat-zuchtigen, die zich gc- nrd hebben in het gevolg der schit- ïide godin. Voor zulk een patriotisme, rin edel en onedel zijn saamgesmol- of de ondeugd tot deugd gestempeld ',ltgetuigden de aanslag van Italië 'itrkije, de wreedheden, door de Ita- «olio soldaten in Tripoli bedreven, Itar irglistige ontduiking van liet vredes- at en Italië's spitsvondige betoogen twaalf bezette eilanden in de Egeï- 'ee niet aan Turkije terug te geven, r Giolitti heeft, vóór de buit binnen niet gerept van de kosten, die het halen vereischt had. Pas verleden d heeft hij deze kenbaar gemaakt. Iragen in een rond cijfer een milliard lie een begin van dekking moeten ?iigen met tachtig millioen aan nieuwe ■rhoogde belastingen. Oorlog en kolo- ziju de verslinders. Geen stuiver kan [erschieten voor de werken des vredes elf.s moet er danig bezuinigd wor- óp bijna, al de posten, die voor it wikkeling en den welstand des volks ■md waren. De kamers hebben de ling geaccepteerd, maar wreven zich n het stof van den roem uit de i. De ook buiten Italië als financier bekende hoer Luzzatti vroeg om uitleg rantwoording. Aan de regeeringstafel men zich van de onnoözelen. Maar dicalen en de solcialisten, tuk op de het toch ook op henzelf der verantwoordelijkheid op den rug van het ka den heer Luzzatti en de 'c. en enheid om (Jfende deel wentelen volgden heer Giolitti kreeg harde woorden te hoo- rcn. Deze, die zich reeds vergewist had van de ontevreden .stemming der radicale leden van zijn kabinet, besloot zich voor verder gezanik te I -hoeden en hoocl den koning het omslag van het kabinet aan. Hij mag voldaan zijn met de vermeerdering in aanzien en in grondgebied, door Italië onder zijn 1 ewind verkregen. En moge lijk is zijn rol nog niet uitgespeeld. Men noi inde hem ,,1'uomo fatale", den man, bij wien men altijd weer moet terecht komen. Wien heeft men al zoo om hem te ver vangen.' Luzzatti soms; maar deze zal toch bitter weinig lust bespeuren om de be zwaarde erfenis van Giolitti óver te ne men en den wrevel daarover van het ont nuchterde publiek te verduren. De heer Pittoni kwam ook in aanmerking, maar deze wil geen ander departement dan Buitenl. Zaken, en clan zou de markies Di San Giuliano weg moeten, wiens aan blijven echter hoogst gewensclit is, daar nu al verscheidene jaren de draden van de buitonlaudsche politiek door zijn handen gaan en hij bijzonder veel vertrouwen ge nie; zoo bij Duiischland en Oostenrijk als bij de mogendheden der Triple Entente. Trouwens de clericak-n zouden Tittoni niet verkiezen en de cleriealeii, die door het algemeen stemrecht, een geschenk van Giolitti, een grooten sprong vooruit hebben gedaan, moeten erg ontzien worden. Terwijl wij dit schrijven wordt de beste kans toe gekend aan den conservatievan heer Sa- j landra, een veelbelovend beginneling. Deze ligt met de clericalen onder één deken, maar oai te kunnen regeeren beeft hij I eenige mannetjes der linkerzijde van noodc. En die te krijgen lieeft zijn bezwaren, om dat de linkerzijde van het komende kabinet schijnt ie zullen vorderen den verplichten voorrang van het burgerlijke huwelijk bo ven het kerkelijk en eenige andere wetten, waarvan de katholieken weer niet willen hooren. Intueschen, ,,il faut vivre", zegt de Franse-liman en in de Italiaansche poli tiek is men wonderlijk knap in het uit denken van lapmiddelen. Men zal dus wol met schikken en plooien, mei passen an meten tot een aocoord geraken, waarmede men zich zekeren tijd zal behelpen. In 'i uiterste geval kan men zicli altijd weer voegen bij den heer Giolitti, die heelemaal niet kwalijknemend van aard is en een braaf kapitein, die voorwaar zijn ma.cn- roniöters weet te regeeren, zoo groot als klein. Ghr. F. IIaje. Binnenlandsch overzicht Het is mij ook bij vroegere studie meer dan eens gebleken, dat er groote behoefte bestaat aan eene geschiedenis van het Neder landsche Parlement. Wij be zitten het boek van Van Weideren Eengers. Maar hoe verdienstelijk ook en hoe doel matig,. sinds er een Register aan werd toegevoegd, een up-to-date werk zou inderdaad niet overbodig zijn. Thorbecke's Onuitgegeven p a r 1 e ment a. ire re de v o e r i 11 g e n voorzien ook wel eenigs- zins in die behoefte. Maar wat ik bedoel, ontbreekt. Voor het Engelsche Parlement bestaai het. l) Ik heb mij wel eens voor gesteld zelf daaraan te beginnen. Maar redenen van tijd en geld hielden mij van de voortzetting terug. De arbeid zou trouwens niet gering zijn. Zelfs voor eene uitwendige historie. Want eene in wendige zullen wij wel nooit te weten komen Als ataatsfcaantje met verzorging voor den ouden dag, zou het zeer goed gaan. En dan ben ik een der gegadigden met rang van denkbeeld-,opwerper. Onmogelijk is het niet. Le journalisme mêne a, tout, memo jiisqu'a Pimpossihlo. En als ik maar lang genoeg blijf, overzichten En broed opvatten zou ik liet ook. Er is nog veel van te zeggen. Ook over 100 years ago. A lions met ceil stoel en een tafel in het Departement van Binnenland- sche Zaken zou ik tevreden zijn. En ik heb voor, clalt ik historische studies heb gemaakt en geen juridi sche. Of tegen? Wie zal liet. zeggen. In de 18e eetiw was een natuurkundige alles. In de 19e een jurist. In de 20e nu een socioloog. ..Petit a petit L'ciseau fait son nid." En mijne overzichten zouden er niet min der van wordeu. Ik las in de „N. R. Ct.", dat in de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam een Mr. N. G. Pi c r s o n-kamer zal wor-, den ingericht. Met de. boeken van den M inister-Professor- Bankdirecteur èn zijn buste. (Nieuw is het idee niet. Te Leiden bestaat er reeds een Tiele-Kamer). Dat is een buitenkansje voor liet Gemeente bestuur van Zaandam. Staatsman Duys kan nu abonné worden, en leeren dat een belasting naar draagkracht, in uiterste consequentie doorgevoerd, alleen mogelijk is in Fichte's Gesloten Handels- staat. Want overal elders is gelegenheid tot, ontvluchten. Als ten minste de heer Duys al krakeelende den tijd kan vinden de breede, heldere en diep gaande studies van Pierson te lezen. Wat ik betwijfel. Maar N. G. Pierson is aan de orde. Daar Multatuli afkeer toonde van den term: mannen ais zal ik dien term niet gebruiken. Trouwens Pierson was een self-made-man en doctor honoris o a u- sa. Niet veel gelijken dus. Ja: Bolland. Levendig herinner ik mij nog de ge ruchtmakende rede van Prof. Treub con tra Prof. Pierson: „Van Staathuishoud kunde toi Sociale Economie" in 1896. Li langrijke polemiek verscheen in ..De ids'" va i 189! niet een geestig „Tot ver weer" van Prof. TreuL. Enfin. Enfin. Treub veerde bij oils in, wat sinds 1875 door le Historische School van Schmollcr, Adolph Wagner, etc. werd verkondigd. N.l. ,,Sia at huishoudkunde uit maatschappelijk oogpunt bezien En Pierson nam natuur lijk liet individu als uitgangspunt. De verschillen beginnen nu wat af te slijten. Maar nu, op rijper jaren, komt me het enthousiasme voor een of anderen meester belachelijk en o n practise li voor. De idealisten streden voor de zaak en lieten hun examina verloop.ai. Do onbegaafden aten wat hen in den mond werd gestopt, kregen de baantjes, verga ten alles en staan soms verwonderd over hun eigen dissertaties. Maar in 1896 dan was het vóór of contra Treub. Eén aan hanger is Prof. geworden (Mr. D. van Eni- den). l)e gemeente-exploitatie is ontzet tend toegenomen. Maar nieuw was het ook al niet wam in 1845 exploiteerde de stad Viissingcn een eigen gasfabriek. 3 in bij de 19e efeuw te blijven. Enfin. Pierson is dood. Treub is Minis ter. En liei is, ook te Amsterdam naar ik meen onder de studenten geen bon ton meer, zich zoo „communistisch" voor te doen. Kortom ..Unci Alles was besteht 1st. worth das/ es ztt Grande gelit." Cver eenige jaren krijgt Minister Treub ook een borstbeeld en later misschien ook een Treub-kamer te Amsterdam. Net, dus als in Mr. Paap's „Vincent Hainan", waarin de oude Professor Godevacr zeide Waarom in de letterkunde dien strijd? „We kommen o miners töcli later allemaal in één chrestomatie?" Heel opwekkend voor een jong student is dit artikel niet. Maar sarcasme is de uiting va,li een gewonde in 's levens kamp. Gelukkig deelt Prof. Verrijn Stuart dat sarcasme niet. Hij is bezig aan een uit stekende uitgave van Pierson's arbeid. Te Londen zag ik eens mei chauvinisti sche gevoelens Pierson's „Leerboek der Staathuishoudkunde" in het Engelscli ver taald. Dutch science in Engelsoh gewaad. Wanneer krijgen wij een „Leven van Pier son"? Ook als politicus, met wiens „ka- I inet van sociale rechtvaardigheid' we da aera van sociale wetgeving zijn begonnen. Waarin het. vooral op cle keel schijnt aan te komen. Gaarne I .rleng ik hier een eerbiedig saluut aan Pierson's bekwaamheid. Vreemd vind ik liet, dat Quack in „Herinneringen" hem bijna, niet noemc. „Doen door baten", zei Heets. Het benieuwt me of de Pierson- medaille al vergeven is en of er al naar gedongen is. Er is te weinig mee te onzen practisohen tijd. Wij abstract geweest. Ook het '70, dat thans de jeugd voorbij ziet snellen, mot minder kennis, maar sterker boenen door het voetballen. Maar dat is opvoedkunde. Kastje: Gunning, Kleefstra, en Jan Ligt hare. Enfin. Ik za,l mij troosten, dat ik 20 jaren eerder dan zij bezien zal worden sul speciae aeternivalis. In hot Licht der Eeuwigheid. Waarbij het aards che verbleekt. Ge lukkig Ik vraag verlof een weinig meer uitge breid te zijn. Want ik wil Quack's leven, beschreven in „Herinneringen" (1913), een oogenblik bezien. Het heeft mij altijd verwonderd, waarom de auteur van „De Socialisten'' zich heeft onttrokken aan de practisehc politiek. Was hij daarvoor te veel literair economist. Den eersten druk van zijn bock heb ik twenty I years ago verslonden. Het voerde mij op de Alpentoppen van eene harmonische wereld. Maar hetzelfde, wa.i mij ten slotte Quack deed sluiten, vind ik in de „Her inneringen" terug. Het is te veel fantas- j magorie. Er ontbreekt bovendien een his- 1 toire intime, die niet zoo belangrijk zou wezen. Quack's carrière, „Een schitterende carrière", zou Jan ten Brink zeggen, is I geslaagd. Maar daartegen steekt zijn lieb- j augeln met liet- socialisme bijzonder 1 vreemd af. Zijn „sociaal vuur' komt me Ivoor een „Benga.alsch vuur" te zijn en zijn socialisme een socialisme voor de j kinematograaf. Gudegeest's telegram in 1903 U.b. aan den Directeur-Generaal dar Staatsspoor, w< gen„Ge kunt een trein krijgen", staat millioen maal hooger dan Prof. Quack's „Kreet vcor de gemeenschap" van 1894. Het eerste was een overwinning op het slagveld, het laatste rethorica, die niemand ernstig neemt. Words, words, zeggen de Engelschen. Ik zeg dat met leedwezen, want 25 jaren j geleden leefde ik met Quack's figuren en vergat den zwaren druk van de samen leving. Maar cle botsing met de realiteit deed m ij spoedig zeer onaangenaam uit den droom ont waken. Sinds liet ik liet bock dicht. Sinds vroeg ik mij af, waarom heeft deze navorscher zelf niet aan het idealisme, clat hij zijne figuren inblaast, den onweer- staanharen drang ontleend om vooraan te staan. Want een Europeesche zeldzaamheid bijeengebracht te hebben in den vorm van eene compleete beschrijving van allen en alles uit het socialisme, heeft slechts een academisch belang. Natuurlijk heeft het leven, in „Herinne ringen" genoemd, invloed gehad. En is „het verdienen in zijn te lang geslacht van boek" „De Socialisten" niet nutteloos ge weest. Maar dat leven stond te hoog boven het volk. En hei boek was en is nog te duur. Hot resultaat kan niet anders zijn geweest dan „salon-socialisme". Natuurlijk. Eerbied voor den man, die in zijn 80ste jaar nog zulk werk levert. Een kostbaar gegeven voor den lateren cultuur-geschiedschrijver der 19de eeuw. Ofschoon, ik wees al op eene leemte. N. G. Pierson is slechts als schaduw lier- daclit. Maar grooter zou Quack's naam en zeker zijn nagedachtenis eenmaal zijn, indien hij, die zóó diep voelde, het zwaard had gelrokken voor do zaak, die hij niet de p e n aan liet toen levende geslacht zoo met verve schilderde. Gelijk Multatuli heeft gedaan voorde verruiming van de geestelijke atmosfeer zijner dagen. Misschien ben ik onbillijk. Maar het ont slag ie Lebak heeft dieper insnijding ge maakt in ié' geschiedenis van Nederland dan de zes doelen ..Socialisten", cum ap pendix, en hot leven, in de „Herinneringen", beschreven, gedaan hebben in die van de sociale worsteling, waarvan wij thans de eerste diepere woelingen bespeurd hebben. Na een halve eeuw van doctrinair libera lisme Loven eu lethargie beneden. Ik zeg dit als „beobac.hter". Niet als socialist, wat ik niet ben. ik geloof de waarheid nabij te zijn a.ls ik op onzen Quack toepas „Twee zielen woonden, ach! In zijne borst." En dat dualisme wreekt zich onaf wendbaar. II. A. Ritte 1-. 9 Door de grillige wendingen van het nood lot ben ik van mijne biblotheek gescheiden. Ik kan dus helaas den titel niet opgeven. 2) OhAuyiN ondervraagd of Lij werkelijk zoo allerpyramidaalst vaderlandslievend was, zeide: „Je ne suis pas si béte moi! Verbetering. In het vorige overzicht laat de drukker mij zeggen, dat Vox Rodbertus Jagetzow in de 14de Eeuw leefde. Daarom deze verbetering. V. R. J. leefde in de 19de Eeuw en is in 1875 overleden. Het boek, dat ik bedoelde, was „Das Agrarwesen des klassischen Alterthums. Letteren en Kunst. Over de Litteratuur van na'80 Lezing door HERMAN ROBBERS. 2) TV elk een hoopvolle, beloftenvolle, kos telijke mooie tijd, die allereerste jaren van dc Nieuwe Gids! Wat een geestdrift onder dc genootenEcu kunstenaarscame- raderie, zooals Holland sinds de zeven tiende .eeuw niet gekend had. En hoe hoog gespannen de verwachtingen! Nu zou liet groote boek, de nieuwe bijbel worden ge schreven. Lit, die onbestemde, ongemoti veerd groote verwachtingen misschien het scherpst geurde het verlangen naar de schoonheid, de eindelijk bevredigende op. Wachtende, hunkerende naar dat godde lijke, miskenden cle kameraden ondanks hun veel bespotte admiration m u- t u e 11 e soms het beste van wat onder hen ontstond. Hot verrukkelijk proza van dien eenvoudigen, maar diep innigen schilder Van Looy werd -ook door hen- zelven volstrekt niet onmiddellijk gezien in zijn volle grootheid. Dat schilders schrijven gingen, dat er zulk een. druk-vriendschappelijke omgang ontstond tusschen schrijvers en schilders, was volstrekt geen toeval. Na het gepas sioneerde verlangen naar de schoonheids ontroering, zich uitend in lyriek en critiek vooral, kunnen wij als tweede voornaam kenmerk der litteratuur van die dagen stil len de verwondering over, da bewondering van cle omringende, zinnelijk-waarneembare wereld. In cle verzen van. Perk en Gorter, in het proza van Netsciier, en Van Eeden, Van Looy en Prins vooral, kwam deze aandachtige bewondering voor de dingen rondom ons, kwam de nieuwe natuurliefde aan den dag. Hhelley en Keats waren ge lezen en cle Frausche realisten, die zoo vol zijn van de natuur, zoo' gevoelig voor de invloeden van milieu eu stemming. „Moi je suis un homaie pour qui le monde visi ble existe", liad reeds Gautier gezegd, - in een tijd, toon hier te lande cle boeken nog alleen uit oudere boeken schenen te worden opgebouwd. En een criticus van Joris Karei Iluysmans, die, afstammeling van uederlnnders, door hot fransche gees tesleven was ontwikkeld, noemde hem kortafUil o e i 1. Men zag weer, men ont dekte, niet zichzelf alleen, maar ook dien spiegel van onszelf, de wereld. Men ver wonderde zich, wat altijd en overal liet begin is der schoonheidsontroering, cle hei lige verwondering, waaruit ook de schep pingsdrang ontstaat. Men sphrijft om te trachten met zichzelf in 'i reine, om zooveel mogelijk tot begrip te komen, tot mees terschap over de wereld zijner indrukken. Men schrijft om zich te bevrijden van cle oppressie dér mysteriën. Hoe absoluut nieuw, friscli en eigen was cle kijk der jonge dichters op de natuur. Met alle oude beelden en vergelijkingen werd eenvoudig afgedaan, het gansehe ar senaal van Da. Costa, Ten Kate, en Schaep- man opgeborgen. Dat een oud beeld nog wel dienen kan, wanneer men het maar weet te zeggen op een toon, die het doet doorvoelen, werd natuurlijk niet aanstonds ontdekt. Radikaal moest cle vernieuwing zijn. Stoutmoedig waren de nieuwe ver gelijkingen, maar zij deden het. Gorter zag de zee als een „groot, zwaar man, van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 5