Net Bloemendaalsch Weekblad Café-üestawratit „Ke,CÜ Itationsplein. H A A n L t l'tgoii. Moil hoefteerst geglimlacht over die -1 naves oorlogstoerustingen. Het was don quichot- Eemg adres wig. Men lacht er nu niet ineer om. lad I dc rechterhand optceJeenen I dc linker doet.' Str. Josephhuis. St.-Anna, kindéren te Tilburg., roept vool in van vriendelijke landgeno< wordt gevraagd in naam va vriend, „die voor elke aalmoe) loon beloofd beeft", niet.-s aan te merken, intege t een beroep op een weinig gt, niensek in de maatschappij, ee boort eens: lien, die ons eene bizondere b geld doen toekomen, hetzij huis. hetzij voor de kapel, woi mi daartoe bestemd boek, dat ligt." Iedereen mocht het bo daarom volgt nog dit: geeft, wordt als medestichter naam (bedoeld is: zijn naam a worden gegrift in een geder t voorhof der kapel wordt <y van ZATERDAG 28 MAART 1914. TWEEDE BLAD. (In dit weekbl. is tijdelijk opgenomen HET MIDDEN) Buitenlandsch Overzicht. Sinds de storm der Franscho revolutie tiver Europa heonjoog, maar de kusten der Dg booze lieden, die durven stelli n beroep doet op de slechte eigi i menscb, en deze daardoor ar iriische eilanden ongedet rd liet, lieeft men ,c;h gewend, tie Brusche natie te rekenen .,..ir t^en gemeenschap, die gehoorzaamheid t eerbied betracht jegens haar eigen Brit - die wet en orde. Onwillig iets uit den Teemde aan te nemen, haar huis naar ren smaak inrichtende, heeft zij de om- tandigheden beheerscht, dat liet scheen, sof zij nici met tijd en wereld, maar .e met haar medegingen. Zij overhaastte eli niet, zij was niet mede te sleepen, zij epaalde elk barer schreden, zij wilde uit gen oogen zien. Had zij het terrein af meten en de schrede gedaan, dan bleef j staan en lette op den volgenden stap, aar zag niet achterwaarts. Een gewichtig iagst.uk, dat zij eenmaal had aangevat, i zij niet meer los en beschouwde <>n ist te het aan alle zijden. Wel vergunde hoewel zij zelfhaheersching de groote lóbelV''en prijzenswaardige houdil it'che deugd achtte, (lat voor- of tegen- iine onafhankelijkheid iets inbo§ nders heftige argumenten gebruikten, is met geweldpleging dreigden en een ele maal tot geweld oversloegen, maar het vraagstuk in handen gesteld van geving én geregeld bij de wet, dan I verdere tegenstand aanstonds verbo ot' gefnuikt, tenzij, wat m. es tal gebeur de tegenstanders uil eigen beweging gen en zich onderwierpen. Wet was ■liapen orde en aan orde hing de Brit- volksaard. Wet was liet laatste woord te Britsclie volksaard verachtte na- en. I Wij bezigen hier met opzet den verleden "i want tegenwoordig is in Groot-Brittan en aanzienlijk deel der natie in op- i.iI gekomen tegen de wet. Het betreft lii de Lersche quaestie. Voet voor voet en, sedert Gladstone in 1882 de eerste n (inningen voor liet misdeelde Ierland telde, op den weg naar zelfbestuur (ingegaan. Men heeft zich waarlijk niet haast, men is herhaaldelijk gestuit, •i is nimmer omgekeerd. Men lieefi langs i clijken weg de macht van liet Huis voor Kamerleden der Tweede Kamer hebber van de groote meerderheid n vrije reisbiljetten geweigerd b ei ijne onafhankelijkheid hetzij ten opzichte van d bij aangevraagde schenkingen, we geweigerd zijn, buiten kijf. T allen den naam van mr. W. H. der weigeraars aangetroffen, oor .sociaal--democraten met hui opvattingen een aannemen van andere beteeken is dan vi mers altijd zoo hoog opgeven van) van handhaving der vrije perse de plicht om bij geval neen licuwe statistiek gevraagd. der Rijkspostspaarbank is er machinist en de leverancier v. n| en knoeiden en aldus ten gem dat is ons allen ding van deze het denkbeeld, of niet de waarden die in een zei allerlei aard. bestalen, ontdekking opl en blf is van ergeschikten van ■stolen worden; hij meent, dat, 10 ten 100 werd beschikbaar n locleinden, half Nederland te I door die statistiek zou n uist Marine. Maart, is door den bond van ninklijke Marine in Tien Helde, tuner een adres gezonden, bet re iet wetsontwerp tot nadere wijzig! li de pensioenwet voor de zeem ii inls, die de hervormingen tegenhiel- erminderd, zoodanig dat het liuis omeenten de beslissing kreeg over sclie zaken. Het kabinet-Asquith stel- h borg voor do uitvoering van Glad- loi, politiek testament. 1X> unionisten |e\\ li alle wettelijke middelen ter afwe- Vlaar met groote meerderheid nam ds de wet aan. De lersche quaestie, r neteligste, waarin de Britsclie na- li gestoken had, scheen afgehandeld, iders der unionisten schikten zich. was onschendbaar. Totdat het won en onverwachte gebeurde. Jn Ier- Jki noorden, in het landschap Ulster n-'i' zich sinds de veroveringstochten Df J. voners van Bloemendaali uw huis in plaats van te wi| waschbare waterverf (dus r AFGEEFT) schilderen. iwen schilder kleurenkaai M|l r iRF, of wendt TT direct tot f illen TJ gaarne persoonlik I^AN^EsS^ostboxi1 omwell en Willem lil Engels,-he r STOEBDS Jr., Bloemendapl'o:e iiten nedergezet. Dozen hadden een ine nl meer afgesloten bestaan geleid en ip ..li nazaten woonde nog onverzwakt in; 'hting van den Angelsaks voor den Ie cu de afkeer van den nog onvorwater- |eii I'd estantscheu geest tegen Roomsche t'-i'h; pjijOnder deze lieden van Ulster ia. e een dweepend en toch strijdbaar ni »ir E'dward Carson. Die hem gezien e' lii ird hebben, rkennen, dat deze man Ikomeu te goeder trouw is en dat hij iisiig gelooft aan de gevaren, die Ulster Bdreigen van een regeering te Dublin, ilk. ,i;m den leiband zou loopen van niaiis en priesters. Maar de unionisten h Engeland, eigenlijk afgescheiden libera- i> die Chamberlain onder één deken met conservatieve aristocratie heeft gelegd, iiidwie nota bene de meeste overgan- 'gen naar de High Church en het katholi- eisnu worden opgemerkt, die in elk geval m siilti meesmuilen over .,uo Popery", ..no ('di ie bruteness" en verdere oude leu gen van di> Ulsterschen, die unionisten veinzen slechts geestdrift voor de zaak jv^n Ca nou en de zijnen. Er wordt hun én kostelijke gelegenheid geboden om de Jiheralen- van liet kussen te stooten. Dat is alles. ïaar wat niet alles isde gewapende usalie dor Engelschen van Ulster te- io Qtotinn". ?en w,'l en de openlijke lnilp met de vh „D dSid, dip zij daartoe uit Engeland ontvan- et geven van Dmer JB Regeering heeft dit schandaal voor het houden van Vergant-het Ilritsche Rijk laten doorgaan cn zij wi|chto jammerlijk achter Het net, toen zij oll'dor ure den invoer van wapenen erbood. En wat nog minder dan niet alles de slapheid van het kabinet-Asquith, e maker van de wet, de eenig aangewezen itvoerder van de wet. Het is teruggekeerd, schier gevlucht voor de schampere Rouar Law en de scheidbladen O V Af llfT sDg van Daily Mail en Daily ^BPross. Dc premier Asquith laat zijn der- G-eorge valt straks op de Churchill knakt. De mi- J. uister van Oorlog Seely werpt het gezag ^e.R' vo°t dp voeten van de aristocratische ^•i-olficieren, die eenvoudig geweigerd ,P('l,hi'ii icgen de insurgenten van Ulster As r nikken. „Radicals" voor liberalen is nendaal. Ke ""jawoord in aanzienlijke En- ■KiI^Lw 1 'lschapi--li. Maar „radicals aat La enten zich „root and brench men" te l0* oepon. Kilacy, met wortel en tak uit- 1. Boek b,é7) en is '1 van het Ki-prc- |re ziou. Lloyd ineeninspon gerukt, wordt nu de beduidenis van dien naam. Inderdaad lijdt de gelieele liberale partij mede met dit ziekelijk goedmoedige kabi net. Als het nog even zoo doorgaat, ver speelt zij voor vele jaren haar krediet bij het Engelsclie volk. Schamen moet zij zich voor de zooveel kleinere Arbeidsparty, die haar bezweert, zich toch te vermannen. Men wil in hetgeen thans geschiedt in het Vereenigde Koninkrijk een begin zien van een diepgaande verandering in de po sitie van de onderscheiden staatsmach ten De koning heeft zich kennelijk te- 1 genover de ministers in den strijd gemengd. Wel zijn van iets dergelijks meer voorbeel- 1 den te ontleenen uit de regeering van Vic toria en Eduard VII, maar het is iets heel nieuws, dat zooals deze week is voorge vallen, de koning in het debat betrokken is geworden en dat wel op zeer heftige wijze door een spreker der Arbeidsparty, zonder dat deze tot de orde werd geroepen, terwijl men zweeg op de ministersbank en bij de oppositie. Van de Arbeidsparty gesproken, zij staat I ook niet vast op twee beenen. Aan de in voering voor Home Rule voor Ierland heeft zij haar eer verpand, als politieke party. Maar als sociale groep moest zij juist niet de overwinning wensohen van de lersche nationalisten, die voor de eischen van den vierden stand nog ziedat niet gevoelen. Zooals de bekende leider van de Dubliner werkstakers, Jolm Larkin, zich op de ver gadering der Engelsclie Trade Unions uit drukte „Gij jaagt hen den hemel in en ons naar den duivel toe." Minder onzuiver j en onklaar is de stand van wel de meest betrokken partij, de lersche nationalisten. Zij bewaren onder de stevige hand van j Redmond een stalen zelfbeheersching, lioe buitengewoon gegriefd zij zich moeten gevoelen door het getart van de Ulster schen en de onstandvastigheid der hen al lengs in den steek latende Regeering. Is de houding der volgelingen van Redmond waardig te noemen, heel anders gedragen j zich de van hem afgescheidenen, het troepje van O'Brien, de roodtoornige ultra's, die oyer verraad schreeuwen en gaarne de Ulsterschen met huid en haar zouden op peuzelen. Per saldo is het een lief geduikel in het Briésche staatsleven. Wanorde boven, wet op den kop. Regeering verschoven, libera len in liet sop. De krijgstucht verstoven, de koning' géén pop. Home Rule afgekloven, den Ieren een prop.. Dat uw dienaar aan i het rijmen slaat, is wel een bewijs hoe sterk de verwarring in Brittanië ook op zijn geest nawerkt, echter nog niet in zulk een mate, dat hij het niet oorbaar zou achten thans te besluiten. 0 h r. F. H a j e. 1) De eisch van (le oppositie om een volksstem ming over de betrokken wet wasr bij ons weten, ï+l dit bij uitstek parlementair geregeerde land, nog niet gehoord. Niet overeen te brengen met het En gelsclie staatsrecht is ook de concessie der regeering gen. waarbij dc Ulstersche graafschappen na een zekeren termijn, evenzeer bij volksstemming zouden beslissen, of zij al dan niet zich bij het zelfbestuur van het overige Ierland zouden aansluiten. Binnenlandsch overzicht. Er werd onlangs in „Ds Telegraaf" mede gedeeld, dat er Zooveel „Proffen" in de hooge Staatscolleges zitting hebben. In lijn rechte tegenspraak dus met m ij n mede- deeling, dat liet intellect zich aan de poli tiek onttrekt. Ik blijf die bewering hand haven. „Eu masse" bemoeien zich de hoogst ontwikkelden, die in hun studie o p- g a a n, niet met de politiek. D e nken toch is onstoffelijk n'en déplaise Feuertach en gaat moeilijk met krakeel samen. Ofschoon wie Schopenhauer's aan vallen op zijne vijanden leestOnder die genoemde „Professors" zijn betrekkelijk voel katholieken. Natuurlijk schuiven die hun beste „mannetjes" vooruit. Maar over het algemeen is er geen sprake van, dat de wetenschap zich vooraan stelt in de gelederen der politieke strijdersIk ge loof niet, dat dat sterk kan worden tegen gesproken. Ik las ook, dat de 2e Kamer-leden een vrijkaart op de Nederlandsche spoorwegen voor het jaar 191-1 hebben ontvangen. Toen het plan daarvoor ter sprake kwam, werd er gemompeld van: corruptie. Nu het komt me voor dat dat wat sterk is. Maar vast staat toch, dat wie g e s c li e n- k e li aanneemt, in zekeren zin afhankelijk wordt. „Les petits cadeaux entretiennent Taiiiitié!'' En daar de spoorwegmaatschap pijen in zekeren zin afhankelijk zijn van de besluiten der Stat en-Generaal Enfin, ik zou nooit op de lijst van aan vrage geteekend hebben. Maar dat is een antiek purisme, dat ook gedeeld wordt door hen, die niet op de lijst hebben willen teekenen. Er resonneert me daarbij iets in het ooi- van den grooten zanger cn tooneelspeler Lhéry„Le veau d'or est encore debout". (Ook al voorbij, de tijd van de mooie Fran sche opera's). Ik hoop niet daarvoor gerechtelijk ver volgd te zullen worden wegens beleediging van de heeren Leden der lie Kanier. Of schoon een klein prooesje. (Nu gaat het „Overzicht" de prullenmand in). In Frank rijk is elk journalist qui voulait parve- nir met een proces begonnen. Zoo'n proces vult dan een heele Boulevard1 o procés (1 e Mr. X Maar wanneer zoo vraagt do lezer komt dan eindelijk eris de politiek. De „Senaat" heeft vergaderd, de lie Ka mer is „de voorstelling vóór de tent" be gonnen. Geduld. Men kan niet inééns zoo „in 't volle leven ingrijpen", ik wacht op iets interessants. Want „relata referre", nog eens over te vertellen wat aireede in de dagbladpers is voorgezet, is vervelend. Tout genre est bon, ex cop té l'ennuyeux. Van elke 100 Nederlanders vrouwen en kinderen inbegrepen is er tegen woordig n soldaat. De infanterie telt tegenwoordig 72 bataljons, in vier on handelbaar groote divisiën vereenigd. De landweer brengt 48 bataljons uit. Met de veel te geringe cavalerie en artillerie, bren gen we 200.000 man te velde. Dat is an ders dan in '70: 30 a 40.000 met 64 kanon nen. Het vestingsstelsel is naar den achter grond geschoven. De vaderlandsliefde zal dus vertoond worden op liet veld en niet achter dikke muren, omgeven door water plassen. Alles is er beter dan vroeger kleeding, voeding, ligging. De behandeling ook. Eu de socialisten bemoeien zich thans met de discipline. Mij wel. Het was vroeger wel een beetje bar. Maar heelemaal geen discipline komt me bedenkelijk voor. Want om een aanval van plotseling met 0 v e r macht a a 11 s t o r m e n d e cavale rie af te slaan met infanterie, (lie er aan gewend is geraakt in hun meerderen geen O-n v e r b i d d e 1 ij k e a a n voerders te zien, maar een soort goedaardige, redenee- rende huisvaders, schijnt me onmogelijk. Wie weet wat vuur discipline is, zal me begrijpen. Ook infanterie-geveohten eischen tegenwoordig geweldig veel. Dat hebben zoowel de Boerenoorlog als die van Rusland tegen Japan geleerd. Mr. Mar- chant, die daar zoo over kan redekavelen, moest zelf eens met een 200 mannen staan, waar geroepen wordt: Ilannibal ante portas. D'e zaak kost een schat van geld. En daar wordt ook lievig over gemopperd. Maar de Duitschers zullen zich meer dan vroeger bedenken om naar Frankrijk den weg door Nederland te némen. Want met zulk een sterk en goed leger in den rug, dat alle verbindingslijnen kan vernielen, is het een gewaagde zaak. Onze stamverwanten weten dat heel goed. Trouwens wat ons Nederlandsch offi cierskorps kan prestoeren, blijkt in Albanië. Ik ben geen pur sang militairist, of schoon ik liet kon zijn van geboorte. Maal ais het vaandel zoo voorbijtrekt en ik denk er dan aan, ho.e we ,er aan toe zouden zijn, als dat eens Pruisische kleuren waren van liet 12e Regiment „Hollandische Infan terie" (met het Duitsche nummer 297). Wat zouden er een boel opgehakt zijn. Fan de hoogste katholieke waardiglieids- 1 bekleeders tot de aanhangers van een wild- anarchisme toe. Wat een couranten cn re dacteurs gesupprimeerd. Nu zijn we „soe verein in eigen kring" en dat hebben we i te danken aan de „opvreters van stad en land", om dien geliefkoosden term eens te gebruiken. Er zijn nog wel andere re denen, gelijk in „The Great Illusion" van Norman Angell wordt aangetoond. Maar de zekerheid, dat één telegram een paar honderdduizend goed gewapende, goed ge- ltleede, goed toegeruste mannen op de been brengt met „accompagnement van goede aanvoering en geld" houdt onze lieve na buren van avonturen terug. Want het zou meer bloed kosten dan gewenscht, vera utwoord en om den uitslag ge- rechëtvaardigd zou zijn. Hannover van 1866 was heel iets anders. Zeker, ik roep met den schoolmeester: „Vive la guerre, mais la paix vant mieux." Maar toch volg ik altijd met een zekere genoegdoening de berichten over „leger en vloot". Dat is voor mij een soort: Vigi- late et deo confidentes. De generaals in Den Haag fier stappende met breede roode bies 'stellen me genist. In Moffrika zal men wel weten clat het geen generaals van la Grande Duchesse de Gérol'stein zijn. En nu weg „esprit de drapeaux". Thans eens aan de politiek „De slaapmutsen van geachte leden!" Ach, ik lieb te veel aan Multatuli gedaan, en ik doe er nog aan. Trouwens de Minis ter van Oorlog ook. „De critiek is de moei lijkste van alle kunsten", zei de Minister, „mét Multatuli." Critiek op de volksvertegenwoordiging. Ik zou wel eens willen weten, wat H. M. de Koningin daarvan denkt, en ook als' er telkens weer andere heeren met lange jassen en het gelaat, „bezield door den ernst van het oogenblik" worden uitver koren en ten Paleize „gezegendZou het waar zijn, wat Mr. de Beaufort - naar ik meen ergens vertelt, dat de Gekroonde Hoofden er een eigen buiten- en binnen- landsehc politiek op na houden, i u g e- h e i ui overleg met elkande r. En dat liet parlement alléén te hooren krijgt, wat H. M. goedvindt mede te deelen. (In Duitschland ging ik subiet naar de „ves ting" om die woorden en De Beaufort zat er dan al). Als dat zoo is, is een votum van de Kamer een tooneelfrazc. En zouden de Ministers als de auguren te Rome Al deuk ik wel eens met een variant op den schoolmeester„Leve liet Parlement, maar. een verlicht despotisme is beter." „Het allemansgekakel." II."-, Meneer Multatuli. Blijf tocli weg, gij, voor wiens laatste woning liet Nederlandsche volk geen cent heeft overgehad. Het zou iets geweest zijn voor de socia listen ja, voor de liberalen ook om een 20.000 goed te besteden, ten einde de villa te Nieder-Ingelhcim terug te koo- pcn. Meneer Cort van der Linden! Doet u eens een voorstel. U wilt het algemeen stemrecht mogelijk maken. Maar zoo'n daad zou nog wel zoo mooi zijn. Er kon daar dan in Duitscliland de stichting plaats hebben van een „Gedenkliuis" voor een van Nederland's grootste zonen. „En exil" gestorven, „en exil" herdacht. Een borst beeld, naast dat van Laurillard b.v., in de Eerezaal van het Rijksmuseum was dan mi leen overbodig. Want ofschoon Multatuli met Heine het lot deelt, dat hun een borstbeeld in het openbaar ontzegt, geloof ik dat het niet misplaa'st zou zijn, e>gens een zichtbaar blijk te geven, dat Eduard Domves Dekker door het Nederlandsche Volk in hetgeen hij ver dienstelijks gedaan heeft, wordt erkehd, Zot eindigde ik eene Multatuli-studie in „Het Midden" van December j.l. Er zijn precedenten. Een er van is, dat door het Zweedsche Parlement aan Ibsen een stipendium werd gegeven, om zicli op de letterkunde toe te leggen, op voorstel van den Minister van Binnenlandsohe Zaken, die verklaarde dat te doen ofschoon li ij princi- pieel een bestrijder moest zijn van Ibsen's denkbeelden. Zoover behoeft de Minister hier mis schien niet te gaan. En nu de volgende week over „poli tiek". In „dc Kamer" zal dan wel de een of andere veldslag geleverd zijn. Ik hoop te kunnen zeggen O Kamercessez de vainore ou je c e s s e d' c r i r e. H. A. Rit ter. Want eigenlijk gezegd. Het campagnes, die tegenwoordig zijn zware de heeren kamerleden meemaken voor betrekkelijk zoo weinig vergoeding. Om elkaar de baas te blijven. En Cort van der Linden die zeide ergens anders op te steunen dan op h u n p a r t ij f o r mati e, moet lien wel gedesillusioneerd hebben. De heeren hou den natuurlijk de zaak hoog. Als ik kamer lid was zou ik dat ook doen - natuurlijk. Letteren en Kunst Over de litteratuur van na '80. Lezing door HERMAN ROBBERS. 3) (Vervolg). Wanneer ik er nu to-e overga u nog eenige der voornaamste figuren uit de Nieuwe Gids-periode onzer litteratuur in korte woorden te schetsen, zal ik geens zins naar volledigheid streven, nooli wat het getal der namen betreft, noch wat aangaat de karakteristiek der u te noemen persoonlijkheden. Eigenlijk zal liet ook by deze pogingen tot typeering méér mijn doel blijven den aard der beweging eenigs- zins duidelijk te maken, dan een afgerond beeld te geven van elke, ook der leidende krachten, daarin werkzaam. Een afgerond beeld, volledigheid - 't zou waarlijk be lachelijk zijn daarnaar te strevenave- volle, diep en hevig levende persoonlijkhe den is men eenvoudig nooit compleet, zoo min trouwens als over een krachtige en rijke artistieke beweging, gelijk die van'80 was, veelzijdig en ingewikkeld als het le ven zelve. Alle menschen, maar de groote, ruime, krachtig en intens levende toch wel in de eerste plaats, zijn stukken na tuur, duizendvoudig, elk-in-zich-zelf, wel vaak schijnbaar tegenstrijdig, toch altijd één, dat kan niet anders - - slechts het liet geheim dier eenheid, hét blijft ons immer verborgen. Het kunstenaarschap van een Van Looy, gelijk dat van een Rembrandt, werkt op ons in als een too- vermaehtal staren wij er uren naar, af stand nemende of van zeer nabij, wij zien, wij ondergaan het wel, en al dieper, beter, vollediger, maar wij begrijpen bet nooit geheel, juist doordat de mengeling van eigenschappen in groote kunst en groote kunstenaars zoo iets levends blijft, iets wemelend, tintelend levends en de we meling, de tinteling, nu eenmaal niet tot stilstand en in beeld te brengen valt. Ech ter wordt de levenstinteling bij het ouder worden gewoonlijk matter, minder gloed vol, boeiend en bekorend, ook in kunste- naarspersoiönlijkheden. In de onmiddellijke expressie, in de zuivere lyriek vooral is het moeilijk oud worden en zich gelijk blijven; de Willem Kloos van tegenwoordig b.v. is niet meer voor ons wat de man van '85 was, de man, die den Nieuwen Gids stichtte. En tocli ook weer wèlWant is het niet de heerlijkste eigenschap van onzen geest, dat wy er even goed mee in het verledene kunnen schouwen als in het tegenwoordige, en onszelf doen overbele- ven, door pure herinnering, vroeger onder gane ontroeringen? Trouwens, wij bezit ten ze dan toch ook nog, en zullen ze blijven bezitten, de onsterfelijke sonnetten uit Kloos' eersten tijd, en er hem om blyven vereeren zullen wij ook. Ziehier het ontzaglijke voordeel van den dichter, den scheppenden geestéén uur van .groot heid maakt hem groot voor altijdwant al zou al zijn andere werk verdwijnen, het in dat ééne uur geschapene leeft voort. liet fier-hartstochtelijke, het vrij en vol ledig mcnsch-zijn in lijden en genieten is de meest naar voren komende karaktertrek van Willem Kloos. „Ik ben te veel een mensch geweest," heeft hij uitgeroepen, smartelijk, in den aanhef van een zijner schoonste sonnetten, toch was dat tevens zijn trots-en heerlijkheid, volledig en hevig, ja misschien al te hevig mensch te zijn. Welk een tegenstelling, zijn werk, met dat der rketorische of huiselijke dichters van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 3