Net Bloemendaalsch Weekblad
Café-üestawratit „Ke,CÜ
Itationsplein. H A A n L t l'tgoii. Moil hoefteerst geglimlacht over die
-1 naves oorlogstoerustingen. Het was don quichot-
Eemg adres wig. Men lacht er nu niet ineer om.
lad I dc rechterhand optceJeenen I
dc linker doet.'
Str. Josephhuis. St.-Anna,
kindéren te Tilburg., roept vool
in van vriendelijke landgeno<
wordt gevraagd in naam va
vriend, „die voor elke aalmoe)
loon beloofd beeft",
niet.-s aan te merken, intege
t een beroep op een weinig gt,
niensek in de maatschappij, ee
boort eens:
lien, die ons eene bizondere b
geld doen toekomen, hetzij
huis. hetzij voor de kapel, woi
mi daartoe bestemd boek, dat
ligt." Iedereen mocht het bo
daarom volgt nog dit:
geeft, wordt als medestichter
naam (bedoeld is: zijn naam a
worden gegrift in een geder
t voorhof der kapel wordt <y
van ZATERDAG 28 MAART 1914.
TWEEDE BLAD.
(In dit weekbl. is tijdelijk opgenomen HET MIDDEN)
Buitenlandsch Overzicht.
Sinds de storm der Franscho revolutie
tiver Europa heonjoog, maar de kusten der
Dg booze lieden, die durven stelli
n beroep doet op de slechte eigi
i menscb, en deze daardoor ar
iriische eilanden ongedet rd liet, lieeft men
,c;h gewend, tie Brusche natie te rekenen
.,..ir t^en gemeenschap, die gehoorzaamheid
t eerbied betracht jegens haar eigen Brit -
die wet en orde. Onwillig iets uit den
Teemde aan te nemen, haar huis naar
ren smaak inrichtende, heeft zij de om-
tandigheden beheerscht, dat liet scheen,
sof zij nici met tijd en wereld, maar
.e met haar medegingen. Zij overhaastte
eli niet, zij was niet mede te sleepen, zij
epaalde elk barer schreden, zij wilde uit
gen oogen zien. Had zij het terrein af
meten en de schrede gedaan, dan bleef
j staan en lette op den volgenden stap,
aar zag niet achterwaarts. Een gewichtig
iagst.uk, dat zij eenmaal had aangevat,
i zij niet meer los en beschouwde <>n
ist te het aan alle zijden. Wel vergunde
hoewel zij zelfhaheersching de groote
lóbelV''en prijzenswaardige houdil it'che deugd achtte, (lat voor- of tegen-
iine onafhankelijkheid iets inbo§ nders heftige argumenten gebruikten,
is met geweldpleging dreigden en een
ele maal tot geweld oversloegen, maar
het vraagstuk in handen gesteld van
geving én geregeld bij de wet, dan
I verdere tegenstand aanstonds verbo
ot' gefnuikt, tenzij, wat m. es tal gebeur
de tegenstanders uil eigen beweging
gen en zich onderwierpen. Wet was
■liapen orde en aan orde hing de Brit-
volksaard. Wet was liet laatste woord
te Britsclie volksaard verachtte na-
en.
I Wij bezigen hier met opzet den verleden
"i want tegenwoordig is in Groot-Brittan
en aanzienlijk deel der natie in op-
i.iI gekomen tegen de wet. Het betreft
lii de Lersche quaestie. Voet voor voet
en, sedert Gladstone in 1882 de eerste
n (inningen voor liet misdeelde Ierland
telde, op den weg naar zelfbestuur
(ingegaan. Men heeft zich waarlijk niet
haast, men is herhaaldelijk gestuit,
•i is nimmer omgekeerd. Men lieefi langs
i clijken weg de macht van liet Huis
voor Kamerleden
der Tweede Kamer hebber
van de groote meerderheid
n vrije reisbiljetten geweigerd
b ei
ijne onafhankelijkheid
hetzij ten opzichte van d
bij aangevraagde schenkingen, we
geweigerd zijn, buiten kijf. T
allen den naam van mr. W. H.
der weigeraars aangetroffen,
oor .sociaal--democraten met hui
opvattingen een aannemen
van andere beteeken is dan vi
mers altijd zoo hoog opgeven van)
van handhaving der vrije perse
de plicht om bij geval neen
licuwe statistiek gevraagd.
der Rijkspostspaarbank is er
machinist en de leverancier v. n|
en knoeiden en aldus ten gem
dat is ons allen
ding van deze
het denkbeeld, of niet
de waarden die in een zei
allerlei aard.
bestalen,
ontdekking opl
en blf
is van
ergeschikten van
■stolen worden; hij meent, dat,
10 ten 100 werd beschikbaar n
locleinden, half Nederland te I
door die statistiek zou n
uist
Marine.
Maart, is door den bond van
ninklijke Marine in Tien Helde,
tuner een adres gezonden, bet re
iet wetsontwerp tot nadere wijzig!
li de pensioenwet voor
de zeem ii
inls, die de hervormingen tegenhiel-
erminderd, zoodanig dat het liuis
omeenten de beslissing kreeg over
sclie zaken. Het kabinet-Asquith stel-
h borg voor do uitvoering van Glad-
loi, politiek testament. 1X> unionisten
|e\\ li alle wettelijke middelen ter afwe-
Vlaar met groote meerderheid nam
ds de wet aan. De lersche quaestie,
r neteligste, waarin de Britsclie na-
li gestoken had, scheen afgehandeld,
iders der unionisten schikten zich.
was onschendbaar. Totdat het won
en onverwachte gebeurde. Jn Ier-
Jki noorden, in het landschap Ulster
n-'i' zich sinds de veroveringstochten
Df J.
voners van Bloemendaali
uw huis in plaats van te wi|
waschbare waterverf (dus
r AFGEEFT) schilderen.
iwen schilder kleurenkaai M|l r
iRF, of wendt TT direct tot f
illen TJ gaarne persoonlik
I^AN^EsS^ostboxi1 omwell en Willem lil Engels,-he
r STOEBDS Jr., Bloemendapl'o:e iiten nedergezet. Dozen hadden een
ine nl meer afgesloten bestaan geleid en
ip ..li nazaten woonde nog onverzwakt
in; 'hting van den Angelsaks voor den
Ie cu de afkeer van den nog onvorwater-
|eii I'd estantscheu geest tegen Roomsche
t'-i'h; pjijOnder deze lieden van Ulster
ia. e een dweepend en toch strijdbaar
ni »ir E'dward Carson. Die hem gezien
e' lii ird hebben, rkennen, dat deze man
Ikomeu te goeder trouw is en dat hij
iisiig gelooft aan de gevaren, die Ulster
Bdreigen van een regeering te Dublin,
ilk. ,i;m den leiband zou loopen van
niaiis en priesters. Maar de unionisten
h Engeland, eigenlijk afgescheiden libera-
i> die Chamberlain onder één deken met
conservatieve aristocratie heeft gelegd,
iiidwie nota bene de meeste overgan-
'gen naar de High Church en het katholi-
eisnu worden opgemerkt, die in elk geval
m siilti meesmuilen over .,uo Popery",
..no ('di ie bruteness" en verdere oude leu
gen van di> Ulsterschen, die unionisten
veinzen slechts geestdrift voor de zaak
jv^n Ca nou en de zijnen. Er wordt hun
én kostelijke gelegenheid geboden om de
Jiheralen- van liet kussen te stooten. Dat is
alles.
ïaar wat niet alles isde gewapende
usalie dor Engelschen van Ulster te-
io Qtotinn". ?en w,'l en de openlijke lnilp met de
vh „D dSid, dip zij daartoe uit Engeland ontvan-
et geven van Dmer JB Regeering heeft dit schandaal voor
het houden van Vergant-het Ilritsche Rijk laten doorgaan cn zij
wi|chto jammerlijk achter Het net, toen zij
oll'dor ure den invoer van wapenen
erbood. En wat nog minder dan niet alles
de slapheid van het kabinet-Asquith,
e maker van de wet, de eenig aangewezen
itvoerder van de wet. Het is teruggekeerd,
schier gevlucht voor de schampere
Rouar Law en de scheidbladen
O V Af llfT sDg van Daily Mail en Daily
^BPross. Dc premier Asquith laat zijn der-
G-eorge valt straks op de
Churchill knakt. De mi-
J. uister van Oorlog Seely werpt het gezag
^e.R' vo°t dp voeten van de aristocratische
^•i-olficieren, die eenvoudig geweigerd
,P('l,hi'ii icgen de insurgenten van Ulster
As r nikken. „Radicals" voor liberalen is
nendaal. Ke ""jawoord in aanzienlijke En-
■KiI^Lw 1 'lschapi--li. Maar „radicals
aat La enten zich „root and brench men" te
l0* oepon. Kilacy, met wortel en tak uit-
1. Boek
b,é7)
en
is
'1 van
het
Ki-prc-
|re ziou. Lloyd
ineeninspon
gerukt, wordt nu de beduidenis van dien
naam.
Inderdaad lijdt de gelieele liberale partij
mede met dit ziekelijk goedmoedige kabi
net. Als het nog even zoo doorgaat, ver
speelt zij voor vele jaren haar krediet bij
het Engelsclie volk. Schamen moet zij zich
voor de zooveel kleinere Arbeidsparty, die
haar bezweert, zich toch te vermannen.
Men wil in hetgeen thans geschiedt in
het Vereenigde Koninkrijk een begin zien
van een diepgaande verandering in de po
sitie van de onderscheiden staatsmach
ten De koning heeft zich kennelijk te-
1 genover de ministers in den strijd gemengd.
Wel zijn van iets dergelijks meer voorbeel-
1 den te ontleenen uit de regeering van Vic
toria en Eduard VII, maar het is iets heel
nieuws, dat zooals deze week is voorge
vallen, de koning in het debat betrokken
is geworden en dat wel op zeer heftige
wijze door een spreker der Arbeidsparty,
zonder dat deze tot de orde werd geroepen,
terwijl men zweeg op de ministersbank
en bij de oppositie.
Van de Arbeidsparty gesproken, zij staat
I ook niet vast op twee beenen. Aan de in
voering voor Home Rule voor Ierland heeft
zij haar eer verpand, als politieke party.
Maar als sociale groep moest zij juist niet
de overwinning wensohen van de lersche
nationalisten, die voor de eischen van den
vierden stand nog ziedat niet gevoelen.
Zooals de bekende leider van de Dubliner
werkstakers, Jolm Larkin, zich op de ver
gadering der Engelsclie Trade Unions uit
drukte „Gij jaagt hen den hemel in en
ons naar den duivel toe." Minder onzuiver
j en onklaar is de stand van wel de meest
betrokken partij, de lersche nationalisten.
Zij bewaren onder de stevige hand van
j Redmond een stalen zelfbeheersching, lioe
buitengewoon gegriefd zij zich moeten
gevoelen door het getart van de Ulster
schen en de onstandvastigheid der hen al
lengs in den steek latende Regeering. Is
de houding der volgelingen van Redmond
waardig te noemen, heel anders gedragen j
zich de van hem afgescheidenen, het troepje
van O'Brien, de roodtoornige ultra's, die
oyer verraad schreeuwen en gaarne de
Ulsterschen met huid en haar zouden op
peuzelen.
Per saldo is het een lief geduikel in het
Briésche staatsleven. Wanorde boven, wet
op den kop. Regeering verschoven, libera
len in liet sop. De krijgstucht verstoven,
de koning' géén pop. Home Rule afgekloven,
den Ieren een prop.. Dat uw dienaar aan i
het rijmen slaat, is wel een bewijs hoe
sterk de verwarring in Brittanië ook op
zijn geest nawerkt, echter nog niet in zulk
een mate, dat hij het niet oorbaar zou
achten thans te besluiten.
0 h r. F. H a j e.
1) De eisch van (le oppositie om een volksstem
ming over de betrokken wet wasr bij ons weten, ï+l
dit bij uitstek parlementair geregeerde land, nog
niet gehoord. Niet overeen te brengen met het En
gelsclie staatsrecht is ook de concessie der regeering
gen. waarbij dc Ulstersche graafschappen na een
zekeren termijn, evenzeer bij volksstemming zouden
beslissen, of zij al dan niet zich bij het zelfbestuur
van het overige Ierland zouden aansluiten.
Binnenlandsch overzicht.
Er werd onlangs in „Ds Telegraaf" mede
gedeeld, dat er Zooveel „Proffen" in de
hooge Staatscolleges zitting hebben. In lijn
rechte tegenspraak dus met m ij n mede-
deeling, dat liet intellect zich aan de poli
tiek onttrekt. Ik blijf die bewering hand
haven. „Eu masse" bemoeien zich de hoogst
ontwikkelden, die in hun studie o p-
g a a n, niet met de politiek. D e nken
toch is onstoffelijk n'en déplaise
Feuertach en gaat moeilijk met krakeel
samen. Ofschoon wie Schopenhauer's aan
vallen op zijne vijanden leestOnder
die genoemde „Professors" zijn betrekkelijk
voel katholieken. Natuurlijk schuiven die
hun beste „mannetjes" vooruit. Maar over
het algemeen is er geen sprake van, dat
de wetenschap zich vooraan stelt in de
gelederen der politieke strijdersIk ge
loof niet, dat dat sterk kan worden tegen
gesproken.
Ik las ook, dat de 2e Kamer-leden een
vrijkaart op de Nederlandsche spoorwegen
voor het jaar 191-1 hebben ontvangen.
Toen het plan daarvoor ter sprake kwam,
werd er gemompeld van: corruptie. Nu
het komt me voor dat dat wat sterk is.
Maar vast staat toch, dat wie g e s c li e n-
k e li aanneemt, in zekeren zin afhankelijk
wordt. „Les petits cadeaux entretiennent
Taiiiitié!'' En daar de spoorwegmaatschap
pijen in zekeren zin afhankelijk zijn van
de besluiten der Stat en-Generaal
Enfin, ik zou nooit op de lijst van aan
vrage geteekend hebben. Maar dat is een
antiek purisme, dat ook gedeeld wordt
door hen, die niet op de lijst hebben
willen teekenen.
Er resonneert me daarbij iets in het ooi-
van den grooten zanger cn tooneelspeler
Lhéry„Le veau d'or est encore debout".
(Ook al voorbij, de tijd van de mooie Fran
sche opera's).
Ik hoop niet daarvoor gerechtelijk ver
volgd te zullen worden wegens beleediging
van de heeren Leden der lie Kanier. Of
schoon een klein prooesje. (Nu gaat het
„Overzicht" de prullenmand in). In Frank
rijk is elk journalist qui voulait parve-
nir met een proces begonnen. Zoo'n
proces vult dan een heele Boulevard1 o
procés (1 e Mr. X
Maar wanneer zoo vraagt do lezer
komt dan eindelijk eris de politiek.
De „Senaat" heeft vergaderd, de lie Ka
mer is „de voorstelling vóór de tent" be
gonnen.
Geduld. Men kan niet inééns zoo „in 't
volle leven ingrijpen", ik wacht op iets
interessants. Want „relata referre", nog
eens over te vertellen wat aireede in de
dagbladpers is voorgezet, is vervelend.
Tout genre est bon, ex cop té l'ennuyeux.
Van elke 100 Nederlanders vrouwen
en kinderen inbegrepen is er tegen
woordig n soldaat. De infanterie telt
tegenwoordig 72 bataljons, in vier on
handelbaar groote divisiën vereenigd. De
landweer brengt 48 bataljons uit. Met de
veel te geringe cavalerie en artillerie, bren
gen we 200.000 man te velde. Dat is an
ders dan in '70: 30 a 40.000 met 64 kanon
nen. Het vestingsstelsel is naar den achter
grond geschoven. De vaderlandsliefde zal
dus vertoond worden op liet veld en niet
achter dikke muren, omgeven door water
plassen. Alles is er beter dan vroeger
kleeding, voeding, ligging. De behandeling
ook. Eu de socialisten bemoeien zich
thans met de discipline. Mij wel. Het was
vroeger wel een beetje bar. Maar heelemaal
geen discipline komt me bedenkelijk voor.
Want om een aanval van plotseling met
0 v e r macht a a 11 s t o r m e n d e cavale
rie af te slaan met infanterie, (lie er aan
gewend is geraakt in hun meerderen geen
O-n v e r b i d d e 1 ij k e a a n voerders te
zien, maar een soort goedaardige, redenee-
rende huisvaders, schijnt me onmogelijk.
Wie weet wat vuur discipline is, zal
me begrijpen. Ook infanterie-geveohten
eischen tegenwoordig geweldig veel. Dat
hebben zoowel de Boerenoorlog als die van
Rusland tegen Japan geleerd. Mr. Mar-
chant, die daar zoo over kan redekavelen,
moest zelf eens met een 200 mannen staan,
waar geroepen wordt: Ilannibal ante
portas.
D'e zaak kost een schat van geld. En
daar wordt ook lievig over gemopperd.
Maar de Duitschers zullen zich meer dan
vroeger bedenken om naar Frankrijk den
weg door Nederland te némen. Want met
zulk een sterk en goed leger in den rug, dat
alle verbindingslijnen kan vernielen, is het
een gewaagde zaak. Onze stamverwanten
weten dat heel goed.
Trouwens wat ons Nederlandsch offi
cierskorps kan prestoeren, blijkt in
Albanië.
Ik ben geen pur sang militairist, of
schoon ik liet kon zijn van geboorte. Maal
ais het vaandel zoo voorbijtrekt en ik denk
er dan aan, ho.e we ,er aan toe zouden
zijn, als dat eens Pruisische kleuren waren
van liet 12e Regiment „Hollandische Infan
terie" (met het Duitsche nummer 297).
Wat zouden er een boel opgehakt zijn.
Fan de hoogste katholieke waardiglieids-
1 bekleeders tot de aanhangers van een wild-
anarchisme toe. Wat een couranten cn re
dacteurs gesupprimeerd. Nu zijn we „soe
verein in eigen kring" en dat hebben we
i te danken aan de „opvreters van stad
en land", om dien geliefkoosden term eens
te gebruiken. Er zijn nog wel andere re
denen, gelijk in „The Great Illusion" van
Norman Angell wordt aangetoond. Maar
de zekerheid, dat één telegram een paar
honderdduizend goed gewapende, goed ge-
ltleede, goed toegeruste mannen op de been
brengt met „accompagnement van goede
aanvoering en geld" houdt onze lieve na
buren van avonturen terug. Want het zou
meer bloed kosten dan gewenscht,
vera utwoord en om den uitslag ge-
rechëtvaardigd zou zijn. Hannover van
1866 was heel iets anders.
Zeker, ik roep met den schoolmeester:
„Vive la guerre, mais la paix vant mieux."
Maar toch volg ik altijd met een zekere
genoegdoening de berichten over „leger
en vloot". Dat is voor mij een soort: Vigi-
late et deo confidentes. De generaals in
Den Haag fier stappende met breede roode
bies 'stellen me genist. In Moffrika zal
men wel weten clat het geen generaals
van la Grande Duchesse de Gérol'stein zijn.
En nu weg „esprit de drapeaux". Thans
eens aan de politiek
„De slaapmutsen van geachte leden!"
Ach, ik lieb te veel aan Multatuli gedaan,
en ik doe er nog aan. Trouwens de Minis
ter van Oorlog ook. „De critiek is de moei
lijkste van alle kunsten", zei de Minister,
„mét Multatuli."
Critiek op de volksvertegenwoordiging.
Ik zou wel eens willen weten, wat H. M.
de Koningin daarvan denkt, en ook als'
er telkens weer andere heeren met lange
jassen en het gelaat, „bezield door den
ernst van het oogenblik" worden uitver
koren en ten Paleize „gezegendZou het
waar zijn, wat Mr. de Beaufort - naar ik
meen ergens vertelt, dat de Gekroonde
Hoofden er een eigen buiten- en binnen-
landsehc politiek op na houden, i u g e-
h e i ui overleg met elkande r. En
dat liet parlement alléén te hooren krijgt,
wat H. M. goedvindt mede te deelen. (In
Duitschland ging ik subiet naar de „ves
ting" om die woorden en De Beaufort zat
er dan al).
Als dat zoo is, is een votum van de
Kamer een tooneelfrazc. En zouden
de Ministers als de auguren te Rome
Al deuk ik wel eens met een variant op
den schoolmeester„Leve liet Parlement,
maar. een verlicht despotisme is beter."
„Het allemansgekakel."
II."-, Meneer Multatuli.
Blijf tocli weg, gij, voor wiens laatste
woning liet Nederlandsche volk geen cent
heeft overgehad.
Het zou iets geweest zijn voor de socia
listen ja, voor de liberalen ook om
een 20.000 goed te besteden, ten einde
de villa te Nieder-Ingelhcim terug te koo-
pcn.
Meneer Cort van der Linden! Doet
u eens een voorstel. U wilt het algemeen
stemrecht mogelijk maken. Maar zoo'n daad
zou nog wel zoo mooi zijn. Er kon daar
dan in Duitscliland de stichting plaats
hebben van een „Gedenkliuis" voor een
van Nederland's grootste zonen. „En exil"
gestorven, „en exil" herdacht. Een borst
beeld, naast dat van Laurillard b.v., in
de Eerezaal van het Rijksmuseum was dan
mi leen overbodig.
Want ofschoon Multatuli met Heine het
lot deelt, dat hun een borstbeeld in het
openbaar ontzegt, geloof ik dat het niet
misplaa'st zou zijn, e>gens een zichtbaar blijk
te geven, dat Eduard Domves Dekker door
het Nederlandsche Volk in hetgeen hij ver
dienstelijks gedaan heeft, wordt erkehd,
Zot eindigde ik eene Multatuli-studie in
„Het Midden" van December j.l.
Er zijn precedenten.
Een er van is, dat door het Zweedsche
Parlement aan Ibsen een stipendium werd
gegeven, om zicli op de letterkunde toe
te leggen, op voorstel van den Minister
van Binnenlandsohe Zaken, die verklaarde
dat te doen ofschoon li ij princi-
pieel een bestrijder moest zijn
van Ibsen's denkbeelden.
Zoover behoeft de Minister hier mis
schien niet te gaan.
En nu de volgende week over „poli
tiek". In „dc Kamer" zal dan wel de een
of andere veldslag geleverd zijn.
Ik hoop te kunnen zeggen
O Kamercessez de vainore
ou je c e s s e d' c r i r e.
H. A. Rit ter.
Want eigenlijk gezegd. Het
campagnes, die tegenwoordig
zijn zware
de heeren
kamerleden meemaken voor betrekkelijk
zoo weinig vergoeding. Om elkaar de baas
te blijven. En Cort van der Linden
die zeide ergens anders op te steunen dan
op h u n p a r t ij f o r mati e, moet lien wel
gedesillusioneerd hebben. De heeren hou
den natuurlijk de zaak hoog. Als ik kamer
lid was zou ik dat ook doen - natuurlijk.
Letteren en Kunst
Over de litteratuur van na '80.
Lezing door HERMAN ROBBERS.
3) (Vervolg).
Wanneer ik er nu to-e overga u nog
eenige der voornaamste figuren uit de
Nieuwe Gids-periode onzer litteratuur in
korte woorden te schetsen, zal ik geens
zins naar volledigheid streven, nooli wat
het getal der namen betreft, noch wat
aangaat de karakteristiek der u te noemen
persoonlijkheden. Eigenlijk zal liet ook by
deze pogingen tot typeering méér mijn
doel blijven den aard der beweging eenigs-
zins duidelijk te maken, dan een afgerond
beeld te geven van elke, ook der leidende
krachten, daarin werkzaam. Een afgerond
beeld, volledigheid - 't zou waarlijk be
lachelijk zijn daarnaar te strevenave-
volle, diep en hevig levende persoonlijkhe
den is men eenvoudig nooit compleet, zoo
min trouwens als over een krachtige en
rijke artistieke beweging, gelijk die van'80
was, veelzijdig en ingewikkeld als het le
ven zelve. Alle menschen, maar de groote,
ruime, krachtig en intens levende toch
wel in de eerste plaats, zijn stukken na
tuur, duizendvoudig, elk-in-zich-zelf, wel
vaak schijnbaar tegenstrijdig, toch altijd
één, dat kan niet anders - - slechts het
liet geheim dier eenheid, hét blijft ons
immer verborgen. Het kunstenaarschap
van een Van Looy, gelijk dat van een
Rembrandt, werkt op ons in als een too-
vermaehtal staren wij er uren naar, af
stand nemende of van zeer nabij, wij zien,
wij ondergaan het wel, en al dieper, beter,
vollediger, maar wij begrijpen bet nooit
geheel, juist doordat de mengeling van
eigenschappen in groote kunst en groote
kunstenaars zoo iets levends blijft, iets
wemelend, tintelend levends en de we
meling, de tinteling, nu eenmaal niet tot
stilstand en in beeld te brengen valt. Ech
ter wordt de levenstinteling bij het ouder
worden gewoonlijk matter, minder gloed
vol, boeiend en bekorend, ook in kunste-
naarspersoiönlijkheden. In de onmiddellijke
expressie, in de zuivere lyriek vooral is het
moeilijk oud worden en zich gelijk blijven;
de Willem Kloos van tegenwoordig b.v.
is niet meer voor ons wat de man van
'85 was, de man, die den Nieuwen Gids
stichtte. En tocli ook weer wèlWant
is het niet de heerlijkste eigenschap van
onzen geest, dat wy er even goed mee in
het verledene kunnen schouwen als in het
tegenwoordige, en onszelf doen overbele-
ven, door pure herinnering, vroeger onder
gane ontroeringen? Trouwens, wij bezit
ten ze dan toch ook nog, en zullen ze
blijven bezitten, de onsterfelijke sonnetten
uit Kloos' eersten tijd, en er hem om
blyven vereeren zullen wij ook. Ziehier het
ontzaglijke voordeel van den dichter, den
scheppenden geestéén uur van .groot
heid maakt hem groot voor altijdwant
al zou al zijn andere werk verdwijnen,
het in dat ééne uur geschapene leeft voort.
liet fier-hartstochtelijke, het vrij en vol
ledig mcnsch-zijn in lijden en genieten is
de meest naar voren komende karaktertrek
van Willem Kloos. „Ik ben te veel een
mensch geweest," heeft hij uitgeroepen,
smartelijk, in den aanhef van een zijner
schoonste sonnetten, toch was dat tevens
zijn trots-en heerlijkheid, volledig en hevig,
ja misschien al te hevig mensch te zijn.
Welk een tegenstelling, zijn werk, met dat
der rketorische of huiselijke dichters van