MIJLPALEN
haywburi Janswi
HEEUWWITJE
avrirachtenavend
Plantenveilim
REULEKEN
•lef. 1430.
f/. Het Tooneel
Tooneelgezelschap
ALBERT VOGEL.
I. Belsasar.
Napoleon op St. Helena
II. The Raven by Edgard Poi
van
Ren
Gen
10
B
6 /o
H
H
Bal
S
S
0
II.,
Bui
1
Mei
hik
Cafi
Maa
Bur
Ko
Mn
Ge
Bi:
Sti
Gr
Te
K i
Vri
e
Sc
Da
18(50, hoc begrijpelijk, wanneer wij daaraan denken aan een middeneeuwscli, een le-
deuken, wordt ons de verrukking zijner i gendariscli ridder en zijn geliefd zwaard:
Durandal of Joyeuse
eh!
te
lei
toi
de
en
mt'
ie,
de
br
sc
hr
za
eD
in
re
sp
ka
st
Oi
g'
bi
oi
d:
kameraden, en van die enkele anderen m
het land, die zonder vooroordeelen waren,
zonder sleur- en gemakzucht. Kindelijk,
daar was iemand, een diep gevoelend
mensch, en die zich gaf, zonder terug
houding, in heel zijn goddelijke fierheid,
maar ook al zijn menschelijke hunkering
en onvermogen. Meestal geheel verkeerd
begrepen, plat en banaal geïnterpreteerd,
werd in den tijd van zijn ontstaan, maar
ook nu nog wel, het soïinet dat begint i
met dien bekenden regel: „Ik ben een
Clod in 't diepst van mijn gedachten"
voor sommigen het eenigc wat zij kennen
van den dichter Kloos. Vergun mij u dit i
sonnet - hoe vertrouwd het u ook moge
zijn - nog eenmaal voor te lezenhet is
een zoozeer karakteriscerend, representa- i
tief staal van Nieuwe Gids-kunst, van los
brekende lyriek, uitbarstende menschelijk-
heid na eeuwen van beklemming. Het is
sterk persoonlijk, zeer individualistisch, en
toch zoo algemeen menschelijk
„Ik ben een God in 't diepst van mijn
gedachten,
En 'zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mijzelf en 't al, naar rijksgeboön
Van eifen strijd en zege, uit eigen
krachten,
En als een heir van donker-wilde machten
Joe-lt aan mij op en valt terug, gevloón
Voor 't heffen van mijn hand en heldre
kroon
Ik ben een God in 't diepst van mijn
gedachten.
En toch, zoo eind'loos smacht
ik
om
Uw overdierbre leên den arm te slaan,
En luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan
Op uwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden
vond.
Van zelfvergoddelijking, bespottelijk en
ergerlijk, heeft men gesproken, vooral naar
aanleiding van dit sonnet. Terwijl er toch
m. i., voor den intelligenten en zèlf-le-
vensvollen lezer niets anders aii te be
grijpen valt dan een fier-overmoedig, o
een oogenblik misschien al te juichend,
extatisch-overmoedig, ménsoh-zijn, ménsch,
denkend en gevoelend en oordeelemjd
mensch, dat is déél van God, en een da
delijk daarop volgend terugvallen in besef
van evenzeer menschelijke onmacht, hul
peloosheid, hunkering naar troost in liefde,
naar de snikkende overgave aan een ander
menschNa zich gedurende een wonder
baar oogenblik verheven te hebben tot zoo
trotsch spreken, gevoelt de ziel onmid
dellijk haar dorstig verlangen naar een
woordeloos vergaan. Hoe heeft men daar
bij toch aan ergerlijke zelfvergoding kun
nen denken? Is het niet alleen te ver
klaren uit ecu in vooroordeelen verstrikt
zijn, al te zeer gewend vooral aan het
z.g. stichtelijk, het opmonterend gestreel
der huiselijke dettgdjes en braafheidjes,
waarop men prat ging?
Ongemotiveerde zelfverheffing, bespot
telijke arrogantie, ziedaar wat men in de
eerste plaats verweet aan
dingk Thijm, zich noemende
toen hij, nog zeer jong, met groote drift
optrad tegen twintig of dertig jaar oude
ren, tegen den hooggeleerden Ten Brink,
den aristocratisohen Van Hall, den fijn
bte scha af cl en en geletterden estheticus
Vosmaer: „Ik wil, dat gij ophoudt met
schrijven. Verstaat gij dat; ik zal sclirij-
geheeten, waarmede
hij zich iu den strijd stort en zich on
overwinnelijk weet. In den strijd is ook
deze ridder op zij it best; zijn zwaard, waar
mede hij even puntig steken ais krachtig
houwen kan - want zijn geestigheid weegt
tegen zijn geestdrift op het is als een
Durandal of Joyeuse, geen werktuig meer,
maar een levend wezen, een bezielde
kracht, een wonder!
Natuurlijk heeft ook Van Deyssel, scher
per dan één van zijn kameraden, liet ka
rakter van zijn kunst en kunstperiode door-
proefd, en sommige van zijn eigen beste
bladzijden betiteld met de woorden: „Het
lk, heroïsch-individuaiistische dagboekbla
den'. in die bladzijden worden de inner
lijke, de geestelijke avonturen beschreven
van een jongen liollander, voor het eerst
te Parijs. Zij zijn van een even hoogmoe
dige zelfverheffing en een nog hellere,
fellere zelfbewustheid dan Kloos' sonnet
ten, en tevens van een even aandoenlijke
meiisclielijkheiü, pijnlijk bewustzijn van
nietigheid en onvermogen. Zij kunnen
naast Don Quichotte en Hamlet worden
geplaatst als een derde vormgeving aan de
zoo diep menschelijke smart om do ijlheid,
het nooit te verwezenlijken, het voor de
massa belachelijke van hoog idealisme. Ook
Van Deyssel is als Cervantes in zijn Don
Quichotte met gevelden lans op windmo
lens ingerend, ook heeft hij als Shake
speare in zijn Hamlet, prins van Denemar
ken, geklaagd, dat hij niet vooruitkwam
iu de wereld.
Naast deze twee groot-geestdriftige figu-
somn 1 ren, twee andere van meer bedachtzame,
rond meer typisch-hollaudsche makelij, Albert
Verwey en Frederik van Eeden, geest-
k r a c li t i g beiden, maar meer verstandig
dan driftig. Ook Verwey heeft zijn jon
gelingsjaren gehad van frisch gevoel, na
tuurliefde, vereering voor het kiassiek-hei-
densch natuurbegrip, en ook nu eu daip
Hénriëtte Roland Holst, een Hérman Gor-
I ter, eenvoudigweg aan te sluiten bij de
in e it i g t e n, die naar méér en een betere
gemeenschappelijkheid dorsten, en daar
voor vechten.
(Wordt vervolgd.)
Het nieuwe leven.
In een der volgende nummers vau ous
Wad maken wij een aanvang met Dr. H.
W. Ph. E. van don Bergh van Eysinga's
studie „Het nieuwe Leven".
Dezer dagen overleed de beroemde l'ro-
vengaalsche dichter Frédéric Mistral. Hij
was 83 jaar oud.
voerd dl tochna Dinsdagavond moast
het wel wat tegenvallen. Dat neemt niet'weg, dat
deze uilvoering toch zeer te roemen viel en wij
dankbailr en voldaan zijn voor 't vele goede
dezen avond geboden. Is het eigenlijk de plicli;
van een verslaggever (dus ook de mijne) om bij
elke uitvoering attent te maken op de meer of
minder gunstige stemming der verschillende
instrumenten Meestal merken de muzikale bezoc
kers, dat zelf wel op, dunkt mij en de totaal-indrul;
van het g e h e e 1 e werk is toch de hoofdzaak
de tonen b 1 ij v e n niet, maar vervluchtigen, dus
ook de o n zuivere gespeelde of gezongene
toch is 't dikwijls alsof die b 1 ij v e n d zijn
de herinnering van zeer velen, dan zuive'
(Men denkc aan het oordeel over m Fay
zooveel andere oordeelen1 Overluister
naar en oordcelen over muziek een ander maa
eens.
O. MIEZ8EU
Leidschevaart 92.
Z ij 1 w e g 87.
II
De schrijver Paul Adam eu de bouw
meester Ernest Hébrard werken samen aan
een ontwerp voor een hoofdstad der we
reld. Deze stad zal 10.000 M2. groot zijn.
In het midden kouten gebouwen voor We
tenschap, Kunst en Sport. Deze gebouwen
zijn gerangschikt out een grooten toren,
den tour du Congrès, die 320 M. hoog
wordt.
Zoodra deze 'stad gereed is, komen wij
erop terug, maar dat zal niet zoo spoedig
zijn als sommigen wel gelooven.
Italiaansche Opera.
Dinsdag 31 Maart heeft in de Schouwburg „U
Kroon", de afscheidvoorstelling der Opera lt{
ana plaats. Men komt met „Madame Butterfly
van Puccini. De hoofdpartij wordt gezong'
door Sigra Ernesta Cottino. Volledig koor
orkest onder leiding van Cav. F. Guerricri. Eigen
decors worden meegebracht.
niet gijDat vond men nu toch
ven
al te brutaal, ongehoord van aanmatiging.
Maar niet het artikel zelf, Nieuw-Holland,
waarin de jonge Tliijm dusdanig optrad,
bewees liij zijn recht zoo te schrijven, want
wat kracht en gloed, pit en geest, wat
klank eu rhythme, wat alle denkbare stijl
elementen aangaat, schreef hij toen al on
eindig beter dan Van Hall, dan Ten Brink,
dan Vosmaer zelfs. Van Deyssel; als ge
heel genomen kan men hem, geloof ik, niet
juister definieeren dan als de geboren
schrijver. Niet criticus, niet romancier,
niet dichter misschien, maar schrijver
bij uitnemendheid en Dij de gratie Gods.
Niemand, die ooit de kunst van
s c h r v e n met zooveel hartstocht cn
toch zoo lucide en welbewust, niet zoo
veel begrip en zooveel sprankelende vir
tuositeit heeft beoefend als hij. Een vir
tuoos in het schrijven, ja, dat is hij wel
vooral, al de geheimen van het vak, ge
heimen niet alleen voor den buitenstaander,
maar voor bijna al zijn kunstgenooten, hij
kent ze, hij benoemt ze, hij gebruikt ze,
eu toch, een koud kennen, een wetenschap
pelijk definieeren, een cynisch gebruiken
is dit nooit geworden, de liefde bezielde
het al. Wie Van Deyssel in zijn zwakke
zijde tasten wil, zal misschien kunnen
zeggen, dat hij het woord meer lief gehad
heeft dan het loven zelf, dan de menschen
en de natuur. En toch, hoewel zijn fei
telijk eeltige roman „Een liefde" niet ge
heel geslaagd mag lieeten - door exces
sen in dé tailleering, door gebrek aan ver
houding, aan compositie, aan eenheid van
toon - - tot welk een innigheid, een sub
tiliteit vooral van psychologisch^ door
dringing is hij in dat boek en in het
kostschool verhaal „De kleine Republiek"
gekomen, tot welk een intimiteit, een tee-
derheid, in de veel gesmade, veel bela-
clien, z.g. Adriaantjes, die kleine proza-
fragmentjes over den knaap Adriaan, en
en in die andere fragmentarische proza-
bla.dzijd.en over Frank Rozelaar. Maar de
grootste Van Deyssel blijft voor mij toch
altijd juist die gcestdriftig-lyrische be
wonderaar van het woord. Die doet mij
later iu zijn dichtercarrière - m» uamci
in den bundel „De Nieuwe Tuin" is dat
natuurgevoel in hem opgeleefd. Maar ove-j
rigens doet deze persoonlijkheid wel veell
meer dan die zijner kameraden aan vroe
gere hollandsche schrijvers denken, aan hun
degelijk-bedaarde verstandelijkheid, hun ge
brek aan „esprit", aan vuur, aan spranke
lende vitaliteit. Aanvankelijk meegenomen
door de kracht der jonge beweging beeft
Verwey, toen hij later zijn eigen tijdschrift I
ging redigeeren, zijn z.g„Beweging",
een tijdschrift, waarvan alleen het om
slag rood en vurig is hoeft Verwey
eerst toen getoond, wat er eigenlijk in
hem stak, een kracht zeer zeker, een denk
kracht, een knap en vernuftig beweerder
op het papier, overtuigend dikwijls en niet
zonder dichterlijkheid, maar stroef, wat
knarsig stroef soms, oer-liollandsch stroef
in zijn saplooze degelijkheid. De ver
schrompeling van zijn schoonheidsverlan
gen toonde hij vooral door zijn eenzijdig
heid. Het realisme werd uitgesloten, dood
verklaard, de symboliek, de z.g. vergees
telijking gehuldigd en aangeprezen. Ware
het omgekeerde gebeurd, het zou zeker
evenzeer getuigd hebben van eenzijdigheid.
Karei Alber- j gebrek aan ontvankelijkheid. Er is maar
Van Deyssel, één mooi, en voor dat mooi zijn alle mid
delen, zijn alle -ismes en -ieken even goed!
Doch ook Verwey hebben wij dankbaar
te blijven voor het door hem geschapen
mooie, in zijn begintijd en ook wel later
nu en dan. En zoo is er ook reden tot j
dankbaarheid jegens Frederik van Eeden,
die het schoone bundeltje Enkele erzen
schreef, den overtuigenden eersten bundel
Studies, ja, eu ook De Kleine Johannes
ofschoon in dat eerste jeugdwerk, liet
proza, waar De Nieuwe Gids zoo tactvol
mee aanving, al heel wat aanwezig is van
dat hollandsche betweterige, schoolmees
terachtige cf preekerige, waardoor dit groot
talent velen onzer later vaak zoo onuitstaan
baar worden zou. Van Eeden is tegenwoor-
dig een zéér populair schrijver, en po-
pulariteit - men moge ervan z ggeti wat
men wil bewijst altijd een zekere kracht
en macht; er gaat blijkbaar een sterke sug
gestie van hem uit, vooral op vage ijk-
godsdienstige gemoederen, zooals er li
den-ten-dage immers zoovele zijn, e-
niet enkel onder vrouweniu dezen pul
feetachtigen, plechtig-gewiohtig do-snden
auteur met zijn Messias-allures vinden zij
althans eenig houvast, en dat is het im
mers, waaraan zij, hij gebrek aan levens
beschouwing, in de eerste plaats behoefte
hebben. Wat vele litteratoren, speciaal den
lateren Van Eeden zoo kwalijk nemen is
vooral dat hij, met zijn onmiskenbaar
groote schrijversgaven, iu liet bewustzijn
en de zelfverblinding der populariteit, soms
zoo erbarmelijk schrijven kan, met zoo
veel valsclt pathos en zooveel valsche beel
den. Van Eeden is zeer zeker geen figuur,
die wij verwaarloozen kunnen, al te veel
zelfs dringt hij zich aan onze aandacht
op; ook daar, waar hij aanvankelijk van
plan schijnt ons nu eens iets anders te
laten zien, stelt hij ten slotte zijn figuur
altijd weer tusschen ons en datkunst
object, en zien wij altijd hem, altijd hem,
de modern-tweespaltige figuur, half dich
ter, half blikke dominee. Vau uitgespro
ken neiging' misschien humaner, chris-
telijk-meelijdend-meuschelijker dan een zij
ner t.ijdgenoioten, is ljij feitelijk individua-
listischer, zelfgenoegzamer en meer van
zichzelf vervuld dan zij allen. Naar een
soort gemeenschap, naar communisme
heeft hij genteend te zoeken, maar
het martelaarschap der mislukking is hem
tot nieuwe zoetheid geworden; nooit heeft
hij de zedelijke kracht, de nederigheid en
de loyaliteit kunnen vinden, zich als een
Uit Pierre Louys' roman „Aphrodite" is
een tooneelstuk vervaardigd. Dezer dagen
werd te Parijs de eerste voorstelling ervan
gegeven.
De Gooische schildersclub de X stelt
in eenige zalen van liet Stedelijk Mu
seum te Amsterdam de producten ha-
rer leden ten toon. Het is eene arm
zalige vertooningEindelooze ritsen
doekjes met verf besmeerd zonder leven
of ziel en zonder verdere bedoeling dan
schilderijtjesmakerij, zoo lief mogelijk, om
ze aan den man ie brengen, het publiek
behagende plaatjes. Hersenwerking ont
breekt. Het meeste van 't hier uitgestalde
hoort thuis in de Grand Bazar de la Bourse
aan den Nieuwendijk.
De eenige, die hier eene uitzondering
maakt is Van Nieuwenlioven.
Waarom al dat andere geschilderd werd,
in onbegrijpelijk. Het is met evenzooveel
hartstocht gedaan als die, waarmee onze
bakers kousen breiden. Maar dat was ten-
nog een n u 11 i g w
ren als 'i meerendecl
doelloos en banaal.
TOONEEL.
Zondag 29 Maart komt in den schouwburg Jan:
weg, te Haarlem, „Het Nederlandscli Tooneel", wee
met het aardige stuk Freuleken van Roelvink.
Dinsdag 31 Maart komt de Tooneelvereenigin;
directie Herman^ Heijermans, met het nieuwe stul
van „Sophus Michaelis", Revolutie-Bruiloft (Revoli
tious-Hochzeit).
Het oordeel der pers over dit stuk is over he
algemeen zeer gunstig te noemen.
minste
schildf
te loos,
erlc. Zóó te
hier, is nut-
P i ttör e.
Henry Luyten, uit Antwerpen, die tege
lijk met de X exposeert, is duizendmaal
knapper dan alle leden der X te zanten.
Tocli is zijne verzameling werken niet
mooi, vooral do portretten niet. Veel han
digheid, bravour en cranerie, maar weinig
sentiment. Eene „bulkende koe" maakt
daarop eerie gunstige uitzondering.
De uitgever L. J. Veen te Amsterdam
zond ons wederom een boek van Jeanne
Reyneke van Stuwe, een herdruk. Het is
de tweede druk van den roman „Huize
ter A a r". Uit het verschijnen van een
tweeden ctrtik blijkt niet slechts, dat de
eerste werd uitverkocht, maar tevens dat
de navraag of kans op navraag voldoende
zijn, om uitzicht op een goeden verkoop
der nieuwe oplage te geven. Wij wenschen
de schrijfster zulks dan ook van harte
toe. En den ondernemenden uitgever even-1
eens.
In den kunsthandel Van Gogli, Rokin,
Amsterdam, wordt heden een tentoonstel
ling van werken van Hammes geopend.
MUZIEK.
Concert-Vereeniging Haarlem's Muziekcorps.
Concert op Donderdag 19 Maart 1914,
's avonds 8 uur. Directeur de heer Ch. P.
W. Kriens, met medewerking van den heer
Jac. van Kempen, zang, Bloemendaal; Mej.
C. Teves, pianobegeleiding, Haarlem.
Op dit avondconcert, dat zeer goed bezocht was,
heeft het orkest louter bekende werken uitgevoerd,
wat ik voor afwisseling ook wel eens heel aardig
rond, want van e 1 k orkest klinkt het uitge
voerde toch eenigszins anders, al was het alleen
maar, omdat het aantal musici en de instru
menten zelf anders zijn. Nog daar gelaten de
plaatsing der orkestleden, en de persoonlijke opvat
ting van den dirigent en de manier van dirigeeren.
Reeds meermalen hoorden we van dit orkest de
Ouverture „Freischütz", die altijd bekoring uitoefent
door de friscliheid van melodieën en rhythmus.
Hierop volgde de „aria des Max aus der Oper
„Der Freischütz", die door den heer Van Kempen
met veel gevoel werd gezongen. Het is ook een
heel dankbare aria, waarin een zanger zich geheel
geven kan en dat doet de heer Van Kempen zefci
zeker. Daarenboven is de muziek zelf ook uiterst
welluidend en vloeiend, zoodat het misschien voor
velen met mij, een groote overgang was naar
No. 3 n.l. de Symphonie Pathétique No. 6, op 74
van P. Tschaïkowsky. Ik vond het heel merkwaar
dig deze Symphonie van d i t orkest te hooren
eigenlijk zou alleen de componist zelf kunnen ver
klaren, w i e beter z ij n bedoelingen weergeeft, want
dat is toch ten slotte de taak der uitvoerenden. Het
leek mij of men hier de symphonie wat lang vond
en wat zwaar misschien
Na de pauze eerst het „Vorspiel zu Lohengrin"
van R. Wagner, geen groot nummer, maar een
mooi nummer, dat ook echt in den smaak viel
en zeer goed werd uitgevoerd. Dc heer Van Kem
pen zong daarna vier liederen, n.l.
„Der Arbeitsntann" van G. S, Brecher, dat ik
heel matig vond, en verder drie liederen van R.
Strauss, waarvan vooral „Allerseelen" bijzonder vol
deed: ook het laatste „Zueignung" was heel mooi
en uitstekend voor stem en temperament van den
zanger passend, zoodat nog een toegift volgde. De
begeleiding van Mejuffrouw Teves was heel muzi
kaal en in harmonie met den zang. Tot slot van
het concert de Ouverture „Tannhauser" van R.
Wagner, die als gewoonlijk zeer goed werd uitge-
SP0RT.
Stormvogel sB loent endaal.
Op het nieuwe terrein der „Stormvogels" t
IJmuiden, had deze wedstrijd plaats. „Stormvt
gels" heeft twee invallers, terwijl „Bloemendaal
de volgende combinatie in het veld brengt.
Cassee,
Veldhoven, D. Metz,
G. Metz, K. Kemper, D. Houtgraaff,
C. Fris, H. Ides, P. Fris, J. Sluiter, M. Jansen
„Bloemendaal" heeft het eerst den vrij sterke
wind in haar voordeel en is daarom de jrjc'
aanvallende partij. Het nieuwe terrein is ech..
\erbazend ongelijk, hetgeen schieten zeer móe
lijk maakt. Ook de „Stormvogels" hebben e
last van. Na een kwartier gespeeld te hebbel
komt er meer leven in het spel. De spelers rake:
een beetje aan het terrein gewend, en menig
goede aanval wordt ondernomen. Toch mag h<
„Bloemendaal" niet gelukken te doelpunten. Eei
schot van Sluiter komt juist tegen den zijpaal
terwijl menig ander schot door den wind vai
richting wordt veranderd. De enkele uitvallen dc
„Stormvogels" worden door Veldhoven „H. C. S.
onschadelijk gemaakt. Inde haifback-hne van
V. V. 1." treden vooral Houtgraaff en Kemper o
den voorgrond, terwijl de linkervleugel der „Stornl
vogels", ook aan G. Metz een kwade partij lied
Een vlugge uitval der „Stormvogels" had bijna eJ
goal tot resultaat, maar Cassee keert liet lastig]
schot van „Witte Jan" uitstekend. Kort hiernf Gevone prijzen
is het rusten.
Na de thee is „Stormvogels" het meest dom
neerend. De witte achterhoede wc U echter va
geen wijken en geeft den voorhoede-spelers d
„Stormvogels" weinig of geen kans. Telkens c.
telkens komen zij echter weer terug en menig m
heeft hel witte doel angstige oogenblikken.
nu en dan brengt de voorhoede eenige oplm
ting, doch haar goede samenspel wordt teil'
door wind en de „Stormvogels"-achterhoede oil' 1
schept Eerst na een half uur spelen weet
rechtsbinnen voor „Stormvogels" het eerste cfc.
punt te maken, hetgeen hij even later herhaa
door niet een even keurig schot Cassee nogma;
te doen visschen. Het einde komt met een 2
overwinning der „Stormvogels".
De tweede prijs, welke „Bloemendaal" in
serie-wedstrijden der „Stormvogels" won, is bij dc
heer Van 't Riet, tegenover het Postkantoor, tc'
toongesteld. F.
y cu, 20 Maart,
jjBu; Augoivone Matinée
2 uur,
(Op verzoek).
DE ZEVEN DWERGEN
iTiiii urn i—ii i imiiiiii
luziek en leiding van Mevr. N. C.
HOPMAN—KWAST.
Balcon f 1,50, Stalles f 1.—,
rontloge en Parterre f 0,75, Zij-
ge f 0,50, Amphitheater cn
aanderij f 0,25.
Des avonds ten 8 uur.
Kon Vereeniging
Het Ned. Tooneel
Komedie in 3 bedrijven van
IIbrm. C. .T. Roelvink.
FRE'JLEKSNEMMA MOREL.
Aanvang 8 uur.
Zondagsprijzen.
Balcon 2,Stalles f 1.50,
rontloge f 1,25, Parterre f 1,—,
•ge f 0.75, Amph. f 0,50,
iderij f 0,40, plus 5 procent
uteuBsreeiit.
baandag 30 Maart,
Dir. WILLEM ltOYAARDS.
12de Opvoering van
BloemendaalR. C. H. (Haarlem.)
Deze wedstrijd had Zondag j.l. plaats op li
terrein aan den Meer-en-bergscheweg. Het elft
der „B. V. V." is nagenoeg hetzelfde als tegc
„Stormvogels".
Ofschoon wind en zon tegen, valt „Bloemendaa
't eerst aan, en houdt zij het spel een poosje
handen. Den „R. C. H."-achterhoede zet alle ze
len bij, om doelpunten te voorkomen, doch >N.V. Het Rotterdamse!)
Dir. P. D. VW IX'SDEN.
niet verhinderen, dat na tien minuten speler
Fris doorbreekt en met een goed schot zijn cli
de leiding geeft.
Den „R. C. PI."-mannen beginnen het nu oc
te meenen, en vallen onstuimig aan. Zij moet
echter in Schuurman en Veldhoven hun meerei
ren erkennen, terwijl Cassee zich ook niet on{
tuigd Iaat. Hoewel de bal nu meer op de ,t
V. V."-helft is, zijn de uitvallen van de wip.
nog uiterst gevaarlijk. Uit een dezer uitvsF*
schiet Jansen hard in, doch de „R. C. H."-dc
man kan nog redden. Aan den anderen kant g
het wel beter, maar een goed schot ontbreci
totaal, zoodat Cassee slechts weinig moeilijks
doen heeft. Even voor de rust komt echter toe
nog de gelijkmaker, als de witte achterhoede iets
langzaam is en den „R. C. H."-middenvoor niet
moeite heeft om ondankbaar te scoren.
Aanvang 8 uur.
Vrijdag 3 April,
iia zijn twee-jarige reis
door de wereld,
te geven door
or George Gonggrijp, opgc
duigen aan Albert Vogel.
speciaal bewerkt voor
LHKRT VoGRL door FaÏJÜICIÜ
Aanvang 8 uur.
Balcon f 1.50, Stalles f 1,—
'rontloge en Parterre f 0.75, Zi
ige f 0,5(J, Amph. f 0,25.
Zaterdag 4 April,
acht in 3 bedrijv' .n FRAK
IINULD en EKKsT RACJ
Gewone prijzen.
Aanvang 8 uur
Men wordt beleefd verzocht
bestelde plaatsen op den dag
Als na 5 minuten pauze weer is begonnen, hef le halen, ten einde stoornis d
„Bloemendaal" het voordeel van den wind.
Menige goede aanval wordt ondernomen; vo<
loopig echter zonder succes. Eenige corners
het „R. C. II."-doel leveren ook niets pp. Do
punten kan echter niet uitblijven, en als, na e
algemeen opbrengen. Fris den bal krijgt, vi
hij een tweeden goal te maken. Hoewel de „1
cing-Club" alle moeite doet, om tegen te scori
laat de „R. C. H."-achterhoede zich niet nu
verschalken. Eenmaal heeft „R. C. H." pech,
een prachtige voorzet van rechts door hun link
binnen bard wordt naastgetrapt! „B. V. V."
gelukkiger. Na goed samenspel tusschen Veldl»
ven, Ides en Fris, weet de laatste met een gof
doch houdbaar schot, No. 3 te maken. Kort daa
op blaast de heer De Vries, (die zeer goed M
deed,) tijd, en heeft „Bloemendaal" een web'
diende overwinning behaald.
Bij „Bloemendaal" speelden allen tamelijk goë
Bij „R. C. H." pingelden de meesten te vei
en dit gaf der witte achterhoede geregeld ge'
genheid. om zich te herstellen.
EFAl
iivoiuls aari bet Bureau te voc
Lumen.
Bureau van 104 uur.
V-.' UjN
Op Woensdag 1 April 191
des voornnddags 10 uur, zal De
ivaarder M J. WANING. iu
„Korenhollrs te Haarlem, a c
tant verkoopen:
Een prachtige collectie Sta
en Struikrozen, Rhot
dendrons, Coniferen, Vruc
boomen en Rcestergewass
Afkomstig uit de zeer -u;
)ekende Boomkweekefij van
Heer 0. vERWOERDT
Bosko°P'
Da»? 'e 1 oren te bezichtiger