i Sfo uiendaalsch Weekblad van ZATERDAG 4 APRIL 1914. TWEEDE BLAD. (Ir dit weekt)!, is tijdelijk opgenomen HET MIDDEN) 3uitenlandsch Overzicht. 'I en ons Bt andermans vederen tooi- 3i( veroork» 'n wij mis thans een paar finten. Krapotkin zegt ergens: „l>e ver- nwoor.lijiende regeermgsvorm, met Kote verwachting alom ontvangen, i» ai- le.t werktuig geworden van kuiperij, persoonlijke v, rrijking en van belemmering Yo' r den vooruitgang des volks En neer; Voorheen was liet groote bijge- jo -i in de politiek het goddelijk recht er parlementen." De schandalen met Wilson, schoonzoon n; 'Pu staatshoofd dezer derde Republiek, me, Panama stelden de veilheid, dc 11 heid., d< hopelooze jammerlijkheid \an Ie Fransche parlementsmannen op de 'mek. Vil deze lieden komen rechtstreeks *c>rt .de ministers, de regeerders van een fcg nblik weliswaar, maar van een ©ogen lik, waarin /i.i oppermachtig zijn. Het li u woord ij. schandaal Rochette -Cal- L te ikt het hoogerop dan de toch verlooj I, Kamer en Senaathet tast 11, personen mui, die /-ich deden opwer- u i tot Frankrük's regeerders. Het groote :loof in de politiek van het Frankrijk r twintigste eeuw was het goddelijk •ht der Ministers. Zal thans dit bijge- jcot' ven-liegen? buitetiw reld had reeds geruimen tijd it lucht van geknoei der radicale en so- jr listiscüie t i inistors, aan wie nu een jaar bi Ven ieder op zijn beurt de behartiging V;!)i - lands zaken werd toevertrouwd. De i; rlelijke lioten, den 16den Maart j.l. Pm tie ministersvTOuw Henriëtte Cail- 1; s gelost op den hoofdredacteur van Llr „Figaro", zijn tegen de bedoeling van (e moordenares geworden als scherpe scha len om door te knippen de banden van reb cl den -sch der regeeringskliek. Men raat nu zien ien ons makelijken lioop, die t! Fransehi- lemocratie op den rug hing. I.ii de stra 'dingen tegen Tliérèsc Hum- in rt a Ma iaine Steinheil waren regee- i kringen betrokken. Het loopt nu veel De daad van Mevr. Caillaux heeft r< geer le; /.elf getroffen, lien om te i." uinnen t t toongesteld als knevelaars van .•hl "ii i - ie, hen om te eindigen mis- iiiii zul tentoonstellen als mede-. rofijttrekker- van een oplichtersbende, 'ie is a, t bewezen, dat Mr. Maurice ruard, i ")aa, van Rochette, dienschit- i'endci, IV. -.ris, ten jaro 1911 den t.oen- iigeu tl in ter van Financiën, Caillaux, i li, ezen voorhield, dat de he ining 1 zaak van zijn cliënt diende daagd worden. Anders zou zekere r X.. Rochctte in eigen persoon ge- ken, mi; een geschrift voor den dag ien. d;u literst schadelijk zou wezen r Fratiknjk's financieele verrich ingen. llaux verwees den advocaat naar Mo- li oeiunaligen president 'van den inisterraz,d. Het is voorts bewezen, dat ■ze hoogste regeeringsambtenaar zwicht- voor dc bedreiging van den advocaat oplichters en hij den procureur-gene ed Fa bro gelastte de noodige stappen dom om de vervolging tegen Rochette tok, a. Do hooge vertegenwoordiger der ihtevlijkc macht voldeed aan dezen last i bracht Ven president van liet betrok- ■n hof er toe de zaak uit te stellen, tmcvcigo waarvan Rochette kon verdwjj- i, medepakking van reu goed deel :i zijn buit. "i volgend jaar was Briand minister Just-iti, Deze wist bij geruchte van pressie p Fabre geoefend, sprak hem t en verkreeg van hem op schrift tl "'dracht van de zaak. Men zegt nu I, dat Ih'iand -en wij zijn blij om nkrijk, dat niet te dik zit in zijn eer- sttiat sli den een ongerepte Aristi- 1 i.i ft o, k in deze affaire, maar wij 1 toch niet dadelijk in, of het zoo geheel i.ik vanhem gehandeld was, dat hij ueschrift van Fabre onder de roos 1 Hij stelde het later ambtshalve in tulen van zijn opvolger, Barthou. Deze, afgetreden, stak het in zijn eigen van oordeel dat het geen officieel was. Pas in de kamerzitting op den na de misdaad van mevr, Caillaux li Barthou het van de tribune voor- V/.eu. Daar vernam Frankrijk hoe het was met de vrjjlieid van zijnlioog- rechterlijke macht onder dit demo- iseii bewind. Daar verkreeg Frankrijk iwiiz.ingen, hoe dit democratisch be is uder de roede zat van een koning er de dieven. Frankrijk heeft zich des- niet bijster ontroerd. Het schijnt dit mi alles te kunnen vergeven. Er kan heel wat bij. Tocqueville heeft'al een ig jaar geleden den loop der demo te-. door dik en dun, door klei en bag- als onweerstaanbaar voorspeld en Mi wille is een goed ziener gebleken, i sli'-p sinds jaar en dag een kamer- ""mi-sjV van onderzoek in de zaak- het.u\ Die commissie, gewekt door de •"Men van de ministersgade, heeft zich re, lit lat en opdragen om desnoods met 't de getuigen te dagvaarden en hen "v i' verhoeren. Wij dweepen ook erg nvt de restanten van de reoh- ijda in i c kamer, maar vooralsnog komt pas in de kraam der droite, dat wa o'1 id naaktielijk onthuld worde, z' n hebben radicalen en socia- bij een ruim hangenden mantel der liefde. Dit aangemerkt, lijkt het een veeg teeken, dat de twee reohtermannen in gezegde commissie, Delahaye en Berry, hun ontslag hebben genomen, zich bekla gende over partijdigheid hunner mede leden. Komaan, de politiek kan niet be staan buiten politiciens en wanneer bij al te streng onderzoek het nu eens blijken mocht, dat het gansche gezelschap averij zou lijdenHet wordt niet meer ontkend, dat er een onfrissche rommel te zien is. Wat verlangt men meer voor openbaar heid? Goed, laat een zeker aantal repu taties gehavend worden, maar gij begeert toch niet de Republiek ontdaan te zien van al zijn loodsen en kapiteinen! Wie zonder zonde is, enz. De woeste Paul de Cassagnac schold eens, bij een verkiezing gevallen zijnde, de kamer uit voor een „caverne de bandits". Geen uitspraak zoo kras of er steekt iets waars in. Eilieve, maar dit bandietenhol is nu eenmaal on misbaar en in dit bol zijn de hoofden 't onmisbaarst en de manschap dient zijn hoofden te eereu. Behoort de heer Jaurès, dc voorzitter der commissie, soms zelf niet tot de hoofden? Wat gü niet wilt dat u geschiedt. Jaurès weet het wel. Hij kan zoo prachtig toornen en bijna ieder brengen ondei de betoovering van zijn leeuwen- stem. Zijn aard is niet zoo kwaad. Hij zal geducht aanpakken hen wien 't lust en velen terugzenden naar hun plaats met een vaderlijke vermaning voortaan beter op te passen. De democratie vermag haar beste mannen niet uit te werpen. Haar taak is nog niet vervuld en vereischt aller inspanning. Hebben wij in den aanhef niet een te groote beteekenis gehecht aan de revol verschoten van Mad. Caillaux? Wij ge voelen 'tte hoog gestemd was onze toon. Mismoedigheid overvalt ons bij het verder schrijven. Wat toch heeft Gaston Cal- mettc met zijn dood gekocht Het ontslag van Caillaux, dieii hij beschouwde als een ramp voor het land. Maar ondersteld eens, dat Caillaux werkelijk politiek had afge daan, met hoeveel Caillauxtjes, met hoe veel kleinere rampen zal Frankrijk opge scheept blijven. En waar zijn de journa listen; die om den goedigen Gulliver te bevrijden van zoovele kwellende Liliput- ters, hun leven zullen prjjsstellen? Want men waagt er de liuid aan. De roode lieer Thalamus heeft de eerste Judith der de mocratie een van geestdrift gloeiend bravo toegeroepen en om navolgsters gevraagd. En weest niet bevreesd, toekomstige wreekstors van uw echtvrienden députés of ministers. De democratie dit heeft deze geschiedenis geleerd beveelt in Frankrijk het gerecht en zal die maciht haar heldinnen ter vrijwaring doen strek ken. Clir. F. Ha je. Binnenlandsch overzicht. In de Tweede Kamer is aan de orde geweest de vergoeding aan den heer Doude van Troostwijk voor het doen vervallen van zijn rechtop het stoppen van treinen te Nieuwersluis. Volgens de heerschendc rechtsbegrippen zijn de bepalingen van een contract heilig. Het fameuze contract van 1854, waar op de heer D'. v. Tr. zich kan beroepen, houdt gezegde bepaling in. Er ware wel iets te zeggen voor het denkbeeld - - ook in de Kamer geopperd dat het al ge in e e u belang de opheffing van die be paling eischt. Maa: de juristen hebben gezegevierd. De gelukkige erfgenaam van da- oude contract zal f 100.000 krijgen. Let welhonderd d u i e e u d g u 1 d e n. Uit de beschouwingen, die men daar over hoort, blijkt dat wjj toch vooruit gaan. Men berust, maar neemt zic-h heilig voor nooit dergelijke contracten meer te sluiten. Het algemeen belang treedt nu meer op den voorgrond dan vroeger, het individueele wordt ingekrompen. Zoo wijst het kompas. Als de hoer D. v. Tr. nog zoo'n paar stationnetjes heeft, zegt de „Telegraaf", zou dat wel aardig voor hem zijn. Maar badinage a part sociaal recht vind ik het niet. Er zou nog veel over te zeggen zijn, maar de Redactie heeft mij verzocht wat minder uitvoerig te zijn. Eu daarom supprimeer ik een fraaie verhandeling, die mij anders uit de pen zou plippen. Veel nieuws is er niet. De Kamer is weer met verlof. Troelstra wil den Mi nister van Marine interpelleeren over den Bond van Marine-matrozen. Ook wil hij de reden weten, waarom staatsgeld wordt gebruikt om met Treub's geschriften over Marx de zee-officieren voor te lichten om trent hetgeen hun Marxistisch opge leide matrozen willen. En dat wil Troel stra niet. Wat liij verder wil, verdient toejuiching. Staatsenquête omtrent den toestand op de vloot. Want die vermeerderde zeemilitie bevalt toch niet. Eenige Kamerleden, o. a. Jhr. de Sa- vornin Lohman en De Beaufort, hebben hun vrijkaart voor het spoor teruggezon den met dezelfde motieven, die ik de vo rige week ontwikkelde. Maar ik las, dat De Beaufort reeds een vrijkaart had als commissaris van de Maatschappij Zeeland. Dat werpt op die terugzending wel een aardig licht. En als men nu uit Quack's „Herinneringen" iets weet omtrent het nauwe verband tusschen de S. S. en de Mij. Zeeland, wordt de zaak nog gekker. Ach, de tijd van Cincinnatus is voorbij. Maar het leven wordt ook moeilijk. In „De Standaard" dringt Dr. Kuiper aan op vergoeding aan Kamerleden, leden van Prov. Staten en Gemeenteraden voor rei zen, tot onderzoekingen ondernomen. Dat argument snijdt hout. Op die oplossing kan niemand tegen hebben. H. M. de Koningin heeft in Amsterdam schamele woningen bezocht. Handen ge geven aan de bewoners. Maar ook groot- iiidustrieelen, mannen van de beurs en van zaken rondom zich vereenigd. Met welk doel, daar wordt niet veel over gezegd. Er werd gemompeld over jiog'ingen om te bewegen tot het aanbie den van een oorlogsschip. Als dat zoo is, laat TI. M. de' Kamer, waar zij is. Non tali auxilio. Niet met zulke hulp. Zou zij dat bedoelen? Ik kan het me voor stellen. De Kroon blijft het hoogste. De vlieg wieltheorie heeft afgedaan. Ja, ja. Er komt behoefte aan een groot ideaal. Multatuli had gelijk met z'n „pa nache van Henri IV'. De toekomst is vol vraag'teekens. Vooral in de Oost. De Stille Oceaan zal eenmaal het tooneel van ver woeden strijd zijn. En wie weet wat er in Europa staat te gebeuren? Frankrijk rijp voor een krachtige monarchie Het is daar nu ©enigszins „verrot". Herleving' van Frankrijk is niet mogelijk zonder oorlog. Zweden door Rusland bedreigd. Krachtig nationaal beginsel is daarom voor ons noodzakelijk. Anders dan in '70 hebben we dan nu k 1 a u w e n. Vrijheid en democratie moet het wachtwoord zijn. (Het koningschap trouwens viudt zijn hechtsten steun in de democratie). Van veel zijden wordt dat bedreigd. Gees- t e 1 ij k en s t o f f e 1 ij k. Gelukkig, Lamlendig zijn we niet meer. Er is meer ruggegraat, meer zelfvertrou wen. Daarom zou eenige meerdere deel name- aan de buitenlandsche politiek niet ougewensoht zijn. Maar daar wordt in de Kamer bijna nooit over gesproken. Districts- en partij belangen gaan voor. Van politiek in groo- ten stijl is geen sprake. Ofschoon eerlang, als keizer Frans Jozef komt te vallen, de erfenis tot groote con flicten aanleiding kan geven. Zou de heer D<uys niet eens over de buitenlands che politiek Het is wat moeilijk. Maar enfin zijn ideaal is be reikt: „Doge van VenetiëZaandam". (On dankbaar land, dat zijn groote mannen niet eert!). L'homme ne manque jamais aux circon- stances. Laat ons hopen, dat Montesquieu gelijk heeft. Onze tijd is anders arm aan groote mannen. Sinds het schreeuwele- ïnent in de politiek de overhand kreeg, houdt het intellect zioh schuil „uit vrees voor mishandeling". Maar van uit hot „Binnenlandsch Overzicht" blijf ik steeds zitten kijken of niet hier of daar boven het gladde oppervlak der aliedaagsohheid een hoofd opsteekt, dat wat belooft. Belooft, als de storm ons om de ooren zal gieren en verantwoording zal worden gevraagd aan hen, wier onbeduidend ge klets of wier lawaai-stem denkers en werkers hebben belet, intijds storm- palen te slaan. Want de oceaan der ge beurtenissen nu rondom ons vrij kalm kan onverwachts met torenhooge golven ons op het lijf vallen. En noodzaken tot handelen. In 1867 ontving' Von Bismarck van den Franschen gezant Benedetti een compleet voorstel tot verovering en verdeeling' van Holland en België door Pruisen en Frank rijk. De ijzeren kanselier zette er op v o n Benedetti, en publiceerde het in 1870 in de „Times", Zoodat ik maar zeggen wilde, dat niets onmogelijk is. In de „N. R. Ct." werd iets verluid omtrent een voortdurend samengaan van alle vrijzinnige fracties. Van de „salon- laliige" sociaal-democratie tot de „ver stokte" Unie-liberalen toe. En daartegen werd gewaarschuwd. Waarom, kan ik niet onderzoeken. Maar of het mogelijk is, lijkt me problematiek. Daarvoor zijn de ver schillen onderling te groot. Marchant en Schaper vechten nu al voortdurend. Hoe zou het zijn als in één partij Af schuw van gewetensdwang houdt hen links van de scheidingslijn. Maar dat is dan ook vrijwel alles. Overigens zijn de verschillen te groot. Groote figuren als een v. Houten treft men ook daar niet meer aan. En wie er nog is, wordt te oud. Zoo iets als een Gladstone zou hier noo- dig zijn. Want om wien zouden allen zich kunnen scharen? Om doldriftigheden van de soc.-demo- craten tegen te gaan heeft de liberale partij nog groote waarde. De vrijz.-demon craten (ik meen te weten, dat Prof. Hector Treub eens sprak vande waanzinnig- democraten van „me broer") vormen het oude radicalisme, „Arbeiter-frenndlich". en anti-kapitalistisch „angestrichen". En de soci's zelf durven geen verantwoorde lijkheid aanvaarden. Dat is in M3 geble ken. Nu „op de brug" is wel zoo aange naam als aan „de groene tafel". Daarom eerst maar eens de kat uit den boom gezien. Jos. v. Veen heeft menig boekje opengedaan uit de „cuisine" van het liberalisme. Natuurlijk blijft dat voor zijn verantwoording. Maar hij heeft rare no-ten gekraakt over de '„intégriteit". En of schoon ik uit den aard Verre word gehou den van de heeren, die besluiten, meen ik tooli genoeg te weten om over die „voortdurende concentratie" een zwaar hoofd te hebben. D-r. Kuyper zal natuurlijk zeggen: „bet rijk der duisternis is in zichzelf verdeeld". Zoover ga ik n a t u u r- 1 ij k niet. Ik grond me alleen op de „he melsbreed" verschillende programma's. Want de verschillende fracties kunnen niet gezamenlij k uit volle borst aan heffen „Men reken' d' uitslag niet, Maar teil' het doel alleen." uit Tollens' onsterfelijk: „De overwinte ring der Hollanders op Nova Zembla". H. A. R i 11 e r. Letteren en Kunst. Het was in 1898, dat de vierde druk van Vaïi Dia 1 es Groot Woorden boek der Nederlandse he Taal verscheen. Intussclien kwam eenerzijds een groot aantal nieuwe woorden voor nieuwe begrippen, technische uitdrukkingen en- zoovoorts, onze taal verrijkenverder was aangedrongen op het opnemen van meer Zuid-Nederlandsche en ook van Afrikaan- sche woorden en zegswijzen. Het is thans in de vijfde, vermeerderde en ver beterde druk van dit, terecht, befaam de boek, dat aan dit alles wordt tegemoet gekomen. In dezen nieuwen druk zal men ook bij de plant- en diernamen den wetenschap- pelijken naam vinden. Verouderde woorden en uitdrukkingen werden geschrapt. Indien deze echter van beteekenis voor de huidige taal zijn, wer den zulke woorden en uitdrukkingen be houden. Om dezelfde reden werden gewes telijke woorden gehandhaafd in dezen nieu wen druk, Wij noemden een en ander op om u te doen zien, dat het toch reeds zoo waarde volle boek in deze uitgave een nog aan trekkelijker bezit blijken zal. De letter is fraai en duidelijk. Deze nieuwe uitgave zal compleet zijn in 12 a 13 afleveringen van 10 vel a 80 cent per aflevering. In geen geval zal de prijs voor exemplaren in afleveringen meer dan f 10,bedragen. In den zomer van dit jaar zal het werk compleet zijn. Wij kennen door jarenlange ervaring de uitnemende hoedanigheden van Van D a 1 e 's Woord e n b o e k, en bevelen de inteekening op dit werk onzen lezers met warmte aan. Het Vlaamsche weekblad „Carolus" ves tigt de aandacht zijner lezers op de ca talogus van „De Nederlandsche Boekhan del" te Antwerpen. Deze catalogus bevat ruim 10.000 titels van boeken over onder werpen van den meest verscheiden aard. „Wie waren het ook weer", teekent het blad hierbij aan, „die zeiden, dat de Vlaamsche taal eigenlijk geene taal was en niet veel meer gold dan een patois Bij de regeling' der nagelaten papieren van August Strindberg is het thans ge bleken, dat deze uit 15000 beschreven vel len bestaan, deels aanteekeningen, doch meerendeels voltooide en onvoltooide wer ken. Til den Larenschen Kunsthandel wordt eene tentoonstelling van werken van Cor nells Kuypers gehouden. Op de Koloniale Tentoonstelling te Se- marang zal de Larensche Kunsthandel een tentoonstelling van Nederlandsche schil derijen, teekeningen, prenten en aardewerk inrichten. Racliilde (mevrouw Vallette), de gees tige boieken-kroniekschrijfster van de „Mf rcure" zal voortaan niet meer alleen hare overzichten schrijven, doch door an deren in de Verzorging dezer rubriek wor den bijgestaan. Voor een groot aantal belangstellenden is te Parijs de vierde tentoonstelling der „Dessiuateurs-humoristes" geopend. Er is veel belangwekkends te zien. Men vindt er werk van de grootmeesters in dit genre: Forain, Ibels, Steinlen, Willette, Veber, Hermann Paul, Léandre. En niet slechts teekeningen zijn er; ook schilde rijen, beeldjes, waaronder van de aller geestigste. Men lacht er, veel, luidkeels, gedempt, fijntjes, grofmen glimlacht er veelzeggend, alleszeggend; een enkele er gert zich er ook. Een koddig aanplakbiljet, ge teekend door Tito, Saubidel, roept den wandelaars toe „La Société des Dessinateurs-humoristes. J'en viens. J'y retournePour com- battre la neurasthénie allez faire une cure au jardin Zoölogique des Humoristes." De „enquêtes" zijn niet van de lucht af. Krijgen de mensclien er nog niet genoeg van? Thans heeft er wederom een „en quête littéraire" in Frankrijk plaats gehad onder schrijvers van naam. Men had hun ge\ raagd, of het boek dat zij zelf het best van hun werk vonden, ook door het publiek het meest gekocht was. De uit komst is dat 2A dezer schrijvers zoo on verstandig blijken tc zijn geweest een boek te schrijven, het van de ergste drukfouten te ontdoen en het dan als het beste van hun werk aan te merken, om dan latei- te bespeuren dat dit boek niet eens ver kocht werd, nota bene. En in plaats dan te trachten den tijd, dien ze met dat alles vermorst hebben, een beetje in te halen, gaan ze waarlijk nog antwoorden op zulke „enquête*'. Het is schrikkelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 5