Des avonds na acht uur gesloten
Weener Dameskleermaker en Bontwerker.
Bewaren van Pelterijen gedurende den zomer.
Jtote! Caf?-Jtota»rattt„Jtoyar
STEEDS
HEER
Mevrouw G. v. d BRINK
ersettep
TELEFOON 60 4.
wmmmmm
Oostyums naar Ülaaf
ss Oenre Tailleur ss
Prijs pt
nummer f
I
Rotterdamsch Tooneelleven.
Niet \yat or öp liet tooucol is gebeurd
in Maart mag liet belangrijkste .genoemd,
docli wat in verband met ons „Rotter
damsch Topneelgezelscihap" tie berichtën
valt, geeft deze topneelmaand. betoekenis.
Het weinige rooskleurige van den toe
stand, waarin de tooneelgozslschapppn, dus
ook het onze, verkeeren, was aanleiding
tot het in het leven roepen van eeno ..Ver-
eeniging to.t Instandhouding van een Rot
terdamsch Tooneelgezelscliap", die Maan
dag 80 -Maart haar eerste lctbnvcrgadering
houdt, waarna er gelegenheid zal zijn meer
uitvoerig over de rol, die zij zal trachten
te spelen, uit te weiden.
Mag het gezelschap Van K'ysden geen
ander is natuurlijk bedoeld van deze
zijde steun verwachten, een groot verlies
lijdt het door het heengaan van C'or v. d.
Lugt en Mej, Duymaer, die de lokkende
stem Van Verkade geen weerstand hebben
kunnen bieden en voortaan deel uit zullen
maken van „Die Hagliespelers".
Zij zullen worden vervangen door den
heer en mevrouw Chrispijn Mulder.
De „jonge" Chrispijn is ongetwijfeld een
zéér groote aanwinst, hoewel her te be
twijfelen valt, of hij ook in het tragische
zal weten te voldoen.
Het echtpaar Tartaud-Klein heeft het
nieuw contract nog niet get eekend; er is
echter alle kans, dat heide kunstenaars
voor Rotterdam behouden zullen blijven.
Van andere mutaties werd niets bekend.
Het trof niet bijster gelukkig, dat de
heer Van Eysden onmiddellijk na den
avond der oprichting van de ..Vereenigiiig'
tot instandhouding enz.", juist met een
stuk moest komen, dat zeer zeker niet
voldeed aan hoOg-artistieke eischeu, nu
door enkele debaters op bedoelde verga
dering den directeur van het Rotterdamsch
Tooneelgezelscliap een tekort aan artistie-
ken zin verweten was, mijns inziens niet
geheel terecht, daar ongetwijfeld d -ze ar
tistieke zin wel eens wijken moet voor
financieele overwegingen.
Hoe dit zij, „De Roode Pimpernel' kwam
niet op een gelukkig oogeublik en het heeft
ondanks eene prachtige aankleeding weinig
gedaan. Van Sprinkhuyzen, die het stuk
uit. den bekenden roman trok, wist het
ook niet spannend genoeg te doen zijn
een gezonde draak was her niet, een onder-
houdend spel als „Arsène Lupin" e. d.,
waarmede het te vergelijken is, was het ook
niet. Zoo liet het vrij koel en heeft al weer
uitgediend.
Tartaud gaf een knap-getypeerden Pim
pernel; Van Hees een karakteristiek
Fraasch krielliaantje, leuk-parmantig: De
Jong' een óuderwetschen marqué.
Interessanter was een tweede avond, die
een oorspronkelijk stuk bracht; „Zijn Hei
lige" van Mevrouw J. van Ammers— Kiil-
lcr.
„Zijn Heilige" werd gebouwd op een
belangwekkend gegeven: de strijd, die ont
staat iu liet hart van een jongen van twin
tig, die iu teedere vereering tot eene vrouw
van dertig opziet, haar liefde wint en haar
aanbidt als zijn heilige, om dan plotseling
lot de ontnuchterende ontdekking te ko
men, dat zij in menschelijke zwakheid zich
eens vergat met zijn eigen broer.
Ér is zéér veel moois in dit tooneelspel
de taal, het talent, waarmede enkele ka
rakters geteekend zijn, de scènes, die het
doen; er is ook veel leelijks: het grijpen
naar grove middelen, het hinderlijke van
veel onwaarschijnlijks, dat de stemming
brak.
Mevrouw Tartaud, Lisa Mauhs en Cor
v. d. Lugt zijn er voortreffelijk in.
P. J. Blok.
Over de litteratuur varrna '80.
Lezing door HERMAN ROBBERS.
4) (Vervolg).
Mevrouw Roland Holst behoort niet tot
de eigenlijke Nieuwe Gids-figuren, Herman
Gorter wèl. Hij is een volbloed Nieuwe
Gidser geweest, liij is het betrekkelijk nog,
romanticus en individualist, ondanks zijn
groot en oprecht socialistisch 'streven. Zijn
„Mei", na Vondel misschien lie. schoonste
gedicht van langen adem, dat de Neder-
tandsche litteratuur heeft voortgebracht,
is vol romantiek in iedere dc nkbare be-
teekenis, en, door zijn uitdrukkingswijze
vooral, zoo individualistisch ais men maar
zijn kan. Maar tevens heeft dat gedicht
iets wat de gelijktijdig in Nederland ver
schenen litteraire producten alle missen,
iets wijsgeerigseen streven naar levens
verklaring' is er in op te merkenMei,
de actieve natuur, de eeuwigdurende
actie van het leven zelf, wordt bekoord
door het zoet gezang van Balder, de ideale
contemplatie, het passieve, b iweeglooze,
naar binnen gekeerde bestaan. Zij zoekt
hem overal, zij vindt hem ook ten slotte.
Doch Balder kan wel even mé haar zijn,
haar niet huwen. Een zuiver contemplatief,
in schoonheid verdiept leven is onmoge
lijk, wij allen worden tot actie gedwongen,
en in die nimmer eindende actie, dat voort
durende veranderen, is naast veel weemoed
toch ook zooveel schoons. Ziedaar de idee
van Mei, volgens mij. Een wijsg vrige idee.
In Gorter heeft altijd naast den groo-
t-en, krachtigen, zinnelijken na uurdichter,
de filosoof geleefd; wjjsgeerig denken mis
schien in even sterke mate als liefde tot
de schoone natuur, waarvan de menscli
deel uitmaakt, heeft hem tot het socia
lisme gebracht. Maar een socialistisch
dichter - wanneer men zóó zou mogen
noemen een, die de ontroering der dui
zenden naar broederschap verlangenden
monumentalen vorm geven zon - zulk
een socialisiisc-h dichter is hij zeker niet.
Ook in zijn „Klein Heldendicht", ook in
zijn ..Pan", is aldoor een krachtige dich-
-terspersoonlijkheid aan het woord, zijn vi
sies zijn z'n eigene, z'n zéér persoonlijk
eigene, en op hoogst individueoio wijze
geuit. Alle poëzie is verfijnde, ergeeste-
lijk te zinnelijkheid, een onzinnelijke dich
ter is een contradictio in terminis, de
bekoringen, waarnaar hij streeft, die van
rhythme en klank zijn in de eerste plaats
zinsbekoringen. Zoo is ook Gom er een zin
nelijke natuur. Hoe vaak ai vergeleek hij
p of do menschbeid met
liij in liefde omhelst. Maar
dichter als hij is, verwerkt
zijii aandoeningen lot i oëzie, het
de poëzie, dat hij de vrouwen, de
8e Jaargang.
de gemeeiisc'h;
een vróuw, die
hartstochtelijk
hij al
is om
natuur, dat hij nu ook de gemeenschap
zoo lief lieeft. Hoort, hoe hij 't zeil' zegt,
hij, de dichter, aan God Pan:
„Met al mijn bloed heb ik voou geleefd,
O poëzie, en, nu liet sterven nader komt,
Nu wil ik het u nog eens eenmaal zeggen.
Als kind voelde ik u reeds, o poëzie,
Niets kan ik mij herinn'ren of gij waart
Er iu. De wederschijn van mijn gedachten,
Die ik bewust werd in alle, waart gij.
liet zoete zeegefluistcr, Moeders stem,
De gang van mijne kameraden, 't licht
Der wereld, 't Loopen dor m-nsclien. De
nacht.
Alles was mij alleemg iets om u.
't Was ook om u, dat dc heb liefgehad.
Niets was mij liefde zelve dan om u.
Niets was mij het diepste genot van 't lijf,
Niets was mij der vrouwen donkere schoot,
Niets het vergetend offron van mij zelf,
Dan omdat ik diep daar in haren schoot,
Diep in liet eindeloos vergeten zijn
Niets vond dan u, u, u, o poëzie.
En toen heb ik u nog eens weer gezocht.
Voor u ben ik des avonds ver gegaan
In de vergadering der donkere mannen.
Daar was de zware strijd der arbeiders.
Die zee, die berg, die had ik niet gekend.
En daar ook moet gij wederom huizen,
O liefste poëzie, o poëzie."
Jacobus van Looy en Ary Prins maken
het zevental der voor mij meest represen
tatieve figuren der Nieuwe Gids-pcriodc
compleet. Zij zijn het vooral, die het sterk
plastische en kleurige, liet pictorale lca-
rale karakter aan dat tijdperk onzer let
terkunde geven. Over Ary Prins sprak ik
u de vorige maal en las u van hem voor.
Ditmaal wil ik u na de pauze van Van
Looy voorlezen; nu eerst nog een enkel
woord over hem.
Realisme en romantiek, plastische schil-
dering en symbolische stileering, lyrische
uiting en het gemeenschapsgevoel, dat
noodig' is voor liet volle, warme, epische
en dramatische verhaal, alles is in deze
groote figuur vereeuigd. 11 ij behoort tot
tie meest onbegrijpelijke aller kunstenaars,
liij is een wereld op zichzelf. Laat met
schrijven begonnen, meer dan 30 jaar oud,
toen hij al jaren lang schilderde en, met
een prix de Rome vereerd, iu Italië reisde,
heeft liij als coup d'essai dat meesterstuk
geleverd„Een dag met sneeuw". Het staat J
vooraan in den bundel die Proz a heet.
Maar van liet, oogeublik af, dat Van Looy
ziclizelveii als schrijver had ontdekt, is
hij doorgegaan in één lijn, altijd zichzelf
blijvend, herkenbaar aan ieder en regel. Be
oefende de virtuoos Van Deyssel alle stij
len, alle tonen, op gevaar af zijn eigenste
te verliezen, ontwikkelde Verwey zich in
een zij dig-verstandelijke richting, verliep
Van Leden in het dierbaar pathetische, gaf
Gorter zich aan politiek socialisme over,
Van Looy bleef zich immer gelijk. Rots
vast stond het in hem, dat een kunstenaar
in de eerste plaats moet z i e n, zien met
zijn heele ziel, zien iu volmaakte aandacht
en overgegeven innigheid. Is zijn werk dan
niets ais gevoelvolle beschrijving, is er
geen idee, geen wijsgéerighcicl in; liet is
beter dan dat. Het is niet alleen innig,
liet is ook hartstochtelijk en het is ook
teeder, liet is nooit droog filosofisch, het
is altijd mild en wijs.
Ik kan liet u niet anders duidelijk ma
ken: het geheim ligt in de wijze van zien,
het ligt in de tooverkracht der oogen.
Want Van Looy ziet, hetzij in werkelijk
heid, hetzij in zijn verbeelding, dat keilt
hij in diepste wezen, daar proeft hij als
't ware de essence van. Intimiteit is een
veel te zwak woord om het leven aan
te duiden, dat zijn beschrijvingen en ver
tellingen glanzen en gloeien doet. Hij ver
heerlijkt liet leven, de wereld. Wat hij
ziet krijgt als door de kracht van dien
blik zeiven een sfeer om zich heen, een
straling.
Persoonlijk is zijn werk niet alleen sterk
door de uitingswijze, maar ook hierdoor,
dat zijn eigen persoon er zeer dikwijls
in gebruikt is. De schilder in „De dood
van mijn poes", de gast in „De Nacht
cactus", de vreemdeling iu „Een Tango",
Johan in „Gekken", Theobald in „Reizen",
h
en ja ook Zobcdeus, de va- <iii
kind zoekt, het is alles V L< ze
Maar van zelfbepoeteling, van een z
opdringen, van een profetische of mart
laarsaiiure is nergens, maar ook n e i
geus, oeuige sprake; Even dichterlijk
objectief, van een even hoog plan, zie
liij zichzelf als de rest van de wereld.
Meiiischheid, voor menschen, menschel
Heeft hij gezien, gedacht
Zich zelf ook met de lenzen
Van zijne ziel betracht,
hij heeft het Rembrandt toegezongen m
zijn prachtige Ode. Het zou even goed
op hem zelf van toepassing zijn geweest.
Trouwens Van Looy is ai herhaaldelijk,
het eerst door Carel Schart en in De
Gids, de Rembrandt onzer litteratuur
genoemd. Dat is hij, en zal hij meer en
meer 1 .lijken te zijn. Dat niet iedereen de
„Wonderlijke avonturen van Ze-
bede us" begrijpen en genieten kan, is
wel duidelijk, maar dat Proza, Gekken,
Leesten vooral, nog altijd niet minstens
evenveel gek zen worden als Hildebrandt's
Camera Obscura, het is niet veel
minder dan een schande voor onze lezende
wereld. l)e Camera Obscura van Hil-
debrandt, uit oogpunten van sujet en geest
«enigszins met Leesten vergelijkbaar,
kan wal diepte en innigheid, kortaf wat
schoonheid betreft, niet in de schaduw
van dat boek staan. Naar mijn vaste over
tuiging is Van Looy's F eesten het
schoonste totnogtoe in liet Nederlandsch
geschreven prozaboek.
(Wordt vervolgd.)
v li „De la Station",
Stationsplein. HAARLEM.
Eenig adres
voor het geven van Diners en Banquets de
Noces, en het houden van Vergaderingen.
C0RSET1ÈRE.
Keizersgracht 717 - Amsterdam
Telefoon 1751. Ateliers voor ïteparatiën
:T:. r
T a./.
V .'-
- j''tb;'
6
•v-'.,..,, Aim'--'
Prijs pe
halfjaar f
hij voorni
faling.
Dit nummer besta
In dit weekblad
„HET MIDDEN", wa;
derlijke reeks is afgt
24 Januari l.l.
Bloemend
Dc vereenigiiig
dueling Bloemendaa
dagavond onder vc
D. Bakker; in deze
ring leidde de heer
van liet postkantoo
Ierweri Cooperate
indeze vergaderin
bat. Hoofdzakelijk v
peratieve woningboi
stand. Aller, erst de
peratieve bouwver
richt. Alles werd i
begrijpelijk beliandi
ware oen leiddraad,
worden gevolgdlie
inlichting en opvoec
den. Onder meer
nadruk gelegd op h
moet gedaan worde
li.ike of gemeenscli:
krijging van de pen
het stelsel van per
krijging, al kan dit
zucht bij de leden
wordt daarom dooi
voorwaarde gesteld
deeld eigendom bli
/.anien.
Wat de type vaj
spr. aan éénzelfde
te nemen, en eerst
plegen. Deze moet-
hoogste huur is cl
Als basis van bere
le nemen 8 pCt.l
- pCt. voor aflosÊ
onderhoud. Voor f
spr. heel aardige i
den; een groot mo
(lore woning was
wezig.
•Spr. waarschuwt
claar niet opnieuw
leend, als eenmaa
is. Het verdient at
hunnen vrouwen c
o]i de inrichting t
gen kunnen aange
i otaalbouwsom vot
ling gelijk zij. Ext
den, na vooruitbet;
worden aangebrac
De eerste moeil
('en bouwterrein
keuze niet; de afs
zij niet te ver, de
reiken, zoo mogelij
zijnliet terrein
aan cleze eisclien.
Spr. gaat na de
oprichting, die va
verkrijgen der ree
en ^deelt mede de
i e hebben verkreg
de Glercq, den bek
ningcoöpera.tor, di
ga (lering verschee
r Na de pauze 1
1 wisk het verkriji
hypothecaire» wa;
verhuren bestaat
sprake! ijk voor dr
nicenljjk 100 pCt
verkrijgei
Spr. herinnert
in. ni. 40 coöpera
Bin, die alle met
verleen.
'et Witte Kru
'horveen heeft oei
'•ij zal dit zeker
stollen.
Hoe kom» men i
{rond. waar de
ounr is, 'waar he
veilingen zoolang
°i' ook vanwege
".sollied s'aat va
•'v'it cht een fou
'llt best mu acht*
JHoonteliike grond
"j de groote gre
'('staaf: voor de 'c
'!i hoeft. hier ee
de wegen en pla
md-aaiikciup-öo
'uarchandeerd w<
"Tond-exploi tante