ALGEMEEN, WEEKBLAD L ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1914. No. 31 Kantoor voor redactie, administratie en advertentiën Gedempte Oude Gracht 63. Telephoon 141. HAARLEM. Buitenlandsch Overzicht. Binnenlandsch overzicht 8e Jaargang. Het Bloemendaslsch Ueehblai Prijs per halfjaar fl.*o by vooruitbe taling. Prijs per nummer f0.10 Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. wam Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. In dit weekblad is tijdelijk opgenomen „HET MIDDEN", waarvan de eerste afzon derlijke reeks is afgesloten met No. 34 van 24 Januari l.l. RIJKSPOSTSPAARBANK. p< 'irorteur der Rijkspost-spanrbank verspreidt hot volgend bericht: i: do talrijke aanvragen om terugbetaling, welk dezer dagen plaats hebben, is liet den iliri'. i»iir der Rijkspostspaarbank gebleken, dat bij - .nmigo inleggers door de oorlogsberichten oiiLM dheid gewekt is over de veiligheid hun ner jaargelden. D.um hem wordt er daarom op gewezen, dat voor <li( ongerustheid geen enkele grond beslaal. Immer-, de Staat der Nederlanden waarborgt :oini' eenig voorbehoud aan de inleggers de terii'-^iiaf hunner inlagen en de betaling der verg ilahligde renten. Wat er ook gebeure, dit >1 aai lus vasty dat de inleggers kapitaal en rente zulleterugontvangen. ilden. die de inleggers terughalen en onder eii< bewaring nemen, kunnen door verschil- 1» omstandigheden, als oneerlijkheid, brand, ei./.. rloren gaan, doch wat bij de Rijkspost- Inik is ondergebracht blijft ten allen tijde ndom, zij kunnen het niet verliezen, il i rs van Staatsscliuldboekjes worden er op n. dat de Staat de volledige nakoming •rgt van de verplichtingen, welke aan de sl miik tegenover hen zou zijn opgelegd. OORt-Ofc? Will is er nu eigenlijk aan de hand Kr is reden deze vraag met alle kalmte in allen ast to overwegen. Waarom zenuwachtig? Ni nnd. met gezond verstand, heeft oorlog g'.'Wo-N.'hfc of wensclit dien nu. Van de gevolgen v;iii don oorlog heeft elk een afschuw. Persoonlijke heldhaftigheid in romantischen zin, koint tegenwoordig in den oorlog niet meer to [i;i De oorlog is een zaak van verstand, van Lield. van vernuftige toepassing van technische kenni en van wil. W;it i> er dus eigenlijk aan de hand Kon ramp wellicht ook voor enkele ons om- riti'jjoiule volkeren, welke van onmiddellijken in- vlood zal zijn op oils dagelijksch leven, nu en in do naaste toekomst. Wij zijn een deel van het Europeescli geheel en in zoover lijden wij mede. ook ui worden wij niet onmiddellijk in den eigen lijk» n strijd betrokken. Maar er is nog iets an der^ Wij vormen te zamen ook een eigen geheel, •on gomoensehap met Nederlandscho karakter- trokkeli. En deze zijn het, welke niet anders in hot geding komen, dan om ons op den duur nllo moeilijkheden op onze eigen wijze te boven te doen komen. 1 'Ood trouw onder ons is wet, en als uitvloei- s,,i van de goede trouw der individuen is er onderling vertrouwen °P elkander van allen di< Nedorlandsch spreken. Er is vermogen onder ons tot het lijden van ontbering zonder morren. De zin tot zuinigheid is in ons volk nog niet gestorven. Het is taai van geduld, en h jiii>t ill moeilijke tijden een hoeveelheid kood lnunmii. die over lijden heenhelpt. Wij ijn hulpvaardig en godsdienstig van aaul. b'- oene eigenschap zal ons gastvrij doen zijn jegens elkander, do tweede berustend in ge- va'1 mot alles gaan moclit. gelijk wij het weu- v ,li>. Wij zijn praktisch aangelegd en voY.oeri- ('(l nuchter om elk onzer partijdige finantiet le °f politiek» idealen tijdelijk op te bergen dair W:I:U' wij iets bewaren willen voor de toekomst. <l zlin over het algemeen sterk van lichaam en kin van zintuigen, ons bloed is gezond, en het 1 'ei en m de open luclit, gelijk do oorlog dat medebrengt, zal van ons nog sterkere en bruik baarder individuen maken. Wij zijn vrijheidlie- veI'd aangelegd, maar de noodzaak zal ons loeren, en ons loeren liefhebben organisatie, voor zoover die onze liefde nog niet had. De ge dachte. dat wij onze vrouwen en kinderen en ouders niet, willen overleveren aan de willekeur van vreemden, zal ous eenparig ons doen scharen iondom onze met, beleid maar met vasten wil op- 1 Halende rogeering. xVfgezien van politiek inzicht, afgezien van rang of stand, afgezien van verschil \.ni godsdienst, of ras zullen wij rondom de ko- "mgm. die geroepen is, deze dreigende tijden aan ous hoofd mede te maken, ieder op eigen wijze be- 1ken, dat de schoone mogelijkheden, die de Xederlandsche volksaard nog in den schoot draagt later toch nog verwezenlijkt kunnen worden. En dit alles zullen en kunnen wij doen zonder de Amerikaansclie humbug ,Engelsche bluf. Fran- sche blague, Italiaansche opgewondenheid of Duitsche Schwarmerei: kalm. Deze kalmte kan ons redden. /V Wat is er nu eigenlijk aan de hand Er zijn omstandigheden ingetreden, waarbij het kan gaan om dood of verminking of verarming van onszelf, van onze naaste betrekkingen, van dui zenden onzer landgenooten. Maar is dit nu eigenlijk wel heel veel anders dan ons ook in andere omstandigheden dagelijks kan overko men Eigenlijk niet. Wat de sociaal-democratie noemt de bour geoisie, waarmede worden aangeduid de men- schen die heeten, zonder zorgen te kunnen leven omdat zij zich de zorgzaamheid van anderen koopen. het is in ons land zulk een weinig tal rijke groep. Ziekte, dood. armoede, ook in ge wone tijden tellen ze hunne slachtoffers bij dui zenden. Het gaat in een oorlog wel anders toe. dan in zoogenaamden vredestijd, maar zou alles bijeengenomen het, lijden der menscliheid daarin zooveel zwaarder zijn Hoe liet zij, wij hebben j dezen tijd door te maken, ons voorbereidende op den nieuwen tijd. die daarna komen moet. Laat ons. terwijl wij verlangend uitzien naar liet einde, bedaard zooals dit den Nederlander be taamt, elk doen wat zijn dagelijksche plicht geeft ie doen; laat ons al het. mogelijke in liet werk stellen, eiken ambtenaar <le uitoefening van zijne verantwoordelijke taak te vergemakkelijken, laat ons van binnenlandscbe twisten den strijdbijl be graven. en hard werken in vast vertrouwen op ons goed reelit om als zelfstandig volk deze door onze eigen krachtsinspanning tot een paradijs om geschapen plek gronds te blijven bezitten, zonder dat een die een andere taal spreekt dan de taal onzer moeders, daarin en daarbij iets te zeggen heeft. Oorlog voeren, ook ter verdediging is een droe vige zaak. goed oorlog voeren is een technisch vraagstuk. Aan de krijgsmacht te land en te water, van welke wij weten, dat zij die techniek verstaat, g ven wij met vertrouwen de toekomst van ons land, ons volk, ons koningshuis, onze gezinnen in handen. Van onzen kant geen gejeremijeer, geen lafheden, in woorden zoo min als in da den. geen opgeschroefd of zenuwachtig, gepraat, ook niet in de pers, maar kalme plichtsbetrach ting en „alles zal reg kom." Christel'jjke Liefde. „Hieraan zult ge ze herkennen, hoe lief ze elkander hebben." Een lezer van ropmsche tijdschriften en bladen zal zich gedurig afvragen, of die spreuk uit de oude christentijden ook lieden nog van toepassing is. Algemeen stuit men op een razen, schelden en tieren, wat voor een ge woon meusch afschrikwekkend is. Ge begrijpt, dat dit niet alleen in de pers zoo. is. Een tamelijk geregeld bezoeker van roomsche vergaderingen weet, dat de heeren geestelijken elkaar daar geducht den mantel welen uit te vegen, maar dat is nu eenmaal „onder ons". Iedere rooinsche weet ook welk een afgunst er bestaat tusschen wereldgees telijken en ordesgeestelijken, ook „on der ons". Menige leek lieoft het reeds herhaal delijk aan den lijve ondervonden, dat het gewoonlijk kwaad kersen eten met de heeren geestelijken is.. Ook dit blijft gewoonlijk wel .„onder ons". Wat in de pers geschiedt, blijft ech ter niet „onder ons". En het is zelfs zeer1 goed, dat het den volke bekend wordt gemaakt.Daarom zullen we de meest treffende staaltjes hier gedurig aanhalen, dus een rubriekje ervan ope nen. Misschien dat het helpt I. Pa.ter Borromaeus de Grecvc op de 12 Juli j.l. te Tilburg gehouden verga dering van de R. IC. Spoor- en Tram- weg-geheelonthpudersvereenigingen. „Pater Ildephonsus is de man, die steeds gereed staat, als het reine kleed der drankbestrijding door een viezen „inktwerper" wordt bespat. Aan Pater Ildephonsus is liet te danken, dat deze inktwerper van het terrein is wegge jaagd. Die inktwerper kan nog wel schelden, maar niet meer redeneeren." Die inktwerper isRector Thompson. 't Slot van de rede is, na. het voor gaande, al heel mooi „Laat den laster snerpen en razen, wij zullen doen opvlammen liet liefde- v u u r." II. Rector Thompson, ook niet voor de poes, raadt zijn mannetjes in „Rome" aan de vergaderingen, waar Pja,ter B.or- romeus de Greeve en consorten spre ken, te boycotten. Commentaar overbodig III. Rector Thompson in „Rome" van 18 Juli 1914 sprekende over de roomsche bladen, uitgezonderd dan de Maasho|de, de X. Haarlemsche Courant en de N. Eindhovenscbe Courant: „Een strijd, zoeals die in de laatste jaren gevoerd werd, laat in oneer lijkheid en in ontoelaatbaar- li e i d van m i d d e 1 e n alles achter zich wat wij ons op dat gebied herin neren." „De .strijdnianieren (van die bladen) dagelijks ver beneden peil." „De strijd is er alleen, omdat men te genover het argument niet anders weet te stellen dan schimptaal en lioonende bejegening tegenover rustig betoog en gedachten- wisseling niet anders .dan de machtsvraag en liet prestige eener meerderheid, die voor een niet gering deel door terrorisme wordt bijeen gehouden." Durcli sin ei nes sterben »tarp ril manegier inuster kint. Deze sombere regel uit het Nibelun- genlied scheen in de ure, dat wij dit schrijven, van toepassing te zullen wor den op den clood van den aartshertog Frans Ferdinand. De vorstenmoord, te Serajewo zou geboet worden door den algemeenen krijg, ter kenschetsing van welks ontzettendheid geen enkele taal nog een juist woord bezat'. Hoe zwak stonden tegenover zulk een overweldi ging van de kudden door de wolven de goede vrienden des vredes en de arbeiders in liet rijk der verbroedering. Tolstoi, Dunant, Bertha v. Suttner had den gelukkig voor hen zelf reeds de oogen gesloten. Die geldmacht, die thans geen oorlog begeerde, zou 't nu moeten afleggen tegen de bedienaren der ver nielingsmachines, welke eindelijk in beeken bloeds haar rente zonden gaan opbrengen. Duistere rassenhaat in het Oosten zou in zijn toomelooze uitbalde- ring mederukken de beschaving van het Westen. Helaas, een dier groote sta ten van het Westen had zich met have, lijf en ziel gegeven aan Rusland, dat dus tot beschaming der menscliheid er prat op kon gaan de beslissing oogen- schijnlijk in handen te hebben, terwijl in het hierbedoelde Frankrijk de demo cratie, die een macht des vredes had kunnen zijn, een nieuwe aanduiding ver schafte van innerlijke vermoddering door een stuitend geding, waarin moord door rechters werd goedgepraat, waarin een brallend burgermanpoliticus als Caillaux de justitie, die zulks volko men verdiende, als een v*od onder zijn schoenen kon trappen, waarin een vroe ger verdediger der gerechtigheid als La bor! de rechtzaal gebruikte tot een tempel der eere voor de misdadigheid. Men zag weliswaar Engeland zich ont trekken aan het benauwend gezelschap van Rusland en Frankrijk en sir Ed ward Grey, den verstandigsten staats man van dezen tijd, pogingen doen, ge lijk hij dit tevoren in 191213 had ge daan, ter bewaring van den vrede onder de Mogendheden, maar het Vereenigde Koninkrijk, door de lersche quaestie, waarin reeds bloed was vergoten, in zijn eenheid verstoord, scheen zijn eigen positie niet vast en hecht genoeg te achten om, als zijn stappen tot bemid deling faalden, een door daden te vol gen waarschuwing toe te dienen aan degenen, die zich zouden ontmaskerd hebben als de ware verbrekers des vredes. Wie dit zullen zijn, 't is niet te be palen. Rusland wordt sterk verdacht en met reden. Maar het Tsarisme kent zijn zwakke punten zeer wel. Die groiote werkstakingen te Petersburg, Moskou, Bakoe en elders in het Rijk zijn een aanwijzing voor hetgeen gebeuren kan bij den eersten tegenspoed der Russi sche wapenen. Die revolutie van 19045 zou een kleinigheid worden bij de ver gelding, die nu door de volken van het Rijk geoefend werd voor de trouwbreu ken en het beulswerk hunner regeer ders. Wat de Eransche Republiek aan ging, zij had milliarden te verliezen als Rusland over den kop sprong en met een leger en marine, aan welker hel denmoed niemand twijfelt, maar wel ker ongereedheid door deskundigen als de heer Charles Humbert in den Se naat onbewimpeld beleden is, zou het, daar Engeland zich ter zijde hield, tegen het Duitsche Rijk niet kunnen opko men. Dit laatste had zich trouwens ge spoed met een niet te misduiden wenk aan de regeering der Republiek, van niet te zullen dulden, idat zijn bondgenoot bemoeilijkt werd in het kastijden van de Serviërs. Zoo moest Frankrijk, bo vendien door een arglistig Italië be gluurd, zijn wrok verbijten en gedwon gen de meerderheid van den Driebond erkennen. En ten leste de Oostenr.-Hong. Monarchie, die Servië den oorlog aan deed, was zij de schuldige? Inderdaad stelde zü zulke harde, vernederende eischen, dat haar booze wil aanstonds onmiskenbaar was. Echter, hoe klein en onwaardig ook de behandeling van Servië door Oostenrijk dikwijls geweest mocht zijn, het was nimmer te verge ten, da,t Servië 't er naai- gemaakt h|ad, dat er aan de overzijde van Dpnau en Sa.ve een toevluchtsoord was gevestigd voor samenzweerders, geduld en begun stigd door een regeering, die zelf uit misdaad was voortgekomen en dat het voor de Dubbele- Monarchie, naar ge lang de dagen van keizer .Frans Jozef krompen, een levensbelang werd, alvast met deze haar desperate bestokers af te rekenen. Natuurlijk bleef de grove fout van Oostenrijk, dat het zich zoo doortastend als nu, zoo weifelend had betoond in 1912. Had het' zich toen niet laten weerhouden door de verma ningen van het Duitsche Rijk, dat zich nog niet voldoende toegerust achtte, het had Servië met. meer gemak klein ge kregen en daardoor misschien oolc Tur kije uit de klem gebracht, welks over weldiging nooit had moeten zijn toe gelaten. Maar het is geen tijd meer voor beschou wingen. Gebeurtenissen vragen de aan dacht. alleen en zullen elkaar nasnellen als de golven der branding, razende te gen liet strand. Zootver de blik weidt, rollen de witgekuifde brekers aan. De vóórwering is reeds stukgeslagen. Of de strandmuur zal weerstaan? „Hier hat das Liedein Ende". Of het haast zal komen, het einde van dezen hangen stor'mzang, of dat het lang zal toeven? Chr. F. Ha je. Er is mij de opmerking gemaakt, dat ik de Nederlandsche taal vermink, ten eerste door te veel vreemde uitdruk kingen, ten tweede door het gebruiken van vreemde woorden, waar Nederland sche in overvloed te vinden zijn. De juistheid van die tweede opmerking moet ik erkennen. Maar, ik deed dat om eene algemeene giewoionte van dag bladschrijvers van den tegenwoordigen tijd te volgen, die als een haas met spek hunne letterkundige voortbreng selen doorrijgen met uitdrukkingen en zegswijzen aan vreemde talen ontleend. Ik wil hierbij de plechtige gelofte af leggen, dat ik, bekeerd van de dwalingen mijns weegs, voortaan slechts zuiver Nederlandsch gebruiken zal. Maar eene enkele aanhaling van spreuken in vreemde taal of zegs wijzen aan vreemde letterkunde ont leend, zal ik af en toe niet kunnen missen. Maar zij zullen altijd afgezonderd staan en geen deel meer uitmaken van den zin. Uitroepen dus. Geen onder- deelen meer. Mijn hooggeachte mede-overzicht schrijver lieeft. mij daartoe Overgehaald. Ofschoon Duitsch van oorsprong, zal ik den Nederlandsclien stam getrouw blij ven. Leve het Nederlandsch! Weg met de uitlieemsche veeren. Leve het Ne derlandsch Verbond en de taak, door Coers ondernomen. Ja, ik heb: gisteren een zeer leerzaam gesprek met Doctor Haje gehad. En

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 1