laas
is 1914.
idereo
Kcïncti,
our.
ALGEMEEN] WEEKBLAD
ZOON.
DORT.
)|ectie
:tdat haar Magazijn
>7jen is van een
ürfUseïer).
Dogtchtend,
OREN.
AAL,
?UTTERSWAREN,
/LEESCHWAREN,
DAAL
I RANDE
deaux.
E T AAS.
7 -esrv
IKÏEREE1I0IN0
ïR (Hoofddorp)
je Sierkan
straatweg 6g
A004.
ogst hygiënisch.
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie:
Gedempte Oude Gracht 63. Telephoon 141. HAARLEM.
I l
PCF'PEN DOKTER".
'11, ZIÉ
voor
irecteu
('11, ZlVMtell (;n
cliri€t^van\l)r.
van liet Kinder-
die t1 bleek en zwak
rillen gebruiken, gezond
ze dan I's mórgens een
zult evir de resultaten
f o.öo.
voor
ui - \erdeuhout.
Telef. 15113.
igienfabriek, GROOTE
arradig mochten zijn, iu den
de kappen in elk gewensoht
kappen 1e vervaardigen, zooals:
ijden- en Kralenfranjes,
TeBefoon 1774.
komen tot het geven van alle
x
m
T DE CLERCO.
EGORH - LISSE.
Prolongatie,
waring.
>ketten)
lillegom.
&EEFÊ
e u r i g e en s in a k e 1 ij
8e Jaargang.
ZATERDAG ,28 NOVEMBER 1914,
No. 48
j HofSeveranc«®rS>
1. Telefoon 15*3-
Het Bloemendaalseb (üeekblad.
Prijs per
halljaar fl.5"
by vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.10
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
In dit weekblad is tijdelijk opgenomen
„HET MIDDEN", waarvan de eerste afzon
derlijke reeks is afgesloten met No. 34
van 24 Januari 1.1.
Toegangskaarten voorde lezingen
van Dirk Coster zijn nog verkrijg
baar aan onze adressen Ged Oude
Gracht 63, Haarlem, en Vijverweg
7 te Bloemendaal.
Geen onbehoorlijkheden!
Nabil het Merwede-kanaal bevindt zich
in diepte naast den spoordijk, een tuin
met houten buitenhuis, volgens scherpzin
nig heden op een betonvloer geplaatst,
en (Stemd voor Duitsch geschut ter be-
s! van de stelling Amsterdam. De
ei ,v .'.ar immers is een Duitscher en alles
wat ••i'tscli is, is in ons land verdacht. Wij
mts.-n, dat goede trouw wordt veronder-
steld ui kwade trouw bewezen moet zijn,
ah "reus ze mag worden uitgesproken.
Daan a weigeren wij voorloopig, aan eenig
ver omtrent Duitsche oorlogstoebereid-
'.p Nederlandsch grondgebied, geloof
hten. De beschuldiging is infaam.
men beschuldigt iemand, die hier
heid geniet, van die gastvrijheid
uii-.l'L uik te maken om zijn gastheer naar
het leven te staan. Qemeener schurk ware
lenkbaar dan die zoo iets deed, en de
vreemde regeering die met diezelfde in
Neds" j gehuisveste spionnen zou voeling
houden, ware van .gelijk kaliber. Een ieder
ga toch Je verbreiding van zulke verhalen
omgeving zooveel mogelijk tegen.
Om voorbeeld te geven, wenschen wij
t«. omen tegen de onbehoorlijke dwaas-
huüti: welke op grond van verklaringen
va:: naaisters en stoven-zetsters in Aerden-
:r de ronde doen omtrent de geschikt-
1 van den uitkijktoren en de terrassen
het buitenverblijf „Kareol". Wat weer-
het is nog al duidelijk, dat een toren geen
graaf is en men op een granieten ter-
met beter gevolg een stuk staal kan
plaa tsen dan op een deventer-koek. Maar
.'t daarom de kunstzinnige, ontwikkelde
Nederlander, die de deze streek ten goede
komende inval had in Aerdenhouteen
kasteel te zetten, dat een sieraad is van land
en streek, belaagd worden met plompe ver
denkingen
He geheele wereld rondom ons land is
gek; en het gekste is, dat wij zelf binnen
in die omgeving allerlei gekke dingen moe
ten doen, om niet ook gek te worden; maar
laat ons het niet overdrijven. Nog altijd
blijkt geldig het recept, dat wij zoo vrij
waren bij het begin der mobilisatie ten
beste te geven: kalmte en nuchterheid kan
ons redden.
Spreuke uit de leerzaal van zuivere rede.
(de zielkunde inhoudende).
Toegelicht door Ester Vas Nunes.
III. t
1 430. Geen geest zonder natuur, geen
leven zonder het levenlooze, geene leven
looze natuurlijkheid zonder levenloos „ver
stand".
I'e eerste twee deelen der spreuk zijn
verbizonderingen van de gedachte, dat het
hoogere niet is zonder het lagere. Is toch
het hoogere de macht over het lagere, dan
houdt het dit als opgeheven factor
in: de verhouding van hoog en laag is
weloverwogen die van volledig en afge
trokken, van rijk en arm naar inhoud,
net hoogere niet zonder het lagere:
ziethier den grond en de onhoudbaarheid
\an het depotentiëerende denken waar
over den volgenden keer. Het hoogere niet
zonder het lagere: maar dan vermag het
laatste voorbode te zijn van het eerste en,
omgekeerd, het eerste te schuilen in het
laatste. Hiervan nu noemt het laatste ge
deelte der spreuk een geval, aldus eene te
genstelling vormende met de beide andere:
„geene levenlooze natuurlijkheid zonder
levenloos „verstand", Anthropomorphisme
Onze P r ij s v r a a g.
II. (Slot.)
Er staat nergens geschreven, noch in de
geschiedenis, noch in het volkenrecht, welks
schending niet langer schijnt te vermogen
indruk te maken, dat Nederland onder een
soort voogdij of beschermheerschap van
Groot-Brittannië staat, en onze zeelui zijn
mansch genoeg zichzelven een veiligen weg
door de Noordzee te kiezen, zoolang zij er
op kunnen vertrouwen, dat wie daar ijverig
naar verdachte vaartuigen speurt, zich daar
bij aan de volkenrechtelijke en conventio-
neele oorlogsgebruiken ten opzichte van
neutralen houdt.
Hier raken wij het hart der zaak. Groot-
Brittanië, op een waarschijnlijk hemzelf ver
rassende wijze belaagd door eene marine
welke het minder waard achtte dan de
zijne, en niet zoo oppermachtig, dat het zich
deze van het lijf kan houden met gelijktijdige
inachtneming van de volkenrechtelijke ge
bruiken jegens derden, geeft zich nu den
schijn van recht tot vernietigen zelfs van
neutrale schepen, welke ter Noordzee zijne
marine in den weg komen, en matigt zich
ter zee ten opzichte van ons land iets soort
gelijks aan als Duitschland deed ten op
zichte van Luxemburg, met dit onderscheid,
dat Groot-Brittannië dit doet onder voor
geven vooral oorlog te voeren ten behoeve
van de kleine staten en dat Duitschland
aan Luxemburg althans schadevergoeding
heeft toegezegd.
Dat het voor het oogenblik voordeeliger
is ons over de schending van de neutraliteit
der Noordzee, die ook onze Noordzee is,
niet op te winden, wij gelooven het gaarne,
de groot-hertogin van Luxemburg kon met
haar legertje politiemannen de doortocht
der Duitschers ook niet beletten, maar daar
heeft dit niet geleid tot een zoetsappig aan
vaarden der rechtschennislaat ons niet
zoetsappiger zijn dan dje Luxemburgers.
Het komt ook niet in ons op de Britsche
aanmatiging ter Noordzee anders dan nood
gedwongen en als een feit te aanvaarden.
Maar daarnaast sta dit: dat de neutralen
zijn de bewaarders van het volkenrecht, en
dat wij, Nederlanders, niet moeten ophou
den met .ernstig en voortdurend en met
steeds meer klem te wijzen op en te pro
testeeren tegen de schending van dat
recht, aan het volledig te gronde gaan
waarvan de Europeesche samenleving zelve
en de samenwerking met Noord-Amerika
te gronde zouden gaan. waardoor in den
kiem zoude verstikken de idee van een
Europeeschen statenbond, de eenige orga
nisatie, waarin de westersche wereld na al
deze schokkende gebeurtenissen, weder tot
rust, dat is tot zichzelven zal kunnen komen.
Zoo zijn we ongemerkt doorredeneerende
toch tot iets stelligs gekomen en wel tot
is hier aan het woord, zeker, maar niet het
ondoordachte, doch het redelijke, zonder
hetwelk ook het zuiverste denken niet is.
Protagoras reeds noemde den mensch de
maat aller dingen; hoe anders kunnen wij
het andere dan ook denken dan door en in
eigen begrip Er is geene andere dan men-
schelijke denkbaarheid denkbaar. Geenszins
intusschen volgt hieruit de onkenbaarheid
der waarheid, integendeel. Onze rede moet
verband houden met de Rede, waarvan zij
eene vereindiging is; alléén zij in hare zui
verheid vermag de eene Rede in al het an
dere als eigen spiegeling te herkennen. In
dien zin zijn de werkingen der natuur be-
wustelooze, ja, levenlooze, voorteekenen ha-
rer eigen werkzaamheid, gelijk omgekeerd
hare kategorieën zinnebeeldig zijn toe te
passen op de natuur. Dit schijnbaar gefor
ceerd, doch niettemin in alle wetenschap
onvermijdelijk, overdragen van begrijpelijk
heden uit eigen binnenste op het andere,
wordt medegebracht door de verhouding
zelve van natuur en geest als die van het
onbewust en het bewust zijn van een en het
zelfde ware. En het ligt in de rede, dat na
tuurlijkheid juist aan verstand doet denken:
de realiteit der natuur en die des geestes
hebben het karakter der realiteit met elk
ander gemeen: verstijving. De zich verza-
een antwoord op deze vraag van den ge-
achten inzender: Wie bekommert zich in
dezen oorlog om de regelen van het vol
kenrecht?, waarop het antwoord luidt: wij.
Nederlanders, wij bekommeren ons zeer
ernstig om de schending van dit grooten-
deels ongeschreven recht, welks regelen
de ruggegraat en de stevigheid der bescha
ving worden moeten en met ijver hebben
wij, Nederlanders, eene historische taak
voortzettende, in de eerste plaats te zoeken
naar betere formuleering en dan naar eene
sanctie van dat recht, welks beteekenis
thans even groot is voor de toekomst der
moderne wereld, als de beteekenis van het
positieve Christendom indertijd is geweest
voor de wereld der antieken.
En tot slot nog eene praktische vraag.
Welk verschil is er tusschen de vrijheid
der open zee en de vrijheid der lucht? En
wie zou zonder wrevel en verzet het aan
zien als Duitschland straks de lucht boven
West-Europa verklaarde tot militair gebied?
De gevolgen van het ongehinderd beslag-
leggen op de open zee door een der oorlog
voerenden, schijnen ons van veel verdere
strekking te zijn, dan den heer A. D.
Red.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Lezingen Coster.
Wij herinneren onze lezeressen en lezers
nogmaals aan de beide lezingen, door den
heer Dirk Coster, criticus van „De Gids''
en „De (groene) Amsterdammer", te Bloe
mendaal te houden, en wel op de Maan
dagen 30 November en 14 December ten
8 uur in hotel „Welgelegen".
De heer Coster zal op den eersten avond
Flaubert en op den tweeden Stendhal be
handelen. Waar de heer Coster een zoo
bizondere studie van deze beide schrijvers
maakte, zullen deze lezingen zeer belang
rijk zijn. De toegangsprijs voor beide lezin
gen is 1,50. Kaarten zijn nog te bekomen
aan ons kantoor, Gedempte Oude Gracht
63, Haarlem, en bij mr. P. Tideman, Vijver-
weg 7, te Bloemendaal.
I)e Bloemententoonstelling.
Het was èen weelde, de aanblik der
zaal van café Rusthoek, waar de bloemen
tentoonstelling van de Tuin- en Boschbouw-
vereeniging gehouden werd.
Welk een buitengewone kleurenpracht
boden de smaakvol gegroepeerde chrysan
then, begonia's, ceneraria's, cyclamen, en-
zoovoorts; het was alsof men in een rijk
voorziene broeikas trad.
Er waren prachtige varens en bizondere
chrysanthen gekweekt door J. Wallenburg,
tuinbaas van „Wildhoef"; er was een vaas
met fraaie bruine chrysanthen van Mul
der, eveneens tuinier op „Wildhoef"; ook
een keurige verzameling palmen van het
zelfde buiten.
Van de firma A. van der Werff, vond
men er keurige begonia's, zeldzaam vroege
seringen en ceneraria's.
Chrysanthen van een geweldig mooi paars
werden gekweekt door Van 't Slot, tuinbaas
van den heer J. T. Cremer; chrysanthen
van fraai gele kleur en tango-bruine werden
door J. Jager, in dienst bij de familie Veth,
gekweekt. Boegschoten, tuinbaas bij den
heer J. C. Bunge, kweekte een fraaie croton,
waarvan de groen- en rood-generfde bladen
als zeer vreemd en tevens kostbaar aan
doen; Wallenburg, reeds genoemd, zond
ook een merkwaardige plant, een polyfolium
in, een soort van zachtgroene varen met
roode bolle stipjes als onze-lieve-heers-
torretjes. Nog zag ik er verder verschei
dene mooie inzendingen van C. Molenaar,
v. d. Werff, Wallenburg en anderen, en ten
slotte moeten wij als iets zeer eigenaardigs
vermelden een van allerlei soorten zaden
gemaakt, zeggen we: geborduurd tafe
reel, de wapens van Nederland en onze In
dien voorstellend. Vervaardiger is G. Koh
ier, tuinbaas van den heer G. v. d. Vliet.
De tentoonstelling (ten bate van het
steuncomité opgezet), werd, en terecht,
goed bezocht.
Anti-Oorlogs-Raad.
Dr. C. Easton, hoofdredacteur van het
„Nieuws van den Dag" en lid van het be
stuur van bovengenoemden Raad, zal op
Woensdag 2 December, des avonds ten
8% uur, in hotel „Duin en Daal" een voor
dracht houden over het doel van deze
nieuwe beweging ten gunste van den vrede.
Introductiekaarten zijn tot een bepaald aan
tal op aanvrage te verkrijgen bij douairière
Van Heerdt tot Eversberg, Rustenburcher-
weg 10, te Bloemendaal. Wij wekken
gaarne onze lezeressen en lezers op deze
voordracht over zulk een belangwekkend
onderwerp te gaan bijwonen.
kelijkende natuur en het onderscheidende
verstand, beide zijn eenheid, welke zich
verkeert tot verscheidenheid van betrek
kelijk vaste gesteldheden.
I 431. De „Verstandigheid" der natuur
is hare zelfonderscheiding, en een toonbeeld
van levenlooze verstandigheid het krystal,
dat door en door droog en stijf is wat het is.
Niet alleen dus de zich verzakelijkende,
ook de in hoogsten aanleg verzakelijkte,
levenlooze natuur doet aan het verstand
denken; van de verstardheid zijner denk
wetten is het krystal de aanschouwelijkheid
bij uitnemendheid.
In hare kenschetsing van het krystal zegt
de spreuk tevens, welk stadium van zelf
openbaring der Idee deze hoogste gevormd
heid der anorganische natuur is. Zelfopen
baring der Idee toch zijn alle natuur- en
geestesverschijnselen; alléén het oneindige
verschijnt, er is niets anders. En het on
eindige is dit, niet slechts het oneindige
te zijn, maar zich als zoodanig te openba
ren, zich waar te maken als het Eene; en
dit doet het, door het andere alle natuur-
en geestesverschijnselen voort te brengen
uit zich, als zijne verschijnselen, waarin
het zich kenbaar maakt, zij het ook in aller
lei graden van helderheid en verborgen
heid, wijl zijne verschijnselen toch
Vrouwen-comité.
Gaarne wijzen wij onze lezeressen en le
zers op de annonce van het vrouwen
comité voor Haarlem en omstreken, in dit
nummer. De sub-commissie bestaat uit de
dames A. C. Bas BackerVan der Feltz
te Bloemendaal, H. SandbergRoëll te
Haarlem en J. van LennepBacker te
Heemstede. Het plan is den Ailitairen van
grens- en kustwacht, en, zoo mogelijk.ook
dien der forten eene kerstgave te schenken.
In den loop dezer week zal voor dat doel
een inzameling aan de huizen der ingeze
tenen worden gehouden. Bijdragen kunnen
ook worden toegezonden aan mevrouw
Bas BackerVan der Feltz te Bloemen
daal.
Gaarne wekken wij onze lezeressen en
lezers op, dit uitnemende doel te steunen.
ook slechts zijne verschijnselen zijn.
Zelfopenbaring der Idee is dus ook
het krystal, en wel zoo, dat zijn
aanzijn haar aanzijn, hèt aanzijn als zoo
danig, kenbaar maakt. Realiteit bij uitne
mendheid heeft en is en behoudt zelfs het
krystal; ten deele gelukte en zoo dan ten
deele mislukte pogingen slechts tot zelf-
vorming zijn, daarbij vergeleken, het
volslagen onlichamelijk magnetisme en de
wel lichamelijk verschijnende, doch hare
lichamelijkheid in haar ontstaan meteen ver
nietigende, electriciteit. Standhoudend aan
zijn, objectiviteit als zoodanig, openbaart
de Idee eerst in het krystal. Maar juist
zoo openbaart de oneindige, alle aanzijn
stellende en te buiten gaande, rusteloos
werkzame, Idee slechts haar andersziin
hare hoogste zelfopenbaring als natuur is
hare uiterste zelfvervreemding tevens, en
haar doel zelfverwerkelijking tot een
verschijnsel, waarin zij zich als het werkza
me oneindige herkent is hier nog niet
bereikt. Daartoe zal zij haar aanzijn ont-
stoffelijken, hare veruitwendiging verinner
lijken, hare natuur opheffen moeten tot
geest.
(Wordt