ALGEMEEN WEEKBLAD
Gedempte Oude Gracht 63.
Kantoor voor redactie en administratie:
Telefoon 141. HAARLEM.
FEUILLETON.
EEN GEVAL VAN ENGELSCHE ZIEKTE
eerste eeuwen
wij de proble-
r: de triniteits-
triniteitsleér is
at, in de christo-
een qnalificatie
ar om de scha-
en rriensch. In
vinden wij de
ilatie als waarin
eid met den kos-
insche rijk laat
ielden. Voor de
Iksidec, voortge-
verdedigt in De
groep tegenover
doel wordt per-
nensch w.ordt gei
and. Deze exclu-
mt sterk op den
orming en is de
protestantisme,
rootschheid. Het
rklaarde de we-
chanisme zonder
i werd eruit ge-
het geestelijk lc-
te van de groote
rie werd beperkt
Iszin bepaald tot
plichtsbesef zon-
ns oogen voor de
loten, is als een
ij ondervindt de
maar omvat het
gens wat hij on-
aeschouwing ver-
tandpunt kent de
ch wezen (eigen-
bepaalde groot-
unt wordt over-
szelf het grootere
ij zijn het die ons
ereldwezen leeft
iividualiteit is bc-
ldwezen. Rn wat
n particulier be-
niversums. De tot
mene leeft in den
niet bedoeld het
mensch als veel-
smos, de wet die
mensch leeft de
e wet van dood
heerlijkheid, van
an uitwendigheid
;ieli kosmisch be
ls dan ïden't mét
telijk leven is dan
lat hovenpersoon-
opvatting bepaalt
Heroën zijn vol-
oonlijkheden zon-
rvorming en per-
ndslag voor een
g, die het zedelijke
en hoofde i s het
unente beteekenis.
geestelijke per-
trmonie van ver-
intierlijke orde,
spiegelt. Het eer-
het zedelijke bc--
mensch het cen-
uit hij zijn han-
inden stelt en zijn
ar aan zedelijk be-
genoeg. Als zede-
:er zouden wij zijn
wij namen alsdan
tegenover de ge
ldelijke bewustzijn
oor zijn verwante
Iszin. waarmee wij
het leven der on-
2ven. De schoon-
breeding van het
van het univer-
choonheidszin (te
wustzijn) worden
oretisch bewustzijn
iet leven begrepen
teekenis; begrepen
kosmos. Dit theo-
de religie, die de
erlijke levensorde,
Zoo spiegelt de in-
eldharmonie af.
schouwing valt de
in de kosmische
de eerste zelfop-
anderen. Maar
niet door uitge-
contemplatie, be-
hoogste geestelijk-
op handelen steu-
slag. Hellas is de
voor de moderne
een nieuw ideaal.
Ie waarheid. Dc
;n zijn voldoende
nu met de kennis
ïst doen. De toe-
universeele zijn
wij meeleven met
9e Jaargang.
ZATERDAG 27 MAART 1915
No. 13.
Het Bloemendoalsth Weekblad.
is per jaar
2,6(1
Prijs
per nummer
25 cents.
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN".
Advertentiën
10 cents per
regel
bij contract
belangrijke
korting.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
In dit weekblad is tijdelijk opgenomen
HET MIDDEN", waarvan de eerste afzon
derlijke reeks is afgesloten met No. 34
van 24 Januari 1914.
Lezeressen, lezers.
'Vie uwer ons thans het genoegen doet,
ons een nieuwen inteehenaar op ons blad
or. Ie geven, ontvangt een lot op de fraaie
Monotype, welke door ons wordt verloot.
Zegt het voort
Ons Postkantoor.
liet was 1 October 1912 en het postkan
te Bloemendaal bestond tien jaar. De
leur. een man, die het „Beseheidenheit
l ine Zier" huldigt, maar van den rijm-
niets wil weten, had zich stellig voor-
iinen zich aan de gelukwenschen zijner
'den te onttrekken door een uitstapje,
door een slimmigheidje van wie er
inden hem hartelijkheid te bewijzen,
hij aan huis gebonden en zoo goed of
waad was hij niet of er zou dan toch
ds een huiselijk feestje gevierd wor
den.
treurige gebeurtenis in de familie
echter alle ieestplannen in dui-
on deze jubileumsdag was bestemd
v r een van bittere, in plaats van zoete
i nering te worden,
i schrijven we straks 1 April 1915 en op
dag zal het postkantoor 12'A jaar
u bestaan. In het zoo zwaar beproefde
ui van den directeur straalt thans bizon
der.: zonneschijn en de vrienden hebben
e dc gelegenheid aangegrepen om van
hartelijkheid te doen blijken,
lieer C. W. C. van Rietschoten is er
■'.e man niet naar om zich te laten huldi-
'I L.n hewierooken. Wie hem daarmede
boord komt, wordt afgescheept met
stugheid gelijkt, doch in waarheid
t ii eer is dan een masker, waar achter
b bescheidenheid schuil gaat. Doch waar
voor c'e persoon Van Rietschoten niet te
ngeti is, daarvoor is de ambtenaar toch
1w cl te spreken. En mits men maar ver-
cn wil, dat de heer Van Rietschoten op
Anril den dag herdenkt, waarop hij vóór
taar bekleed werd met de directie over
it kantoor, kan men hem gemakkelijk aan
bet praten krijgen over de geschiedenis van
bet kantoor zelf.
Het postvak moet vaak op den leek een
enigszins dorren indruk maken; maar wie
de liefde kent, die deze directeur zijn vak
toedraagt, wie in de gelegenheid is geweest
zijn kennis van het vak te bewonderen, wie
1 ent herhaaldelijk zijn nachtrust, alle com-
ort. zijn eigenbelang heeft zien opofferen
an de belangen van den dienstdie be
grijpt, dat een vak, hetwelk zóó kan inspi-
rccren tot plichtsbetrachting en werklust,
niet dood, niet dor kan wezen.
DOOR
JOB STEYNEN.
3)
Ongeveer een kwartier verliep zoo in den
wcidschen vrede en behaaglijkheid eener
zeereis, dan werd plotseling Suzanna be
vangen door hevige convulsies, zij viel ach
terover op de bank, de meermin ontvlood
nogmaals haren handen, die nu vreemde
gebaren uitvoerden, eenige gelijkenis ver-
toonetid met die eens doofstommen, welke
zich verstaanbaar tracht te maken. Rade
loos nam mijnheer Kever haar op, keek
rond of er geen hulp opdaagde; het dek
was ledig in hun nabijheid, slechts een ma
troos was er, die een kabel van een bolder
wond. Hij riep dezen aan. De zeeman be
zag glimlachend het geteisterd gelaat van
Suzanna, en zeide; „Dat zijn zenuwen, lou
ter zenuwen-benauwdheden; het is best mo
gelijk, dat de zenuwen haar tusschen haar
borstkast zijn geschoten." Mijnheer Kever
keek vreesachtig naar de plek, waar deze
kast aanwezig zijn moest, dan herwon hij
zijn kalmte, en mede zijn waardigheid.
Op zijn kantoor moge al de heer Van
Rietschoten de haas zijn. hier, in „Het
Bloemendaalseh Weekblad", heeft hij niets
te vertellen. Rn hij zal het zich rustig moe
ten laten aanleunen, dat wij hem met zijn
jubileum feliciteeren. Nu steken wij niet
alleen maar een poststuk door het loket of
werpen een dienstvraag naar binnen. Maar.
nu steken wij den plaatsgenoot de hand'
toe en drukken warm de zijne, hem toe-
wenschend, dat de toekomst hem ruime
vergelding moge brengen voor veel in hui-
selijken kring geleden leed, voldoening over
meer dan 30-,iarigen arbeid, straks vreugde
volle rust.
Met den directeur jubileeren op 1 April
dc bestellers A. Bakker en J. J. Hui-
zinga. Zij zijn, heel den dag langs den
weg, ieder onzer wel persoonlijk bekend en
het zal ieder onzer een genoegen zijn hun
op dezen dag van vriendelijke gevoelens
te doen blijken. Er heeft zich eere com
missie gevormd, die zich belast met aan
bieding van een geschenk. En spontaan
heeft deze commissie reeds van zeer velen
welkome hulp en medewerking mogen on
dervinden. Laat thans reeds hier den jubi
larissen een gelukwensch mogen worden
toegevoegd, waaraan op 1 April warmer
uiting kan worden gegeven.
Zoowel de directeur Van Rietschoten als
de bestellers Bakker en Huizinga zijn langer
in het postvak dan 12lA jaar.
De heer Van Rietschoten, die 1 Augus
tus 1881, in natuurlijk lageren rang in dienst
trad, werd 1 April 1892 aangesteld tot di
recteur van het kantoor Raalte. Hij her
denkt dezer dagen dus tevens zijn 23-jarig
directoriaat en zal op 1 Augustus van het
volgend jaar 35 jaar dienst hebben gehad.
Na Raalte kwam Vriezeveen onder zijn di-
A. BAKKER;
„Neen, ik hen zelf in de geneeskunde,"
verklaarde hij, „doch het is iets anders,
een zeer eigenaardig casus."
„Genees haar dan, als u zelf genees
kundige bent," ried de matroos lachend, en
ging weder aan het werk. Juist kwam de
steward voorbij, en deze was hem behulp
zaam, droeg met een koksmaat de zwaar
beproefde vrouw naar de kajuit. Mijnheer
Kever volgde dezen deerniswaardigen
stoet, en het was hem in dat oogenblik tc
moede, alsof hij haar de laatste eer bewees.
Beneden werd zij met groote omzichtigheid
op een bed nedergelegd, en dien ganschen
nacht week haar gemaal niet van haar
sponde, tenzij zijn physieke staat, zeer
verward door het stage bewegen der boot.
hem ertoe noopte zich te verwijderen. U,
mijnen geachten lezers, een uitvoerige be
schrijving aan te bieden van dezen, van li -
chamelijke nooden vervulden, nacht, ware.
behoudens zeer onkiesch, ook diep-verve-
lend. Ik zal dus volstaan met te zeggen, dat
de dageraad den steamer op de Thames
aantrof, en het echtpaar Kever op dien stea
tner in een toestand, welke aan die van
overledenen grensde. Wanneer de purser
dc kajuit bezocht om dc reisbiljetten te con-
ONS POSTKANTOOR.
reetie en in 1902 werd het Bloemendaal.
Bakker_ 'werd, toen het postkantoor te
Bloemendaal werd opgericht, van Delft naar
hier overgeplaatst om redenen, die de ge
zondheid zijner vrouw betroffen, en men
zal met genoegen vernemen, dat zij hier
inderdaad hare gezondheid hervond.
En Huizinga, die reeds in dienst was, toen
de Bloemendaalsche post nog onder Over-
veen ressorteerde, kwam mede over.
Gok de geschiedenis van het Bloemen
daalsche postkantoor is ouder dan 12 'A
jaar. Vóór 1 October 1902 had Bloemen
daal een z.g. bijkantoor, dat resorteerde
eerst onder Overveen, later onder Haar
lem. 't Laatst stond aan het hoofd van dit
bijkantoor de klerk Addens en misschien
herinnert men zich nog wel diens voor
gangster, mejuffrouw Van Noort. Het bij
kantoor was gevestigd in het huis, waar
nu nog de zaak van Staal in is gevestigd.
Op 1 October 1902 werd te Bloemendaal
een zelfstandig postkantoor opgericht. Het
werd gevestigd in een voor het Rijk door de
Bloemendaalsche Exploitatie-Maatschappij
(meetrokken gebouw aan den Bloemendaal-
schen straatweg' en in dat gebouw is het nu
nog gevestigd. Veel hulp had de directeur
destijds niet. Bij de opening bestond zelfs
het kantoorpersoneel uit hem alleen. Maar
in het voorjaar van 1903 bleek reeds de
hulp van een klerk onmisbaar en later
breidde zich het personeel geleidelijk uit tof
c'e tegenwoordige sterkte. Ook de bemoei
enissen van het kantoor breidden zich uit.
Den llen Juni 1904 werd in samenwerking
met het gemeentebestuur van Bloemendaal.
een telefoondienst ingesteld en 1 September
1906 werd het een kantoor voor post en
troleeren, had Suzanna zich, voor zooveel
haar doenlijk was, beijverd zich weder het
aanzicht van een menschelijk wezen te ver
schaffen, en sindsdien kwam zij ook wer
kelijk wat bij. Toen de boot een uur latei-
voor de Towerbridge lag, waren de echte
lieden op een bank op het dek gezeten, ver
schanst door den koffer; zij zagen beiden
met oogen, welke door verbazing de afme
tingen van rijksdaalders erlangden, naar
deze brug.
- „Wat een bruggetje! Neen maar, kijk
me dat bruggetje eens aan. zeide mevrouw.
Cesar, ook verschrikt door het gevaarte,
dat waarlijk episch in de grijze mistlucht
omhoog rees, meende echter geen blijk van
deze verbazing te moeten geven, en, als
had hij vele jaren in de schaduwen dezer
brug verkeerd, zeide hij: „Ja, ja, zooals ik
.ie gezegd heb: een meesterstuk van water
bouwkunde." (Deze uitdrukking was aan
De Practische Gids ontleend.)
Intusschen waren douanen aan boord ge
komen en snuffelden naarstiglijk rond.
Evenals de andere reizigers, had ook Cesar
zijn koffer geopend, en stond zeer gelaten
ernaast op zijn beurt te wachten. Een man
in uniform naderde, woelde met zijn grove
telegrafie. Breidde zich met den dienst
en met de densiteit der gemeente ook
het kantoorpersoneel uit, of de behoefte
daaraan wel steeds gevoeld is door de
hoofddirectie der posterijen, betwijfelt hij,
die er zoo vaak getuige van is geweest, hoe
overstelpende drukte meer van de ambte
naren vergde dan menigeen op ander ge
bied zou kunnen of willen praesteeren.
De resultaten van het slechts uit drie
wintermaanden bestaande dienstjaar 1902
zeggen natuurlijk niet veel. Het bedrag van
J. J. HUIZINGA.
handen in het fijne lijnwaad, twee blouses,
een onderrok en zes zakdoeken van me
vrouw Kever, doorzocht een costuum, het
ondergoed, de laarzen van mijnheer, en,
geen contrabande vindend, liet hij grimmig
af. „You don't fetch cigars?" vroeg hij aan
den bedremmeiden Cesar, die, het laatste
woord verstaand, zijn koker te voorschijn
haalde, waarin er zes aanwezig waren, zijn
gansche voorraad. De beambte wees die
glimlachend terug. „No more Cesar
knikte op goed geluk van neen, en waagde
tot den man te spreken (in het Hollandsch
dan). „Ieder het zijne," zei hij, „wat zegt
Eerlijk duurt het langst." De aange
sprokene haalde lachend de schouders op
en ging verder.
„Je moet Engelsch tegen de menschen
spreken," deed Suzanna.
„Ik niet." antwoordde Cesar hoovaar-
dig. „de boot is Hollandsch grondgebied,
laten die kerels Hollandsch leeren. Is mijn
taal niet-zoo goed als de hunne?"
Suzanna slaakte een kreet.
„Kijk die wildzang nu mijn battisten
corsetlijf.ies eens gekreukeld hebben," jam
merde ze, over den nog geopenden koffer
gebogen. (Wordt vervolgd.)