ALGEMEEN WEEKBLAD ontmentm 7/ eering van iemlappen, e mendaalsche weg IN IS. ids voor Nederland. !i No. 19. UI Iger en Speciaal Hard de Rackets der Firma's SONS. SONS Ltd. Cie. Sporthandel HAARLEM tere. 2870. Jo. AMSTERDAM 3 ET EEN KEER ïloemendaal: WILLIGENBURG. Zomer 1915. Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. FEUILLETON. was, werd in de zittin. vai ordeeld tot eene geldboete s. één dag hechtenis. 9e Jaargang. ZATERDAG 8 MEI 1915 felijk. - Dat uit het re>. Haarlem wel eens eer ri nd, is vreemd, maar begrijpt- weet. dat een behoorlijk jwielbergplaats ontbreel t. \1: stukken verdwijnen uit een langewezen bergplaats, is Oe. 'och moet dit in de meinceds. onlangs tot veler voldoe, deelend vonnis Viel, zijn gebeui lamste stuk, eene quitantie v a ervalsching was gepleegd, rdwijnen niet meer wo uen :ht het meer vóórkomen dat dere stukken, wellicht n Cos- gerechtsgebouw te Haarlem ■erdwijnt, dan zal de Rechtbc i helling van de duizenden bi ten betrokken belangen, w. doen eene enquête te laten tot regeling dier zaken over te J S, Kleèrmaker, 12. Telefoon 815. Telefoon 2016. »'j bieden reductie. SEE3E== !H 1 onze geurige en s m a k e i ij k }°ij Hofleveranc tLEM. Telefoon 1543 m 1403. -RestaurantUitspanning—Villa's wende men ziek ten spoedigste tot sterdam, De Clercqstraat 86. Het Bloemendaolsch Ueekblad. l'rijs per jaar 2,60 Prijs per nummer 25 cents. Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Advertentiën 10 cents per regel bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. In dit weekblad is tijdelijk opgenomen HET MIDDEN", waarvan de eerste afzon derlijke reeks is afgesloten met No. 34 van 24 Januari 1914. Feestavond op het fort „Penningsveer"'. Maandagavond feestavond op het fort „IVrningsveer". Het ging uit van het Co mic voor Ontwikkeling en Ontspanning der gemobiliseerde troepen. Het forten- orkest Leemans en Van Cittert, dat reeds zoovele lauweren heeft geoogst, en de niet bider vermaarde Koninklijke Letterlie- ide Vereeniging „J. J. Cremer" zouden de werken, en wat dezen avond nog be- bi'grijker maakte, generaal Ophorst, com- mandant der stelling Amsterdam, zou te- ciivvoordig zijn. Door de ijverige zorgen van den heer Lamt van den Berg, die als organisator van feesten voor de gemobiliseerde troepen mc sporen heeft verdiend, was alles weer rtretfelijk in orde, en liep alles als op rolletjes. Pe tot cantine ingerichte artillerieloods zag er allergenoeglijkst uit. Overal versie- ro gen met vlaggen, prenten, groen, lam- r "is, en wat verder maar aardig zoo'n k .Is kan opfleuren, en, het dierbaarst van a As, ook een fiksch, betrouwbaar en alles- z s als serieus aandoend tooneeltje. Wanneer de generaal en de hem bege- lc .lende officieren hadden plaats genomen, h. on het forten-orkest, op het tooneel ge zeten, een reeks van pleizierige, opgewekte muziekstukken ten beste te geven. De orkeststukken werden afgewisseld door voordrachten en zang. oordrager was de heer Van Ek, een op de forten reeds goed aangeschreven persoonlijkheid, en geen wonder, want hij kan aardig uit zijn hoekje komen, en heeft een manier om ondeugende liederen te zin- en, die bij de menschen inslaat. De zangnummers, door juffrouw Nellv Leeuwenkamp gegeven, vielen niet minder in den smaak. Zij heeft dan ook een heel lieve stem, en het programma door haar -lekozen, was verdienstelijk. De Koninklijke Letterlievende Vereeniging „J. .1. Cremer" kwam voor den dag met Willem Schuurmann's blijspelHet Hoedje", een vermakelijk akevietje van een stukje, waarom allen hartelijk gelachen hebben. Len aardig oogenblik was het, toen de commandant van het fort, kapitein Van Mtena, aan de dames en heeren uitvoeren den bloemen aanbood, welke plechtigheid werd begeleid door handgeklap en gejuich der militairen. Géneraal Ophorst sprak ook een kort woord van dank aan alle medewerkenden, en hiermede zou de plei zierige avond gesloten zijn, indien de phoD graaf van „Het Bloemendaalsch Week blad" zich niet met zijn toestel had opge steld, met het objectief op de feestelingen gericht; een bliksemflits verlichtte even het gezelschap, en deze gezellige avond was CURSUS VOOR OUDERS. 7e LES. In het doodschc kleine kamertje lag op zijn bed de zieke jongen. Hij was hoogrood van de koorts, en zijn oogen glommen ver ontrustend. Aan zijn hoofdeinde stond een tafel met wat fleschjes medicijnen, die hij niet meer wilde innemen, een bord met iwee boterhammen, waarvan hij niet meer eten wilde, een dominospel en een legkaart, waarmee hij niet meer wilde spelen De dokter was er juist weer geweest, en werd door de moeder uitgelaten; zij stonden sa aien in de huisdeur te praten over het zieke bind, en de uitspraak van den dokter was heel bedenkelijk; ze moesten zich maar op liet ergste voorbereiden, zei hij. Van de vier andere kinderen, die joelend in de gang en op de stoep rondstoeiden in- tusschen, en ondanks het herhaald veroie- den van de moeder maar niet stil wilden zijn, was er een, de plaagzieke Bob, naar zwart op wit gezet om haar aan die on dankbare vergetelheid te onttrekken. Onze lezers vinden den kiek in dit nummer, en zullen met genoegen den generaal, de andere officieren, de leden van het Fortenorkest en van „Cremer" herkennen. PLAATSELIJK NIEUWS. De lente. „De zomer" hadden we wel bijna hierboven mogen schrijven. Want het scheelt niet veel. Welk een dierbare warmte toch knuffelt onze door den winter een weinig stram geworden leden. Welk een weelde van knoppen en botten ziet men, tegelijk met onze tot nog toe gesloten, tuindeuren opengaan. Hoe groen, hoe groen in eindelooze schakeeringen, verft het gloeiend penseel der zon de hoornen en struiken, de hagen, dat zijn de lambvizee- ringen, en de weiden, dat zijn de vloeren van het landschan. om van het keurige blauwe plafond nog niet eens te spreken. Want het landschap wordt zoo gastvrij door den zomer, is meer huiselijk inge richt, je bent nu buiten thuis; het is er als een groote kamer; kijk bijvoorbeeld de stoelen en tafels op de wei voor „Zomer- zorg", op het terras van „Duin en Daal", van het vermaarde tramstation „Rusthoek". De menschen maken al proeftochten met het bloote hoofd, en het lichtkleurig kleed siert de snelfietsende jonge-dames. De tui nen en parken lijken reeds een onderlingen wedstrijd begonnen, de een ziet er al gra cieuzer uit dan de andere; hebben de hoo rnen en struiken, die daarvoor in aanmer king komen, zich het hoofd al niet aller fraaist gekapt met bloemen en bloesems als Japansche mooie-meidekens Worden hier en daar de hekken en gevels niet ge verfd, en ventileeren de lichtgewiekte en proper gewit.iaste kruideniers en slagers hunne nieuwe stroohoeden niet Hebben de drogisten handen en Ausdauer genoeg om al hunne klanten van zuringzout en andere geheime stroo-waschmiddelen te voorzien? En, naar wij vernemen, worden ook reeds de witte uniform-pantalons der rijks- en gemeente-ambtenaren voor het ophanden zomerseizoen geaprêteerd. En de vogels in het geboomte zijn al aan de Ouverture van hun programma, (en daar kan de overigens respectabele kana riepiet in de huiskamer niet tegen op) Twiet-twiet-twiet hoera! Leve de zomer! De staking. Wij vernemen, dat de sta king bij de firma Van der Werft Co. verloopt. In de plaats van hare vroegere werklieden, zijn door de firma anderen aan genomen. Een aantal arbeiders, die vroe ger bij de firma Van der Werff werkten, is reeds elders bij bloemisten aan den arbeid. Wat te doen om vliegen kwijt te raken. Een raad bij de ophanden zomer. Aan een geschriftje van den Centralen Gezondheidsraad ontleenen wij: Zorgt in de eerste plaats zooveel moge- de kamer van zijn zieken broer geslopen, en na nog eens schuw geloerd te hebben naar de moeder, zich overtuigend dat deze hem niet bemerkt had. trad hij plotseling wild het vertrekje binnen, en liep tot voor het bed Kees, riep hij aan diens oor, en stootte hem aan. Wat is er deed deze lusteloos. Je gaat dood. zegt de dokter. Wat zeg je brak het kind los, en begon op convulsieve manier het hoofd U bewegen. Zijn oogen blonken verschrikt op, en om den kleinen mond kwam een trek van ontsteltenis. Dat je doodgaat, hernam de jongeu op een toon die van leedvermaak getuigd" en ook zijn gelaatsuitdrukking was pla gend, je gaat dood, je beweegt niet meer. je praat nier meer, je bént er niet meer; je ligt nog wel op je bed, maar je bént er iegenlijk niet meer, zooals de oude Mare, weet je wel, en grootmoeder vorig jaar, toen wij in een rijtuig met vader zoo leuk met haar naar het kerkhof zijn gereden. Jij gaat dan ook naar het kerkhof en ik De feestavond op fort Penningsveer op 8 Mei 191©. lijk, dat ze er niet komen. Zooals gezegd, de vliegen vermeerderen zich in mest- en vuilnishoopen. Houdt dezen daarom, zoo het u eenigszins mogelijk is, van de om geving uwer woning verwijderd. En kunt gij een mest- of vuilnishoop niet uit uwe nabijheid weren, zorgt dan ten minste hem elke week op te ruimen, en dekt de hoopen toe, b. v. met plaggen of zoden. De larven der vliegen hebben onge veer tien dagen noodig om tot vlieg te worden. Worden mest en vuil dus binnen 10 dagen weggeruimd, dan wordt de ont wikkeling van nieuwe vliegen belet. Kunnen de mesthoopen niet worden weg geruimd, begiet ze dan met een ruime hoe veelheid kalkmelk (versch te bereiden door één deel gebluschte kalk te mengen met drie deelen water) of met een mengsel van gelijke deelen petroleum-residu, paraffine- olie of en dergelijke stof en water (vóór het gebruik goed te roeren!). Goede mid delen zijn ook ruwe petroleum en saprol in een verdunning van 5 op 100 en daarvan 10 liter op iederen kubieken meter mest. Deze- gaat daardoor in waarde niet ach teruit. Vuilverzamelingen, als van oud stroo, papier, enz. moet men door verbranding vernietigen, alvorens zij den vliegen tot broeinest kunnen verstrekken; stort in rio len en goten carbol of chloorkalk; werpt in de trechters der privaten eene carbol- oplossing van 5 pCt.; reinigt kwispedoors dagelijks en giet ze gedeeltelijk vol met eene vijfprocentige carbol-oplossing. Ru'ni ten slotte alles wat vuil en stof is, zoo spoe dig en zoo volledig mogelijk, op. Op die wijze zult gij de vermeerdering der vliegen afdoende kunnen tegengaan. Wenschelijk is het alle deze maatregelen met vader in een rijtuig er achter. Ik vraag of ik óp een paard mag zitten, dat is leuker dan binnenin zoo'n koets. Neen, neen, riep nu eensklaps Kees, die zijn broer, terwijl die sprak, aldoor met een angstigen blik had aangezien, neen, neen, ik wil niet doodgaan. Ga jij maar dood, jij bent een leelijkerd, jij. Ben ik een leelijkerd deed Bob hef tig, dat ben jijzelf. Ik ben blij dat ie doodgaat. Dan neem ik je geit. Jan Mare maakt een wagen voor me van een kist, daar zal ik hem aanspannen, en ik rijd er de glooiing van de Buurtdijk mee op en af. Ik ga al een zweep maken, een lange zweep met knoopen er in, zooals de slee per er een heeft. Dan keek hij zijn zieken broer eens pla gend aan. en verwonderd dat deze heel niet geërgerd was en niets tegensprak, geen woord, hernam hij, wat gemelijk om dat de ander hem zoo te trotsceren scheen Ik neem de geit, versta je En het tuig, en de leidsels, en het hok met hel groene deurtje, en het hooi enen ie tuintje met den sparreboom, enen de aan te wenden, zoodra de eerste vliegen zich beginnen te vertoonen. Deze eerstelingen hebben overwinterd in warme reten of holten uwer woonvertrek ken, en deze enkelingen, die zich in Mei plegen te vertoonen, zijn de stamouders van al de vliegen, die in den zomer ons zooveel last en gevaar berokkenen. Door toepassing der hierboven aange geven voorzorgen zal het zeer zeker mo gelijk zijn de vliegenplaag aanmerkelijk in te perken, maar toch zal er geen zomer voorbijgaan, waarin wij van het bezoek dezer onwelkome gasten geheel verschoond zullen blijven. Wat daartegen te doen? Begin met de zich in het voorjaar ver- toonende overwinterde vliegen door vlie- genpapier, plakstrooken en glazen vliegen vallen zooveel doenlijk weg te vangen. Krijgt ge er verder in den zomer weer last van, plaats dan in uwe vertrekken vlakke borden, waarin een slappe oplossing van formaline (een theelepel op een bord water) of een aftreksel van kwassiehout met suiker; laten de vliegen zich verleiden om daarvan te snoepen, dan sterven zij den dood door vergiftiging. Wil men ze zeer snel uit een vertrek verdrijven, zoo verbrande men op eene test met gloeiende kolen insectenpoeder. De hierdoor veroorzaakte dampen bedwelmen de vliegen, zij vallen neer en moeten dan weggeveegd en verbrand worden. Tracht door de aangegeven middelen de vliegen in 't bizonder uit de ziekenkamer en van het bedje van uw kind verwijderd te houden. En vergeet vooral de zindelijkheid niet: „Waar geen vuil is, zijn geen vlie gen." dubbele leien je schooltasch, want je heb daar toch allemaal niets meer aan als je doodgaat. Wanneer Bob dat laatste woord weer zei, ging er een schok door het lichaam van den zieken Kees, en de jongen begon tc beven als een veulen bij een onweer. - - Ik wil niet doodgaan, barstte hij dan uit, en tranen liepen over zijn wangen, ik wil niet doodgaan. Ik zal je de geit toch wel geven, als je hem hebben wilt. Neem hem maar. Neem hem maar. Ongeloovig keek Bob hem aan; die plot selinge gulheid verbaasde hem uitermate, maar allengs bij het aanzien van dien zie ken Kees, kwam er een eenigszins wonder lijk gevoel in hem, leek het hem of die goedgeefschheid, welke hem op elk ander oogenblik verbaasd had in Kees, nu eigen lijk niet zoo heel bizonder was. Ook Kees was het erg vreemd te moe de; ook hij was stil, de tranen lagen op zijn wangen, maar zijn gezicht was onbewogen; hij schreide niet meer. Hij keek Bob aan en het was alsof hij diens eigenaardigen gemoedsstaat bemerkte en vatte. En het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1915 | | pagina 1