ALGEMEEN WEEKBLAD LGLAZEN LE ARTIN, lende brillenglazen nrrj-io» meelden en bij eene afwijking richling van 5 mei de as 5CHMIDT, HAARLEM. 7. - Tel. Interc. 105 >E VOGEL, bij de julianala Hz. tminster Carillon en Engelsche stijle rnaamste fabrieke ntoine frères - Zenith FTEN, Mutsmode ARNETTEN, 5 cent af. ►el geweven, straat IOS i 1273. ILET ARTIKELEN ATER VOORZIENIN IRE ARTIKELEt OEST - HAARLEf RKTIhoekjansstr TELEF.INT.; Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. 9e Jaargang. ZATERDAG 24 JULI 1915 No. 30 Nieuw Punkfalglas van CARL ZEIS5,]ena d 11 n r o° i TTT] 30° brillen en pincenez voor- AZEN zijn het meest vol ied. „I LI KIT" brillen e seurige afwerking en gemak ALGLAZEN geven in elk /er beeld ts geopend van 8 5!/o 6i .,-8. OVERVEi.N Ylelkproiducten, stibles en Delicatessen. omtooter, elange en Keukenboter. EMAKER Telefoon 37 \TIE-INRICHTING fa 10 cent. 1. per stuk 20 c' HET GEHEELE HUIS EN PRIJSOPGAVE KOSTELOOi Het Bloemeniloalscb Weekblnd. i per jaar 2,60 Prijs per nummer 25 cents. Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Advertentiën 10 cents per regel bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. In dit weekblad is tijdelijk opgenomen „HET MIDDEN", waarvan de eerste afzon derlijke reeks is afgesloten met No. 34 van 24 Januari 1914. UIT- EN INZICHTEN VAN EEN PRO-DUITSCHER. V. Ce n'est que la verité qui pique. Mijn debat met den heer Haje is bizonder typisch en dus bizonder leerrijk. Elk haatgevoel, elk anti-zijn is ten slotte uit den booze en dus zal een ieder, die er mee behept is, indien hij volgens een Spino- xistische, analytische methode wordt aan gevallen, het onderspit moeten delven, tenzij liet hem gehukt bij de toeschouwers zooveel I emotie te verwekken, dat hun nuchter oor deel hen in den steek laat. Hierop berust het beroemde „spelen op het klavier der j volksconscientie" en ook voor een Fransche rury gelukt het een gladden, van den tong riem gesneden advocaat op deze wijze maai l te dikwijls een ontwijfelbaar schuldige, al Is het zelfs aan moord met voorbedachten ade, aan zijn gerechte straf te onttrekken. De thans gevoerd wordende oorlog is de niwelijkste immoraliteit, die de wereld ooit ;e.zien heeft en ten slotte hebben wij allen t schuld aan. Daarover zal ik het echter lieden niet hebben. Wie er meer dan eenig ndcr mensch schuld aan heeft, is de Fran- che minister Delcassé. door het ministerie Rouvier over boord geworpen wegens zijn gekuip om oorlog te maken, zelfs achter den rug van zijn collega's om. ren slotte is het hem gelukt het thans be- taande monsterverbond, genaamd de en tente. tegen Duitschland in het veld te bren gen. Ik profeteer, dat het elk der deelne mers vergaan zal naar gelang van zijn meerdere of mindere immoraliteit want met gerechtigheid staat en valt niet alleen de toekomst der menschheid gelijk de heer Ritter verleden week besloot, maar ook van eiken staat. Wijl ik hiervan overtuigd ben. heb ik mij. hoewel van rechts-politieke be ginselen zijnde, steeds zoo heftig gekant tegen de coalitie. Dit verbond van onze rechtsche partijen is een leugen en de ge volgen kunnen geen andere zijn, dan zeden bedervende. Doch is de coalitie geen toon beeld van moraliteit vergeleken bij het ver bond. dat de thans Duitschland belagende landen gesloten hebben Indien zij de over winning behalen mochten, zou dan geheel Europa niet direct een groote Balkan wor den Heeft niet Shaw in het begin van den oorlog reeds gezegd, dat zoodra Duitsch land verslagen is, Engeland zich onmiddel lijk met Duitschland verbinden moet tegen Rusland Zal Italië niet direct de wrange gevolgen voelen, indien het hem gelukt de bufferstaat, die hem nu nog van het Slavi sche element scheidt, te vernielen En zoo kan men doorgaan. Diep medelijden heb ik met het arme bedrogen Frankrijk, bedrogen door baar eigen diep bedorven politici, want ook het leed van het Fransche volk, dat toch reeds achteruit ging in zielental, zal met gering zijn. Hopen wij dat daar zegen tegen mag staan. Voor Engeland is deze oorlog, gewonnen o veiloren, het begin van het einde en op dit graf zal ik geen traan laten. Wellicht ^rijgen wij dan een nieuwe bloei van het ngelsaksische element overeenkomstig de idealen van Carnegie. Ik zou het heerlijk vinden, an Italië laat zich naar.het mij voorkomt mets zeggen. De eenheid van dit land is een gioote leugen, een geweldige mystificatie, -oo sympathiek als het menschen-materiaa] an dit land in het Noorden eerlijk en ar beidzaam is, zoo verachtelijk, absoluut on- uiukbaar, absoluut niet in staat tot eenig goed, is het in 't Zuiden, luiaards, bede laars, dieven, roovende individueel of ti ocpsgewijs al naar het voorkomt. Verlaten wij thans het land der dooden, om naar dat der levenden te gaan, Japan en Rusland, de beide landen, die in tegen stelling met hun bondgenooten, een positief ideaal nastreven. Bovenal Japan, het land van de rijzende zon, heeft door zijn Samou- rai een ethika gekregen, die voor ons Wes terlingen te hoog is. Der Japaner (ein Oberst) hat gesagt. dasz er beim nachsten Angriff den Tod zu finden wiinschte, und als der Norweger (Hauptrnann Nörregaard) einwendet, es wtirde doch wohl besser sein. wenn er wei ter leben und fiir sein Land wirken könnte, antwortet der Oberst sehr ernst: „Nein. Denn wenn ich jetzt fortgehe, gibt es hun- dert geeignete Manner.die meinen Platz ein- nehmen können. Aber verstehen sie denn nicht, wenn ich hier falie, vor Port Arthur - und Sie müssen bedenken, kein Name un- ter der Sonne wird den Japanern so vor Augen leuchten wie Port Arthur - dann werden meine Kinder und Kindeskinder es als eine Verplichtung fühlen, so zu leben- dasz sie dem Namen Ehre machen, den ihi Stammvater durch seinen Heldentod vor Port Arthur beriihmt gemacht hat. Ein Olanz wird von dem Namen ausgchen, der meinen Nachkommen ein gebieterisches no blesse oblige sein wird, dasz sie von jeder schlechten Handlung zurückhalten und mei- 'iem Lande Hunderte von guten und loyalen Biirgern geben wird. 1st es nicht wert. da- ftir zu sterben Wir Leute aus dem Westen, haben uns bekreuzt richtig christüch bekreuzt in wi- derwilliger Bewunderung vor der Todes- verachtung der Japaner. Wir sollten lieber von ihrer Todesfriede sprechen. Die Japaner sind von Natur impulsiv hei ter. kindlich froh. Sie lieben das Leben in ihrem schonen Vaterlande, im Kreise ihrer Freunde an die sie feste Bande knüpfen. Aber oben und unten in allen Schichten der Gesellschaft, wird der Tod für den Japaner das grosze Glück. sobald durch ihn seine Pflicht gegen alles, was er liebt, vollauf und daüber hinaus über Menschenmasz er- fült wird. Dann wird seine Name für ewi- ge Zeiten bewahrt und dann kann sein Geist, der Geist, der Pflichterfüllung bis in den Tod. weiterhin den lebenden und noch spateren Japanischen Geschlechtern ein Helfer sein Dat een volk van millioenen, door zulk een moraal gesmeed tot één stuk metaal, een groote toekomst heeft, wie kan er aan twijfelen En wie ook kan het bejammeren? Bejammeren kan ik slechts, dat de krank zinnigheid der blanken hun de overwinning zoo gemakkelijk maakt.2) Ten slotte Rusland. Het was op het slag veld van Austerlitz dat Napoleon deze woor_ den sprak tot den keizer van Oostenrijk: „Croyez-moi, ne confondez pas votre cause avec celle de l'empereur Alexandre. La Russie seule peut aujourd'hui faire en Eu rope une guerre de fantaisie. Vaincue elle se retire dans ses déserts et vous, vous payez avec vos provinces les frais de la guerre." Het ware voor Frankrijk te wen- schen geweest, dat zijn ministers deze woorden van den grooten Romaan steeds voor oogen gehad hadden, want al gaat het gezegde wat landverlies aangaat, tegen woordig waarschijnlijk niet meer op, toch blijft het een feit, dat alleen voor een volk op het beschavingspeil van Rusland, een oorlog vooruitgang kan beteekenen. Waan wijze idioten echter als minister Pichon zelf door en door slachtoffers van het geld hebben gemeend dat zij voor enkele mil- liarden, Japan zoowel als Rusland tot hun vechthond konden maken, terwijl in werke lijkheid Frankrijk de nederige ancilla werd van de boven alle beschrijving gewetenlooze politiek der Russen. In Rusland zien wij een poel van ondenkbare ongerechtig heid en daaruit voortvloeiende ellende, toch zal Rusland floreeren. want grooter dan de immoraliteit van al dit oppervlakkige vuil, is de moraliteit van zijn eigenlijk streven. Het klinkt potsierlijk voor den knappen en toch blinden Westerling, maar het Russische volk is vast overtuigd dat het geroepen is der wereld het eenig-ware Christendom te brengen. Dit volk voelt een roeping Deus vult en het heeft de kracht haar in ver vulling te brengen. Deze kracht blijkt aller eerst uit het onbegrensde vermogen om te lijden. Het Russische volk draagt zonder te breken, zijn bureaucratie, zijn vuil, zijn lui zen, ja vertoont onder zulke diep treurige uitwendige omstandigheden praestaties, die voor ons Westerlingen onbereikbaar zijn, ik deuk hier aan zijn geleerden, zijn psycholo gen en zijn kunstenaars. Het eenige wat zij niet kunnen, is kapitaliseeren, evenmin als de Turken, en wellicht is het daardoor dat zij ook niet kunnen organiseeren. Wat er in Rusland georganiseerd is, is üermaansch en intuïtief zegt dan ook de Rus tegen den Duitscher, evengoed als tegen den Jood: „Gij hebt een anderen geest; de gevolgen van dat intuïtieve gevoel zijn natuurlijk in overeenstemming met hun beschavingspeil. Nu hebben wij de vijf grootste der ver bondenen even in vogelvlucht de revue laten passeeren, voldoende dunkt me, om in te zien, dat het een gladde advocaat moet zijn, die hun verbond aan normaal denkende menschen kan opdragen, als een verbond van het licht tegen de duisternis. Voldoen de dunkt me om het duidelijk te maken, dat een dergelijk advocaat zijn kracht moet zoeken in holle fantaronnades en daaren tegen niet dan hoogst spaarzaam een beroeo kan doen op de feiten onder het motto: „Glissez, n'appuyez pas." ..De gepruikte godskinderen van toen. de gehelmde fari zeeërs van nu", wie niet bevreesd wordt bij het vreeselijk knallen van zoo'n vuur werk, ziet, dat het alles zijn theoretische noodzakelijkheid heeft. Hij ziet ook nog, dat een waar Franschen-vriend eigenlijk ook de vriend is van 95"/" der Duitschers; het zijn slechts 5 onder de Duitschers. die hij zou willen afmaken; de andere, waarmee hij het eigenlijk heel goed meent, doodt hij slechts bij ongeluk. „Waar bleven de Schillers vraagt de heer Haje. Om deze vraag goed te beant woorden. moet men de geschiedenis van Duitschland sedert 1800 in zijn geheel psy chologisch, volgens het recept van Lamp- regt niet van Treitschke behandelen. Ik zal er zoo nu en dan wel een greep uit doen. Voor heden zij het genoeg, op te merken, dat de materieele voorspoed die sedert de laatste 40 jaar in Duitschland gqheerscht heeft, voor den Duitschen geest noodlottig geweest is. Men leze toch R. Eucken, Zur Sammiung des Geistes. Wat hij den Duit schers voorhoudt, heeft ook voor ons Hol landers zoo'n ontzaggelijke waarde. Men zag dezelfde zedelijke achteruitgang in alle landen van Europa, het ergst in En geland. Men leze H. Chamberlain, Neue Kriegsaufsatze, Wilkie Collins, Man and Wife, Ouida, The Massarener, tallooze wer ken van Marie Correlli, Shaw. (De man der toekom'st en vele andere tragische blijspe len) alsook W. Stead (de versmade sekse.) Voor het leeren kennen van wat Asquith verstaat onder „recht" wanneer hij zegt; „Zal recht of zal geweld heerschen over de menschheid," beveel ik bizonder aan het jongensboek „Jacob Eerlijk, van Maryat; juist omdat het geschreven werd zonder eenige bijbedoeling en door iemand, die voor Engeland één en al sympathie was. De Èngelschen zingen thans in Frankrijk „I don't care if the ship goes down For she don't belong to me." Oh, dat de Franschen het verstaan kon den! Wiedeman. b Prof. K. LarsenJapan im Kampf. Voor wie het niet weten mocht, diene, dat L. een Deen is, geen Duitscher. _2) De misdaad der geallieerden bestaat eigenlijk niet daarin, dat zij Duitschland pogen te ver moorden Elk groot rijk heeft andere volken ten val gebracht. Engeland bij tientallen, de Maoris roeide het zelfs zoo goed als uit. Hun misdaad is dat zij zich zelf ten val brengen en daarmee wellicht geheel West-Europa. KOLONIËN. Een waarschuwing. Aan een onder dezen titel door T. in „De Nieuwe Soerabaia Courant" geschreven ar tikel ontleenen wij „Zooals men weet, leven we hier in Ke- diri in het teeken der pestbestrijding. De ziekte is aan het afnemen, en het is zeer loffelijk, dat de bestrijding van het kwaad nu met kracht wordt aangepakt. Voorloo- pig bepaalt de bestrijdingswijze zich hoofd zakelijk tot de woningverbetering. Een ieder zal onzen bruinen broeder van harte eene goede en hygiënische woning toewen- schen, maar alles met mate. zou ik willen zeggen. De wijze, waarop die veel gepre zen woningverbetering wordt uitgevoerd, is wel wat dictatorisch te noemen. Pas zijn de heerendiensten hier afgeschaft, of het gouvernement weet niet 'beter te dloen, dan voor een doel van zeer groot nut, dit zij erkend, wederom gedwongen ar beid in te stellen, en wel in eene mate, die veel drukkender lasten op de bevolking legt dan sedert Daendels is vertoond, de gedwongen koffiecultuur uitgezonderd. Officieel is bepaald, dat eiken dqg één vijfde deel der werkbare mannen aan de woningverbetering moet arbeiden. Dit lijkt nogal tam. maar er moet dadelijk bij ge zegd worden, dat het overige vier vijfde deel zorgen moet voor het gereedhouden an materialen. Er bestaat natuurlijk geene ordonnantie of wet, die hen daartoe kan dwingen, maar als men weet, dat reeds dessa-hoofden zijn gedreigd met ontslag, inlandsche hoofden met degradatie, en den kleinen man dagelijks het spook van de po- litierol wordt voorgehouden, dan begrijpt men, dat de zaak marcheert. Klapperboo- men, mooie mangga- en andere vrucht- hoornen worden geveld, het bamboekapi taal flink aangesproken, en links en rechts geleend, om pannen, enz. te kunnen koopeti. Nu zij het gouvernement voorzichtig. Ja. een assistent-resident, een controleur is al tijd vol beleid, weet van geven en nemen, mahr een opzichter van den beroemden dienst der woningverbetering spreekt niet altijd"de volkstaal, is niet altijd even kalm; en een ongeluk schuilt in een klein hoekje. Bovèndien zijn er misschien wel enkele ambtenaren, die er een weinig in groeien, dat zij nu den suikerfabrikanten een kool kunnen stoven door hun werkvolk weg te halen. Er zijn altijd menschen, die de zon niet goed in het water kunnen zien schijnen, en eerlijk gezegd, hadden de suikertnen- schen wel eens in den zak kunnen tasten, toen die woningverbetering werd geordon neerd. Ach, met een betrekkelijk gering renteverlies hadden ze de kleine lieden kunnen helpen aan materialen en geld, na tuurlijk als voorschot, om hunne huizen vol gens voorschrift te veranderen, vóórdat de tijd van de drukke werkzaamheden voor hunne ondernemingen aanbrak. Nu loopen zij de kans, dat op een gegeven moment hun werkvolk en corps wordt opgecom mandeerd, om bij de pestbestrijding te wer ken, en dan staat hunne industrie stop. Nu zal de regeering zich wel tweemaal beden ken, voordat zij de kurk, waar Java op drijft, zulk eene onderdompeling doet on dergaan. maar misschien denkt ze, dat die industrie bij de tegenwoordige prijzen wel een stootje kan velen. Het onaangename van de heele zaak is echter, dat de pest begint te verdwijnen, vóórdat er nog een noemenswaardig aan*aJ huizen rattenvrij is gemaakt. Bij velen komt nu de logica in het gedrang, aller eerst voor den eenvoudigen inlander, maar ook mij zijn de genomen maatregelen wel eens raadselachtig voorgekomen. Zoo maakt de woningverbetering alleen werk van de opstanden; het dak van de huizen wordt zoo verbouwd, dat geen rat er zich meer in kan nestelen maar aan de vloeren wordt niets gedaan, en toch wil het mi.i voorkomen, dat een knaagdier liever in een aarden vloer zijn hol zal maken dan er gens in de hanenbalken, maar ik geef dade lijk toe, dat ik in dit opzicht niet deskundig hen. en dat de ziekte na het bekend wor den van de wenschen van onzen pestdicta- tor zichtbaar aan het afnemen is. Maar de waarschuwing aan de regeering luide: span 4e boog niet te strak. PLAATSELIJK NIEUWS. Concert te Bloemendaal. Vrijdagavond had op „Duin en Daal" het aangekondigde Morisson-concert plaats. Er was veel wind en weinig publiek. Tot om ende bij half

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1915 | | pagina 1