in te redden, niet bestand. Er was, in het kort, heel wat te zien bij deze demonstra tie. Afwisseling was er genoeg; ook wer den er kleine wedstrijden gehouden. De heer Meyerink heeft eer van zijn werk. Nieuw beheerend vennoot. Naar wij vernemen, is de heer A. R. Ritsema om iie/ondheidsredenen als beheerend vennoot uit de Hollandsche crediet- en deposito- bank Mees Ritsema getreden, en ver vangen door den heer jhr. C. L. van Lennep. Museum van Kunstnijverheid. Het museum' van kunstnijverheid werd gedu rende de maand Augustus bezocht door 1".J3 belangstellenden. De aan het museum verbonden boekerij w rd met 1 September weder geopend. 'e lessen der aan het museum verbonden >ol voor kunstnijverheid worden even- s op 1 September weder hervat, li aanzienlijk aantal leerlingen hebben tot het volgen van den nieuwen cursus meld. ,N HIER EN DAAR. Nederlanders en Vlamingen. Op 31 nstiis herdacht „De Vlaamsche Stem" olijk den verjaardag der Koningin, 'ot hulde en dank bij Harer Majesteits aardag", titelt de redactie haar arti- dat een mooi, krachtig prozastuk hee- mag. Herinnerd wordt daar nog eens wat Holland deed toen het droeve lot België kwam. Maar daarnevens wijst edactie op het groote voordeel, dat de ningen vinden in den meer en meer ge- nzamen omgang met de Nederlanders, iis trof vooral dit gedeelte uit het ar- vuwen lang hebben wij alleen, met ver- itzaming en verlies van veel goeds, li vreemde overheersching den strijd n voeren voor het behoud van onze -bare Nederlandsche taal en zede. mderen was de ongunstig gelegen kant ui den berg die al het noodweer harden whutten zou; ruig daardoor, maar taai. i rustig dal achter den berg, strekte eiland lachend en lief, ontwikkelde zich vrede en voorspoed en wist van de men niets af. O, bij het bewonderend schouwen van het prachtige bescha- ii gswerk alhier, zijn er soms oogenblik- cn, dat het duister wordt in ons gemoed onze oogen, en dat wij, bijna bitter, den- .ii gaan dat we eenigszins recht hadden o hulp! Nederland en Vlaanderen! Laten we vast eter broeders worden en blijven. Door 's Heeren Geest. Onder dezen utel geeft het blaadje: „Uit de Rernon- strantsch-Gereformeerde Gemeente te aarlem", een artikel, waarin wordt her- unerd, hoe de joden na hun ballingschap geen kracht meer vonden om den verwoes ten tempel van Jeruzalem weer op te bou wen, en ze toen door Zacharia werden aan gemoedigd. die hun het woord des Heeren predikte: „Niet door kracht, niet door ge weld, maar door Mijn geest zal het ge schieden." Het laatste gedeelte van dat artikel luidt aldus: „Tegenover de kracht en het geweld wel ke den tempel Sions verwoestten, heeft Za charia gesteld niet kracht en geweld, maar Gods geest, die machtig is uit het kleine het groote te doen geboren worden. Niet door kracht en geweld, maar door Mijn geest zal het geschieden. Wat zal ge schieden? De herbouw des tempels. Ja, de herbouw van den geestelijken tempel die meer is dan Sions tempel, van den geeste lijken tempel, die door de handen van Jezus Christus is gegrondvest. De ideëele goede ren der menschheid, waarvoor de oorlog voerende volkeren van heden heeten te strijden, zij zullen niet verworven worden door de kracht en het geweld van den oor log, maar door Gods geest. En de oorlogs kracht en het krijgsgeweld, waardoor de ideëele goederen der menschheid worden belaagd, zij zullen niet overwonnen worden door eenzelfde kracht en eenzelfde geweld, of door meerder kracht en meerder geweld, maar door Gods geest. Onze beschaving is geen geestesbescha ving, maar krachtsbeschaving geweest. En die kracht is nu geworden tot geweld. Uit de krachtsbeschaving is voortgekomen de wanbeschaving des gewelds. De volken, die de zonden van andere volken willen be strijden door hun eigen zondige kracht en hun eigen zondig geweld, zien niet in dat het gelijkwaardige niet kan overwinnen, alleen het meerwaardige. En boven de kracht en het geweld is de geest Gods. Dit verkondigende, loopt men in onze da gen, waarin het eigenlijk heet: „alleen door kracht, alleen door geweld", gevaar voor een naïeven zwakkeling te worden gehou den. Helaas, wij zijn eenzijdig opgevoed geworden bij de prediking dat alleen kracht en geweld een volk, een mensch groot ma ken, en wij hebben het van jongs af zoo zelden gehoord dat een volk, een mensch groot wordt door den Geest. De geschie denis van ons eigen volk en van andere volken, die wij geleerd hebben, is hoofd zakelijk oorlogsgeschiedenis, maar geen be schavingsgeschiedenis geweest. Menschen zijn niet, naar het woord van Hebbel, ijsschotsen, die voortdurend tegen elkaar aan botsen. Het is beter één steen aan te dragen voor den heiligen tempel Gods, dan zelf hard te worden als een steen en vertwijfelend rond te gaan te mid den der menschen zonder zich er aan te storen, tegen wien men aanstoot. Het is beter de bewerker te zijn van een misluk king als die van Christus, dan van een welslagen als dat van Napoleon. Niet door kracht, niet door geweld, maar door Mijn geest, zoo spreekt de Eeuwige." »a Uit Vlaanderen. Te Gent is een alge- meene staking geproclameerd op de fa brieken, waar onder toezicht van Duitsche officieren moet worden gewerkt. De sta king omvat 6400 man. De arbeiders in deze fabrieken waren den laatsten tijd zeer geprikkeld door de wijze waarop de Duitsche officieren toezicht hielden op hun werk. Donderdag is een ge deelte der- stakers weer aan het werk ge gaan, nadat de overheid er in had toege stemd, dat geen Duitsche officieren meer toezicht in de fabrieken zouden houden. De vóórnaamste fabrieken, welke door deze staking zijn getroffen, zijn de prikkel- draadfabriek te Gent-Brugge, de fabrieke" van Gebrs. Van Gheluwe, van de firma's Motte, ParmentierVan Hoogaarde en Van Haeghen, benevens de fabrieken „La Co- riandre", „Florida", de weverij „Vooruit" en de fabriek „Le Tissage" te Gent-Brugge. Vrede door economischen druk. In het Augustus-nummer van het Amerikaansche tijdschrift „The World Court', komt o. a. de toespraak voor, die Herbert S. Houston, afgevaardigde van de Kamer van Koophan del van de Vereenigde Staten, naar het in Mei te Cleveland gehouden congres voor een wereldgerechtshof, aldaar gehouden heeft over het onderwerp: „Vrede door eco nomischen druk. Hoe de handel een wer kelijke kracht kan zijn ter ondersteuning van een wereld-gerechtshof". „Geld is internationaal omdat in alle lan den goud als algemeene basis geldt. Kre diet op goud gegrondvest, is internationaal. Handel gegrondvest op geld en krediet is internationaal. Telefoon, draadlooze tele grafie, postdienst en alle moderne gemak ken voor internationale verbindingen, zijn alle internationale krachten. Zij zijn ge meengoed van alle landen, onafhankelijk van ras, taal, godsdienst, kuituur, regeering en van iedere andere menschelijke beper king. Dit is een van de grootste verdien sten om ze tot de daadwerkelijkste macht te maken, om, gebruikt als economische druk, te staan achter een Wereld-Hof. Zakendrijven, handel, is tegenwoordig de grootste organisatie in de wereld. De han delsagentschappen zijn zoo uitgebreid, heb ben zooveel betrekkingen, dat ieder land van alle andere afhangt. De instelling van een internationaal „clearing house" zal een onvermijdelijke ontwikkeling op het gebied der internationale financiën zijn. Economische druk zou voor drieërlei doeleinden toegepast moeten worden: 1". Om de volkeren te dwingen rechtsvra gen voor te leggen aan het Wereld- gerechtshof. 2°. Om de volkeren te dwingen te gehoor zamen aan de uitspraken van het Wereld-gerechtshof. 3°. Om te dienen als straf tegen een volk, dat gebroken heeft met een der Haag- sche conventies. Een volk, dat weigeren zou rechtsvragen aan het Hof voor te leggen, na met andere staten overeengekomen te zijn om het wel te doen, zou zich zelf daardoor buiten de wet stellen. Waarom zouden de andere volkeren dan niet dadelijk alle verkeer ein digen met een zoodanig land, weigeren van dat volk te koopen of eraan te verkoopen en zich van iedere verdere betrekking, op welk gebied ook, met dat volk onthouden De sterkste en gangbaarste grond, die tegen het denkbeeld van economischen druk aangevoerd kan worden, is, dat het een groot verlies kan brengen voor den handel van de volkeren, die het toepassen. Maar dit verlies zou heel waf minder erg zijn dan het verlies door den oorlog geleden. De groote geestelijke krachten als gods dienst, letterkunde, muziek, schilderkunst, enz. zijn niet machtig genoeg gebleken om oorlogen ten einde te brengen. Zou het niet mogelijk zijn, vraagt Houston, dat de we reld te veel heeft gesteund op deze geeste lijke krachten De wereld is door die krachten nog niet tot dien trap van bescha ving gekomen, waardoor op deze geheel gesteund kan worden om den oorlog te eindigen. De wereld heeft kerken, scholen, bibliotheken, musea, maar de wereld heeft, gelijk deze groote stad en dit land'en iedere andere stad en ieder land, een gerechtshof noodig. Volgens mijn overtuiging zijn al deze geestelijke krachten aan het werk ge weest tot aan een tijd, tot dezen tijd, dat de wereld rijp is voor een Wereld-Gerechtshof. Het Hof is in ons bereik. Wat noodig is, is het kracht en macht te geven door eco nomischen druk, die de beteekenis van het Hof verhoogen zal. Dan zal het Wereld gerechtshof aanstonds worden een machtig bolwerk van beschaving, de wereld bescher mend tegen de verspilling en minderwaar digheid en het ontzettende treurspel van den oorlog." LETTEREN EN KUNST. In de zooeven verschenen September aflevering van „De Nieuwe Gids" geeft Hein Boeken aanteekeningen over het Ger- maansche en Latijnsche ras, en bestrijdt de in deze dageii algemeen geldende mee ning, dat deze oorlog een rassenstrijd is, een kamp tusschen de Germaansche en Romaansche culturen. Hij schrijft: Zijn het inderdaad twee rassen, die Eu ropa bewonen? Het is zoo verwonderlijk die lijn, die iets boven Triëst beginnend, links van Tirol, dwars over de Alpen, dan ongeveei den Rijn volgend, ten slotte overspringt naar de Maas en nog wat meer naar links, meer naar het Zuiden gaat en zelfs iang de zee nog een veel grooter stuk aan haar rechter zijde neemt en zoo schier gansch Europa (Turkije niet medegerekend) in tweeën deelt, dan de zee overgaat en Groot-Brit- tannië rechts houdend ook over den Oceaan de nieuwe wereld in tweeën deelt. Rechts wonen zij die de Duitsche talen spreken, de duidelijke talen van het volk, waarvan ieder dadelijk weet wat elk woord beduidt, links klinken u alom (wel is waar met allerlei, ook grooter wijziging, vooral waar de bergketenen de landen en volken scheiden) daar klinken u alom de talen tegemoet, die tot gemeenschappelijke moeder hebben de taal van het kleine volkje van het kleine Latium, dat eenmaal meende voor goed een heid en vrede over de geheele wereld te brengen, die ook de taal werd van de kerk. Twee taai-families dus, maar zijn het ook twee rassen, die door die lijn in tweeën worden gescheiden Neen, zoo had Cham berlain mij geleerd, wèl twee taai-families, maar niet twee rassen. Links en rechts van den Rijn wonen Germanen. Germa nen waren de Franken en Bourgonden, die zich hebben vermengd met de Kelten dit zijn de inwoners van Frankrijk. Ger manen waren de Angelen en Saksen, die zich hebben vermengd met de oude bewo ners van Groot-Brittanië, vooral Kelten; Germanen waren de Gothen, die te zamen met de Iberen de stamvaders zijn der Span jaarden; Germanen waren de Longobarden en Noormannen die nieuw bloed hebben ge bracht in de oude bevolking van Italië. Hoe grooter verscheidenheid tusschen de oorspronkelijk met elkander verwante ras sen, te grooter de verfijning. Zoo waren de Germanen in Germanië de Duitschers misschien wel het zuiverst, het minst vermengd van ras, maar juist om die reden minder veredeld dan de Germanen in Bri- tanje en Frankrijk, in Italië. Er ligt dus niets in dezen blik op de rassen, waaruit mag worden besloten tot het recht van de Germanen van Germanje op overheer sching van de andere hun verwante stam men, elders in Europa woonachtig. Toch is ook Chamberlain nu gewordeneen verdediger van dit recht, dus van het Duitsch Imperialisme. En dat kan aan niets anders worden toegeschreven dan aan de algemeene verblinding met welke deze oor log de tegenover elkander staande naties heeft geslagen. De Germaansche cultuur kampt met de Latijnsche Niets is minder waar dan dit, zegt Boeken. Het woord Cultuur is door Nietzsche in gebruik gebracht om aan te duiden wat den Duitscher ontbreekt in te genstelling met den Franschman, en Paul Fort doet niet anders dan Nietzsche's ver wijt samenvatten wanneer hij in zijn ver maard vers aan Duitschland zegt, dat er nog vierduizend jaren noodig zijn, voor men daar de ware groote beschaving ver 1 krijgen kan. „En degenen die nu Frankrijk bestrijden, de vinders en makers van de dikke Ber tha's en andere gruwelen zijn toch waarlijk j niet die weinigen die aan dat vierduizend- jarig werk van Duitschlands ontginning arbeiden. Een strijd van twee culturen is ook geen strijd van wapenen, is een strijd waarin den Franschen de zegepraal is verzekerd. In Goethe's woorden: „Denn das Naturell der Frauen 1st den Kiinsten nah verwandt," moet ge. voor dit geval, eens in de plaats van „Frauen" zeggen „Franzosen". Even zeker als het is dat elke kunstenaar iets in zich heeft van de vrdüw zonder dat daarom nog alle vrouwen artisten zijn zóó zeker is het dat elke Duitsche artist in zich gevoelt groote sympathie en ver wantschap voor de Franschen, zonder dat het nog waar is dat alle Franschen artis ten zijn. Nu blader ik in de Poèmes de France van Paul Fort. Hoevele duizendtallen van jaren van bearbeiding zouden over Duitsch lands geestes-grond moeten henen gaan, voordat zulk een oogst er aan ontsproot?" In zijne Kriegs-Aufsatze. Voordrachten over kunst. De Laren- sche kunsthandel heeft haren leden een reeks voordrachten over kunst voor dezen winter in uitzicht gesteld. Toezegging tot het houden van een voor dracht deden: Dr. Frederik van Eeden, over een nader aan te kondigen onderwerp; Dirk Coster, over Nederlandsche letterkunde; Bernard Zweers, over Nederlandsche toon kunst; Alb. Plasschaert. over Nederland sche schilderkunst; Jac. van den Bosch, over Nederlandsche kunstnijverheid; Jan Gratama, over Nederlandsche bouwkunst; Willem Brouwer, over Nederlandsche pot tenbakkerskunst. Met een spreker over de Nederlandsche dramatische kunst is men nog in onderhandeling. LEGER EN VLOOT. Een toelage voor vrijwillige Landstorm- wièlrijders. De minister van oorlog heeft bepaald, dat aan eiken vrijwilliger-land- stormman-wielrijder, voor zoover hij bij de uitoefening van zijn vrijwilligen dienst van een niet door het legerbestuur beschikbaar gesteld rijwiel of motorrijwiel gebruik maakt, een toelage zal worden verleend van 0,50 per week, gerekend van 1 Juli j.l. af en hem uit te betalen aan het einde van elk kwartaal, doch met inhouding van die we ken, waarin door hem zonder wettige re den of buiten toestemming van zijn com mandant, verzuimd is aan een of meer oefeningen deel te nemen. De uitbetaling zal moeten geschieden door tusschenkomst van den commandant, die de daarvoor vereischte opgaven zijner onderhoorige manschappen bij den daarvoor door den onmiddelijken chef van den commandant aan te wijzen administrateur indient. Tevens is bepaald, dat in den vervolge geen kosten welke ook, wegens herstelling, vernieuwing of verlies van de hiervoren bedoelde rijwielen of motorrijwielen zullen worden vergoed. Onderstaand geven wij een overzicht der bevorderingen, welke bij de afdeeling Haar lem van den Vrijwilligen Landstorm hebben plaats gehad. Bevorderd tot sergeant werden: De heeren v. Deventer, jhr. v. d. Poll, mr. P. Tideman en Giebels. Tot korporaal de heeren: Crornmelin, Caderius van Veen, Wijsmuller en Van Wa- veren. Tot soldaat le klasse, de heeren: Botti, Dokter, Joustra, v. d. Laan, Lokerse, Me- rens, v. d. Ploeg, Nieuwkuijk, Lamfers, v. Beeck Vollenhoven, Guépin, Cock, Beijnes, Van Spengler en Schnitger. TOONEEL. Het Geheim. Zondag, 12 September, dus Zondag over acht dagen, treedt me vrouw Theo MannBouwmeester in den schouwburg Jansweg op in „Het Geheim" van Henry Bernstein, een belangwekkend stuk. Voegen wij erbij, dat met dat optre den de herdenking wordt gevierd van me vrouw Mann's eerste optreden, 30 jaar ge leden, bij het Ned. Tooneel, dan gelooven wij, de belangstelling voor deze voorstel ling nog te vergrooten. Gaat deze kunste nares huldigen. VOLKSGEZONDHEID. Hoe moet men baden In den „Strijd tegen de Tuberculose", lezen wij onder dezen titel Nog slechts een menschenleeftijd gele den was een kleine woning, die toch ook haar aparte badkamer had, een zeldzaam heid. Een badkuip in huis gold als een weelde, die slechts zeer welgestelde bur gers zich konden veroorloven. Thans zijn er in de moderne groote steden reeds een groot aantal huizen aan te wijzen, waarin zelfs de meest bescheiden woningen nog 'n badkamertje hebben, en ieder jaar neemt de schare personen toe, wie een dagelijksch bad of althans een dagelijksche douche of afsponsing langzamerhand tot een onmis bare gewoonte is geworden. Reeds meermalen echter hebben medi sche deskundigen er op gewezen, dat onder sommige omstandigheden het dagelijksch bad ook schadelijke gevolgen kan hebben, als men b.v. in heet water baadt en te lang in het bad blijft. De Amerikaansche geneesheer James S. King wijdt in zijn belangwekkende bro chure „Modern Sanitation" over deze mis bruiken bij het baden uit, dat maar al te vaak zijn doel: het opfrisschen van lichaam en zenuwen, mist. Voor den normalen, gezonden mensch is een kort, koel, bijna i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1915 | | pagina 3