INGEZONDEN.
EHISER WATER.
kringen is doorgedrongen het besef dat in
zaken van u etenschap en wetenschappelijke
praktijk, het ontledende verstand niet alles
dl dat de aristotelische logica heeft afge
daan, Het laat zich begrijpen, dat de rede
z Kiwel te dier vergadering als in psychia-
•.rs-kringen daarbuiten verontwaardiging
'leeft gewekt. Wij leven immers in den tijd
dat de aanhang van menigte en officieele
amen is aan de zijde van prof. Hij-
is c.s„ die geloov.en in het bestaan
e, verschatten de waarde van zoogenaam-
zuivere empirie, wij zouden kunnen
■/x gen zintuigenkunde. Toch gaat dr. Cox
bc iard en redelijk te werk; hij doet zich
n: als revolutionnair voor; hoewel hij het
Hij ziet in ons z.g. krankzinnigen-
w au reeds het lichten van betere opvat
tin- aii. Wij stellen ons voor de volgende
u de punten van behandeling van deze
iracht on te nemen. De rede is een
ir 'he anti-mandarijnen-rede.
OR ONZE DAMES.
nieuwe bonimode. De bont is reeds
niet meer een kleedingstuk. dat al-
lu .oor de koude gedragen wordt. Bij
Ik deren van het koude jaargetijde is
en onvermijdelijke aanvulling van
utercostuum. Opvallend zijn dit jaar
tk te bonten. Het meest gezochte tegen
in ig is de Noorsche lynx of losch, die
ats van den ..witten iltis" heeft inge-
Hoe noordelijker in de ijsvelden de
.eft, des te lichter is zijn huid.
bont de laatste jaren in de kleeding
eel gebruikt wordt, b. v. voor garnee-
iis kraag, enz. is ook de keus in bont-
n veel grooter geworden dan vroe-
iet spreekt van zelf, dat de van ouds
ite soorten zooals Nerz, skunks, her-
breitschwanz. bisam en seal niets
tin aantrekkingskracht op de dames
u hebben. Hierbij komen echter elk
ieuwe soorten, die een ware zoölogi-
hudie eischen. Zoo hebben we b. v.
liegende hond", wiens, vel voor kra-
moffen gebruikt wordt, de z.g. veel-
en soort marter en misvorming van
andinavische bergkat. Een mooi
litis vel geeft het „vliegende eek-
t 'e", welks eenige fout is, dat het
ruikt kan worden voor imitatie van
skunks en sabel. Men zij voorzich-
t deze soorten.
OVULLING.
juffrouw (die de voortreffelijkheden
aar kamers voor een student op-
„En hier aan de overkant is een
- shuis, zooals u ziet. U kan de voor-
i uit het venster zoo overreiken."
VANGEN BOEKEN, ENZ.
den uitgever J. F. van de Ven, te
verscheen een allergeestigst kinder-
„6 verhaaltjes voor Hansje en an-
riend.ies door Oma" heet het. Er zijn
in plaatjes in, „door Oma zelf getee-
■J". en wij willen wel dadelijk erkennen,
die plaatjes en verhaaltjes voortreffe-
zijn, echt guitig en beminnelijk, en vol-
>mon geschikt om tot de verbeelding van
nderen te spreken. Het is een alleraar-
'igst Sinterklaasgeschenk,
De prijs is 1.25.
Na nadere kennismaking vestigen wij
gaarne nog eens de aandacht op het meis-
vsboek „Bakvischjes"door onze plaats-
moot mevrouw De QraaffWüppermann
geschreven. Het is een meisjesboek van
de goede soort; de schrijftrant van me
vrouw De Graaff is pleizierig onderhou
dend.
Wij zouden het boek „Jonge veulens"
hebben genoemd. De wei voor de veulens
(de jonge meisjes) is de nette burger-maat
schappij. Het is, zoover die netjes om-
tuinde omgeving toelaat, een dartel gedoe,
voor ouders van humanistische richting is
het een aardig St. Nicolaasgeschenk voor
hunne meisjes.
De prijs is maar 90 cent, voor ingenaaid
1,25.
Als n". 2 in de serie „Staten en Volken"
der Hollandia-drukkerij te Baarn, verscheen
„Hoe Egypte onder Engeland's protecto
raat is gekomen"; schrijver is A. W. Stell-
wageti.
(Zonder verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de redacteur,
Vergun mij, naar aanleiding van het in
gezonden artikel van den heer F. Willekens
Macdonald in uw blad van 27 November
,i.l„ een bescheiden plaatsje in uw nummer
van heden.
W aar haalt de heer Macdonald het recht
vandaan, te beweren, dat Duitschland vol
komen terecht de sympathie van alle wei
denkenden heeft verbeurd.
Den heer Macdonald moet het zeer goed
bekend zijn, een zéér groot aantal Neder
landers en gewis niet de minst ontwikkel
den iuist wel sympathie voor Duitschland
gevoelen, en nu durft de heer M„ omreden
hij anti-Duitsche gevoelens koestert, alle
personen, die niet zijne meening deelen, en
w aarvan er verscheidene zeer hooge posi
ties in de maatschappij bekleeden, te be
stempelen als niet-weldenkenden, op zijn
zachtst uitgedrukt, eene verregaande onge
pastheid.
Het geheele artikel van den heer M. be
staat uit onhebbelijkheden en beleedigingen,
ik zal dan ook over alle insinuaties liever
zwijgen, daar 't geheel den indruk wekt, ge
schreven te zijn door iemand, die zijne
hartstochten niet meer meester was.
Ik kan echter niet nalaten, te protesteeren
en 't meer dan bedroevend te vinden, dat
een man van de positie van den heer Mac
donald niet zooveel zelfbeheersching heeft
om zich te weerhouden een staatshoofd aan
te vallen.
Het geheele artikel duidt op eene uiting
van niachtlooze woede over 't prachtige
succes en het welslagen der onderneming.
U, mijnheer de redacteur, dankend voor
de plaatsing dezer regelen, teeken ik.
Hoogachtend,
J. G. R. VAN ITTERSUM.
's-G ravenhage, 1 Dec. 1915.
Wij hebben de vorige week het stuk van
den heer mr. F. Willekes Macdonald ge
plaatst. omdat wij onjuist vonden het niet
te plaatsen. Wie zijn gemoed eens wil
luchten, moet dat in ons land kunnen doen.
Degene, die meent dat onze neutraliteit
of onze onafhankelijkheid daardoor in ge
vaar komen, vergist zich. Onze regeering,
niet onze pers zorgt voor het handhaven
onzer neutraliteit.
De regeering heeft hare ambtenaren in
de hand. Dat is voldoende. Voortgezette
uiting van anti-gevoelens. heeft haar blijk
baar aanleiding gegeven, eens tegen „De
Telegraaf" op te treden, doch ook dat lijkt
ons onnoodig en overdreven. Woorden zijn
geen daden, al dat geschrijf en gepraat van
pro- en anti-menschen, die waarschijnlijk,
komt er werkelijk gevaar, de plaat zullen
poetsen of zich in hunne kelders zullen ver
schuilen, achten wij nagenoeg geheel zon
der beteekenis. Onze onafhankelijkheid
wordt er zeker niet door bedreigd. Een
stemming is niet de mensch. En zelfs al
zou het zekere pers gelukken eene be
paalde stemming pro of anti dit of dat te
kweeken, ze komt niet uit het wezen van
ons volk voort, en voor eene tegenpartij is
ze nooit een reden, hoogstens een voor
wendsel tot ingrijpen.
Het wezenlijke Nederlandsche volk hecht
zelf ook niet aan stemmingen, het heeft een
oordeel, nuchter en billijk. Het begrijpt,
dat zijn onafhankelijkheid alleen aan eigen
kracht en eenheid hangt, en dat al het an
dere de buitenkant raakt. Het is niet pro-
Duitsch, want het heeft sympathie met de
Belgen, die lijden zooals in den tachtig-
iarigen oorlog de Nederlanders leden, het
is niet pro-Engelsch, want de Engelschen
zijn nog altijd de Engelschen van den Boe-
ren-oorlog, het is niet pro-Fransch. want
onder Frankrijk heeft ons volk zelf meer
dan eenmaal geleden tot diep in het hart.
Het is in wezen ook niet eenzijdig anti een
dier drie, het weet zeer goed de deugden
van elk van dezen, van hunne ondeugden
te onderscheiden. Ons volk is wezenlijk
pro-Nederlandsch. daar is alles mee ge
zegd. Eerbied heeft ons volk voor daden,
voor handelen, voor het voorbeeld geven, in
de richting van, zooals een werkman het
uitdrukte „tot één kloen" samengroeien
van alle landgenooten. van alle Nederland
sche strevingen. In die richting gaan de
wenschen. Daarbij is de houding die van
werkzaam wachten, de stemming ernstig.
Wee hem, die dit volk houdt voor een klei
ne macht en naar dat scheeve oordeel han
delen zou! Al het pro- en anti-gepraat en
geschrijf over deze of gene vreemde natie,
lijkt ons daarbij vergeleken, waardeloos
niet alleen, maar kinderachtig.
In den zuiveren Nederlander zit rust en
ras. Maar zullen wij, omdat wij kalm en
ernstig zijn. de spring-in-'t-velden boeien
aandoen van gedwongen neutraliteit?
Red.
RECHT EN WET.
Bij vonnissen van de Arrondissements
Rechtbank te Haarlem, d.d. 30 November
1915, werden de navolgende personen in
staat van faillissement verklaard;
H. C. Heemskerk, bloemist, wonende te
Lisse. curator mr. P. Tjeenk Willink, Ged.
Oude Gracht n". 92, Haarlem, telefoon n°.
826.
J. van de Gevel, aannemer, wonende te
Lisse; curator als voren.
Rechter-Commissaris in deze faillisse
menten mr. P. J. G. van der Muelen.
LETTEREN EN KUNST.
Voor Dirk Coster's leergang in de letter
kunde, welke in den Larenschen kunsthan
del te Amsterdam gehouden wordt, is door
ruim vijftig personen ingeteekend.
Tentoonstelling. De Haarlemsche schil-
dersvereeniging „Kunst zij ons Doel" heeft
een tentoonstelling in elkaar gezet van
aquarellen en teekeningen (Belgische
vluchtelingen), van Leo Gestel.
In „De Larensche Kunsthandel" te Am
sterdam is een fraaie verzameling schilde
rijen van den Larenschen schilder Frans
Langeveld te zien.
I>e eerste avond van het comité-Bierens
de Daan c.s. Dr. J. D. Bierens de Haan
heeft met eenige dames en heeren uit
Haarlem aldaar kunstlezingen belegd door
bevoegde mannen, waarvan de eerste werd
gehouden op 'Woensdagavond 24 November
in de schouwburgzaal „De Kroon", waar
prof. Martin sprak over Frans Hals en zijn
invloed. De heer Bierens de Haan sprak
zelf een openingswoord van verre strek
king. Tot onze voldoening bleek het stre
ven van het comité gericht te zijn op ver
levendiging van het geestelijk leven te
Haarlem en omgeving, op aanvuring van
de kunstliefde. Wil ons volk, zoo sprak de
inleider ongeveer, zijne roeping getrouw,
zijne destijds aanzienlijke plaats in de rij
der volken opnieuw innemen en ons ver
leden wijst daarop, dan moet de aandacht
meer op kunst en kunstgeschiedenis wor
den gericht. Wij zijn een volk van plasti
sche kunstenaars.
In de kuituur is altijd van kleinere groe
pen meer kracht uitgegaan, dan van groote.
Kunst kan worden opgevat als een
veredelend genot, maar ook als een gees
telijke kracht. Is genot maatstaf van
schoonheid, dan kan voorlichting worden
ontbeerd. Groote kunst evenwel behaagt
niet en streelt niet. maar ontvoert aan het
dagelijksche, verdiept, houdt hoogere wijs
heid in. Het genie is niet tot ons vermaak
geboren. De kunst openbaart wat er om
gaat in het gemoed der menschheid. wat
daarin ligt samengetast, brengt zij plas
tisch aan het licht, zij wil bij volk en nage
slacht weerklank en meeleven vinden, zij
wil begrepen worden. De tijd schijnt rijp
voor het begrip dat kunst meer is dan ge
not, na zooveel materieelen vooruitgang,
wordt gehunkerd naar geestelijk voedsel.
Prof. Martin hierna het woord nemende,
noemt de subjectieve kritiek (de betuiging
van persoonlijke smaak), van weinig be
teekenis. Hij wenscht in objectieve kritiek
antwoord te geven op de vragen; Wat wil
de Frans Hals Is hem zijn voornemen
gelukt Waren er anderen die dit beter
deden Was wat hij gaf nieuw of afge
leid Onderging Hals den invloed van
moraal of van eenige bepaalde wijs
begeerte
De antwoorden kwamen later, maar wij
geven ze dadelijk: Hals bezit een uitbun
dige liefde voor de onbedwongen werke
lijkheid en die wil hij weergeven.
Het is hem, hoewel de rem die zijne be
stelde onderwerpen hem somtijds opleg
den, schitterend gelukt.
Invloeden van letterkundigen, zedekun-
digen of wijsgeerigen aard zijn bij hem niet
te bespeuren. Hij is de technisch bijna vol
maakt schijnende schilderprofeet van het
natuurminnend gezonde Hollandsche leven
van de 17e eeuw. Er waren niet anderen
die het beter deden, hij heeft nieuws gege
ven, onder meer in de portretkunst der
groepen, wel heeft hij navolgers gehad,
die ieder als het ware één kant dezer blijde
kunst verder tot volmaking hebben ge
bracht. Zijn geestige opgewektheid, de
blijheid van zijn kleuren, zijn geniale vaar
digheid van doen, zijn rake karakterisee
ring, schitterende rangschikking en het
ontbreken van alle deftigheid maken met
zijn menschenkennis van Hals den grooten
vernieuwer van het schildersleven in wes
telijk Europa na de renaissance.
Wij gaan voorbij de vermelding van
data uit Hals' leven, welke wij bij
onze lezers bekend mogen onderstellen:
belangrijk voor onzen tijd schijnt ons even
wel te onderstrepen dat Hals een Vlaming
van oorsprong was. Ook in dezen tijd
brengen Vlaamsche kunstenaars met hun
pit, hun sappigheid, hun afwezigheid van
bezadigde pose. frisch leven in Nederland.
Teekeningen zijn van Hals niet bekend, hij
teekende zéker' met het penseel.
Door hem beïnvloed tot vreugde in de
waarneembare werkelijkheid van het le
ien zijn De Braij, Brouwer, Ostade. Jan
Steen, Moolenaar, Wouwerman en nog zoo
veel anderen van blijvende beteekenis. In
Hals was alles vereenigd, 't levend portret,
't stilleyen, 't dierleven, machtige groe
peering. Hij is onze krachtigste colorist,
heeft alle kleuren haast brutaal. maar toch
harmonisch, aangebracht.
De Duitsche schilder Liebermann is op
zijn atelier steeds omringd door zijne stu
dies naar Frans Hals. In rijpheid van tech
niek staat Hals op één lijn met Velasquez
en Rubens.
Wij kunnen Hals niet nageven, dat hij.
als portretschilder een denker was (Rem
brandt is het groote voorbeeld van den
schilder-denker). Zijn eigen innerlijk voor
zoover het op zijn gelaat te lezen is ge
weest, heeft hij zoover we weten, nooit ge
schilderd. Hij was de zuivere ziener van
de uiterlijke werkelijkheid, van de bewe
gelijkheid daarin, van haar rijkdom aan
kleuren, de ziener van den geestigen buiten
kant des levens, die hij op nieuwe wijze en
tegelijkertijd coloristisch gesproken, zoo
krachtig en edel, zoo fijn en pakkend af
beeldde, dat van hem kan worden gezegd:
Hals vormt als eerste en grootste van die
oud-Hollandsche schilders, welke realisten
waren, de wekker van eene nieuwe fase
in de ontwikkeling van het met liefde de
werkelijkheid zien.
Deze laatste typeering komt voor reke
ning van ons, niet van prof. Martin.
Bij het vertoonen van zeer goede licht
beelden maakte de spreker nog eenige
toepasselijke opmerkingen.
Wij vragen ons af, of er niet reeds toon
bare kleurenkieken van Hals' schilderijen
bestaan. Prof. Martin deed alsof de ge
wone lichtplaatjes het hoogst bereikte op
dit gebied zouden zijn. Is dit wel zoo
Het Haarlemsche comité, dat over zoo
veel belangstelling en medewerking be
schikt, zal ons toch altijd wel het beste
voorzetten
TOONEEL.
Italiaansche opera. In den schouwburg
„De Kroon", komt de Italiaansche opera
Zondagavond met Puccini's „La Bohème".
Muziek en handeling zijn in deze opera
beide van de aantrekkelijkste soort; „La
Bohème" is een zeer mooi en tevens een
genoeglijk onderhoudend werk.
„Jane Clegg", tooneelspel van St.
John G. Evine, bij de N. V. „Het
Tooneel", dir. Willem Royaards.
Onder regie van Henri Brondgeest, heb
ben we deze maal een voorstelling ge
zien, die er wezen mocht. Niet dat het stuk
zooveel bizondere qualiteiten heeft, maar
het gaf gelegenheid aan eenige van Roy
aards' beste acteurs en aan zijne beste
actrice, Magda Janssens, tot spel, dat ons
lang heugen zal, als zeer mooi, zeer zuiver
en zeer gevoelig.
Magda Janssens is eene actrice, zooals wij
in Nederland geene andere hebben. Ik ge
loof dat zij het best aangeduid kan worden
door te zeggen dat zij het goede van Greta
Lobo-- Braakensiek en van Emma Morel
in zich vereenigt. Aan beiden doet zij ons
denken, maar zij is fijner, dieper en een
voudiger. Eenvoud is wel het hoofd-ken-
merk van deze vrouw. Dit schijnt natuur
lijk spel, maar die natuurlijkheid is gefil
treerd door een hooge geestelijkheid en
eene zuiver aanvoelende psyche.
Wonderlijk is het: Uit het spel van Mag
da Janssens leert menhaar karakter
kennen. Zonnig en melancholiek moet zij
wel wezen, geest-vol en zachtaardig. Of
is zij anders en eene kunstenares, die zich
transformeeren kan tot het engelachtige
Fientje, de fiere Jane Clegg en de coquette
Parisienne
Hoe veel facetten, hoe veel nuances heeft
zij wel. En haar oogenspel? Het staren,
hetluisteren met de oogen. En haar
gebaren, het uitgespreid houden van de
handen, als zij Cleggy, haar man, in het
stuk, die gestolen heeft en haar bedrogen
heeft, tot afscheid deze reikt, als hij naar
Canada gaat met de slechte vrouw, slech
ter nog dan hij zelf is. En welk eené moe
der is deze Jane Clegg, standvastig tegen
de verwenning van de olie-domme groot
moeder (een caricatuur in het stuk), in!
Na Magda Janssens dient Brondgeest als
Arnold Clegg, genoemd te worden. Bravo!
Dat lag er nu eens niet buiten op. Dat was
niet lawaaierig, maar écht. Als iets mij
meegevallen is, dan is 't deze creatie van
Brondgeest, die dit stil spel gaf en uit
voerde! Karei van Rijn is een aanwinst
voor het gezelschap en vergoedt ons het
gemis van Jan Musch, in wiens emplooi hij
valt. Prachtig zijn bookmaker Munce. de
man, die zich laat gaan op zijn drift, de
sangninicus! Zóóals Laroche weet te hui
len, dat het je door merg en been gaat, zóó
heeft deze Muncegelachen! Ko van
Dijk speelde karakteristiek Morrison, een
deftige, fatsoenlijk-brave kassier. Mooi
zijne nerveuse neus-snuivinkjes als hij
Jane Clegg moet gaan vertellen dat d'r
man eene chèque geïnd heeft, die bestemd
was voor zijne firma. Mooi ook zijne ge
reserveerde houding. Willen we uiterst
kritisch zijn niet waar, bij Royaards'
voorstellingen stellen we de hoogste eischen
en als het zóó doorgaat, nu ook aan zijne
afdeeling-Brondgeest dan kunnen we op
merken, dat de inzet van Van Dijk's twee
de opkomst iéts te joviaal was en ook dat
mevrouw Verstraete in het derde bedrijf
even uit den toon viel. Trouwens deze cre-
Met warme melk liet vanouds bekende
meest doeltreffende middel tegen Hoest
en Verkoudheid. Alleen echt met dit
Handelsmerk 29 cent per keele kruik.