ALGEMEEN WEEKBLAD
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie:
Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM.
9e Jaargang,
ZATERDAG 25 December 1915.
No. 52
Het Bloemendoolsch Weekblad.
Prijs per jaar
2,60
Prijs
per nummer
25 cents.
Atlrertentiën
10 cents per
regel;
bij contract
belangrijke
korting.
Dit nummer bestaat uit 6 bladzijden.
STAATKUNDIGE OPSTELLEN.
Staat run Oorlog en Staat van Beleg.
Nu bij Koninkjijk Besluit van 3 Decem-
1915, N". 39, weder een groot gedeelte
het grondgebied in Staat van Beleg is
v klaard en daarmede de normale rechts
tand van dat gedeelte door een abnor-
n wordt vervangen, is het m. i. wen-
'i ik de wettelijke bepalingen daarom-
t eens te bespreken.
tikel 187 der Grondwet bepaalt o. a„
li ter handhaving van de uit- of inwen-
veiiigheid door of vanwege den Ko-
elk gedeelte van het grondgebied des
in staat van oor'.og of in staat van
kan worden verklaard. De wet be-
pa. de wijze waarop en de gevallen
wa n zulks geschieden kan en regelt de
go gen."
uitvoering van dit artikel is tot
sta gekomen de wet van 23 Mei 1899
(Si. tsblad N". 128), gewijzigd bij de wet
va December 1909 (Staatsbl. N°. 469).
li a eerste plaats valt ten aanzien van
ük et op te merken, dat door de uit-
dr ngen Staat van Oorlog en Staat van
lit twee verschillende rechtstoestanden
m worden. De regeering kondigt af
bet noodig wordt öf den Staat van
1 of den Staat van Beleg.
lie eerste uitdrukking moet niet uit-
d gedacht worden aan oorlogstijd
de laatste niet aan een toestand als
v door den vijand belegerde sterkte,
•Ik der beide toestanden: Staat van
f en 5Taai van Beleg kan voorko-
zoowel in vredes- als in oorlogstijd.
koninklijk Besluit is voldoende om.
er er ernstige reden voor bestaat,
ii exceptioneelen maatregel over te
De regeering heeft dus den toestand
■rdeelen en dat zij niet te licht den
n rechtstoestand door een abnor-
zal vervaneen. daarvoor wordt een
v rhorg gevonden in art. 5 der wet,
';n bepaaldwordt.dat -- behalv» in het
van een vijandelijken inval on-
ild een voorstel van wet aan de Sta-
Generaal moet worden gedaan, om het
rtduren van den Staat van Oorlog, of
den Staat van Beleg door de Wet-
de Macht te bepalen.
Wat is nu het verschil tusschen den
v i van Oorlog en den Staat van Beleg?
Ier karakteriseering van dat verschil
I kan. ii 't algemeen, gezegd worden, dat
de Swat van Beleg aan de militaire auto
riteit grooter macht verleent dan de Staat
an Oorlog, bij welken laatsten toestand
de burgerlijke overheid slechts betrekkelijk
weinig van haar gezag inboet.
Bii den Staat van Oorlog is het Bur-
eriijk Bestuur niet geheel aan het mili
tair gezag onderworpen, bij den Staat van
Beleg is dit wel het .geval.
Vergelijken wij de verschillende bepalin
gen daaromtrent in de wet. dan kunnen wii
daaruit tot het volgende besluiten:
Bij den Staat van Oorlog zijn de bestu
ren van en de ambtenaren in dienst bij pro
vinciën, gemeenten, waterschappen, veen-
schappen en veenpolders verplicht aan het
militair gezag de inlichtingen te verschaf
fen. welke van hen verlangd worden en
(zooals er ten overvloede in de wet bij
staat), „tot het verstrekken waarvan zij in
staat zijn terwijl bij den Staat van Beleg
zooals met een enkel woord boven reeds
werd gezegd de burgerlijke besturen en
ambtenaren verplicht zijn te gehoorzamen
aan de hevelen van het militair gezag
De politie en de brandweer komen reeds
bij den Staat van Oorlog onder de bevelen
van het militair gezag; evenzoo de vrij
willigerskorpsen. Tot het regelen of wij
zigen van den dienst der politie en brand
weer en tot het vaststellen van nieuwe
verordeningen eischt de wet intusschen
overleg met het burgerlijk gezag. Op het
militair gezag gaat ook bij den Staat van
Oorlog over de bevoegdheid van de Com
missarissen in de p ovinciën wa' betreft,
het handhaven der orde.
Bij den Staat van Beleg is het militair
gezag gerechtigd politie-verordeningen
(ook keuren van waterschappen, enz.) te
wijzigen of te schorsen zonder bovenbe
doeld overleg. De daartoe strekkende, be
sluiten zijn van kracht onmiddellijk nadat
zij zijn afgekondigd op de wijze, door het
militair gezag te bepalen.
Wat aangaat de vrijheid van drukpers,
gewaarborgd voor gewone tijden bij art.
7 der Grondwet, is het militair gezag als
dan bevoegd die op te heffen door beper*
kende bepalingen vast te stellen omtrent
het drukken, uitgeven, verspreiden, aan
plakken of in den handel brengen van ge
schriften of teekeningen, of dit geheel te
verbieden: bij den Staat van Oorlog be
paalt zich die bevoegdheid tot het verbie
den van het door middel van de drukpers
of op andere wijze bekend maken van be
richten en opmerkingen betreffende mili
taire maatregelen.
Door het militair gezag is reeds aan een
ieder verboden, berichten en opmerkingen
betreffende militaire maatregelen, hetzij
door middel van de drukpers, of op andere
wijze, hekend te maken.
We zien alzoo, dat bij den Staat van
Oorlog de rechtstoestand nog niet zeer
groote wijzigingen ondergaat, doch wèl is
dit het geval bij den Staat van Beleg. Hier
onder volge nu een kort overzicht van de
verdere bevoegdheden, die alsdan aan het
militair gezag toekomen, met de opmer
king, dat. voor zoover de wetsbepalingen
voor den Staat van Beleg daarmede niet
in strijd zijn. het bepaalde voor den Staat
van Oorlog ook geldt bij eerstbedoelden
toestand.
Het militair gezag dan kan den toegang
tot het verkeer binren en het verlaten van
het in Staat van Beleg verklaard grond
gebied regelen overeenkomstig de eischen
der algemeene veiligheid; ook is het be
voegd aan personen, wier aanwezigheid
voor de rust en de algemeene veiligheid
wordt geacht gevaarlijk te zijn. het ver
blijf binnen het in Staat van Beleg ver
klaarde grondgebied te ontzeggen en de
zen daaruit te verwijderen, of. indien de
mogelijkheid daartoe niet bestaat, hen in
bewaring te stellen.
Het recht van vereeniging en vergade
ring, volgens art. 9 der Grondwet, wordt
opgeheven; de bevoegdheden van het bur
gerlijk gezag tot regeling daarvan en van
de bijeenkomsten om zich in liet hanteeren
van de wapenen te oefenen, worden opge
heven.
Tot het houden van openbare vergade
ringen van bizondere personen of openbare
bijeenkomsten onverschillig of het pu
bliek voorwaardelijk of onvoorwaardelijk
toegang heeft tot' het houden van op
tochten en van oefeningen in den wapen
handel. wordt de schriftelijke vergunning
van het militair gezag vereischt. behalve
voor de volgens de Grondwet geoorloofde
openbare godsdienstoefeningen.
Elke vergadering, bijeenkomst of op
tocht. hierboven bedoeld, moet op de door
of namens het militair gezag gedane vor
dering terstond uiteengaan.
Schouwburgen, sociëteiten, koffiehuizen,
tapperijen en andere lokalen, bestemd tot
gezellig verkeer, alsmede fabrieken ei/
werkplaatsen, kunnen, in het belang van
openbare orde of veiligheid, voor korteren
of langeren tijd worden gesloten, eveneens
door het militair gezag.
Dit gezag is bevoegd het wegvoeren van
paarden, vee, wagens, vaartuigen, levens
middelen en andere voorwerpen van het
in Staat van Beleg verklaarde grondge
bied te bevelen, te bewerkstelligen of te
beletten.
Het krijgt voorts de bevoegdheid de
wettelijke bepalingen op het dragen van
wapenen, in het belang der openbare veilig
heid, te wijzigen en het kan den inwoners
gelasten de in hun bezit zijnde wapenen
en munitie in te leveren, welke last reeds
in het in Staat van Beleg verklaarde
grondgebied is gegeven.
Met beperking van de vrijheid, volgens
art. 153 der Grondwet den ingezetenen ge
waarborgd, krijgt, bij het verklaren van
den Staat van Beleg, net militair gezag
de bevoegdheid, desvereischt. elke plaats,
zglfs tegen den wil van den rechthebben
de, te betreden, of, op vertoon van een
schriftelijken last, te doen betreden en al
daar nasporing of huiszoeking te doen of
te laten doen. Tot nasporing in eene wo
ning en tot huiszoeking wordt zulk een
Ust alleen verstrekt aan een officier, die
zich kan doen vergezellen door militairen
van lageren rang.
Het geheim der brievenpost, bedoeld bii
aft. 159 der Grondwet en mede, volgens
art. 187 dier wet, bij abnormalen rechts
toestand voor wijziging vatbaar, wordt bij
oen Staat van Beleg opgeheven. Het mi
litair gezag krijgt de beschikking over post,
telegraaf en telefoon en kan de wettelijke
bepalingen daaromtrent wijzigen, als het
dit in het militair belang noodig acht. Het
erlangt daarbij de bevoegdheid eiken brief,
ejk telegram of ander stuk, aan eenige in
stelling van vervoer toevertrouwd, te ope
nen en daarvan inzage te nemen. H.
11 i.1, ,i i.I
HetKerstbLok.
Gelijk wij reeds vroeger eens schreven,
zijn talrijke oude gebruiken vergeten ge
raakt en door nieuwe vervangen. Eén van
dje oude gebruiken is het branden van 't
kerstblok. Men heeft wel eens gemeend,
dat het uitsluitend .Engelsch was. Dit is
echter onjuist.
Het gebruik van het kerstblok herinnert
ops aan de oude Joelfeesten onzer heiden-
sphe voorvaderen, die groote'vuren ontsta
ken ter eere der overwinning van 't licht
over de duisternis, Het kerstblok was een
groot blok hout, somtijds de wortel van een
boom. Met groote plechtigheid werd dat
op Kerstavond, den avond van 24 Decem
ber. in 't huis gebracht, in den vuurhaard
gelegd en aangestoken met 't verkoolde
overschot van 't kerstblok van 't vorige
jaar. Onder het branden werd veel gedron
ken en gezongen en menig Kerstsprookje
verteld.
Somtijds werden daarbij ook nog Kerst
miskaarsen ontstoken, maar in de hutten
was de rosse gloed van 't groote houtvuur
't eenige lichtschijnsel. Het kerstblok moest
den heelen nacht door branden. Indien 't
uitging. i|erd dit beschouwd als een kwaad
voorteeken. Een honderd jaar geleden werd
't nog in vele boerenwoningen, vooral in 't
noorden van Engeland, verbrand. Verschei
dene bijgeloovige voorstellingen waren er
onder de boerenbevolking aan verbonden.
Kwam een scheelziend mensch of iemand,
die blootvoets ging, in huis, onder 't branden
van 't kerstblok, dan voorspelde 't weinig
goeds. Het overschot van het blok werd
zorgvuldig opgeborgen om er 't volgend
jaar 't Kerstmisvuur mee aan te maken.
We schreven 't al, 't kerstblok' is niet uit
sluitend Engelsch. Dat 't al heel oud is be
wijst een charter van 1264. Schepenen van
Susteren in Limburg spraken daarbij uit. dat
ieder tegen Kerstmis vrijheid had. doode
hoornen uit het bosch te halen, om die in
zijn huis te branden. Bondam vertelt nog,
dat ze dienden tot kersttobbe, welke op
Kerstavond aan den haard gelegd werd.
Die gewoonte was onder het landvolk op
sommige Geldersche plaatsen een vijftig
jaar terug, nog niet geheel in onbruik ge
raakt.
In Frankrijk worden .geheel' in denzelfden
geest, op Kerstmis nog „Souches de Noël"
gebrand. Tot in Provence toe. kent men er
het kerstblok. Daartoe kiest men het wor
telstuk van een pijnboom uit. Eenige plech
tigheden gaan daarmee gepaard. Het kerst
blok wordt eerst driemaal rondom den
disch gedragen, dan in den haard gebracht.
Eerst nog wordt het door het gezinshoofd
gezegend en met wijn besprenkeld.
Het halfverkoolde stuk kerstblok bewaart
men niet als in Engeland, maar men legt
het bij de jonge' vruchtboomen. Dit zal. zoo
meent men. den boom tegen den bliksem
vrijwaren.
Ook in Vlaanderen heerschte tot aan on
geveer de Belgische omwenteling (1830)
een oud gebruik, hierin bestaande, dat de
schooljongens den meestër „kerstavond-
blokken" meebrachten. In dien tijd brandde
men ook te Amsterdam een kerstblok in
den huiselijken haard en liefst een zoo groot
als maar te krijgen was. De kinderen des
huizes stonden of zaten er dan in een hal
ven kring om heen en zongen bij het knet
terend vuur een oud kerstliedje, aanvan
gend met:
En we zitten samen al bij den haard.
En eten koeken met pruimetaart.
Helaas, dat oude gebruik, dat bij alle
genoeglijkheid ook een zin had, is, met
veie andere oude gebruiken, in de vergetel
heid geraakt.
Het Kerstfeest.
In den bundel „Poëzie" van onzen plaats
genoot den heer Kingma, komt een Kerst
gedicht voor, waarvan wij hier voor onze
lezers een 'gedeelte afdrukken.
De afgodsbeeldendienst
had nog zijn volle waarde.
Bezat zijn tempels nog,
toen over heel de aarde;
Was als met 't mensch dom één.
in merg en been gedrongen
En werd, als godendienst.
beleden en bezongen.
(Slechts 't joodsche volk alleen,
in Palestina's dreven.
Had kennis van 't bestaan
van God en 't eeuwig leven),
.-...Toen 't Licht der wereld kwam,
ons Christus werd gegeven
En 't schaam'le Bethlehem
tot Eden werd verheven.
Waar 't „Vrede op aard" uit klonk,
door tal van engelenkoren.
Die troonden om den stal.
waar Jezus werd geboren.
Zoo was dan 't pleit beslecht.
God had zijn zoon gezonden
En kon men tot Hem gaan.
beladen met de zonden.
Was 't wonder, dat de Vorst
der duisternis verstomde,
't Gevallen creatuur
van nijd en angst zich kromde,
Toen 't boven Bethlehem
de Ooster Ster ontwaarde.
Die 't arm'lijk plekje wees,
waar 'n Eng'lengroep zich schaarde,
Die met bazuingeschal,
der menschheid kwam verkonden.
Dat daar de Redder lag.
in winds'Ien nog gebonden;
Doch straks, naar Gods bestel.
den zondaar zou gaan leeren,
Hoe hij zich redden kon.
om weêr tot God te keeren?
Zoo was dan voor den mensch,
Jehova's zoons geboorte.
Als 't ^eerlijk morgenlicht.
dat blinkt door d'uchtendpoorte
En 't enge pad beschijnt.
dat ons naar God moet leiden.
Waar 't aardsche wee niet heerscht,
maar 't eeuwige verblijden.
Vier dus het Kerstfeest, mensch.
met heil'gen ernst in 't harte.
Dan drukt de zondenlast
met minder wee en smarte.
GEMEENTEBESTUUR.
Donderdagmiddag heeft onze gemeente
raad wederom vergaderd; afwezig,was de
heer Teding van Berkhout. De burgemees
ter zat voor.
De heer Van Stolk werd door den voor
zitter herdacht, en geprezen om zijn aan
gename persoonlijkheid en zijn humor.
Ingekomen waren verzoeken om onthef
fing van het vermaarde artikel 10bis dei-
bouwverordening. De meeste werden weer
naar het Dagelijksch Bestuur teruggekaatst.
Burgemeester en wethouders kwamen nu
met een voorstel om f 1000,— toe te staan
voor het aanbrengen van hekken langs de
nieuwe duinwegen, wat. ondanks eenige
tegenwerpingen van den heer Laan. door
den raad werd beklonken. Het dagelijksch
bestuur stelde voor, aan de weduwe R.
Nieuwenhuijs te Vogelenzang op haar ver
zoek. haar pensioen van 1,op 4,
te brengen, wat de raad ook goedvond. Nog