LVer dat onderwerp ha ruimen. AGENDA. BLOEMEN DAAL. „Rusthoek", Zaterdag 8 Januari, 8J uur, Dr. A. Pannekoek. „Welgelegen", Woensdag 12 Januari, 8 uur, Dr. J. D. Bier ens de Haan. Rusthoek", Vrijdag 14 Januari, 8 u., T. B. Roorda „Dante Voordracht". HAARLEM. Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij dag houdt het bureau des namiddags ten half- twee zitting in het gerechtsgebouw aan de J ansstraat. Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge opend van 104 ure. Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van 104 ure. Entrée f 0.25 p.p. Ie Woensdag van de maand vrij. Zondags van 10—3 vrij. S tads-R i b 1 iot h eek. (Prinsenhof.) Dagelijks ge opend (behalve Zondags) van 104 uur. Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling. Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be halve Zaterdags en Zondags) van 11—3 ure. De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure. Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79.) Ge opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen van 105 ure. Toegang 25 cents. Schouwburg Jansweg: Zondag 9 Jan., 8 u., Fientje BeulemansMaandag 10 Jan., 8 u., Papa. KERK-AGENDA, Zondag 9 Januari. HaarlemVer. van Vrijz. Herv. (Gebouw Prot.) 10 u. Ds. A. v. Wijk, pred. te Zaandam; Eglise Wallonne, Pas de Service; Rem.-Ger. Gem., 10 u. Ds Haentjens; Ev. Luth. Gem., 10 u. Ds. De Meijereer. üoopsgez. Gem., 10 u., Ds. Binnerts, 5 u. Ds. Hylkema. BloemendaalNed. Herv, Gem., 10 u., Ds. Lede- boer, pred. te Amsterdam. Heemstede: Ned. Herv. Gem., 10 u., Ds. Ober man. Houtrijk en Polanen Ned. Herv. Gem., 10 u.. Ds. Baljon. Santpoort: Ned. Herv. Gem. u., Ds. Van den Bergli van Eijsinga. Spaarndam Ned. Herv. Gem., 10 u., Ds. Baljon. IJmuiden: Ned. Herv. Gem., 10 u., Ds. Creutz- berg; 7 u., Ds. Creutzberg. Zandvoort Ned. Herv. Gem, 10 u., Ds. Pos thumus Meijjes. teekenendheid van liet individu, het eigen Ik, is het geschikt lust, brandende lust te scheppen om mee te arbeiden aan Gods werk. Een groote schaduwzijde van het intellect blijft echter, dat het geen perpe tuum mobile is, integendeel het verbruikt, ja het verslindt kracht en daarom schreef ik voor enkele maanden in uw blad, dat wij van de vruchten van den boom der ken- nisse slechts een zeer beperkte hoeveel heid gebruiken kunnen, willen wij geniet baar blijven voor onszelf en anderen. In tellect en sexualiteit, ziedaar de twee groo te belagers van het menschelijk geluk, die wij in het wonderschoone drama, het pa- radijsverhaal, dan ook gezamenlijk zien optreden en den mensch ten verderve voe ren. Intellect en sexualiteit zijn op zich zelf zeer zeker zeer schoone, zeer begee- renswaardige zaken, mits zij in juiste ver houding staan tot onze andere vermogens. Wie geen intellect of geen sexualiteit bezit is geen mensch, doch aan beide eigenschap pen is gemeen, dat zij steeds streven naar de alleenheerschappij en wee hem, bij wien hun zulks gelukt. Dan toch worden zij gelijk aan kwaadaardige gezwellen, die zelfs de edelste weefsels aanvreten en ver woesten. Zoolang het intellect blijft de ne derige ancilla, zoolang verdient het onze hoogachting en bewondering, zoodra het ons gaat overheerschen moet het vonnis luiden, evenals over Salomé: „Ecrasez l'infame". Ten slotte moet ik wijzen op een onjuist heid in uw stuk. U schrijft: „zoodra hij (de technicus) zelf een besluit wil nemen moet hij zijn handen van de practijk af trekken, zich inkeeren tot eigen voorstel lingen, gevoelens en gedachten, datgene doen wat stelselmatig hem alleen in de wijsbegeerte wordt geleerd." Dit is bepaald onjuist. De goddelijke dwaas of de kunstenaar van Gods genade behoeft niet te denken. Ware het anders, hij kwam nooit klaar. Leest u eens de monographiëen, van Nietzsche over Socra tes en van M. Harden over Bismarck. In het ook door u gewaardeerde „Lampje" van ds. v. d. Brugghen van deze week vind ik het volgende citaat van Verriest: „De kunstenaar is een ziener, duizend mijlen weg en verre van den zoeker, hoe talentvol deze ook moge wezen." Hierbij zal ik het voor heden laten. Hoogachtend, Uw dw. W i e d e m a n„ Naschrift van de redactie. Den Gedanken Gottes betrachtete Hegel mit Recht als die Seele aller Religion. Wenn man ihn aber so verstanden hat, als ob er das Gefiihl dem Verstande opfere, so vergisst man, dass die Formen der Intelli- genz, indem sie von niedern zu höheren sich aufheben, deshalb noch nicht vernich- tet werden, sondern sich erhalten.Ge fiihl und Vorstellen begleiten das Denken oder vielmehr sind ihn immanentHat man erst einmal die unvermeidliche Not- wendigkeit dieses Ganges des menschli- chen Geistes erkannt, so begreift man, dass die Philosophie die göttliche Prie- sterin ist, welche die verschiedenen posi tieven Religionen concentrisch ein Heilig- thum des sich selbst und darum auch das Gefiihl und die Phantasie verstehenden Ge- dankens mit einander befreundet und ver- einigt. (Rosenkrauz, Hegel als natural- philosoph, blz. 261.) Het is zuiverder te spreken van den godsdienst als: gemoedsvolle beleving der idéé, of: wilsvolle verwerkelijking der idéé (Haentjens, Hand. Genootschap voor Zui vere Rede, deel II, blz. 161), dan van gods dienst als „gevoelvolle voorstelling". De Heilige van het Evangelie vertoont aan de menigte naar buiten wat naar binnen de wijze is. De mysticus is de mensch, die met het gevoel het niet begrepene grijpt, de helder ziende met gesloten oogen. In den mysticus leeft het gevoel van de waarheid.... Mysticisme, theosophie en philosophie verhouden zich als onmiddel lijkheid, gestelde verkeerdheden en zelfher- ziening der menschelijke rede. Wijsgcerig is nog niet liet weten en be rekenen willen, maar het nadenken, dat de waarheid van alles begrijpen wil. In de wijsgeerigheid verkeert zich de zakelijke oplettendheid van de weetgierig heid in de onzakelijkheid van zuivere be zinning. Het verstand is kennis des onderscheids, en begrijpt niet; begrijpen doet men ge vende en nemende in redelijkheid. De wijsheid is de volledigheid van de re delijkheid, die zich niet onmiskend laat vernemen, dewijl de menschheid van de waarheid niet leven kan. In de volledige leer, die de leer der wijs heid is, blijkt al het andere voorondersteld. In de zuivere wijsheid blijft niets te wen- schen. (Bolland, Spreuken.) Hij deze citaten nog eene opmerking. Het te veel drinken is niet gelijk te stel len, wat zijne waarde betreft, met het drin ken. Het onbewuste is het geestelooze, het zuiver natuurlijke, dat dit van veel meer waarde zou zijn dan het bewuste kan niet worden toegegeven aan hem, die ons tracht te overreden, bewust te maken hoe hij is opdat wij worden als hij. Iets anders is dat het onopzettelijke vaak van hooger orde is dan het opzettelijke. Men kan zelfs zeggen, dat des eenen opzet telijke redelijkheid meestal onuitstaanbaar zal zijn voor den ander. De geniale daad is onopzettelijkheid van denken met opzettelijkheid van doen. Maar reeds de Balzac leerde dat genia liteit niet geboren werd dan uit overvloedig opzettelijk denken en lijden. Mijnheer de redacteur, In liet nummer van 31 Dec. 1915 komt ui „Het Bloemendaalsch Weekblad" een bericht voor, vermeldende liet overlijden van den heer Roodenburch, in leven dis- tricts-schoolopziener te Haarlem. Gedach tig aan het: „De mórtibus nil nisi béne", laat ik in 't midden, of de verdiensten van den lieer R. voor het openbaar onderwijs wer kelijk zoo groot geweest zijn, als uw be richtgever ze meent te zien. Maar 't wil me voorkomen, dat het vaii weinig piëteit getuigt jegens den door hem zoo hoogge- waardeerden schoolopziener, door zijn be richt te besluiten met een aanval op de roomsch-katholieke geestelijkheid en den Bond van Nederlandsche Onderwijzers. Over den aanval op den „pastoor" kan ik niet oordeelen, maar die op den Bond is m. i. niet gerechtvaardigd. Dat de Bond conservatief is, heb ik nooit geweten; in den regel wordt hem meestal het tegen overgestelde verweten. Ik ken tal van on derwijzers, die geen lid van den Bond willen worden of er voor bedanken, omdat 'hij te veel de democratische richting uit gaat, nooit omdat hij te conservatief is. Nu valt er over een woord niet te twisten; de een zal het als een compliment be schouwen, conservatief genoemd te wor den, een ander als een verwijt. Erger maakt uw berichtgever het echter, waar hij den klasse-onderwijzer massa-tirannie ver wijt. Op welke gronden komt hij tot die uit spraak? Waar, wanneer, hoe hebben de onderwijzers tirannie uitgeoefend Is het hem dan onbekend, dat de onderwijzer wettelijk niets te zeggen heeft, dat hij ab soluut geen'macht heeft en er dus bezwaar lijk misbruik van kan maken Of zegt hij 't maar, omdat hij de klok wel eens heeft hooren luiden, maar niet weet waar de klepel hangt? Met dank voor de plaatsing. Hoogachtend, Uw dw. J. Blokker. Naschrift van de redactie. Conservatief noemen wij geen deugd. Het is vasthoudend aan gewoonten, die in de zich ontwikkelende samenleving geen gezonden zin meer hebben. En nu behoeft men nog niet, zooals wij, een twintig jaren, de klokken van den Bond te hooren luiden om te weten dat de klepel om zoo te zeg gen in het egoïsme van den onderwijzer hangt. En dat is uit den tijd. Daarmede is niet meer iets te bereiken. Hoogst con servatief, ja bekrompen achten wij het ook van den Bond, nog steeds aan politiek te doen, en nog wel een soort bijwagen te vormen van een enkele politieke partij; het is wel mode, maar het is o. i. eene akelig conservatieve mode; ook is het conserva tief revolutionnair en republikeinsch te zijn. Revolutie en republiek zijn immers beide voorloopig door de geschiedenis ge oordeeld. Nu is het wel waar, dat de Bond van den aanvang is geweest eene vereeni- ging niet voor de belangen van het volks onderwijs of van de school, maar voor den onderwijzer, maar men had dan toch zich wat minder in eigen engen kring kunnen opsluiten; behalve aan vermeerdering van eigen stoffelijke welvaart en vrijen tijd zijn aandacht kunnen wijden aan wat daarbui ten in de burgerij zich opdeedopbloei van handenarbeid, van lichaamsoefening, ver ruiming van gedachtenkring, van levens wijsheid. Conservatief noemen wij het ook in den tegenwoordigen tijd, in zijn orgaan, honend, narrig van toon te zijn. Conser vatief noemen wij het ook zoo weinig in zicht te bezitten in de werkelijkheid, dat men meent dat in de maatschappij iets, wat ook, kan stand houden, zonder uitoefening van gezag. En is de klasse-onderwijzer type bondslid, geen kleine massa-tiran Nu breekt onze klomp! Laat een schoolhoofd, laat een gemeentebestuur, een kamerlid, eeti minister hem eens iets zeggen wat mijnheer mishaagt, onmiddellijk wordt de afdeeling en door de afdeeling de alge- meene vergadering en worden in het or gaan alle leden in liet geweer geroepen. Steenigt den snijboon is het parool. En wie in den kring niet meedoet, wordt ook ge- steenigd. Niet conservatief en tiranniek Wij zijn overtuigd, dat voor zoover de Bond van Nederlandsche Onderwijzers te zijner tijd met behulp van het algemeen stemrecht of andere kunstmiddelen de macht in handen krijgt, liet gedaan is met liet vrije woord, met kritiek op de heeren in welken vorm ook, en dat het dus heel verstandig zal zijn van den wetgever om ook dan hun niet meer macht te verleenen. dan hun toekomt. Een ongepaste insinuatie. Het ergerlijke insinueeren van sociaal democraten als strijdmiddel heeft terecht de verontwaardiging gaande gemaakt van een schrijver in „Het Bloemendaalsch Weekblad". Dat verontwaardiging zonder meer geene goede inspiratrice is blijkt ook hier, waar in zijn ijver tegen dit insinuee ren de schrijver zelf in grof insinueeren vervalt, getuige zijn laatste alinea. Dus, opgepast, dames en heeren, wan neer sociaal-democraten een kunstenaars congres organiseeren, wanneer ze u uit - noodigen mede te werken aan evenredige vertegenwoordiging, wanneer zij samen met u den grondslag willen leggen voor een Europeesehen statenbond. Ze zijn niet meer zooals ze zich voordoen; ter berei king van een hun heilig doel, loopen ze blijkbaar met een onheiligen leugen op de lippen, met een vriendschappelijk gezicht boven een hatend hart. Maar dat doet alleen degeen die overwonnen is. Armoe de is 't, geestelijke armoede althans die list zoekt. Bah. Weet schrijver dan niet, dat er twee zij den aan de sociaal-democratie zijn? Weet hij dan niet, dat kunstenaars en andere idealisten, onbevredigd met deze samen leving, in het socialisme liefhebben de voorbereidster en wegwijster tot eene be tere samenleving? Dat juist groote liefde en gemeenschapszin hen drijft En waar zoovelen van onze nobelste kunstenaars daar eene oplossing zoeken, is er dan geen hoop, dat door hun invloed, de helaas vaak minderwaardige strijdwijze zal worden op gegeven Onheilige leugens en hatende harten Is dat de indruk geweest van de leiders van het kunstenaarscongres, waar de kun stenaars hun diepste overtuiging hebben uitgedrukt gevonden in de woorden van dr. Bierens de Haan over „Kunstenaar en Levensleer" Heeft schrijver werkelijk zoon leelijken indruk van het congres meegenomen, of heeft hij in zijn boosheid alleen maar wat insinuaties neergeschreven Dr. J. van den Bergh van E y s i n g aE lias. Naschrift van de redactie. Neen, mevrouw, dat heeft u verkeerd gelezen. Behalve overdrijving is er ironie in de woorden van onzen schrijver. Booze schrijvers hebben wij niet. Gelooft u in eene betere samenleving, wanneer die wordt voorbereid en wanneer daarheen de weg wordt gewezen door ééne partij Ver wacht u in de werkelijkheid verwildering of veredeling, van een partij, die predikt eene afzonderlijke klasse-moraai Waar blijven wij dan met de samenleving En hoe rijmen wij dat met het christendom? En hoe denkt u hierover, mevrouw, is eene minderwaardige strijdwijze de levende vrucht van een boom of is ze als een slecht jasje, dat men aan- en uittrekt? Wat zegt u b. v. van de socialistische mo' al van allicht de nobelste der „idealistiscne kunstenaars" in ons land: Henriëtte Ro land Holst? PLAATSELIJK NIEUWS. Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht. Op de druk bezochte vergadering, die de Bond Dinsdag in „Welgelegen" onder voor zitterschap van mevrouw Van Heerdt tot Eversberg hield, hield ds. Junod uit Den Haag een voordracht over „De Rechts positie der vrouw uit godsdienstig oog punt." Ziehier een korte weergave dezer met geestdrift en overtuiging uitgesproken rede. Het verleden is de leermeesteres voor het heden. In het verleden vindt men vele gebruiken, zeden en opvattingen, die de huidige verklaren. Dit geldt ook voor de rechtspositie der vrouw. Een geleidelijke, zeèr geleidelijke vooruitgang is er echter daarin op te merken. Bij de Bedoeïenen en Egyptische boeren b. v. heeft de jongen nog de vrijheid om een vrouw naar zijn keuze te vragen, het meisje echter wordt uitgehuwelijkt door haar ouders, zonder dat naar haar oordeel over zco'n echtverbintenis gevraagd wordt. Zoo ging het ook zie den bijbel bij de oude Hebreeuwen toe. Daarenboven bleven die vrouwen ook niet de eenige echtgenoo- ten; meerdere vrouwen deelden met haar de gunst haars mans; indien zij zelve kin derloos bleven, boden zij zelfs eene van haar slavinnen aan, opdat de echtger althans bij deze kinderen verwekken Helaas, hoe weinig is bij dergelijke ge- ten rekening gehouden met de menscl waarde der Vrouw. Doch ook het hedendaagsche Eur. peeseli huwelijksrecht wordt beheersen! door opvattingen, aan oude tijden ontlce J Thans, ook in ons land, zijn de zeden n.u niet zoozeer verschillend van die va:i oude Israël. Evenals daar, acht men ooi hier nog de vlijtige, goede vrouw een v. gen voor haar gezin, maar dat ook uitsh tend; immers wat zou zij buiten dat gv. nog meer begeeren Doch er zijn vrouwen, weinigen i maar hun aantal wast aan, - die het recht, der vrouw aangedaan, zien en kennen, en daartegen hunne stem doen hooren. Tot hare tegenstanders behooren niet het minst de „geestelijken, vooral de protestantsche; met verwijzing naar het oude zoowel als naar het nieuwe Testa ment bestrijden ze de gelijkgerechtigheid der vrouw. Heette de apostel Paulus den vrouwen niet, haren mannen onderdanig te zijn, al gebood hij den mannen zachtheid en geduld te haren opzichte tevens ..Is de mail niet het hoofd der vrouw, gelijk Christus het hoofd der gemeente is"? Deze en dergelijke voorschriften uit den bijbel worden nog te letterlijk opgevat. Die voor schriften golden voor oude tijden, maar de wereld verandert. Verandert eiken dag. Sinds de laatste eeuwen won het individu alisme veld. Mannen laten niet gaarne ter wille van de gemeenschap hun persoonlijke rechten varen. Moeten vrouwen dat wel doen? Waarom? Zijn zij in eenig opzicht onze minderen? Of zijn zij mèt ons in Christus, „in wien noch man noch vrouw is"? Laat ons haar dus rechten geven ge lijk aan die van onszelven. Medezeggen schap. Hier en daar werd reeds iets ver kregen, zij het met moeite. De kerk echter blijft ook daarin weer ten achter. Laat ons meehelpen om de vrouw in Kerk en Staat de plaats te verschaffen welke haar toekomt op grond harer ver diensten, enop grond van een hoogen, beproefden godsdienst ook: dien van den Geest, waarin man en vrouw èen zijn. Naar wij vernemen, werd de nieuwe 5 pCt. leening der gemeente Bloemendaal. 125.000,gegund aan den lieer Bultman te Heemstede. De arbeiderswoningen. De architecten Mulder en Van Asdonk hebben hun plan voor de reeds veelbesproken arbeid', woningen aan de Rampelaan op het Re huis ingeleverd. De groepeering d zen met tusschenliggende plantsoe zoo, dat er een welgeordend, cn t schilderachtig, aan de landel'jke «mg passend, geheel verkregen werd. Onze plaatsgenoote mevrouw Van Hei- tot Eversberg, de ijverige kampstei Vrouwenkiesrecht, heeft een Open br aan alle Nederlandsche vrouwen en me in het licht gegeven, „Een Eeretaak sten teld. Deze eeretaak is het behoorlijk vu bereiden van een millioen vrouwen het vrouwenkiesrecht, door niet Let' Wij geven tevens li adres op der bibliothec; Bloemendaal van den E kiesrecht: mej. Van M eitje", Bloemendaal. lezingen dr. I). I Lezeressen, lezers, de Bierens de Haan, te b« dag 12 Januari des ave gelegen", zijn leergam "veder aanvangt. Men belangrijke reeks voor: wonen. De toegangsprijs vo bij e'kaar is 2,pe zich opgeven bij den »v irdcr-Stationsweg 1 lezingen dr. A. Pan lezingen van dr. Pam daal, zal doorgaan. E „Rusthoek" worden g dagsavonds ten halfni Zaterdag a.s. 8 Janua kaart voor alle lezing te /.amen; 5 zulke ka f 4,ze zijn verkrijs de Clercq, Koepellaan lezingen Roorda. - lezeressen en lezers us kantoor te beste door den heer T. B. hmuari in „Rusthoek' Wij herinneren ei Roorda met deze ze Amsterdam en Laren vn wij rekenen op v oordracht ook te B ne n plaats vinden. De toegangsprijs - lechts 50 cents, tot B mi ons kantoor te 1 zijn. Donker Bloemenda einber, ongeveer kw plotseling overal het aal. Op straat kon ogen zien en men li vaar tegen een hek nopen. Gelukkig \v van langen duur en weer licht. Maar hei niet in orde gewees cnigmaal in donker versten keer gebeurd' bol te eten en ik sell ik ineens in volslag was, dat me de olii keelgat schoot, zood ik me niet verder ov zou het een Oudejaa en donker kunnen n< De oorzaak is onb' Chr. v. Abcoude vernemen zal de hee kinder-matiné gever ip 12 Januari a.s. Wij vinden het ee: den heer Chr. v. Abc mendaal een bezoek zeressen en lezers v liunne kinderen er liet belooft een heel worden. Entreekaai bij den boekhandela; N.B. De toegangs leiders 50 cent en vi Uit het pol Processe n-v e wegensopenbare door Bloemendaalsc verboden grond. Gevonden en J. van Beem, Binne een portemonnaie; daalscheweg 95, e Lodewijks te Aeri G. Roozen, Rolland een penhouder; aan te Overveen, een kii van F. A. Beelen, E een gekleurd kinder V e r 1 o r e neen portefeuille; een ha lorgnet in étui; een Komen aanlo bij Oskam, Rolland een keeshond bij H Overveen. BURGERLIJKE SI Van Vrijdag 31 met Donderdag 6 J Getrouwd; C M. E. Spoor. Overleden; I A. M. van der Vele Overleden in r e n b e r g; W. J. Bachiene, 44 j.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1916 | | pagina 2