KERK-AGENDA, Zondag 30 Januari.
Haarlem
Eglise Wallonne, 10| keures dumatin, Mous. Jean
Arnal, Pasteur a AmsterdamRem.-Ger. Gem.,
10 u., Prof. H. Gort. Oud lloogl. te Leiden; Ev.
Luth. Gem., 10 u. Ds. Schade vau Westrum
Ver. Doopsgez. Gem., 10 u., Ds. Biuuerts6 u.
Ds Hylkema.
Bloemendaal: Ned. ilerv. Gem., 10 u., Ds. Vun-
derink, Pred. te H4arlemu.. de heer Koopman.
Heemstede: Ned. LLerv. Gem., 10 u„ Ds. Ober
man 7 u., Ds. Oberman.
Houtrijk en Polanen Ned, Herv. Gem., 10 u
Ds. B. Baljon.
Santpoort: Ned. iterv. Gem. 10 u„ Ds. Van
den Bergh van Eijsiuga.
Spaarndam Ned. Herv. Gem., 10 u., Ds. S. A.
Baljon.
IJmuiden: Ned. Herv. Gem., 10 u., Ds. Creutz-
berg5 u., Ds. C'reutzberg.
Zandvoort Ned. Herv. Gem, 10 u., Ds. Van
Leeuwen, pred. te Bloemendaal.
AGENDA.
BLOEMENDAAL.
„Duin en Daal", Maandag 31 Jan. 8 uur.,
Klicka-Concert. Zondag 6 Februari, 2.30 uur.
Weldadigheids Matinee voor den Watersnood.
Donderdag 10 Febr., Concert v. d.
„Rusthoek", Zaterdag 5 Februari 8^ uur
Dr. A. Pannekoek.
HAARLEM.
Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts
bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij
dag houdt het bureau des namiddags ten half-
twee zitting in het gerechtsgebouw aan de
Jausstraat.
Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend vau 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 10—3 vrij.
81ad s-B ib 1 iothee k. (Prinsenhof.) Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 23 ure. Orgelbespeling.
Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 11—3 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Bisschoppelijk M use u in.Jansstraat 79.) Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Schouwburg Jansweg: Zondag 30 Jan., 2 u.
Concert Haarlemsche Kunstkring, 's avonds
8 u., Paljas. Donderdag 3 Febr. 8 u„ De
Duivel in de Vrouw. Vrijdag 4 Febr. 8 uur.,
Contanten.
Soc. Vereeniging. Donderdag 3 Febr. 8 u„
Lezing van Mevr. BoldinghGoemans over
den Dichter P. C. Boutens en zijne werken.
toegeven. Maar zoo merkt hij terecht
op als dat zoo is, dan kan geen ethisch
beginsel, uit andere overwegingen inge
voerd, aan die wet iets veranderen.5)
Sociale strijd zou dan, voor wie van die
zelfde begrippen uitgaat nooit door een
ethischd) element verzacht kunnen wor
den.
Waar dat toch het geval mocht zijn, zou
het de nawerking zijn van den godsdienst,
die als zoodanig intreedt.
Zeer teekenachtig vergelijkt Tolstoï de
werking van leekenmoraal, in tegenstelling
niet christelijk-godsdienstige moraal, met
iemand, die, zonder muziek te kennen, de
plaats van een kapelmeester inneemt en
diens bewegingen nabootst. Een tijdlang
kan dat goed gaan, omdat het orkest zich
de lessen van den vroegeren kapelmeester
herinnert. Maar op den duur komt er ver
warring in het orkest.
„Derselbe Wirrwarr beginnt im Ver
stand der Menschen unserer Zeit sich
„zu zeigen. infolge der Versuche der Füh-
rer, die Menschen eine Moral zu lehren,
„die nicht auf der höchsten Religion ba-
„siert, welche die christliche Menschheit
„sich auzueignen beginnt und teilweise
„sclion sich angeeignet hat."
Meer dan ooit zijn deze woorden thans
op hun plaats. Sterker poging der volke
ren om zich „the fittest" te toonen
want ook voor de volken geldt die wet in
zoover ze heerscht is wel nooit gezien.
Hij, die zich daarover beklaagt, moet de
oorzaak zoeken ook en vooral in het
feit dat bij de machthebbers der wereld en
hun aanhang de philosophic van Nietzsche
in grooter aanzien staat, dan dat wat Tol
stoï ons twintig jaren geleden als hooger
en in flagranten strijd daarmee verkondig
de. En waarbij hij, in zekeren zin, wat
thans gekomen is, voorspelt.
Naar mijne meening heeft Tolstoï zon
der invloed op den loop der wereldsche
zaken uit te oefenen en te kunnen uitoefe
nen de groote verdienste, het probleem
nog eens weder scherp gesteld te hebben.
Dat probleem n.l. of de mensch al of niet
moet leven met het oog op het mysterie
dat met zijn dood aanvangt. Ook voor de
machtigen der aarde behoudt dat probleem
zijne volle beteekenis.
H. A. R i 11 e r.
1) Volgens nauwgezette onderzoekingen van
nu wijlen mijn vader J. H. T. Ritter, Oud-
Hoofdofficier, die het Russisch volkomen machtig
was, moet de naam van den grooten Russischen
wijsgeer in latiinsche letters geschreven worden:
Tolstoi. Hij vertaalde o.a. „Een natuurkind" van
Maxim Gorki 1901. (Honig. Utrecht.)
2) Henri Lichtenberger. „Nietzsche's philo
sophic". Vertaling van Mevr. M Frangois—Mer-
tens, met een voorwoord van Prof. Dr. Jhr. B.
H. C. van der Wyck.
2) In verband met den oorlog en ook in ver
band met de bij Pro Duitschers heerschende
gemoedsstemming is zeer treffend het bericht
uit Wilna, waar de veldprediker (11 Dec.l sprak
naar aanleiding van Johannes' twijfel aan de
Zending van Jezus! De veldprediker herinnerde
er aan dat Jezus onzen twijfel heeft voorzien
„Zalig is hij, die aan mij niet zal geërgerd
worden". Keizer Wilhelm II moet naar wordt
bericht door die woorden zeer getroffen zijn
geworden.
De twijfel aan den werkelijken survival of
the fittest, in de laatste jaren uitgesproken, zij
hier daargelaten.
5) Dr. C. J. Wynandts Francken zegt in de
voorrede van Sociale Ethiek wijsgeerig sociolo
gisch onderzoek (1897):
„Voor de inenschelijke samenleving zijn rao-
„reele beginselen onmisbaar en deze dienen te
„rusten op een vasten bodem. De metaphysische
„grondslag, hun door den godsdienst aange-
„wezen, heeft voor een steeds wassend aantal
„zijn waarde verloren; hier moet dus naar een
„ander fundament worden omgezien, is dit te
„vinden?
Hij vindt het in een naturalistische ethiek.
Maar in eene beoordeeling van dit werk
(„Wetenschappelijke Bladen", Jaargang 1897,
12e afl. 461) (Door wijlen mijn vader in diens
exemplaar van Sociale Ethiek aangeteekendhij
was toen redacteur van Sociale Stommen, 1898.)
wordt terecht de opmerking gemaakt dat ook
de naturalistische ethiek berust op een geloof cn
wel op dat in de steeds verdere volmaking van
's menschen zedelijke eigenschappen uit sociaal
besefen vervolgens dat men, door aan te nemen
zooals Dr. Francken doet, „dat wij in den wereld
loop vooruitgang kunnen constateeren en wat
„hier de hoofdzaak is in dien gang zelfs ee n
„waarborg, een streven of „tendens" zien naar
blijvenden vooruitgang (bijv. van het zedelijk
„leven der menschheid) weder een metafysisch
„beginsel in den gang der natuurprocessen
„laten werken. Men bespiegelt over onzinlijke
„dingen.
VAN ALLES WAT.
I.
„De verhouding van polderbestuur en ge
meentebestuur liet soms wel iets te wen
cellen." Deze en soortgelijke berichten,
duidend op het bestaan eener Nederland-
sche ziekte, die der onwelwillendheid, er
ger, gebrek aan naastenliefde en gemeen
schapszin, doen ellendig aan.
„Wie niet hooren wil, moet maar voelen,
„heeft onze Lieve Heer gezegd, en daar-
„om stuurde hij de watersnood," zei een
oud vrouwtje, dat zich al meer geërgerd
had aan de liefdeloosheid van het tegen
woordig geslacht. Zou, vrouwtje, zelfs dit
niet helpen en Nederland gedoemd zijn,
geheel te verdwijnen van voor 's Heeren
aangezicht
Men heeft opgemerkt, dat in Waterland
het water is blijven stijgen, hoewel de
wind gunstig werd en geruimen tijd gunstig
is gebleven. Waar komt dan dat meerdere
water vandaan Is er een scheur in de
aardkorst gekomen en vloeit het nu uit
ondergrondsche stroomen aan? Maar dan
is er van opnieuw droogleggen geen
sprake.
De laksheid, welke in sommige polders
de boer aan den dag heeft gelegd om zich
zeiven te beschermen, doet de vraag rij
zen of er aan de tenuitvoerlegging onzer
goede waterstaatswetgeving iets ontbreekt
en met name of het toezicht, dat de Pro
vinciale Staten daarop uitoefenen, van vol
doende beteekenis is. Wij vertrouwen, dat
de eerste man des lands in dergelijke za
ken, dat is de vice-president van den Raad
van State, die een man is uit één stuk en
eens voorzitter was van de Provinciale
Staten van Noord-Holland, aan H. M. de
Koningin zoodanige adviezen zal verstrek
ken, dat door krachtig ingrijpen van hoo
ger hand, elk overblijfsel van plattelandsch
particularisme desnoods met geweld den
kop wordt ingedrukt.
Na het Kuyper-schandaal van voor eeni-
ge jaren, hebben wij thans het „Telegraaf"-
schandaal. Bewezen is nu, ten bewijze
waarvan eenvoudig kan worden verwezen
naar het journalistisch verslag over „Het
conflict aan „De Telegraaf'," opgenomen
in de avondbladen van Maandag 24 Janu
ari j.l., het volgende:
dat H. M. C. Holdert, eigenaar van de
meerderheid der aandeelen in de onderne
ming, v/elke zoowel „De Telegraaf' als het
abominabele volksblad „De Courant" drijft,
minstgenomen is eene duistere, staatsge
vaarlijke figuur, binnenslands geregelde be
trekkingen onderhoudende met de gezant
schappen van vreemde, ons land vijandige
regeeringen, de Fransche en de Engelsche,
hoewel het nog geenszins vaststaat, dat
niet oorspronkelijk de Duitsche regeering
van dezen knoeierigen man een handlanger
heeft trachten te maken of op haar beurt
door Q. Simons, Holdert in zijn eigen bu
reau doet bespionneeren;
dat de door 22 Nederlandsche hoogleera
ren en door allerlei opgewonden Neder
landers gevierde heer Schroder minstge
nomen bij uitstek karakterloos heeft ge
handeld in betrekking tot genoemden heer
Holdert. immers niet eerder tegenover hem
krachtig aanspraak heeft gemaakt op de
rechten, die aan een hoofdredacteur van
een dagblad toekomen, dan nadat hij zich
door den onoordeelkundigen bijval van een
deel van het groote publiek gesterkt voel
de, welke aanspraak hij evenwel niet met
kracht heeft doorgezet, met zoo weinig
kracht zelfs, dat hij zijne door Holdert on
billijk ontslagen collega's ten slotte toch
onbeschermd aan hun lot overliet, zonder
dit lot te deelen;
dat in zake de vrijlating van Schroder
voornoemd, achter de schermen allerlei
akeligheden en karakterloosheden zijn ge
beurd, die al het romantische aan deze
zaak ontnemen, wat vooral genoemden
Holdert (die immers reeds op den dag
der inhechtenisneming, 4 Dec., zelf de
Rechtbank had in kennis kunnen stellen
met het feit dat Schroder alles was be
halve verantwoordelijk hoofdredacteur) in
een ongunstig licht doet verschijnen;
dat door hunne geregelde medewerking
aan een knoeiblad, als „De Telegraaf" nu
blijkt te zijn geweest, o. a. ten zeerste zijn
gecompromitteerd de heeren mr. H. Louis
Israels, prof. Hector Treub, prof. Niermeij-
er, prof. Jelgersma, e.t.q.;
dat laatstgenoemde in zoovele opzichten
zoo hoogstaande mannen door die gere
gelde medewerking althans getoond heb
ben, eene geringe mate te bezitten van fijn
gevoel, daar immers ieder, die „De Tele
graaf" leest en van zoodanig gevoel niet
geheel is ontdaan, dadelijk uit inhoud en
vorm de eigenaardige karakter-verwor-
denheid proeft, welke „De Telegraaf" doet
gelijken op wat elders heet „The yellow
Press", „Daily Mail" of Matin", van welke
soort bladen men in Zwitserland, Duitsch-
land, Denemarken, Noorwegen, Zweden,
vergeefs de gelijken zoekt.
Het „Telegraaf-schandaal" heeft voor de
zooveelste maal nog eens bewezen, dat de
zoogenaamde „fatsoenlijke" weg, om het
bewandelen waarvan Schroder, herhaalde
lijk, hard viel en uitschold de „N. Rt. Ct."
en den hoofdredacteur der „Nieuwe Ct.",
beter begaanbaar is en, ook in de journa
listiek, de eenige op den duur bewandel-
bare weg kan heeten.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Lezingen dr. Bierens de Haan. Het
verslag der 1.1. Woensdag door dr. Bierens
de Haan gehouden lezing komt in het vol
gend nummer. Wie nog een nummer van
ons blad met het verslag der eerste lezing
wenscht, kan zich dat, zoolang de voor
raad strekt, aan ons kantoor verschaffen.
Klicka-Concert. Hen onder onze leze
ressen en lezers, die nog geen plaatskaarten
voor het Klicka-concert namen, herinneren
wij eraan, dat deze kaarten nog verkrijg
baar zijn aan hotel „Duin en Daal", in het
sigarenmagazijn van den heer Van 't Riet
te Bloemendaal en in het piano-magazijn
van den heer Van Ooij, te Haarlem.
De prijs is 1,50.
Wij waren in de gelegenheid, kennis van
het programma te nemen, en kunnen onzen
lezeressen en lezers verzekeren, dat zoo
wel de harpnummers door den heer Klicka
te spelen, als de liederen door freule Re-
pelaer te zingen, dien avond tot een zeer
bizonderen voor muziekvrienden zullen
maken.
Vroeg groen. Tengevolge van het
zachte weer, dat wij in den laatsten tijd
hebben, zijn er al vele plantjes en boomp
jes uitgeloopen. Sommige boompjes zitten
al vol groen en men zou denken, dat het
voorjaar reeds begonnen was. Het is maar
te hopen, dat wij geen strengen vorst
meer krijgen, daar anders al het jonge
groen ineens weg zou zijn. P.
Muilkorven voor paarden. Dat men paar
den zoo zelden een muilkorf ziet dragen,
begrijp ik niet, want in sommige gevallen
is het hoog noodig. Dat blijkt o. a. uit het
volgende
Eiken dag komt hier ter plaatse een olie
wagen, en dat paard voor dien oliewagen
is een zeer gevaarlijk beest. Op een mor
gen stond hij weer te wachten op zijn
baas, die olie naar een klant was brengen.
Het duurde nog al lang en het scheen het
paard ook wat lang te duren, want het
werd erg ongeduldig. Toen ik voorbij hem
liep, had ik heelemaal geen erg in dat
beest, doch plotseling voelde ik mij bij den
arm grijpen, en opkijkende, bemerkte ik,
dat liet paard bezig was aan de mouw van
mijn jas te kluiven. Dadelijk maakte ik een
beweging met de hand alsof ik hem een
oorvijg wilde geven en van schrik liet hij
me los, natuurlijk nijdig, omdat ik hem in
zijn genot stoorde. Ook aan andere voor
bijgangers liet hij zijn tanden zien, zoodat
men groot gevaar liep, gebeten te worden.
Zoo bemerkt men dus, dat het noodzakelijk
zou zijn, zulken gevaarlijken paarden een
muilkorf aan te doen. P.
Vergadering inzake het woning-vraag-
stuk. De afdeeling SantpoortBloemen
daal van de S. D. A. P., had in verband
met den arbeiders-woningbouw te Bloe
mendaal Dinsdagavond in „Vreeburg" een
vergadering belegd. Spreker was de heer
Z. Gulden, architect te Amsterdam. Inge
leid door den heer Klomp, voorzitter der
afdeeling, begon de heer Gulden met erop
te wijzen dat de belangstelling in de arbei
derswoning verbandt houdt met den op
bloei der nijverheid in den laatsten tijd,
waarmede gepaard ging 't ontstaan eener
arbeidersorganisatie. Spreker gaf een over
zicht van den toestand der werklieden
woningen te Amsterdam. Nadat velen daar
krachtig voor verbetering werkten, werd
voor liet eerst in 1903 een rijksvoorschot
gegeven. Men bouwde. In het algemeen
bleek het, dat eigenlijk voor den huurprijs,
dien de arbeiders betalen konden, geen
goede woningen voor hen gezet konden
worden, en liet kwam zoover, dat de ge
meente een toeslag gaf om dat tekort te
dekken. Aan op deze voorwaarden ge
bouwde woningen werkt men te Amster
dam thans druk.
Spreker zegt, dat de arbeider zelf deze
zaak eens flink ter hand moet nemen. Spre
ker zou voor de plannen zijn, die thans
in den raad worden voorbereid. Maar
in tegenstelling met de redactie van „Het
Bloemendaalsch Weekblad", verklaart hij
zich tegen woonkeukens.
Er was eenig debat. Spreker besloot met
een opwekking tot de aanwezigen om de
S. D. A. P. te Bloemendaal te steunen.
Voor de slachtoffers van de overstroo
mingen. Mejuffrouw M. Halberstadt, de
bekende zang- en spreekleerares uit Haar
lem, geeft te Bloemendaal een muziek-
middag ten bate der slachtoffers van
den watersnood. Het belooft een zeer
mooie uitvoering te worden; voor de pauze
zingen de verschillende zangklassen onder
leiding van mejuffrouw Halberstadt; wij
hebben van een dergelijke uitvoering, die
het vorig jaar in „De Kroon" gegeven
werd, een prettige en goede herinnering
bewaard. Na de pauze een tooneelstukje
van mej. Ita Mees en den heer Landzaat
(beiden leden van „De Haarlemsche Too-
neelclub"), ook zal er een strijkje voorhan
den zijn om de genoegelijkheid teii top te
voeren. Deze pleizierige uitvoering moet
iedereen, die maar eventjes kan, bijwo
nen, om het goede doel en omdat het er
op zichzelf heel aardig wezen zal ook. De
datum is Zondag 6 Februari, het uur van
aanvang half drie 's middags; de plaats:
hotel „Duin en Daal". De toegangsprijs
2,of 1,wie dus maar evèntjes
kan, enfin, u weet het nu.
Zie voorts nog de annonce.
Concert. Donderdagavond 10 Februari
a.s., zal in hotel „Duin en Daal", fe Bloe
mendaal, een concert plaats vinden, te ge
ven door de dames Bets Bertling, viool en
Mien Hoeksema, piano.
De netto-opbrengt wordt afgestaan aan
de slachtoffers van den watersnood.
Verbetering. Tot onze ongemeem
vreugde zien wij dat de Mollaan wat wordt
opgeknapt. Het werd tijd, onder ons ge
zegd en gezwegen.
Dr. Pannekoek's volgende voordrach
over sterrekunde heeft niet op Zaterdag
29 Januari, maar op Zaterdag 5 Februari
in „Rusthoek" plaats.
Fietsers, deze week lantaarns aan om
5 uur 7 minuten.
3e voordracht dr. Pannekoek. Na den
nacht der middeleeuwen is het met de as
tronomie sedert het eind der 15e eeuw
voortdurend, zij het ook hortend en stoo
tend, tot op onzen tijd vooruit gegaan,
steeds verruimde zich de horizont; aai
aarde, zon en maan en aan het hemelge
welf met de eraan bevestigde sterren, die
Aristoteles kende, voegde Ptolemaeus vijf
planeten toe, die hij aan hun grilligeh loop
had leeren kennen; reeds tijdgenooten van
Aristoteles (o. a. Nicolaas v. Cusa) opper
den de meening, dat men voor de verkla
ring der verschijnselen evengoed een
draaiende aarde en een stilstaanden hemel,
als omgekeerd een stilstaande aarde en
wentelenden hemelbol kon aannemen, doch
Copernicus (een Poolsche kanunnik) was
de eerste die dit onomwonden uitsprak en
als bewijs aanvoerde, dat het toch veel
eenvoudiger was, zich een draaienden klei
nen aardbol, dan een wentelenden onmete-
lijken hemelbol met duizenden sterren te
denken; en welke enorme snelheid moest
die hemelbol wel hebben om in 24 uur dien
oneindig grooten afstand te doorloopen.
een zoogenaamd hemeldak is dan ook niet
meer noodig, de sterren kunnen zweven in
de ruimte, ze' behoeven niet allen op gelij
ken afstand te staan van de aarde, de een
kan ver, de ander dichter bij zijn.De Grieken
wisten al dat de planeten altijd even ver
van de zon stonden, dit laat zich bij een
vaststaanden hemel volgens de Epicykel-
theorie niet meer verklaren, ook al nam
men inplaats van twee, meer cirkels te
baat. Zoo kwam Copernicus er toe, de zon
tot middelpunt van het aardsche zonne
stelsel aan te nemen en losten zich toen
alle bezwaren van zelf op. Dus weer een
aanmerkelijke verruiming van het gezichts-