ll ALGEMEEN WEEKBLAD ilad. i 1 1 i F |L Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. 10e Jaargang. ZATERDAG 8 April 1916 No. 15. Ie 'rijs per ja 2,60 Prijs >er numni 25 cents. 1 ar er Bloemendailseh Ueekl Advertentiën 10 cents per regel hij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. DE CANDIDATEN VOOR DEN GEMEENTERAAD. Omtrent de candidaten voor den r. adszetei, welke vroeger door den heer V m Stolk werd ingenomen, geven wij on- lezers hieronder eenige bizonderheden voegen daarbij een tweetal portretten, j •.Vij kunnen tot onze spijt onzen lezers portret van den derden candidaat niet bieden. Wij wendden ons wel met het :oek om een portret tot den heer Ver- i aal, maar deze had er geen in zijn t, zoodat hij, ondanks zijne welwillend- ons niet er aan helpen kon. De Heer C. L. DE FOUW De heer De Fouw is op den I8den No- nber 1881 geboren te Alkmaar. Hij be lt in die plaats de burgerschool, en .ueerde daarna te Amsterdam en te i cv lit aan de universiteiten voor apothe- Na het voleindigen zijner studiën ;d hij benoemd tot militair apotheker au het Oost-Indische leger, in welke func- hij voor den tijd van een jaar gedeta- icerd werd als scheikundige aan het la- nratorium van het koloniaal museum te Haarlem. Al spoedig vertrok de heer De Fouw naar Indië, waar hij gedurende twee 'aren als militair apotheker werkzaam was. Wegens gezondheidsredenen kwam hij toen wederom naar het vaderland terug, hi liet jaar 1908 vestigde hij zich als apo theker te Bloemendaal. De beide apotheken van den heer De Fouw, zoowel die te Bloemendaal als die te Overveen, nemen voortdurend in bloei toe, en de scheikundige arbeid van den heer De Fouw wordt algemeen gewaar deerd. Hij is te Bloemendaal een algemeen bekende en gerespecteerde persoonlijkheid. Hij is de candidaat der vrije liberalen en vrijzinnigen. De Heer G. M. KLOMP. De heer G. M. Klomp, de candidaat der S. D. A. P. werd in 1871 te Rotterdam geboren en is dus 45 jaar oud. Aanvanke lijk bestemd voor het onderwijs, trad hij op 20-jarigen leeftijd in militairen dienst, werd als onderofficier gepasporteerd en is nu 7 jaar als beambte werkzaam in het gesticht Meerenberg. Hij is onder-voorzit ter van de afdeeling SantpoortBloemen daal der S. D. A. P. en secretaris van de afdeeling „Meerenberg" van den Ned. Bond van Werklieden in openbare diensten en bedrijven. Hij had als zoodanig een werkzaam aandeel in den strijd, die in 1914 leidde tot invoering van een meer democratischen bestuursvorm voor het ge sticht Meerenberg en de instelling van eene Commissie van Beroep voor het personeel. Hij onderschrijft natuurlijk het gemeente lijk program der S. D. A. P. Voor Bloe mendaal acht hij het noodzakelijk, dat de oplossing van het vraagstuk der volkshuis vesting krachtig ter hand worde genomen, opdat het mogelijk zal zijn, dat door den tijd de arbeiders, die hier geregeld arbei den, zich ook metterwoon in deze gemeen te kunnen vestigen, zulks niet alleen in het belang dier arbeiders, maar ook in dat der neringdoenden, die van zulk een vestiging zeer zeker voordeel zullen hebben. Urgent acht hij ook een zoodanige wij ziging der verordening op dé schoolgeld- heffing voor het M.U. L.-onderwijs. dat ar beiders en kleine middenstanders, zonder hun financieele draagkracht te boven te gaan, hun kinderen ook van dit onderwijs kunnen laten profiteeren. De heer Verdegaal, de derde candidaat, werd geboren den 27en Juli 1867 te Vo gelenzang, bezocht daar de openbare school. Hij kwam bij zijn vader in het land bouwbedrijf, en later in de bloemkweekerij, en bleef daarin tot op den huidigen dag werkzaam. Hij was jarenlang bestuurslid der roomsch-katholieke kiesvereeniginv. Hij is een Vogelenzanger in zijn hart, en voelt warm voor de belangen der Voge- lenzangsche buurtschap. De heer Verdegaal is de candidaat der roomsch-katholieken. De verkiezing heeft Dinsdag 11 April plaats in het gymnastieklokaal der O. L. school, tusschen 8 uur 's morgens en 5 uur 's namiddags. TER OVERWEGING. Recht, niet voorzien van geweld ten be hoeve van zijne toepassing, is een recht op papier of in de lucht, maar is niet een werkelijk recht. Zoo is het zoogenaamde volkerenrecht geen volkerenrecht, geen werkelijk recht, zooals het burgerlijk recht, het handels recht, het strafrecht van een bepaalden staat werkelijk recht is, waarvan de toe passing desnoods kan worden afgedwon gen. Iedereen weet dit wel; maar menschen, die op hun gemak gesteld zijn, bedenken zich dit liever niet. Menschen, die op hun gemak gesteld zijn, zijn aldus en ook ove rigens in een waan bevangen. Dien waan- toestand noemen zij geluk en daarheen ontvlieden zij voortdurend de harde wer kelijkheid. Het ware geluk is het slijten in den dienst van waarheid en gerechtigheid. Want het geluk of de zaligheid is de volheid naar den geest. De geest woont alleen in hem, die zich stort in den strijd voor waarheid en gerechtigheid. De gcmakzuchtigen, die in hun waantoe- stand de harde werkelijkheid ontvlieden, zijn in zoover geesteloos. In zoover iets geesteloos is, is het krach teloos tegenover den geest. Zoo is de ma terie onderworpen aan den mensch, de niet- denkende mensch aan den denkende, de denkende aan den wijze. De meest volledig denkende is wijs. De wijze regeert de wereld. De harde werkelijkheid is het wrijvings- vlak tusschen geest en het geestelooze, het vlak waarlangs de geest wordt ingedreven in de stof. De geest is de beeldhouwer des levens ook door het recht. Het beeld, dat eene bepaalde samenleving Oplevert, is het beeld, dat door het geweld des rechts met kracht daaraan is gegeven. Er is ook een geweld des onrechts, er is ook een slimheid des onrechts, maar er is rtiêt een slimheid des rechts. Dat is het troostelooze van levens als die van man- ilen van voorname slimheid. Slimheid leidt tot gemakzucht, want zij misleidt andere menschen en heft door eene j kunstbewerking werkelijken gezonden te genstand op, waar deze juist noodig was Om den geest zich zijn kracht te doen be wust worden. Slimheid is geestig, maar niet geest. Zij is onnaspeurlijk uitgebreid van invloed in de dingen van haar tijd, maar haar invloed is kortstondig. De slimheid is niet ondeugdzaam, maar zij is van eene mindere soort dan de deugd van het rechtscheppende geweld. Het geweld van den geest is onweder- staanbaar, maar het behoeft nog niet hard te zijn. De slimheid werkt zonder geweld, zij graaft meer kuilen dan dat zij beeld houwt. Rampen brengt teweeg de zedeles: „wie niet sterk is moet slim zijn,"' al schuilt er beschrijvende waarheid in. De mensch is doorgaands veel sterker dan hij denkt, want de geest, dat is de kracht, is alom tegenwoordig. Maar het ontbreekt velen menschen aan moed om zich open te stellen voor den geest. Vele menschen zijn bang. Als de lucht naar het luchtledige, als het water naar het dal, vloeit de geest naar wat zich openstelt voor den geest. Zoo wordt ook het bange hart nog wel ge staald, als het zich maar opent. Een versuft, een verwijfd, een overver zadigd, een daardoor moedeloos of gemeen geworden volk, als het onze zal, als het in den geest des tijds ligt dat het blijft be staan, indien het met andere woorden nog een eigenaardige bestemming heeft, goed schiks of kwaadschiks naar voren moeten brengen mannen van dat rechtscheppende geweld. De gemakzuchtigen moeten wor den verteerd, dan zullen de slimmen van zelf verminderen. In eene samenleving is niemand ten allen tijd deugdzaam of geheel zonder de on deugden van de anderen; maar het is door de slimheid gedicteerde slechte ge makzucht, en aldus een waan, te meenen, dat het er dan „zoo nauw niet op aan komt". Het komt er met de waarheid en met de gerechtigheid altijd en schrikkelijk nauw op aan, wat betreft het handelen en wat betreft de bedoeling met dat handelen; ie dere onzuiverheid daarin is het falen van den geest, het falen van de kracht, is eene overwinning van het geestelooze, van het krachtelooze, van den dood. Wie den dood zoekt, zoeke hem snel, opdat hij niet al verwijlende, het goed eet van den levende, die leven wil, die wil sló ten in den dienst, niet in den dienst van andere menschen met hun doode heersch- zucht, en hun slechte slimheden, maar in den dienst van waarheid en gerechtigheid. De knecht, die den slechten meester vol ledig dient, is zelf slecht. Den meester die den slechten arbeider toegeefelijk behandelt, zal het, naar z'jn verdiende loon, bezuren. Er is niet één ding, één stelregel, éen zedeles, één gedragslijn, maar het leven is in het vele. VOOR DEN VREDE. Mr. S. van Houten's laatste Staatkundige brief bevat een pleidooi voor Nederlands inmenging als vredes-bevorderaar. Ameri- ka's bevolking blijkt zeer verdeeld door sympathieën voor en tégen oorlogvoeren den. In Nederland hadden de vredes-cou- ferenties plaats, en aan onze regeering viel het initiatief ten deel voor de voor bereidende maatregelen voor de derde con ferentie. Onze regeering kan juist door die laatste opdracht, en wel bepaaldelijk als haar optreden zich daaraan kon vastknoo- pen, ook van zelf door niemand er van worden beschuldigd, zich onbescheiden op den voorgrond te dringen, wat natuurlijk angstvallig moet worden vermeden. „Nu schijnt het mij toe, dat in de ver klaringen, die door de oorlogvoerende re geeringen in de laatste maanden zlijn afge legd, een punt zeer op den voorgrond treedt, dat een ongezocht verband legt tus schen de door de omstandigheden ge schorste opdracht tot voorbereiding dei- derde vredes-conferentie en een mogelijk optreden onzer regeering in dezelfde lijn. Zij verklaren alle, ieder op haar wijze doch zakelijk overeenstemmend, dat het resul taat van den oorlog haar territoriale vei ligheid en waarborgen voor de buitenland- sche commerciëele en persoonlijke rela- tiën harer landgenooten en de toekomstige ontwikkeling daarvan moet verschaffen. Zij wenschen niet weder onder den druk te komen, dien zij wederkeerig in de voor oorlogperiode van elkander gevoeld heb ben en die den staat van gewapende vrede heeft veroorzaakt, waaronder zij in de laatste jaren vóór den oorlog allen gebukt hebben gegaan. Zoo juist als ik dit leidend beginsel van de gezamenlijke regeeringen vind, zoo on juist zou het denkbeeld zijn, die waarbor gen voor de toekomst enkel in militaire resultaten van den oorlog te zoeken. Grens- veranderingen, defensicliniën, verbod van het inrichten daarvan, wapeningen en ver bod of beperking van wapeningen, uitput tingstoestanden en maatregelen om die te bestendigen en wat al meer onder het mi litair oorlogsdoel kan gebracht worden, zijn nooit in de geschiedenis van duur ge weest. Wie er nog iets van mocht ver wachten, overwege slechts den toestand van Pruisen na den vrede van Tilsit. En geen der oorlogvoerende partijen kan het oog er voor sluiten, dat de zuiver mili taire resultaten van dezen oorlog minder dan van eenigen anderen duurzaam kun nen zijn, omdat die resultaten door de win nende partijen zouden zijn verkregen on der medewerking beiderzijds van vele en sterke bondgenooten, van wier even krach tig en offervaardig optreden voor het be houd van het door eiken staat afzonderlijk verkregen resultaat geen hunner verzekerd is, zoodra dit speciaal resultaat te eeniger tijd afzonderlijk het onderwerp van een conflict mocht worden. Elke staat, ook de sterkste, zal een deel der gewenschte waarborgen voor de toe komst moeten vinden in een nieuw volken recht. Wanneer ik mij de mogelijkheid denk en thans de wenschelijkheid bij regeering en volk in debat breng van de bijeenroeping cener algemeene conferentie op den voet der gehouden vredes-conferentiën, heb ik als onderwerp van behandeling niets an ders op het oog, dan het ontwerpen der algemeene volkenrechtelijke bepalingen, welke in den na den oorlog int redenden staat van zaken door de dan toetredende staten vrijwillig en wederkeerig zullen worden aangenomen en geëerbiedigd. Zoo wel de oorzaak als de militaire resultaten van den oorlogstoestand blijven dan van zelf van behandeling uitgesloten. Zij wor den ab init.io beschouwd als alleen den oor logvoerenden aangaande. De plaats om als bemiddelaar op te treden blijft open. Op de houding der oorlogvoerenden wensch ik ook niet, dat de conferentie als zoodanig eenigen anderen invloed trachtc uit te oefenen dan voortvloeit uit het bloo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1916 | | pagina 1