ALGEMEEN WEEKBLAD
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN".
Gedempte Oude Gracht 63.
Kantoor voor redactie en administratie:
Telefoon 141. HAARLEM.
L
10e Jaargang.
ZATERDAG 22 April 1916.
No. 17.
Het Bloemendaalseh (iMblad.
I
Prijs per jaar
2,60
Prijs
per nummer
25 cents.
I
Adrertentiën
10 cents per
regel;
bij contract
belangrijke
korting.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
REN LAATSTE POGING.
Welke dames, vrouwen en meisjes, willen
rus nog helpen bij den verkoop op Woens
dag 26 April a.s., van het tuberculose-
Noempje! Wij komen nog een goede hon-
erd bloemenverkoopsters te kort.
Wij ontvangen vele briefkaarten van
mes, die verhinderd zijn, maar daar-
nee zijn we niet gebaat.
Wie zijn niet verhinderd en genegen om
ar te helpen aan een liefdewerk, dat tot
nut strekt van het algemeen?
eft u dan p. o. op aan het C. B.
d. Oude Gracht 41.
Het Bloemencomité.
ENGELSCHEN EN HOLLANDERS.
'Wie de Engelschen noemt slechte men-
„nkenners en kortzichtige denkers, kan
de instemming van duizenden Neder-
iders rekenen.
Het is de vloek van 's Engelschman's
.praktischen geest" dat hij slechts denkt
n wat dichtbij, niet verder ziet dan zijn
eus lang is. Wij achten zulk een prakti-
'n geest zeer onpraktisch, want ifl zaken
raagt niet het begin maar het einde de
l, st. Een drenkeling, slecht zwemmer, zal
,,'s hij zenuwachtig is en niet denkt, met
alle kracht het hoofd even boven water
■"eten te steken, adem halen, maar dan
wegzinken, de denkende drenkeling werkt
rich op zijn rug om te drijven, tot hij
wordt opgepikt.
Maar om te zien en te denken, moet men
r-t hebben geleerd; sterker, om te ver-
Waan wat men ziet moet men eerst leeren
denken; niet de wereld daar vóór mij,
naar de wereld in mij bepaalt, wat ik leer,
door haar te zien.
De Engelschen schijnen noch uit de ge-
- hiedenis veel te hebben geleerd, noch van
de aardrijkskundige, de economische en
staatkundige geschiedenis van het vaste-
!und van Europa veel te begrijpen. Hoe
kan dit ook anders bij een volk, dat geen
vreemde talen kent, dus ook niet den aard,
den geest van andere volken verstaat?
Met eene onbeschaamdheid, die herin
nert aan den tijd van Cromwell, grijpt En
geland, ons verwant, gedurende 100 jaren
ons bevriend, ons naar de keel. Het „prak
tische" wezen heeft zich zelf weder tot
half-bulhond en half-mensch gemaakt. Zijn
dikke, pezige hand zit om onzen fijneren
strot, en de stem bromt tusschen de tan
den: „Kies nu heelemaal mijn partij, of ik
knijp toe." Knijp toe, John Buil, de Hollan
der is, als het moet, verbazend rad, wij
zullen nog net ontsnappen en gij zult het u
op het eind berouwen. De slagen, die een
duldzame uitdeelt zijn krachtiger naar mate/
hij langer is getergd en de Hollander heen
een akelig lang geduld.
Wij waren juist weer vrij goede vrien
den, al hebt gij het er niet naar gemaakt.
De minachting, die de Hollander voor u had
gekregen in den Boeren-oorlog was vrijwel
verdwenen, doordat gij door beschikkingen
na dien oorlog de daden daarin bedreven,
verloochend hebt. Uw vriendelijke belofte
tegenover België, vond hier sympathie; be
wondering vond de inzet van uw optreden
allerwege ter zee, in België, in Frankrijk,
aan de Dardanellen, aan de Arabische
Golf.
Hoe is dit alles op niets uitgeloopen!
Hoe hebt ge opnieuw ons aller sympathie
en onze bewondering verbeurd!
Ter zee zijt gij zoo weinig de baas, dat
gij zelfs uwe eigen handelsschepen niet
beschermen kunt. Aan België was uwe hulp
niets nut; gij zijt vandaar gevlucht, na stad
en land te hebben plat geschoten en -getre
den zonder zin. In Frankrijk onderhoudt
gij, deels ten koste van dat land, uw groote
legers, die er niets bereiken; uw French
Iwas, had niet Joffre hem gered, met massa's
in den pan gehakt. De Dardanellen-expedi-
tie hebt gij bloedend moeten staken. Uw ge
neraal zit in Mesopotamië nu maandenlang
omsingeld, wachtend of uw oude vijand,
Rusland, hem bevrijdt. In zuidelijk Afrika
zijt ge, alleen door de getrouwe medewer
king ónzer stamgenooten, een minderwaar
dig en heerschzuchtig doel: „Heel Afrika
moet Engelsch zijn", genaderd. De Japan-
neezen moesten in het verre oosten uwe
boontjes doppen. In een klimaat, voor hen
te guur, tegen een vijand hun te sterk, ge
bruikt gij, doodt gij aldus, duizenden uit
Indië, die gij tehuis niet jegens u vertrou
wen kunt.
Dat zijn uw groote daden. En dan uw
groote woord! Uw edele devies; „Op voor
de kleine naties!", wel edel hebt ge 't toe
gepast! Uwe koloniën hebt gij meer dan
voorheen nog ondergeschikt aan uw cen
traal gezag gemaakt. Eerst België, toen
Servië in den steek gelaten. Griekenland
getrapt, geschonden. Italië met geld en met
beloften aan uwe zij gebracht, daarna met
dreigen en intrigue Portugal. Wie volgt?
Thans zijn wij aan de beurt? Is er ook
huichelachtigheid in uw devies
Is er ook leugenachtigheid in uw geschet
ter tegen Imperialisme, tegen Junkerdom
Wat is üw politiek der beide laatste jaren
anders dan een politiek van Marinisme,
dwingelandij met dit als einddoel: „Engel-
sche nijverheid en Engelsche handel over-
heerschende over heel de wereld" Wat
is deze oorlog aan uw zijde anders dan een
rijke-koopmans- of regenten-oorlog
Ons leert heel de geschiedenis dat de ont
wikkeling gaat nóch naar Regenten- nóch
naar Junkerdom, doch daarvan af naar
naast elkander gelegen, volgens aard
en taal gescheiden volken met een eigen
vrije wilsbepaling elk, die zich eens vrij te
samen zullen voegen in een wereldorde met
een wereldrecht, waarbij nóch Junkers nóch
Regenten, maar die vrije volken zelf, in re
delijk overleg, de groote lijnen zullen trek
ken. Daarbij komt gij met uw Buldog-the
orieën niet te pas. En elke vrijheid, die gij
knot, verkeert in een verbittering, die den
terugkeer van den vrede en het recht
steeds meer belet.
Niets staat ter wereld stil. Wie niet voor-
uitgaat, die gaat achteruit. Wij, die aan
niemand kwaad, maar alleen goed doen, en
die een ieder diensten bewijzen vrijwillig
naar zijne, en onzen aard, wij moeten stof
felijk, moreel en geestelijk door dezen we-
reldoorlogf winnen. Begrijpt een van de
oorlogvoerende partijen dit nu niet, begrijpt
hij niet, dat Nederland zoo goed als Zwit
serland en Denemarken, als knooppunt van
verkeer op stoffelijk en geestelijk gebied
onmisbaar is en sterker worden moet, wil
niet het net van het staatkundige Europa,
zooals dit logisch zich ontwikkelt, scheu
ren, hij krijgt ons tegen zich, waarschijnlijk
dan als bondgenoot der andere partij. Nog is
de toekomst duister. Nog hebben wij naar
alle kanten onze stekels op te zetten.
Maar als het dan toch moet en Engeland
ons in den oorlog sleept, dan tegen Enge
land! De Nederlandsche havens rijkelijk
voorzien van duikboot en torpedo kunnen
ons den Engelschman wellicht tot rede
brengen. En dan de toekomst?
Liever de spits van een zich na den
oorlog democratiseerend groot Duitsch
rijk of van een Statenbond van West-
Europa, dan de van overig Europa afge
broken punt, vazal van Engeland. En En
geland èn Duitschland hebben een belang
bij een vrij en krachtig Nederland, maar
Engeland wel het meest.
Degenen die vermeenen dat de wereld
aan één spijker hangt, zullen in deze ont
boezeming pro-Duitscherigheid zien. Ten
onrechte! Of Engeland's geterg ons in de
armen van het Duitsche rijk werpt, zal de
toekomst leeren. Hoe wij dan weer van
Duitschen invloed ons bevrijden, is van
later orde. M aar iedereen die Engelsche
relatie's heeft, waarschuwe hen duidelijk:
zooals het nu gaat, gaat het niet. Alleen
wie zich aan de geallieerden of aan En
geland heeft verkocht, kan anders denken.
T.
Eet Paaschfeest. Het Paaschfeest
vindt zijn oorsprong in de lentefeesten on
zer Germaansche voorvaderen. Deze len
tefeesten werden gevierd ter eere van de
voorjaarsgodin Ostera, en haar naam bleef
nog bewaard in de namen, die onze ooste
lijke en westelijke buren aan het Paasch
feest geven.
De viering van Het Christelijk Paasch
feest, de herdenking der Verrijzenis van
Christus werd nu door de kerk omtrent
dienzelfden tijd bepaald, waarbij de over
weging gold, dat het volk, eenmaal
gfewend omstreeks dien tijd feest te vie
ren, daar moeilijk van zou zijn af te bren
gen.
In het jaar 325 werd op het eerste oecu
menische concilie te Nicea bepaald, dat het
Paaschfeest gevierd zou worden op den
eersten Zondag na de eerste volle maan,
d(e volgt op de lentenacht-evening. Den
bisschop van Alexandrië werd opgedragen,
deze astronomische berekening te maken,
en telken jare werd de datum bekend ge-
njaakt in een omzendbrief, den „liber Pa-
sphalis", die gelijktijdig gebezigd werd tot
oplossing van een of andere kerkelijke
strijdvraag.
Om nu te weten, wanneer het in een ger
steld jaar Paschen is, bestaan er verschei
dene rekenkunstige formules. Als de een
voudigste en gemakkelijkst te onthouden
wordt door F. W. Drijver, („Mozaïek",
door F. W. Drijver, P. Noordhoff, Gro
ningen) die van Karl Friedrich Gausz ge
noemd, een Duitsch wiskunstenaar, hoog-
lèeraar te Göttingen.
Deze formule luidt als volgt:
Deel het jaartal, waarvoor ge den datum
van het Paaschfeest bepalen wilt, door 19,
door 4, door 7, en noem de resten a, b en c.
Deel 19a 24 (dit laatste getal wisselt
in de verschillende eeuwen) door 30 en
noem het overschot d.
Tel dan samen 2b 4c 6d 5 (ook
dit laatste getal is veranderlijk), deel die
som door 7 en voeg bij het overschot het
getal d. De laatste verkregen uitkomst wijst
aan, op den hoeveelsten dag na 22 Maart
het Paaschfeest vallen zal.
Nemen wij de proef met 1916:
1916: 19 geeft als rest 16 a.
1916: 4 0 -b.
1916: 7 5 c.
19 a 24 28 d
30
2 b+ 4c 6d 5
geeft als rest 4.
7
4 d 32.
Het Paaschfeest valt dus in 1916 32 da
gen na 22 Maart, d. i. op 23 April.
Dat klopt.
KRONIEK DER WEEK.
14 April. Prof. dr. Manuel Straub, hoog
leeraar in de oogheelkunde te Amsterdam,
overleed.
14 April. In den schouwburg te Utrecht
wordt een nieuw Nederlandsch opera-
werk opgevoerd, en wel de komische ope
ra „De Cid" van Johan Wagenaar.
15 April. Een wetsontwerp, dat ten
doel heeft den Amsterdamschen tijd met
een uur te vervroegen, verlaat het depar
tement van Binnenlandsche Zaken.
Of het ontwerp echter nog met 1 Mei
in werking zal kunnen treden, zal, in ver
band met de stagnatie die de Stille Week
brengt, afhangen van de werkwijze der
beide Kamers.
15 April. De bladen geven het verslag
van een door het Engelsche parlementslid
Kellaway gehouden redevoering, waaraan
wij het volgende ontleenen:
„Alle klassen der maatschappij werken
mede aan de uitrusting en munitievoorzie
ning der troepen. De broeder van lord
Curzon verdient een weekloon als bank
werker en dat doen vele leden van het
parlement eveneens. In een groote stad
werken advocaten, procureurs en rechter
lijke ambtenaren op hunne vrije dagen on
der leiding van een welbekend rechter om
munitie te maken.
15 April. De afgevaardigde Von Zedlitz
betoogt in de „Tag", dat de Duitsche re
geering zich niet mag, en ook niet zal,
laten leiden door de overweging, of het
oordeel over de Duitsche oorlogvoering
later voor den rechterstoel der geschie
denis wel gunstig zal wezen.
15 April. Het Panamakanaal dat zeven
maanden voor de scheepvaart gesloten
was, wordt heden heropend.
15 April. Het Rijkslandbouwproefstation
te Wagem'ngen deelt de uitkomst van haar
onderzoek in zake de bebouwbaarheid van
het overstroomde gebied mede. Die uit
komst stelt voor vele gewassen nog de
kans op een redelijke oogst in uitzicht.
li*?- m
15 April. Door den minister van land
bouw, nijverheid en handel worden in con
ferentie ontvangen de directies van stoom
bootmaatschappijen, die mededeelden, dat
voor het bunkeren in Engeland of in En
gelsche kolenstations door de Britsche re
geering geëischt werd 30 pCt. van de
scheepsruimte ten behoeve van de vaart
op Engeland. De minister geeft den direc
ties duidelijk te verstaan, dat de Neder
landsche scheepsruimte beschikbaar moet
blijven voor de Nederlandsche regeering.
16 April. Het kunstgenootschap „Arti"
opent haar voorjaarstentoonstelling.
16 April. Een kennisgeving van het de
partement van Landbouw, dat ons volk
na Paschen voorloopig geen wittebrood
zal eten, wordt druk in de pers besproken.
16 April. De correspondent van „De
Tijd" te Keulen bericht:
Aan de katholieke kerkelijke overheden
in Duitschland is van bevoegde zijde uit
het katholieke missiegebied de volstrekt
betrouwbare mededeeling toegekomen dat
meer dan een millioen Armeniërs door de
Turken zijn vermoord, door uithongering
en mishandeling.
18 April. Reuter seint uit Londen:
Het ministerie van buitenlandsche zaken
deelt mede: „Ten einde misverstand te
voorkomen, waarschuwt H. M.'s regeering
de neutrale reeders, dat alle kolen van
Duitsche herkomst, hetzij in lading of in
bunkers, aan boord van neutrale schepen
onderhevig zijn aan inbeslagneming en vast
houdingen op dezelfde wijze als de andere
goederen volgens de bepalingen van den
„Order in Council" van 11 Maart 1915
De kapiteins van neutrale schepen zullen
er dus wel aan doen zich in het vervolg
ervan te verzekeren, dat de kolen, die hun
als bunkerkolen zijn geleverd, niet van
Duitsche herkomst zijn en zich te voor
zien van certificaten van Engelsche con
sulaire ambtenaren.
18 April. „Het Handelsblad" geeft een
overzicht van een artikel in „Münchener
Post", waarin het befaamde, officieuze
Duitsche, nieuwsbureau Wolff op zijn plaats
gezet wordt. Dit bureau ontleent zijn on
verstandigheden, aldus de „M. P."
aan de groote Duitsche pers, die alles op
neemt wat Wolff hun maar voor zotheid
belieft te seinen. Het blad schrijft:
Want het is zeker, dat wanneer het „Ber-
ner Intelligenz"-blaadje zich uit -Londen
seinen liet, dat Asquith en Grey in het ge
heim Duitsch geleerd hebben, en iederen
ochtend bij het ontbijt vóór de eerste sand
wich „Heil dir im Siegerkranz" zingen, of,
wanneer het prulblaadje uit Zürich van bi
zonder goed ingelichte zijde uit Rome het
bericht ontving, dat de vrijmetselaars den
paus vermoord hebben en dat de Heilige
Vader, die thans te Rome zetelt, een loge-
broeder is, die sprekend op den overleden
Benedictus lijkt, zou de groote Duitsche
pers, de „leermeesteres van het volk" het
nieuws vet en opvallend afdrukken. Wij
zijn immers ook wat onze wereldpers be
treft,, een onovertreffelijk denkersvolk
18 April. De Russen nemen de Turksche
haven Trebizonde.
18 April. Een Havas-bericht uit Madrid
luidt, dat in Spanje de strijd tegen de Duit
sche spionnage aldaar krachtig ter hand
genomen is.