ALGEMEEN WEEKBLAD Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. ri 10e Jaargang. nmMmoBiitui ZATERDAG 10 Juni 1916 No. 24. Blomdoalseh Weekblad. -,x. i-.ZMMlO&KKl Vrijs pér jaar 2,60 Prijs tier mi.er 2a cents. Advertentiëu 10 cents pei' regel bij contract belangrijke korting. WK'." nunim«r besiaai uit 4 bladzijden. UR. rdag aci'de onze raad on- obrzitterschap van den burgemeester, ylg was de heer Van Tienhoven. voorzitter leest een brief van den Van Tienhoven voor, waarin deze or het wethouderschap bedankt, en preekt zijn leedwezen over dit besluit uit. herdenkt daarop den afgetreden wet- uder met eenige hartelijke woorden. De raad betuigt zijn bijval. Het nieuwe lid, de lieer P. Verdegaal Rzn., wordt nu binnen geleid, beëedigd en gelukgewenscht. Aan de orde is nu de benoeming van een ïv.uwen wethouder. De lieer Koolhoven 'wordt als zoodanig gekozen, en wel met 7 stemmen, terwijl de heer Bispinck 4 stem men kreeg, en de heer Laan één. De voorzitter wenscht den gekozene ge luk de heer Koolhoven dankt den raad voor liet in hem gestelde vertrouwen, en belooft raar beste krachten mede te werken aan 'en bloei der gemeente. De ingekomen stukken worden snel af- giüandeld; de heer Wels mag op zijn ver zoek een bergplaats bij zijn woning laten zei n, den heer Werner wordt niet ver- ,m o, zijn aan de Lombar-Petrilaan te bou- w n villa met een rieten dak te bedekken. De politie wordt, ingevolge een door den inspecteur ingediend verslag, gezuiverd -oi alle blaam in zake haar optreden of beter haar niet optreden bij een duin- la a; Jje, waarover de heer Jacometti in de vorige zitting een boom opzette. Aan de beurt is nu een voorstel tot wij- z ging van het reglement van orde voor raadsvergaderingen. De heer Bornwa- 'erwijst naar een schrijven, door hem zeiven en de heeren Teding van Berkhout en jacometti aan het dagelijksch bestuur gezonden, in welk schrijven deze heeren een meer doelmatige werkwijze voor t gemeentebestuur hadden aangedrongen, ticwezen werd vooral op het gering aantal zittingen gedurende den laatsten tijd, zoo dat de agenda van de laatste zitting der mate overladen was, dat haar af te werken nauwelijks mogelijk bleek. De heeren ver zachten aan B. en W. spoedigst een ver gadering bijeen te roepen, waarin dan de wijziging der werkwijze aan de orde komen kon. Liefst zagen deze heeren door B. en kV. besloten, dat de raad minstens eenmaal per maand bijeen komen zal. De voorzitter zegt, dat de ambtenaar, die de aangelegenheden in verband met de raadszittingen regelt, reeds sinds April ziek is, en zijn plaatsvervanger overstelpend drukke werkzaamheden heeft. Uit een lijst bleek den voorzitter trouwens, dat den laat sten tijd gemiddeld 12 zittingen per jaar gehouden zijn. De heer Bornwater wijst erop, dat er in bet laatste halfjaar nota bene slechts twee maal is vergaderd en dc heer Laan valt iiier in met de woorden: als er zooveel te werken is, moet het raadhuis maar wat langer openblijven dan nu doorgaans het geval is. De zieke ambtenaar kan toch wel tijdelijk vervangen worden. De voorzitter zegt, dat dit niet meevalt; er is schaarschte aan werkkrachten. Lr wordt nu een besluit genomen', dat de strekking heeft, de samenwerking der leden te bevorderen door het tijdig en geregeld inzage verschaffen der stukken. Aan de Verordening, regelend de jaar wedden der onderwijzers aan de openbare scholen, besluit de raad een nieuwe alinea toe te voegen, luidend: „6. voor een vakonderwijzer in boek- I,houden en handelsrekenen, als deze van „elders moet komen, 100,per jaar voor ■•elk wekelijksch lesuur tot een maximum j „v'an .3 lesuren per week." Deze wijziging wordt voorgesteld, omdat deze leeraar ten hoogste 3 uren les per week zal moeten geven en daardoor, indien '•ij van elders moet komen, veel tijdverlies z il hebben. De andere vakonderwijzers hebben 8 a 10 lesuren per week.) Een nieuwe verordening op de levering an duinwater wordt vastgesteld, nadat een verandering is gemaakt in artikel 8a van het ontwerp. Artikels daarvan luidde: „Het tarief voor waterverbruik bedraagt 0,25 per M3, evenwel met dien verstande, dat ten minste zal worden betaald: a. bij eene kadastrale huurwaarde van ten hoogste 130,— per jaar, indien de huurder-waterverbruiker ten genoege van B. en \V. kan aantoonen, dat hij zelf het water moet betalen, voor een verbruik van ten hoogste 30 M3 per jaar ƒ1,per kwartaal; meterhuur wordt niet berekend. Meerder verbruik te betalen met 0,25 per M3"Deze laatste 0,25 per M3 werd veranderd in 0,15 per M3. Dit is eene milde regeling. Vastgesteld wordt daarop ook eene ver ordening regelend het toezicht op eet- en drinkwaren, en op waren, bestemd tot hulp middelen bij den verkoop en de toeberei ding daarvan. De beer Bornwater pleit voor streng toe zicht ook op den inhoud van ijswagentjes en op andere snoeperijen, die langs den publieken weg worden gevent. Eene verordening op den verkoop van melk wordt nog vastgesteld, echter niet dan nadat er een uitgebreide gedachtenwisse- ling omtrent de samenstelling van kar nemelk heeft plaats gehad. In de ver ordening staat n.l.„onder karnemelk wordt verstaan het product, verkregen door karnen van room, volle of afgeroomde melk, zonder toevoeging van water. De lieer v. d. Halst zegt, dat karnemelk zonder water geen karnemelk is, en dit „zonder toevoeging van water" dus uit de veror dening moet worden geschrapt. Er worden wel hier en daar bezwaren vernomen, van de bereiding van karnemelk toont men zich niet bijster op de hoogte, doch ten slotte zwichten de leden voor den heer Van der Hulst, die ten slotte een voorstel tot schrap pen van den gewraakten bijzin „zonder toevoeging van water" er door krijgt. Van de directie van Stoop's Bad en die der Binnenlandsche Exploitatie-Maatschap pij was een verzoekschrift ingekomen, het uitbreidingsplan zoo te wijzigen, dat weg XXXVI eenigszins-wordt verlegd, en nabij de Julianalaan verbreed; dat bij weg XL vervalt het gedeelte van weg XXXVI tot den weg langs de Delft; dat de breedte van weg XXXIII van 30 meter worde terugge bracht op 15 M„ voor zoover deze weg is geprojecteerd over de terreinen der Bin nenlandsche Exploitatie-Maatschappij van den Julianaweg af tot den spoorweg der H. S. M. (omtrent dit laatste punt had de gezondheids-commissie afwijzend geadvi seerd.) De heer Laan vindt 15 M. te smal, wil dat in 20 M. zien veranderd en B. en W. stellen nu voor, het noordelijke gedeelte van den weg op de ontworpen breedte te houden, en het gedeelte zuidelijk van de Julianalaan te versmallen tot 20 meter. Al dus gewijzigd wordt het voorstel aange nomen. Het kohier hondenbelasting wordt vast gesteld op 2653, Nu komt het ontwerp-besluit inzake den woningbouw voor den dag. Voorgesteld wordt aan den raad, te be sluiten, aan de woningbouwvereeniging „Bloemendaal" alhier, voornoemd terrein, gereedgemaakt in overeenstemming met het bouwplan, voor den tijd van 50 jaren, ingaande 1 Januari 1917 en eindigende 31 December 1966, in erfpacht af te staan, tegen betaling van een jaarlijksche canon groot 3,voor elk op die gronden te bouwen huis, onder voorwaarden: 1". dat het pian vóór 1 Januari 1920 wordt uitgevoerd overeenkomstig de hierbij behoorende situatieteekening; 2°. dat de gemeente zoowel in de ad ministratie als in de exploitatie me dezeggenschap zal hebben. De heer Bispinck vindt dat de Gezond heids-commissie in haar te dezer zake uit gebracht advies in menig opzicht te ver gaat. De heer Bornwater had met een amen dement willen komen, doch was nog niet met het ontwerp daarvan gereed toen het advies der Gezondheids-commissie hem be reikte; hij vond dit stuk zoozeer met zijne inzichten in overeenstemming, dat hij den inhoud van het advies der commissie maakt tot dien van zijn amendement. Het advies der Gezondheidscommissie Was, een besluit te nemen in dezen geest: 1°. Aan de woningvereeniging „Bloe mendaal" op een nader te bepalen tijdstip en tegen een nader vast te stellen canon, welke niet hooger zal zijn dan f 3,voor elk te bouwen huis, het omschreven ter rein voor 50 jaar in erfpacht af te staan; 2°. voor genoemd terrein vast te stel len het wegenplan, zooals dit op bijgaande situatiekaart is aangege'ven; 3°. de woningvereeniging uit te noodi- gen, zoo spoedig mogelijk de noodige plan nen, met volledig bestek en begrooting voor de terreinophooging, den aanleg van wegen en paden, de rioleering met septie- tank, de waterleiding met brandkranen bij het gemeentebestuur ter goedkeuring in te dienen; 4°. de uitvoering dier plannen zooveel mogelijk te bevorderen en de daaraan ver bonden kosten voor rekening van de ge meente te nemen; 5°. te zijner tijd van gemeentewege in het doen aanbrengen van de noodige licht- kabels en beplantingen te voorzien; 6°. zich de verdere beschikkingen ten 4eze voor te behouden totdat de Raad om trent de plannen met volledig bestek en. begrooting der te stichten woningen zal hebben beslist, waarbij zal gelden: a. dat niet minder dan 100 en niet meer dan 106 woningen met een kantoor op het terrein zullen mogen worden ge bouwd; b. dat de gemeente zoowel in de admi nistratie der vereeniging als in de ex ploitatie der woningen médezeggen schap zal hebben. De heeren Laan en Jacometti verzetten zich daartegen; de heer Laan zou b. v. den canon willen zien betaald niet voor elk huis, maar voor elke woning (er komen meer (Jan èen afzonderlijke woning in elk gebouw) en zou ook willen bepaald zien, hoe ver dat medezeggenschap der gemeen te wel kan gaan. De heer Bornwater antwoordt, dat een woningbouwvereeniging uitteraard door de wet zoozeer in hare handelingen is be perkt, dat zij geen kromme sprongen kan doen. Hij vermaant den raad ernstig, nu deze zaak, waarover al zoo mateloos lang gepraat is, niet langer uit te stellen, en wil zijn voorstel in stemming gebracht zien. De heer Laan zou dit doordrijven vin den; neen, eerst moet de gemeente, die aan wegen, licht, en zooveel meer helpt, weten wat zij daartegenover ook zal heb ben in te brengen. Hij eischt eerst een prae-advies van het dagelijksch bestuur. De voorzitter voelt daar iets voor. Hij wil dit punt tot een volgende vergadering aanhouden. De heer Bornwater houdt voet bij stuk, en wil zijn voorstel in stemming zien. Maar het voorstel van den voorzitter omtrent het prae-advies van B. en W. komt in stemming. Acht leden blijken ervoor, en zoo wordt de zaak weer verschoven. Bij de rondvraag doet zich niets belang rijks voor, en de zitting wordt opgeheven. S. Wij komen de volgende week op deze vergadering terug en zullen dan tevens een kaartje met betrekking tot liet uitbreidings plan afdrukken. ONAFHANKELIJK NEDERLAND. II. In de 17e eeuw hadden wij nog eenmaal gelegenheid thans tegen Frankrijk onze kracht te toonen. Maar ook de 18e eeuw bleef niet achter. Er is een tijd geweest, dat de pruikentijd en het optreden der patriotten denigree- rend werden besproken. Maar nauwgezette onderzoekingen hebben doen zien, dat het verzet der patriotten tegen de regenten heerschappij in plaats van te zijn een tee- ken van ontaarding, integendeel bewees dat het zout zijn bederfwerende kracht nog altijd had bewaard. Want hoeveel overdrijving hun taal in afkeer en lof ook bevatte, de oorzaak van hun optreden was het gevoel dat eene nieu we toekomst geboren moest worden. De opkomst van eene krachtige volksre- geering werd daardoor voorbereid. De hevigheid der twisten is bovendien een be wijs voor de onweerstaanbare kracht, waarmede die patriotten aandrongen op verbetering. Dat zij daarbij Frankrijk's hulp zochten, vooral op Frankrijk bouw den, moet hun niet zoo kwalijk genomen worden. Ook van Frankrijk hadden zij hunne denkbeelden, al moet de invloed van den Engelschman Priestly niet gering ge acht worden. Aan hen is ten slotte de overwinning ge weest al is op den „roes van overwin ning" een tijd van smartelijke beproe ving gevolgd. Gezien van den afstand, die hen van ons scheidt, droegen zij met recht den naam van patriotten, d. i. „Vrienden des Vaderlands". Want in hun wenschen lag de kiem van de eenheid van Nederland. De toestand van vandaag rust op hun werk. Hoe noodig hun optreden was, blijkt uit wat „oude" oranjemannen in 1813 zei den: „de prins is patriot geworden". Thorbecke's arbeid is voor een groot deel de vervulling hunner wenschen ge weest. In die mate dat Busken Huet soms, in een wrevelige bui, van de Nederlandsche volksvertegenwoordiging sprak, als van het Keezenparlement. Ook onder Napoleon verlooehende zich het karakter van het Nederlandsche volk niet Vrij zeker is dat de Stassart en de Celles, als keizerlijke prefecten, niet zoo bizonder gerust op hunne stoelen zaten, als zij voorgaven te zitten. Het boerenoproer in 1811, toen Alplien- sche boeren hevig verbolgen op de cons criptie een oogenblik Leiden in bezit hadden, bewijst dat het juk niet lang meer rustig verdragen zou worden. Trouwens 1813 geeft daar het vervolg op. Jorissen die in de „Inleiding" van zijn nooit voltooid boek: „De omwenteling van 1813" bitter slecht te spreken is over de houding der regeerende klassen, erkent de groote ver dienste van „het volk", dat eene gelegen heid aangreep, die zich misschien niet meer zou voordoen. In het verdere verloop der XlXe eeuw ook, geeft de binnenlandsche staatkunde te zien of afkeer van dwang, of vrijheidszucht nóg de eigenschappen van liet Nederland sche volk uitmaken. De geestdrift tegen de Belgen in 1830 was veeleer beleedigde volkstrots dan iets anders. De overwinning van het liberalisme in 1848 en zijn meer dan dertigjarige lieer- schappij zou verder niet mogelijk zijn ge weest, indien het niet een uitvloeisel ware geweest van den geest, dien het grootste deel der toen regeerende burgerij bezielde. De opkomst van de anti-revolutionnaire partij strekt mede tot bewijs, dat de demo cratische gevoelens in het volk ook in het volk achter de kiezers levendig waren gebleven. Trouwens er bestaat geen ge weldiger democratie dan het calvinisme gelijk Kuyper in de Stone-lezingen aan toont. Tot verder bewijs den groei van de sociaal-democratie aan te voeren, zou zijn: enfoncer une porte ouverte. Aan de dreigende heerschappij van het conservatisme is door dat alles een eind gemaakt. De twintigste eeuw kan wijzen op de schitterende overwinning bij de stembus van 1913. Het is tegenwoordig gewoonte het lot der Staten wiskunstig te bepalen door het te doen afhangen van de uitgebreidheid van hun grondgebied, van de grootte van hunne bevolking, van de sterkte van hun leger en van hunne vloot. Hunne geografische ligging ten opzichte van andere Staten wordt niet minder een zeer gewichtige factor genoemd. Ten be wijze van die meening beroept men zich op de geschiedenis. Indien ik Homer Lea noem, zal ieder begrijpen wat ik bedoel. In die sfeer van denkbeelden vooral komt Nederland er slecht af wat betreft de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1916 | | pagina 1