ALGEMEEN WEEKBLAD
1
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie
Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM
10e jaargang. ZATERDAG 19 Augustus 1916. No. 34.
H
Pri
per
O
i
lel
is per jaar
2,60
Prijs
nummer
cents.
Bloemendoolseh Week
Mol
Advertentiën
f 10 cents per
regel
bij contract
belangrijke
korting.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
LIE PROTESTANTSCHE KERKELIJKE
TWIST.
Nederland heeft altijd zijn kerkelijke
estie's. Nu is aan de orde de kwestie
de Nederl. Herv. kerk geweldig beroert:
in aansluiting aan de bestaande werke-
kheid, in de onderscheiden gemeenten zal
)rden toegelaten dat zich de leden onder-
aaneensluiten tot afzonderlijke gerneen-
\erken met min of meer eigen richting,
.ar niettemin één in geest en hoofdzaak
ij vragen ons af welk onderscheid is er
sehen den geest en de hoofdzaak De
ikelijke hoogleeraren hebben in een min-
ik inhoudsvol en helder verslag eenparig
stelsel aanbevolen, de Synode heeft bij
.leinst mogelijke meerderheid van stem-
dit stelsel in beginsel aanvaard, doch
verslag is naar de commissie van hoog-
iren teruggezonden om daaraan toe te
het ontwerp van alle reglements
gen, welke bij aanvaarding van het
zelf door de kerk noodzakelijk
Jen zijn.
L Synode heeft tot deze terugzending
1 met algemeene stemmen. Hierdoor
.sterk wapen gegeven in de hand
de tegenstanders van het beginsel,
i.nmers nu is niet één maar worden hon-
len twistpunten gesteld. Ware het be-
wl door de kerk aanvaard, dan zou de
/aarding van eene praktische uitwer-
daarvan een quaestie zijn geweest
tijd. Wordt om een beginsel gestre-
dan staan de partijen fel tegenover
ar, de strijd, in beginsel beslecht, ver
uit zielkundige oorzaken aan betee-
I s. De oorzaak van den strijd ligt naar
ineening in de onbekendheid der kerk
den wijsgeerigen onder- of achtergrond
v; hun eigen leer en leven. Ds. Wielin-
geref. predikant, destijds te Zwolle,
lit t verleden jaar in zijne redekaveling
te hiarlem met dr. A. H. de Hartog, toe-
Si ven dat de prot. kerk niet heeft eene
cl delijke wijsbegeerte.
dit juist (en welke gegevens zouden er
0] wijzen, dat het niet zoo is en is te-
'V! s juist dat zgn. confessionneel of gere
formeerd en modern in de Herv. kerk als
vi kelijke vijanden tegenover elkander
staan, dan is die vijandschap een gevolg
I van het niet eene gelijke leer aanhangen,
niet eene zelfde rede verstaan en is dus
hc; lening, in den zin van vernieu
wing, verruiming en tevens verdieping
I van de leer, dan is het elkander
redelijk leeren verstaan datgene waar
aan de Herv. kerk in de eerste plaats
ehoefte heeft. Het is o. i. in hoofdzaak
aan de modernen te wijten, dat zulks in de
Herv. kerk nog maar zelden voorkomt.
Naai De Hartog, dr. Van den Bergh van
hysingha's, Van den Burgh, De Ligt, De
Boer, e. t. q., die in verschillende nesten
geboren, toch elkander in de eenheid vin
den, is te weinig geluisterd, men heeft hen
met kunst- en vliegwerk afgehouden van
de hoogleerarenzetels, waarop zij in dezen
tijd een zuivere aanspraak hadden en te
genkanting, openlijk en stillekens, hebben
zij vooral van z.g. moderne, of halfmo
derne (Chantepie de la Saussaye) onder
vonden. Daaronder lijdt thans de Herv.
kerk; immers zij waren en zijn het, die de
hoofdzaak, dat is de ééne geest in zijne veel
voudige verschijningsvormen waardeeren
kunnen, die den religieusen geest in ouden
en nieuwen trant laten spreken en voor
wie met name het verschil tusschen we-
zenlijk rechtzinnig en vrijzinnig niet is een
wezenlijk verschil maar een verschil van
verschijningsvorm van het al ééne dat zich
in iederen tijd op andere wijze openbaart.
Deze leeraren der Ned. Herv. kerk zijn
tevens waarlijk katholiek, hetgeen niet
alleen wil zeggen naar het algemeene,
maar ook wel: naar het centrale neigende.
Bij zoo droevige gesteldheid van zaken
in het grootste kerkgenootschap dat Ne
derland kent en welks groei steeds ten
nauwste heeft samengehangen met den
opbouw van den Nederlandschen staat,
rijst ten slotte de vraag, of de staat'lijde-
lijk mag blijven aanzien, dat de genoo-
ten uit die groote gemeenschap blijven
doorgaan elkander te verscheuren, omdat
hun hart niet genoeg ruim en hun intel-
lekt niet genoeg vrij van vooroordeel en
van bevroren vastigheid of dogmatis
me is.
Dr. A. H. Haentjens, rem. pred. te Haar
lem, geestverwant van genoemde Hervorm
den, heeft in zijn vóór eenige jaren bij
Adriani uitgekomen, veel te weinig bestu
deerd werk over Calvinistische en Remon-
strantsche dogmatiek, reeds beredeneerd,
dat de toekomstige dogmatiek van het
protestantisme de leeringen èn van Calvijn
èn van Episcopius in zich bevatten moet
als momenten; hij heeft daarbij dingen ge
zegd, die door een gereformeerde als Ste-
ketee zouden zijn beaamd, maar de mo
dernen hebben zijn boek doodgezwegen,
nadat de moderne prof. Groenewegen ge
tracht had het met de bekende bezwaren
tegen Hegel en Bolland op verstandelijke
wijze minzaam af te maken.
Wij zouden de Herv. predikanten tegen
twee mogelijkheden willen waarschuwen,
dc eene is de wellicht dringende noodza
kelijkheid dat de staat ingrijpt in hun ont-
cerend getwist, zooals Willem I destijds
heeft ingegrepen in hun destijds krachte-
looze organisatie, de andere is, dat de
protestanten in de maatschappij zich zelf
zullen helpen aan een christelijke wijsbe
geerte, aan een christelijke levensleer en
levenswandel, buiten de Ned. Herv. kerk
om.
Wat gedurende dezen zomer té Amers
foort geschiedt, wijst reeds daarop. De
twistzieke broeders moeten het nu maar
zelf weten. T.
BLADVULLING.
Het Godsgericht.
II. (Slot.)
Zoo gingen eenige dagen voorbij, en de
baljuw leek wel geheel verward door deze
delicate en moeilijke zaak, welke door het
lot op kwaadaardige wijze voor hem, den
eenvoudigen, bejaarden heer, gereserveerd
was, als om hem op hoogen ouderdom de
kroon nog van het hoofd te nemen, door
hem den, gemakkelijk verworven, roep van
wijsheid en beleid smadelijk te ontrooven.
Ontredderd zat hij neer, en peinsde den
ganschen dag, en ook gedurende den nacht
waakte hij en peinsde; hij at geen boter
hammen meer en dronk geen thee, het bier
in den kelder bleef onaangeroerd, en aard
appelen, vleezen, soep en groenten waren
vergeten. Zijn gelaat was in enkele dagen
zoozeer vermagerd, dat het hoofdhaar
alleen hem nog van een doodskop onder
scheidde.
Op een ochtend echter zijn hersens
gevoelde hij volslagen ontruimd; ze leken
hem slap en onaanzienlijk als een leegge-
loopen fietsband kwam de reddende in
val. Hij had juist nog het besef om te J
vatten dat deze inval goed was, en viel
daarna in zwijm van geestelijke uitputting.
Toen hij ontwaakte, was het goede denk
beeld weder jammerlijk vergeten, doch na
eenige inspanning hervond hij het weder
om, bezag het van alle zijden en keurde
het de eenige oplossing: Hij zou den waren
erfgenaam, dien hij niet te ontdekken ver
mocht, gelijk in vroeger eeuwen door een
Godsgericht doen aanwijzen uit de drie
jagers. „De oogen van het gansche land
zijn op mij gericht, vol hoop, vol vertrou
wen," zoo sprak hij in zichzelven, „wel
nu, ik zal die hoop niet verijdelen, dit ver
trouwen niet beschamen."
In allerijl werden maatregelen genomen
voor een begin van uitvoering. Reeds den
volgenden dag zou het Godsgericht plaats
vinden, en in het openbaar. De gemeente
dienaar ging rond en riep dit uit. De dor
pelingen verschrompelden van ongeduld;
de nieuwsgierigheid, hoe dit alles afloopen
zou, heerschte gelijk een wreede epidemie
in den ganschen omtrek.
Het was een schoone ochtend. Tfet
oranjegele zonlicht, verfraaide het toch
KRONIEK DER WEEK.
10 Aug. De Russische troepen naderen
den spoorweg MonasterziskaNizniow en
de monding van de Zlota Lypa, en bezetten
in westelijke richting den rechteroever van
de Bystritza (Nadvorianska) in de linie Na-
dovornaStanislau. Zij vermeesteren het
station Chripline.
10 Aug. In het Karstgebied vermeesteren
de Italianen krachtig verschanste vijande
lijke liniën ten N. O. van den San Michele
en in de omstreken van San Martino. Zij
bezetten Boschini.
10 Aug. Verscheidene Engelsche bladen
komen met een verklaring van de mogelijk
heid, dat de handelsonderzeeër „Deutsch-
land" behouden zijn reis naar Amerika kon
ten einde brengen. De „Deutschland" zou
n.l. in stukken en brokken door onzijdige
schepen naar Amerika zijn gebracht er.
daar in elkaar gezet. Het blijkt, dat ze alle
dit bericht hebben ontleend aan een geestig
Parijsch blad, „Le canard enchainé", waar
in, volgens een mededeeling in het hoofd,
alleen en uitsluitend „canards", valsche, on
juiste berichten worden opgenomen. Wie
het daaruit overnam kon moest weten,
dat het een „canard" was. Toch vond het
zijn weg door de geheele Engelsche en
zelfs in de Fransche pers.
Het blad deelde reeds in een volgend
nummer mede, dat het voornemens was ge
weest de grap nog wat voort te zetten, door
te vertellen, dat een groote sardijn de haven
van Baltimore had versperd, en dat toen
dit beletsel verwijderd was kapitein König's
schip door een getemden walvisch uit de
haven was gesleeptmaar het had dit ach
terwege gelaten, uit vrees deze berichten
den volgenden dag in de ernstige, degelijke
dagbladen als feiten te zien vermeld.
11 Aug. De Franschen bezetten een
nieuwe linie ten Z. van Maurepas en langs
den MaurepasHemweg.
11 Aug. De Russen bezetten Delatyn,
Tysmenica, Stanislau en het dorp Laza-
roefka.
De Italianen bezetten Rubbia, San Mar
tino, Karst en het Daberdo-bergvlak.
11 Aug. De correspondent van de „N. R.
Ct." schrijft in dat blad:
Om moed te schenken aan de soldaten,
hebben Duitsche scheikundigen tabletten
vervaardigd, die in oogenblikken dat de
Duitsche soldaten, die toch dappere mannen
zijn, door vrees zouden kunnen worden
overmand, hen in een staat van razernij
brengen. Ofschoon ik hieraan heb getwij
feld, doe ik dat niet meer, want vele van
die opwekkende middelen zijn door een
vriend van mij, een militairen dokter van
het regiment uit Kent, dat deelnam aan de
vermeestering van de loopgraven benoor
den Pozières, een dag of wat geleden ge
reeds zoo pittoreske dorp, dat thans wel
het aanzien had van een theator-decor voor
een historisch drama. De bergen waren
als weidsche gouden coulissen. Het volk
was saamgestroomd op het marktplein, en
gonsde als bijen. Mannen en vrouwen
droegen hun Zondagsche kleederen, en de
huwbare dochters, elkander bij voorbaat
reeds den onwissen bruidegom benijdend,
hadden zich zoo overdadig uitgedost, dat
men haar voor mislukte nabootsingen van
prostituées had kunnen aanmerken.
In het midden van het marktplein was
een breede baan, door staken, welke on
derling met touwen verbonden waren, vrij
gelaten, zooals men dat bij de veemark
ten aantreft, en aan het eind dezer baan
was op een houten podium de groote zetel
van den baljuw geplaatst.
Precies als de torenklok negen gesla
gen had, ging de deur van het raadhuis,
als door een wonderbaar mechaniek ge
dreven, open, en de waardige baljuw, sta
tig in zijn wijde toga, schreed naar buiten.
Dadelijk achter hem volgde een man, die
een vierkant plat voorwerp, in een wit
laken gewikkeld, voor zich uit droeg, en
daarachter schreed de gerechtsdienaar
vonden. Het middel bevatte ether en opium
in voldoende hoeveelheid, om den sterksten
man onder den invloed te brengen.
12 Aug. Reuter seint uit Parijs: Ten
noorden van de Somme hebben de Fran
schen een aanval gedaan op de derde Duit
sche stelling van oostelijk Hardecourt tot
de Somme tegenover Buscourt. Zij ver
meesterden alle loopgraven en verschansin
gen over een front van 6 'A kilometer en een
diepte van 600 a 1000 meter. Zij namen
1000 man gevangen en maakten 30 mitrail
leurs buit.
12 Aug. Een telegram uit Petersburg
luidt:
Heden zijn na een krachtige inspanning
van zeven weken door de troepen van de
generaals Tsjersotsjof en Sakarof, onder
leiding van generaal Broesilof, de ver
sterkte dorpen Khliadi, Voribiefka, Pzebrof,
Yezerna, Pokropiona Kozlof, het versterkte
bosch Boerkanof en de heele linie van de
Strypa in onze handen gevallen. Aldus aan
beide flanken ingedrukt, is de heele hoofd
stelling van den vijand, in den winter voor
Tarnopol en Boetsjatsj aangelegd, in onze
macht.
12 Aug. „Het Handelsblad" bevat de
vertaling van een brief van een Engelschen
soldaat in de „Daily Mail". Wij ontleenen
daaraan
„Naar mijn meening," zei een van ons
ernstig, „moesten wij met de overzij een
overeenkomst maken, en tusschen de front
linies booglampen ophangen. Ga eens na,
wat een geldverspilling met al die Verey-
fakkels, die voortdurend opgelaten worden.
Ze zijn natuurlijk heel mooi, maar als het
alleen om de schoonheid te doen is, konden
ze ze beter rood of groen maken of waarom
niet paars En waarom kon er 's avonds
niet b. v. een wedstrijd zijn, wie het mooiste
vuurwerk kan afsteken Maar zakelijk ge
sproken geloof ik, dat booglampen de voor
keur verdienen. Stel je voor, dat ze Picca
dilly willen verlichten met Verey-fakkels!
Die hooren niet meer in dezen tijd thuis."
„Wat ik hier het meeste mis," zegt een
ander, „is muziek. Het zijn hier altijd de
zelfde geluiden. Het is altijd weer een
„krak", een „bang", een gefluit, een gehuil
of een gesis. Nu zou ik willen, dat er aan
iedere granaat een gramophoneplaat en
naald werden vastgemaakt en terwijl de
granaat dan door de lucht wentelt, zou de
muziek ons hoogst prettig en aangenaam
bezighouden en bovendien zou de vijand
zoo onder de bekoring van de muziek ko
men, dat hij zou vergeten dekking te zoe
ken. Het zou heel gemakkelijk zijn, ge
schikte liedjes te vinden. Bijvoorbeeld: „Ik
verlang naar mijn eigen tehuis" of „You
made me love you".
Het slot van den brief, die wel wat van
een bespreking van een tinteltangel-voor-
stelling heeft, luidt: „Onze intendance mist
aan met de drie jagers, welke stoutmoe
diger dan ooit om zich heen blikten.
De menigte had eèn groote zucht als
een windvlaag. Alle monden gaapten zoo
wijd, dat men de lieden wel een voor een
in de gevels van zoovele drogistenwin
kels had kunnen zetten.
Nadat de baljuw had plaatsgenomen,
werden door den gerechtsdienaar de drie
vreemdelingen tot vlak voor zijn stoel ge
voerd. Dan, op een wenk van den baljuw,
onthulde de man het vierkante platte voor
werp, hetwelk ,een uitmuntend gelijkend
portret van den dooden vreemdeling bleek,
en stak het met beide armen omhoog. De
uitwerking op de menigte was buitenge
woon: zonder eene uitzondering rekten
zich de halzen; alle hielen, zonder eene
uitzondering, werden omhoog gebracht;
allen, zonder eene uitzondering, huiverden.
In de groote stilte sprak dan de baljuw.
Hij vroeg den drie jagers of zij in deze
schilderij, door hem uit de ledige woning
medegenomen, de beeltenis van hunnen
vader herkenden, en als zij dit beaamden,
liet hij door den gerechtsdienaar het por
tret aan het eind der vrijgelaten baan op
een staak hangen, waarna hij de mannen