VICTOR IA-WAT EK
Aankomst der eerste tram van de N. Z. H. T. te Overveen.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
Een prijsvraag. Het bestuur der Ned.
icrv. kerk te Nieuw Lekkerkerk heeft een
i.isvraag uitgeschreven, waarbij verlangd
<»rdt een ontwerp voor een kerkgebouw
;ii liet Elshout in die gemeente. Het ge-
uw moet circa 50Ü zitplaatsen bevatten
de bouwkosten mogen de som van
12.000,niet overschrijden. In het ont-
w-.rp moeten worden opgenomen de ban
ian, de preekstoel en het afsluithek. De
rste prijs bedraagt f 400,de tweede
300,de derde 200,en de vierde
100,Alle in Nederland gevestigde Her-
rmde bouwkundigen kunnen mededingen.
VAN HIER EN DAAR.
iet Belgische Roocle Kruis verspreidt een
zendbrief. Daarin wordt op den zoo ont-
tend omvangrijken en duren arbeid van
onmisbare menschlievende werk gewe-
en een beroep gedaan op allen, die
r een bijdrage deze edele stichting wil-
steunen. Oaarne bevelen wij het Belgi-
Roode Kruis in de mildheid onzer
crs aan. Menvkan zijn bijdragen zenden
i den algemeenen secretaris, Lange
irhout 86, Den Haag.
merikaansche (ook Nederlandsche?)
r 'itieke zeden. In de „N. R. Ct." van
Aug. lezen wij:
.1. Donderdag heeft in den Senaat
r. Vashington, senator.Penrose een hartig
ï'dje gezegd over benoemingen van per
en, die hooge bedragen in de democra
ts he partijkas hadden gestort bij de vo-
verkiezingen tot aanzienlijke ambten,
gens Penrose zijn 22 democraten zonder
i iige ervaring in hooge diplomatieke
iten benoemd. Zij hadden onderschei-
dijk 25.000 tot J 125.000 in de partij-
k s gestort. Het totaal bedrag aan verkie-
gsgiften, waarvoor met baantjes betaald
v.. had over de 100.000.000 bedragen.
Charles Crane, wien het gezantschap in
Rusland was aangeboden, had 120.000
r-geven; Henry Morgenthan, benoemd tot
Amerikaansch gezant in Turkije, ƒ72.000;
Frederick Penfield, benoemd tot gezant in
Wcenen, 54.000; William Occombs, wien
de Parijsche gezantspost was aangeboden,
24.000; John de Saulles, benoemd tot ge-
ut in Uruguay 12.000, Joseph Willard,
gezant in Madrid, 4800.
Volgens Penrose zou de regeering van
president Wilson 20.000 bekwame burger
lijke ambtenaren aan den dijk hebben gezet,
om partij-contribuanten te beloonen.
De Republikeinen deden zeide Penrose
zulke dingen ook, maar de democraten
waren er nog huichelachtig bij.
Dr. Jahn, een Duitsch econoom komt, in
zake den achteruitgang van het geboorte
cijfer in dat land met een geschrift uit,
waarin hij voorstelt, den minderbedeelden
gezinnen en ongehuwden moeders van rijks,
wege ondersteuning te verschaffen om
hunne kinderen op te voeden. De kosten
wil hij laten dragen door kinderlooze echt
paren, ongehuwden, weduwnaars, weduwen
en gescheiden echtelieden zonder kinderen,
alsook echtgenooten met slechts één of
twee kinderen, die reeds in hun eigen on
derhoud kunnen voorzien.
De hulp moet reeds voor de geboorte
aanvangen, doordat aan de- moeder ver
sterkend voedsel wordt verschaft, terwijl
na de geboorte aan de ouders een verzeke-
ritigskaart moet worden gegeven, waarop
ten behoeve van het kind éen of twee jaar
lang melk, voedsel enz. ter waarde van
minstens 10 mark per maand van rijkswege
wordt verstrekt. Bovendien behooren van
staatswege kinderartsen en verplegers toe
zicht te houden op den gezondheidstoestand
van het kind. Dr. Jahn schat de kosten
dezer verzekering voor Duitschland op
330 millioen mark per jaar, doch vertrouwt
door deze maatregelen 200.000 kinderen
per jaar meer in het leven te houden, dan
zonder de verzekering het geval zou zijn.
Deze 330 millioen zouden niet geheel uit
de belasting op kinderloosheid kunnen be
streden worden, maar het tekort moet „uit
de oorlogsschatting, die de geallieerden
aan Duitschland moeten betalen, aange
vuld worden." Die laatste bijdrage zou
kunnen tegenvallen.
okerlahi
hoofdkantoor
AMSTERDAM
Voor den vrede. In „Amstelodamum"
schreef dr. J. C. Breen onlangs eens over
een voorgangster van den A. O. R., n.l. de
Algcmeene Vredesbond, die evenals de
A. O. R., door een grooten oorlog tot stand
kwam. Hij schrijft o. m. het volgende van
dezen ouderen bond
„Ook de leuze „oorlogsverklaring aan
den oorlog'' werd in 1870 te Amsterdam
gehoord, en wel uit den mond van den
heer J. W. Rijnders, die 2 September een
vergadering leidde in de „Keizerskroon",
op den Singel,» bij de Munt, in welke dooi
de ongeveer 200 aanwezigen werd besloten
tot de stichting van een „Internationalen
en Voortdurenden Vredebond", in aanslui
ting aan de Ligue Permanente et Interna
tionale de la Paix, waarvan Frédéric Passy
secretaris was. De predikanten Ternooy
Apèl, Laurillard en Pantekoek en het raads
lid Q. H. Kuiper betuigden op deze samen
komst sympathie met het plan. Een twee
de vergadering werd 13 September gehou
den in het lokaal „de Zwaan", op den Nieu-
wendijk, waarbij de voorzitter, de heer D.
Syberden Dzn., kon mededeelen, dat reeds
232 leden waren toegetreden. Op denzelf
den avond had in de „Karseboom" de op-
rchting plaats eener Algemeene Vrede Ver-
eeniging, waarvan als voorzitter optrad de
heer J. J. Weeveringh. In een door haar
verspreide circulaire werd aangedrongen
op de inkrimping der staande legers en in
voering van arbitrage. Op 23 September
hield de Internationale Voortdurende Vre
debond een derde bijeenkomst, waarin men
met de'statuten gereed kwam en tot voor
zitter koos R. C. d'Ablaing van Giessen-
burg, den bekenden ultra-radicalen boek
handelaar. Pogingen tot samensmelting der
beide concurreerende vereenigingen mis
lukten, doch leidden toch tot een goede
verstandhouding. Van Dordrecht ging in
middels het initiatief uit tot de stichting
van een Algemeenen Vredebond, die 10
November inderdaad te Utrecht werd op
gericht."
Vrouwenkiesrecht. De Engelsche mi
nister Asquith schijnt van tegenstander van
vrouwenkiesrecht in een voorstander te zijn
verkeerd. Zoo bleek althans dezer dagen
uit zijne uitlatingen. Hij stelde onder meer
deze vraag: „Als het kiesrecht herzien
moet worden, wat moeten wij dan met de
vrouwen doen (Gelach en toejuichingen.)
De minister had echter vertoogen van voor
standers van vrouwenkiesrecht ontvangen,
waartegen hij niets wist in te brengen. Zij
verklaren zich volkomen bereid te zwijgen
en te wachten, als er thans geen verande
ring in het kiesrecht wordt gebracht. Maar
geschiedt dit wel, dan moeten ook de vrou
wen hare rechten hebben, daar zij immers
ook alle krachten in dienst van den Staat
inspannen. Zij kunnen weliswaar niet vech
ten, maar zij doen het werk der mannen,
die daardoor naar het front konden ver
trekken. Bovendien zullen er na den oor
log, als alles weder in de oude banen zal
worden geleid, zoovele problemen aan de
orde komen, waarbij de belangen der ar
beidsters gemoeid zijn, dat het niet opgaat,
haar geen stem te geven bij de oplossing.
Tegen deze argumenten verklaarde Asquith
niets te kunnen inbrengen. Asquith erkende
de belangrijke diensten, die de vrouw had
bewezen en verklaarde, dat zijne „overtui
ging of vooroordeelen „hoe men het
noemen wil" door de logica der feiten
zijn gewijzigd.
In 't Y s e r s 1 ij k.
In „Vrij België" dichtte Cyr. Verschaeve
de volgende „Hulde aan de Piotten".
Met knokkel, met knie en met been
In 't slijk verzinkende gaan wij,
Tot dijen en navel en leên,
In slijkwater plonsende staan wij.
Doch Duitschland mag weten en 't weet het,
En nimmer vergeet het,
Dat Vlaanderen vast als op IJzer hier stond
In 't slijk van zijn grond.
Wij staan hier besprenkeld, bespat,
Van 't hoofd tot de voeten vol more,
Wij liggen beklijsterd, beklad,
Al slijk zijn wij achter en voren;
Doch Duitschland mag wetep en 't weet het,
En nimmer vergeet het,
Dat bij ons slijk op de kleeren slechts viel,
Bij hem op zijn ziel.
Wat vroeger gezeid is, werd waar,
Al zei men het ook om te spotten:
Zet al ons soldaten te gaar,
De vuilsten zijn de piotten,
Maar vraag het aan Duitschland, het weet
En nimmer vergeet het: [het
Van Duitsch bloed zoo vurig, van Vlaamsch
De vuilsten zijn wij[slijk zoo vrij,
't Versteef wel, dat slijk, onzen voet,
Nooit kon het ons harte verstijven;
Soms zag het wel rood van ons bloed,
Maar voelde ons toch staan en toch blijven.
En vraag het aan Duitschland, het weet het
En nimmer vergeet het:
Vlaamsch slijk met Vlaamsch volk er in,
[tegen zijn vuur,
Geen steviger muur!
Geen slijk zag meer liefde en mèer moed
En geen had meer recht op de vrijheid;
Geen dronk er dus edeler bloed,
Geen geeft er meer glorie, meer vrijheid.
En vraag het de wereld, dat weet ze,
En nimmer vergeet ze:
Geen slagveld droeg schooner slijk, geen
Geen geeft er meer eer. [had er meer,
WIJSBEGEERTE.
In het Amersfoortsch dagblad schrijft
mejuffrouw Cornelie van Zanten hare in
drukken neer van den eersten leergang in
de wijsbegeerte aan de Amersfoortsche
school. Reeds bij de opening voelde men
op het terrein „een ongedwongen, verwach
tingvolle stemming" schrijft zij. Van de
aanwezigen heet het: „De fijner waarne
mer voelde reeds, dat onder deze men-
schengroep een geest heerschte, dien men
helaas slechts zelden waarneemt. En die
stemming uitte zich in nog hoogere mate
gedurende de inleiding van dr. De Hartogh
op den avond na de opening. Iets van de
stemming die het gesprokene op dien dag
wekte, geef ik wel het beste weer door het
begin van een Oostersch gedicht, uit het
Sn.s'kriet vertaald door een der stichters:
„Waar de geest zonder vrees is en het
[hoofd wordt hoog gedragen
Waar de wereld niet in stukjes gebroken
[wordt door klein huiselijke wanden,
Waar de woorden opwellen uit de diepten
[van waarheid,
Waar rusteloos streven de armen uitstrekt
[naar de volmaaktheid,
Waar- de klare stroom der Rede nog niet
[verzand is in de dorre woestijn van
[doodsche gewoonte,
Waar de geest door u wordt aangevoerd in
[aldoor verruimende gedachten en
[daad,
„In dien hemel van vrijheid, o mijn Vader!
[doe Gij ons volk ontwaken."
1 Schrijfster gaat aldus voort:
Ge wordt oudbakken, mijn landgenooten,
en door stilstaan of omzien tot een zout
zuil als ge deze allermodernste inrichting
niet bezoekt. In de tot nu toe gevolgde pae-
dagogiek ik durf wel zeggen op ieder
gebied is een dood punt gekomen. De
wedergeboorte moet ook hierin plaats heb
ben om uit de bron aller bronnen te leeren
putten. Ga er heen, hoor eens welke schat
ten daar uitgedolven worden. Ge leert er
het goede van alle tijden doorleven, ge leert
er den kortsten, eenvoudigsten weg tot het
licht kennen, die in iedere faculteit voor
velen een nieuwen horizon opent. Daar
leert ge schijncultuur van de ware onder
scheiden, daar leert ge begrijpen, dat de
mensch te zeer de machinecultuur en de
massaconstructie huldigde en wel in die
mate, dat de organen, de veel hoogere or
ganen van den mensch degenereerden.
Het was schrijfster niet mogelijk alle
leergangen te volgen, doch dien van me-
viouw De HartoghMeijes kon zij bijwo
nen, en geestdriftig schrijft zij daarvan: Dit
was hoogtij voor de naar geest en waarheid
zoekenden. Ik heb in Berlijn de voordrach
ten van Joh. Müller over dat thema ge
volgd, en over die wijsbegeerte zijn „Grime
Blatter" gelezen, doch zonder chauvinis
tische gevoelens de voordrachten van
mevr. De Hartogh stonden hooger, vooral
door hun eenvoud. Nederlanders, waagt 't
eens om trotsch te zijn op zulk een vrouw
uit ons eigen midden! Het gaat u gewoon
lijk niet gemakkelijk af, daarom zal ik hare
vele superieure gaven nog iets meer toe
lichten. Dr. De Hartogh die als geleerde
hoog staat, noemt haar zijn bloemenhof, zij
is tevens zijn vraagbaak, als hem de bron
van een of ander citaat niet gelijk te bin
nen schiet. Hij bracht haar verder grooten
lof door te zeggen: „Wat ik weet, weet
mijn vrouw ook, maar niet alles wat mijn
vrouw weet, weet ik" en dit kwam' in den
namiddag bij de discussies duidelijk uit.
Na een algemeene beschouwing over
deze Internationale school voor wijsbe
geerte, verheugt schrijfster zich over het
gelukkige feit, dat „Holland thans een cen
trum bezit waar een begin gemaakt is om
de menschen van het leege gebabbel waar
aan velen hun krachten verspillen, te voe
ren tot levende bronnen van kennis en
waarheid. Dat is reeds een daad waarover
heel Nederland zou moeten juichen. Het is
dc kiem voor een beter menschengeslacht,
want de beste elementen in den mensch zijn
nog niet gekweekt."
TOONEEL.
Schouwburg Jansweg. Het Internatio
naal operette-gezelschap komt eerstdaags
in dien schouwburg met de operette „Fien-
tje Beulemans gaat trouwen", welk nieuw
werk in Brussel, Antwerpen en Parijs
reeds zeer veel bijval vond.
ONTVANGEN BOEKEN, ENZ.
Bij den uitgever C. Morks Czn., te Dord
recht, verscheen een klein werkje over
„Buitenlandsche Kamervogels", door Bran-
daris. De prijs van het boekje is 25 cents.
Eenige adressen.
Kon. Nat. Steuncomité (jhr. mr. W. Th.
C. van Doorn, Koninginnegracht 35, Den
Haag; voor Amsterdam ook: Ned. Handel-
Maatschappij en Ned. Bank).
Algemeen Steuncomité (J. H. Scheltema,
Rokin 9296, Amsterdam. Telef. N. 2861),
Ned. Roode Kruis, Princessegracht 27,
Den Haag.
Centrale Commissie voor ontwikkeling
en ontspanning der gemobiliseerde troepen,
secretariaat Sundastraat 2ê, Den Haag. Tel.
6631.
Sigaren voor het leger: Comité voor de
verzending: Weteringschans 221, Amster
dam.
Commissie voor verzending van boeken
aan de militairen in de stelling Amster
dam, N. Z. Voorburgwal 21.
Inlichtingen omtrent Belgische vluchtelin
gen (Lange Voorhout 45, Den Haag).
VOOR ONZE DAMES.
Chocoladesoep. Voor de Duitsche oor
logskeuken voel ik steeds meer belangstel
ling. Daar wordt menig recept gebrouwen,
zoo goedkoop, zoo smakelijk, zoo merk
waardigLuistert naar de bereidings
wijze van het gerecht, dat „Schokolade-
Suppe-Ersatz" heet, en blijkens den naam
een chocoladesoep (ook al zoo iets won
derlijks) moet vervangen.
Men roostert vier eetlepels meel zonder
vet donkergeel, doch let er op, dat er geen
brandsmaak aan het meel komt. Dan voegt
men onder voortdurend roeren 154 L.
koude afgeroomde melk toe, wat suiker,
een klein stukje vanille of kaneel, en laat
de soep onder af en toe roeren, ruim 20
minuten zachtjes trekken. Bij het opdoen
legt men drooggeroosterde sneedjes witte
brood op het bord en giet de kokende
soep daarover.
Visch. Zooals bekend, zijn er talrijke
vischsoorten in ons vischrijke Nederland
en werden deze zelfs in de grijze oudheid
(14e eeuw) op groote maaltijden voorge-
diend. Ik tel, uit een wetenschappelijk
werk, 59 soorten, waaronder ook zeevisch.
Van de 16 a 18 zoetwater-soorten wor
den, hier te lande, een twaalftal bekende
soorten veel gekweekt, in den handel ge
bracht en genuttigd.
Deze zijn alphabetisch
De aal (waartoe de paling, in soorten,
behoort), de baars, de bliek, de brasem, de
elft, de grondel, de forel, de karper, de
snoek, de voorn, de zalm, de zeelt en de
rivierkreeft.
De lamprei en de meerval zijn in de
vischwinkels niet of zeer weinig bekend.
Dat er onderscheid is tusschen de visch-
smaken, ligt gereedelijk voor de hand. De
visschen, gevangen en gekweekt in (afge
sloten) stroomende wateren en vlieten heb-