ALGEMEEN WEEKBLAD
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN".
Gedempte Oude Gracht 63.
Kantoor voor redactie en administratie:
Telefoon 141. HAARLEM.
10e Jaargang
ZATERDAG 7 October 1916
No. 41.
Het Bloemendoalsch MM
Prijs per jaar
2,60
Prijs
per nummer
25 cents.
Advertentiën
10 cents per
regel;
bij contract
belangrijke
korting.
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
NATIONALITEIT.
Meer dan ooit is liet noodig den nadruk
leggen op de nationaliteit. Het begrip
iMrionaliteit te omschrijven, behoort tot
moeilijkste aller problemen. Toch ge
it ieder wat daarmede wordt bedoeld,
t meest benaderen is wel te zeggen: da.
beteekcnt de liefde tot het eigen volks
heil, tot den eigen aard, tot de eigen
il als voertuig van de inwendige gevoe-
s. Vooral in vergelijking met andere
Iken.
higetwijfeld bestaat er eene algemeene
uur aan alle beschaafde volken ge
en. Maar ook daarin verloochent zich
verschil tusschen de volken niet. Wat
kt uit de voorkeur waarmede door de
schillende volken verschillende vakken
-u-den beoefend. En uit de wijze waarop
die geliefkoosde vakken en kunsten be
ent, springen onmiddellijk het karakter,
aanleg van elk volk voor den dag.
>e wisselwerking van die verschillende
ionaliteiten is hoogst gelukkig.
(lelijk onder de individuen, zijn ook on-
r de volken de talenten verdeeld. Maar
hebben die talenten niet verkregen om
te begraven." Waar dat geschiedde, n.l.
ar een volk zich volkomen afsloot van de
rige volken, ontstond eene eenzijdige
diaving. Eene eenzijdige ontwikkeling,
t is voor een zeer groot deel nog de toe-
nd in China. Tot 1867 in Japan. Dat het
lionale gevoel een krachtig element is,
ek o. a. in de XlXe eeuw, toen de kunst-
i tige anti-nationale indeeling van Europa
itereenvolgens door de verschillende na-
i is stukgebroken.
vVant het woord natie beduidt: eenheid
afstamming. Een stam, die zich ont-
.keld heeft in eigen richting, met gebruik
king van het voorbeeld van de hoogst-
ande buren, is bij een voldoend aantal
mgenooten: eene natie. De wisselwer-
ig, die de verschillende volken op elkan-
liebben, is hoogst gelukkig. In dat op-
ht komt de algemeene samenleving in
natiën op gelukkige wijze overeen met de
va rdeeling van een volk in van eikaar ver-
lillende individuen.
Voor beiden is eenzijdigheid het einde.
I-ai eenzijdig individualisme laat den
iiiensch arm in beschaving. Eene eenzijdige
i tionaliteit verarmt een volk op gelijke
ize. (lelijk China is verstard. Gelijk het
n arta der oudheid op weg was.
Le geliefkoosde stelling van Taine') was,
dat de verklaring van de verschijning van
groote mannen gezocht moet worden in
liet ras, het oogenblik en de omgeving.
Van een volk acht hij de beteekenis be
paald door ras, klimaat en bodem. Zekere
overeenkomst tusschen beide repksen
voorwaarden is niet te miskennen. En al
zijn die stellingen bestreden, dat neemt niets
weg van de groote waarheid, die er in
gelegen is.
De nationale afstamming, de geschied
kundige vorming en de eenheid van plaat
selijk belang van een natie mag evenmin
verloren gaan, als de beteekenis van het
individu in het sociale leven mag worden
opgelost.
Naast elkaar voortlevende, hebben de
volken de bestemming elkander op te voe
den. „Het ligt geheel in de bestemming der
„menschen," zegt de Bosch Kemper2), „dat
„volken door volken zullen gevormd wor-
„den, met behoud van het goede in het
„nationale volkskarakter. De ware natio-
•naliteit is nauw verbonden met de ware
„persoonlijke zelfstandigheid. De mensch
„moet het nationale verheffen tot eigen ele-
„ment, om de algemeene beschaving te ver
meerderen; door nationale zeden en ge-
„woonten te volgen, waar zij onschadelijk
zijn, vindt de redenaar of schrijver den
„weg tot hef gemoed; het nationale als
„behoorende tot het natuurleven, is een
„gemoedsleven; de nationale taal van het
„hart, de taal waarin men zich de gods
dienst toeeigent, de taal waarin men de
„wapenen van het woord het best kan voe-
„ren
Eenigszins stijf en geleerd uitgedrukt, zijn
hier toch elementen genoemd, waaruit de
nationaliteit bestaat.
Maar de nationaliteit heeft vijanden
van diverse pluimages. Velen achten dat
vasthouden aan de symbolen van nationali
teit een hersenschim. Velen zijn van mee
ning dat liet land waar liet individu den
meesten voorspoed geniet, voor dat indi
vidu feitelijk liet ware vaderland is. Velen
deelen ook de meening'van dien rechter
over Karei I, die boven zijn woning in
Zwitserland, waarheen hij gevlucht was,
schreefOveral heeft de sterke een va
derland, omdat hij van den Vader is."
De ervaring, thans na twee jaren moor
den op een schaal, die aan de bloedtochten
van Afrikaansche negerdwingelanden her
innert, zal vele dezer drogredenen, wel
hebben doen verdwijnen. Zelfs Goethe3)
verklaarde eenmaal dat hij, ofschoon boven
liet nationaal vooroordeel staand, toch
God dankte toen Duitschland van de Fran-
schen was verlost."
Ook dezen grooten geest was dus de
verdrukking van de Duitsche nationaliteit
door de Franschen te veel geweest. Want
ook deëlde hij het lot van alle kunstenaars,
geleerden, staatslieden, uitvinders, ontdek
kingsreizigers: dat ze tot hun volk blijven
behooren, m. a. w.„dat ze nationaal
zijn."
Frankrijk kent zich zelf de eer toe, na de
groote Fransche revolutie, in zijn politiek
steeds het beginsel der nationaliteiten te
hebben hoog gehouden. Bij verschillende
Fransche geschiedschrijvers is dat te lezen.
Zoo bij Ernest Lavisse. Zoo bij Emile Olli-
vier. Ofschoon de groote zoon dier revo
lutie Napoleon later de nationaliteiten
in gansch Europa wilde uitwisschen en van
de natiën slechts satrapiënwilde maken.
Naar het voorbeeld der Perzische alleen-
heerschers.
In de 18e Eeuw was in de wijsgeerige
staatkunde het recht van bektaan der natio
naliteiten ppnieuw bepleit. Na in Machia-
velli o. a. een voorlooper gehad te hebben.
Zoo schrijft Herder: Kabinetten mogen
elkaar bedriegenNiet zoo bullen vader
landers elkaar aanvallen; ze liggen rustig
nevens elkander en helpen elkander als fa
milieleden." Het laatste doel aller nationa
liteiten-ontwikkeling is toch steeds dit:
beschaving te schenken aan het gansche
menschelijk geslacht," zeide Fichte.
Met behoud dus van de nationale onaf
hankelijkheid in allen zin, blijft dus het
doel van elke natie: de menschheid, gelijk
het doel van elke individu is de samenle
ving, zonder welke het geen doel heeft en
kan hebben.
Condorcet, de groote dichterlijke geleer
de, voorbereider en slachtoffer der Fran
sche revolutie drukte het beginsel der na
tionaliteiten aldus uit:
„Iedere natie heeft de macht om zich zelf
„wetten te geven, het onvervreemdbaar
„recht om ze te veranderen, want dat recht
„voor een ander volk met geweld te vernie-
„tigèn, is de verklaring dat men het ook
„niet eerbiedigt ten opzichte van het eigen
„volk waarvan men de medeburger en de
„chef is. Wie dat doet, wordt de vijand
„van het menschelijk geslacht."
Daarmede wordt dus de eenheid van ie
dere natie en hare onaantastbaarheid er
kend. Het is de verdienste dier revolutie
dat zij, overal waar hare zegevierende, on
weerstaanbare wapenen de oude tyrannen
verdreven, haar beginsel heeft gehandhaafd.
En de vrijheid, ook de nationale vrijheid,
waarnaar dikwijls reikhalzend werd uitge
zien, heeft gehandhaafd.
Ware republikeinsche generaals waren
inderdaad apostelen van het „nieuwe evan
gelie."
Wij in onze dagen beleven andere tijden;
waarin het hoog gehouden beginsel der na
tionaliteit onder den voet wordt getrapt,
hetzij uit noodzaak, hetzij door de hooge
listen van een alles vernietigend bondge
nootschap. 7)
Maar tegenover de handhaving en de
verheffing van de nationaliteit staat nog
een ander gevaar dan dat van buitenaf
dreigt, en dat is de inwendige verzwak
king, die het gevolg kan zijn van een te
zeer naar voren schuiven der internationale
vredesidee.
Als er iets is, waarmede de kleine naties
behoedzaam moeten omgaan, dan is het die
idee. De omringende vechtersbazen moch
ten er eens weerloosheid der kleine natie
in zien.
De Nederlandsche natie is een strijdbare
natie. Evengoed en niet minder dan
hare stamverwanten; de Duitschers. Zoo
lang voor elke natie het vae victis (wee de
overwonnenen) nog kan gelden, mag die
eigenschap niet verzwakt worden, mag
\Vat even erg is, in het buitenland niet de
schijn gewekt worden, alsof koophandel en
pacifisme de polen waren, waaromtrent
onze nationale gedachten draaien.
Het schijnt, tegenover zekere geschriften
on tegenovér zekere artikelen noodig met
rladruk daarop te wijzen. En vol te houden
c|at het nadruk leggen op de nationaliteit in
onze dagen medebrengt de noodzakelijk
heid het zwaard scherp en het kruit droog
te houden. Zeker. In een der beschilderde
glazen van het vredespaleis staat de spreuk
Si vis pacis, para justitiam. (Indien gij den
vrede wilt, bereid u voor rechtvaardig te
wezen.) Maar om die rechtvaardigheid te
ijandhaven, moet er een macht bestaan, die
(inwilligen dwingen kan. Daarom is de
spreuk si vis pacis, para bellum (indien gij
den vrede wilt, bereid u ten oorlog) niet
minder van kracht.
Geen nationaliteit kan blijven bestaan,
zonder den ernstigen wil die desnoods met
iiet zwaard te handhaven.
Gelukkig zijn er velen die dat inzien.
Maar hiermede zijn de beschouwingen over
nationaliteit nog niet aan het eind.
In een voordracht 40 jaren geleden ge
houden voor het volk over volksdeugd en
volkskracht komt het volgende voor, dat
ik nog steeds van toepassing vond.8) „Veel-
„eer moet ieder volk zich beijveren om in
„de rij der volken een zelfstandige waar
dige, eervolle plaats in te nemen en aan
„zijne eigene zelfstandige ontwikkeling ar-
„beiden."
„Om dit te kunnen doen, moet een volk
„kracht bezitten.
„Deze noodzakelijke volkskracht wordt
„enkel voortgebracht door volksdeugd. Om
„krachtig te zijn, moet een volk verstandig
„en verlicht, arbeidzaam, matig, beschaafd,
„eensgezind en weerbaar wezen."
H. A. R i 11 e r.
1) Les Maitres de l'Histoire. Renan. Taine en
Miclielet par Gabriel Monod. Paris, pag. 151.
2) Handleiding van de wetenschap der samen
leving, door jhr. mr. de Bosch Kemper, hoog
leeraar in de rechtsgeleerdheid en de staatswe
tenschappen, te Amsterdam. Tweede stuk (1860),
bladz. 767—763.
s) Gesprache mit Goethe in den letzten Jahren
seines Lebens von Johann Peter Eckermann, mit
Einleitung und Anmerkungen herausgegeben von
Gustav Maldenhauer. Leipzig, Deel lil. bldz. 223.
4) Dietsche Stemmen. Juli Augustus 1916. De
verdeeling van den arbeid en het nationaliteits
beginsel, bldz. 313.
5) Hét veroverend Perzië der 5e Eeuw v. Chr.
ging van het denkbeeld uit „dat de Perzen het
beslist heerschende volk zouden zijn, de onder
danen (van onderwotpen landen), evenwel de
grootst mogelijke vrijheid zouden genieten in
godsdienst, plaatselijk bestuur en eigen zeden en
gebruiken.
(Dr. H. van Gelder. Algemeene Geschiedenis,
1903. Eerste Deel, bldz. 147.)
Emile Ollivier. L'Empire liberal Tome I
pag. 166.
7) Zie Kleine Staten Het Bloemendaalsch
Weekblad van 12 Augustus 1916 no. 33
8) Deze voordracht werd 27 Februari 1875 te
Naarden gehouden, door wijlen mijn vader, J H.
F. Ritter, oud-hoofdofficier. Met eerbied en aan
doening schrijf ik uit zijn nagelaten, vergeelde
papieren over, wat zoo juist In mijn betoog past.
KRONIEK DER WEEK.
28 Sept. - Een Havas-bericht uit New-
York luidt: In verband met de dreigende
algemeene staking te New-York geeft de
Amerikaansche pers te verstaan, dat de sta
kingsbeweging geleid wordt door Duitsche
agitatoren. De „New-York Globe" wijst op
het feit, dat Ernst Bohm, een der grootste
ijveraars voor de staking, penningmeester
is geweest van den pro-Duitschen bond, die
indertijd getracht heeft een staking onder
de havenarbeiders uit te lokken ten einde
den uitvoer van munitie te verhinderen.
28 Sept. Het Duitsche socialistenblad,
„De Vorwarts" beklaagt zich o. a. over de
vaagheid, waarin de rijkskanselier in zijn
rede nu weer omtrent de „Neuorientierung"
sprak. „Vrije baan voor alle bekwamen;
dat is de leus", zei hij, maar terecht vraagt
het blad zich af, wat daarmede bedoeld
wordt. Ook wij begrijpen er maar weinig
van. Zal ieder, die niet al te dom is, kos
teloos tot alle scholen worden toegelaten,
en gedurende zijn leertijd ook verder onder
houden worden?of is de strekking
slechts, alle klassen in deez' waarlijk wel
eens prikkelende omstandigheden te
paaien
Naar aanleiding van die „Neuorientie
rung" schrijft in „Het Handelsblad" een
jood, dat hij niet in de oprechtheid van der
gelijke beloften gelooft. Hij schrijft o. m.
Nog onlangs werd uit Pruisen bericht,
dat een aanschrijving ingekomen was bij
bepaalde autoriteiten, om, zelfs als het noo
dig was, de aanstelling van joodsche on
derwijzeressen zooveel mogelijk te beper
ken. Lijkt dit iets op een voornemen qm
alle krachten te gebruiken Het is een der
teekenen, dat voor de joodsche krachten in
Duitschland bitter weinig plaats zal zijn en
dat het systeem van regelmatige achteruit
zetting van den jood, zelfs van den aller-
bekwaamsten, nog steeds gevolgd wordt, en
ook in de toekomst gevolgd zal worden.
Het land, dat den jood Ehrlich geen positie
gunde, die hem in de eerste plaats toe
kwam, waar geen joodsch leeraar een
plaats op de gewone scholen kan krijgen,
waar feitelijk officieel een premie gegeven
wordt aan eiken jood, die openlijk overgaat
tot een kerk, waar hij niets voor voelt, wan
neer hij zijn historische relaties verbreekt,
waar expresselijk in het leger het meest
idiote systeem van het kiezen van reserve-
officieren in stand gehouden werd, met de
bedoeling zelfs uit het corps der reserve
officieren de joden te weren, in dat land is
de leus: „Vrije baan voor alle bekwamen
en flinken" als valsch te qualificeeren.
28 Sept. Aan een redevoering van Mae
terlinck in Italië uitgesproken, ontleent „De
Stem uit België" het volgende:
„De Belgen hebben werkelijk, zooals ik
het heb geuit en zooals de geschiedenis het
eens zal vaststellen met meer welsprekend
heid en gezag, de Latijnsehe beschaving ge
red. Ze stonden sedert eeuwen op het raak
punt van twee machtige en vijandige be
schavingen. Zij hebben niet geaarzeld. En
des te meer is die keuze veelbeteekenend,
des te zwaarder is ze van lessen, daar nie
mand beter dan zij met kennis van zaken
hun keus deden. Immers is de helft van
België van Gcrmaanschen bloede
Het Vlaamsche orgaan voegt er bij
„De geschiedenis zal Maeterlinck klin
kend logenstraffen. Zijn Vlaamsche volk
heeft niet tusschen twee beschavingen ge
kozen en ten voordeele der Latijnsehe. De
Vlamingen vechten als trouwe burgers van
den Belgischen Staat, die wreed veronge
lijkt werd. Maar daarmee amen en uit.
De rest is bombast."
29 Sept. De XXme Siècle" bevat een
schrijven aan den bisschop van Namen
van den-Duitschen landvoogd van België,
waarin deze bij den bisschop erop aan
dringt zijn. onderhoorige geestelijken te
verbieden aan vaderlandslievende propa
ganda, als het verspreiden van geschriften,
enz., mede te werken.
29 Sept. „Vrij België" schrijft: Te
Hamburg heeft de bond van Duitsche ree-
derijen een algemeene vergadering gehou
den, waarop de voorzitter een verklaring
heeft afgelegd, waaraan wij ontleenen;
„Duitschland's positie ter zee eischt in
de eerste plaats gebiedend wezenlijke
waarborgen in het Westen, die niet alleen
mogen bestaan uit schriftelijke verdragen,
maar waarvoor door daden de concrete,
feitelijke grondslagen dienen te worden
gelegd. Dat kan slechts dan bereikt wor
den, als de vijand, die uitsluitend het doel
voor oogen heeft, om Duitschland de rug-
gegraat te breken, en ter verwezenlijking
daarvan niets ontziet, even meedoogen-