ALGEMEEN WEEKBLAD Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. 10e Jaargang ZATERDAG 28 October 1916. No. 44. Bloemendoilsch Weekblad. Advertentiën 10 cents per regel; bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit vier bladzijden en een bijlage. Onze bijlage. Onze lezers vinden als bijvoegsel bij dit nummer den afdruk van een door Antonis Moor geschilderd portret van Willem den Zwijger. Het is de afbeel ding van den prins als jonkman, dus voor de g'oote levenstaak op zijn schouders rustte. De vermaarde Nederlandsche schilder Antonis Moor of Moro werd in 1512 te Utrecht geboren en overleed in 1577 te Antwerpen. Hij schilderde bijna uitsluitend portretten, waaronder die van zeer voor name personen, o. m. van Granvelle, Alva, Margaretha van Parma, enz. RHYTMISCHE GYMNASTIEK. Men hoort tegenwoordig nogal eens over nmische gymnastiek, maar betrekkelijk \v uilig menschen weten eigenlijk recht de beteekenis. ervan. Wij zullen daarom trach ten, die hier eens uiteen te zetten. De grondgedachte van deze methode van dr. N. Jaques Dalcroze is: de opwekkende kracht van het rhythme als opvoedend ele ment te gebruiken. Het rhythme toch is in wezen een alles doordringend natuur-element, is beheersch- te, geordende beweging, is de kracht waar door licht en duisternis, eb en vloed, op en neergang elkaar in gestadigen kringloop afwisselen, is „de heilige orde in het groot heelal", zooals Allard Pierson haar voelde. Van de vroegste tijden af werd de han denarbeid van den mensch reeds door het rhythme beheerscht, dat zijne krachten re gelde en daardoor spaarde en tot hoogste ontwikkeling kon opvoeren; het arbeidslied vu hoogde den werklust. Maar eerst nu, iu onze tijden van onevenwichtigheid, nu de scheppende handenarbeid door veelal geest- doodend machinaal werk werd vervangen, zoeken wij ons van dat rhythme in ons zelf bewust te worden, en laten wij diens orde- nenden invloed op ons inwerken. Dat is de beteekenis der rhythmische gymnastiek. In de muziek komt het rhythme wel het levendigst en met de fijnste en veelvuldig- ste wisselingen tot uiting en daarom is de studie der rhythmische gymnastiek zoo nauw verbonden met muziek. De oefeningen zou men in 3 groote groe pen kunnen verdeelen: I. de wils-oefeningen, welke leiden tot beheersching van lichaam en geest, die bei de tegelijkertijd geoefend worden; II. de muzikale oefeningen, welke zijn liet weergeven der rhythmen, van de dy namiek en de verschillende maten in de muziek; III. de plastische oefeningen, welke tot begrip van de wetten van beweging leiden. Ofschoon de verschillende groepen steeds in elkaar grijpen, wil ik toch van ieder een voorbeeld geven. 1. a. De leerlingen loopen op de maat van de muziek; op een kort bevel van den les gevende maken zij plotseling een stap ach teruit, en gaan dan weer voorwaarts. Bij een snel tempo is het moeilijk het lichaams gewicht vlug te verplaatsen. b. De leerlingen loopen en klappen daar bij in de handen. Op het gegeven bevel la ten zij een van de handelingen na, b. v. het klappen, maar loopen door, of omgekeerd. Zelfs bij deze eenvoudige oefeningen wordt de leerling zich in het begin bewust van een gebrek aan lichaamsbeheersching en van eene geestelijke verwarring, wat een gevoel van hulpeloosheid teweegbrengt, maar met wat oefening leert hij snel en met zekerheid eene beweging öf te veranderen öf te onderbreken of in te lasschen, en leert zoodoende lichaam en geest in evenwicht te brengen. c. Dan zijn er oefeningen, die de onaf hankelijkheid van het bewegen der verschil lende lichaamsdeelen onderling bevorderen, b. v. de rechterarm maakt de bewegingen van het maatslaan in 4/« maat, en de linker hand begint een maatdeel later, zoodat de bewegingen der beide armen in canonvorm worden verricht en de accenten van het zware maatdeel onafhankelijk van elkaar worden aangegeven, enz. enz. De oefeningen zijn niet zoo inspannend als het wel mocht lijken, daar de bewegin gen al spoedig automatisch worden. Elke vorm van opvoeding zoekt het ver mogen tot concentratie, snel reageeren, zelfbeheersching en daardoor zelfvertrou wen op te wekken, maar bovengenoemde oefeningen der rhythmische gymnastiek werken daarop wel zeer dadelijk, en dat op heel eenvoudige wijze. Er zijn Zweedsche gymnastiek-gediplo- meerden die de rhythmische gymnastiek bestudeeren, omdat zij in het eigen, zij het nog zoo voortreffelijk onderwijs deze ele menten van spontaneïteit en van plotselinge of gradueele spanning der spieren missen. Uit het bovenstaande blijkt wel dat de rhythmische gymnastiek vooral op het leer plan der scholen op haar plaats is. De kinderen kunnen dan jong beginnen en een paar jaren achtereen geregeld 1 a 2 uur per week les bebben. Ik wil hier even inlasschen dat in alle landen van Europa (behalve naar ik meen in Griekenland) en ook in Amerika de metho de onderwezen wordt, en vooral, in Enge land en in Duitschland op ontelbare scho len, ook conservatoria en tooneelscholen als verplicht leervak voorkomt. II. Bij het vertolken van de rhythmen der muziek geven de armen in den regel do maatsoort aan, terwijl de voeten een pas voor elke gespeelde noot maken. Zoo kunnen geheele perioden van maten met alle mogelijke indeelingen, syncopen en triolen, quartolen etc. worden weergege ven, en de leerling krijgt een helder beeld van de onderlinge verhoudingen van het rhythme. Maar ook het karakter der gespeelde mu ziek wordt door het lichaam uitgedrukthet overgaan van legato in staccato door het veranderen van de gebonden bewegingen iu korte, afgestootene; een crescendo door eene algeheele langzaam voorbereide op heffing van lichaam, vergezeld van een diepe ademhaling en van het krachtig zich spannen der spieren; bij het decrescendo zinkt het lichaam als het ware vermoeid in een en de spieren verslappen; eene forsche plotselinge beweging geeft het patetische in de muziek wee. III. De plastische oefeningen voor kinde ren zijn dikwijls een rhythmisch verwerken van hun bekende bewegingen, b. v. houthak ken, klokken luiden, hoorn-blazen, maaien, steenwerpen. enz. en het weergeven van kleine muziekstukjes (b. v. Schumann), die op hunne verbeelding werken. Zij krijgen daarbij besef van vorm en phraseeiring in de muziek, want de verschil lende perioden worden door 't loopen in verschillende richtingen aangegeven; het terugkeerende thema wordt telkens op de zelfde manier vertolkt en bij het hoogte punt in de muziek komen de kinderen in een dichte groep samen om dan weer uiteen te gaan. Geen wonder dat zij zoon stukje dan later met plezier spelen, want zij hebben de muziek „beleefd". De volwassenen worden zich bij de plas tische oefeningen bewust van de verhouding tusschen ruimte, tijd en beweging, van de verschillende uitgangspunten en verbindin gen van eene geste, enz. Een klein voorbeeld a. Een armheffing kan het onwillekeurig gevolg zijn van een opzwaai van den ge- heelen romp, maar ook als het ware voort komen uit een diepe ademhaling, en zal in het laatste geval veel gelijkmatiger en lang zamer zijn. b. Een armbeweging, die bij den schou der begint, is zwaar, vindt zij echter haar oorsprong in eene polsbeweging, dan zal c arm veel lichter zijn. Het is duidelijk dat deze verschillende bewegingen het uitdrukkingsmiddel zijn van verschillende gevoelens. Maar steeds wordt alle uiterlijk effect en alles wat zweemt naar „aestetisch gedoe" vermeden, want al leen de „levende", doorvoelde beweging kan harmonisch en waar zijn. En zoo raakt dus de rhythmische gym nastiek wel degelijk de kunst, zoowel de plastische als de muzikale. Maar de rhythmische gymnastiek is niet alleen een middel om iets anders te bereiken; haar hoogste waarde ligt wel in de blijheid en frissche levenslust, die er door wordt opgewekt. Ieder heeft wel eens straatkinderen om een orgel zien dansen, en ieder heeft de opwekkende invloed van een schetterenden marsch op den gang der soldaten kunnen opmerken, ja, allicht begon hij zelf zoo half verholen mee maat te slaan en werd zijn eigen stap vaster. En dan weet men dat de behoefte om ont roering, door muziek opgewekt, in bewe ging om te zetten, wel degelijk eene natuur lijk iets in den mensch is. En de bekoring om de steeds wisselende maat van het geïmproviseerde spel van den lesgevende in rhythmische gymnastiek te volgen, ja, te vóórvoelen, elke kleinste scha keering met zijn lichaam uit te drukken, moet dan nog veel grooter zijn dan alleen het aangeven van het metrisch accent. Ik weet zeker dat de gezamenlijke les sen, geleid door de geniale, levendige per soonlijkheid van den heer Jaques Dalcroze, die met zijn improviseeren iedereen kon meesleepen, steeds in gouden herinnering bij mij zullen blijven. En het genot was in het derde opleidingsjaar nog grooter dan in het eerste, want langzamerhand vond elke leerling zijn eigen harmonie van beweging, waardoor hij zich steeds vrijer kon uiten. En later, wanneer men dan stil naar mu ziek zit te luisteren, moet het eenmaal wak- ker geroepene wel meewerken tot dieper in zich opnemen en genieten van hetgeen ge boden wordt. Clara Reijnvaan. Aerdenhout, Oct. 1916. KRONIEK DER WEEK. 20 Oct. Berichten uit Indië maken melding van vrij uitgebreide troepenmach ten naar de plaatsen der onlusten. Op meerdere plaatsen lijkt de toestand echter allengs wat rustiger te worden. 21 Oct. Een Reuter-bericht uit Londen luidt: De admiraliteit bericht, dat een En- gelsche onderzeeër den 19den Oct. den Duitschen kruiser „Kolberg" getorpedeerd heeft. Volgens Duitsche berichten is het een andere kruiser, de „München',' die natuur lijk niet veel waarde had. 21 Oct. Een Wolff-telegram uit Weenen luidt: De minister-president, graaf Stürgkh werd heden bij het middageten door den socialist Adler doodgeschoten. 21 Oct. De Duitsche landvoogd in Bel gië draagt de Gentsche hoogeschool aan de nieuwe professoren over. Uit de daarbij door hem gehouden rede ontleenen wij eenige merkwaardige gedeel ten. Zoo herdenkt hij in het bizonder den eer sten ijveraar voor een Vlaamsche hooge school te Gent, Lodewijk de Raedt, die, let wel, „ons helaas in het begin van den oor log ontrukt werd en dien wij allen op deze." dag in ons 'midden hadden wenschen te zien." Dit „ons" en dit „wij" tusschen den Duit- scher en den Vlaming is al uiterst cynisch. Voorts is het den Duitschen landvoogd „een bizonder genoegen, een groet te stu ren aan de heeren, die uit het naburige en stamverwante Nederland herwaarts geko men zijn om aan de nieuwe hoogeschool onderricht te geven. Moge het hun gege ven zijn in samenwerking met de Vlaam sche collega's te arbeiden aan de talrijke belangen, die den geheelen Nederduitschen stam gemeen zijn." „Zoo hebben dan Duitschers en Vlamin gen voor eene gemeenzame taak samenge werkt in wederzijdsch vertrouwen en ver standhouding." Dit laatste is al een zeer sterk stuk. En dan te bedenken, dat troepen Vlamingen al hun best gedaan hebben en nog doen om hun stamverwante vrienden, De Duitschers, er uit te houden of er uit te jagen. Het is bitter onverstandig 22 Oct. „Het Handelsblad" verneemt, dat het zoo belangrijke schrijven van de geallieerde mogendheden in zake de toela ting van duikbooten in de neutrale wateren eenigen tijd geleden ook aan de Nederland sche regeering is overhandigd. De regeering heeft in haar antwoord van 14 dezer doen uitkomen, dat bij gebreke van speciale bepalingen ten aanzien van duikbooten, de regeling in het algemeen voor oorlogsvaartuigen voorgeschreven, ook op de oorlogsduikbooten van toepas sing is. De regeering heeft er verder op gewe zen, dat krachtens de neutraliteitsprocla- matie de toegang tot de Nederlandsche ter ritoriale wateren, havens en reeden aan alle oorlogsschepen der belligerenten, dus ook aan de oorlogsduikbooten, is ontzegd en dat slechts in de in voornoemde procla matie uitdrukkelijk vermelde uitzonderings gevallen een verblijf binnen het Nedèrland- sche rechtsgebied wordt toegestaan. Wat de handelsduikbooten betreft, heeft de regeering opgemerkt, dat geen enkel volkenrechtelijk beginsel hun interneering zou rechtvaardigen. Wordt een duikboot in het Nederlandsche rechtsgebied aangetrof fen, dan is het, evengoed als zulks het ge val is bij niet-onderzeeërs, mogelijk door een onderzoek met zekerheid vast te stellen of het schip het karakter van een oorlogs schip of van een handelsvaartuig heeft. 22 Oct. De slag in de Dobroedsja ein digt ten gunste van de Duitschers en Oos tenrijkers. Het Duitsche bericht meldt: De Russisch-Roemeensche troepen zijn met zware verliezen op het geheele front uit hunne reeds in vredestijd aangelegde stellin gen geworpen. De sterke steunpunten To- praisar en Cobadinu zijn genomen. De troe pen der bondgenooten vervolgen den vijand. 23 Oct. De Roemeensche havenstad Constanza, het eindpunt van den grooten spoorweg Boecharest—Zwarte Zee, wordt door de Bulgaarsche en Duitsche troepen genomen. 24 Oct. Het Nederlandsche stoomschip „Fortuna" wordt men zegt door een mijn tot zinken gebracht. Een deel der bemanning is gered. 24 Oct. Een Eransch legerbericht luidt: Aan het front bij Verdun hebben de Fran- schen de Duitsche linie over een front van zeven kilometer en een diepte van ten hoogste drie kilometer ingedrukt. Zij na men het dorp en het fort Douaumont, de steengroeven bij Haudromont en bezetten eene stelling langs den weg van Bras naar Douaumont. Er werden reeds 3500 gevangenen, waar onder honderd offcieren geteld. De buit is nog niet opgenomen. De Fransche verlie zen zijn gering. 24 Oct. Het Amerikaansche blad „Pro vidence Journal", dat reeds vele onthul lingen omtrent Duitsche complotten heeft gedaan, verklaart thans op grond van be richten, die het rechtstreeks uit kringen, die met het Duitsche gezantschap in verbin ding staan, beweert te hebben, dat het plan tot den aanval op de handelsschepen, zoo als dat door de U 53 is ingeleid, door ka pitein Boy-Ed, den vroegeren Duitschen marine-attaché te Washington, die thans te Lübeck zijn hoofdkwartier heeft, is opge maakt. Het blad verzekert, dat nog verscheidene Duitsche onderzeeërs bij de kust der Veree- nigde Staten zich verschuilen. 25 Oct. De Duitsch-Bulgaarsche troe pen vervolgen hun opmarsch in Roemenië. Ze nemen Tsjernawoda, een belangrijk punt aan den spoorweg. PLAATSELIJK NIEUWS. Het gerucht liep, en een der dagbladen nam het dezer dagen over, dat het hotel „Welgelegen" te Bloemendaal was ver kocht, waarmede dan de stichting der roomsche kerk daar ter plaatse verzekerd zou zijn. Het gerucht mist, naar wij met zekerheid kunnen mededeelen, allen grond. „Welgelegen" is niét verkocht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1916 | | pagina 1