jm
MEVR. G. w. d. BRINK, Cor-
setière, KEIZERSGRACHT 717,
AMSTERDAM.
ELKEN VRIJDAG AANWEZIG
IN „HOTEL OEN T KAL",
LANUK POTEN, DEN HAAG
scliolastieke vereenzelviging van wijsbe
geerte en abstractiën-leer, in uwe onbe
wezen grondstelling van een volkomen ge
scheiden zijn van den praktisehen geest en
den theoretischen geest (alsof niet het in
beide termen aanwezig zijn van het èene
woord geest u anders had moeten leerenl).
in uw onvermogen om Hegel en Bolland
te verwerken, uiteen te rafelen, stuk te
denken en dan in u zelven op te nemen
in hunne waarheid, hebt gij niet anders ge
demonstreerd dan uw staan buiten de
geestelijke werkelijkheid van dezen tijd
en van ons land.
Ter voorkoming van misverstand, dit tot
slot. Ik behoor niet tot de door dik en
dunners. tot de Bollandisten, die, zonder
eigen geestelijke instemming, zweren bij
het woord van dien meester, Vermoedende
dat het u aangenaam in de ooren klinkt,
wil ik wel verklaren, dat ook m. i. Bolland
onbeschrijfelijk pedante dingen heeft ge
zegd, de waarheid is zoo vaak onhebbelijk,
een gelukkige formuleering trouwens is
kostbaar en kostbaarheden zijn zeldzaam.
En als ik Bolland uitbeeld als een leeuw
die brieschend door het land is getogen,
brullende om zijn evenknie, dan zijn de do r
dik-en-dunners om mij houten leeuwen,
hier en daar gevaarloos opstaande als een
bespotting van hun voorbeeld. Maar aan de
gevaarloosheid en het onbeteekenende van
die houten poppen zult gij toch. om bij dit
beeld te blijven, de beteekenis van het
groote dierage zelf niet meten. En zelf
zult gij het beste doen door u als antilope
uit de voeten te maken. Want behalve de
Leeuw is er nog een groote koningstijger.
Pen. op komst, uit dezelfde soort albeheer-
schende, machtige roofdieren en mocht het
eens komen tusschen een openlüke strijd
tusschen die twee, waarbij de lucht zal da
veren van hun ronken als bij onweer, zorg
dan dat niet alleen gijzelf. maar alle H. B.
S.-leerareu en scholieren van Nederland
(voor zoover althans zij niet meer hebben
dan hun autonome praktische geest), in hol
en bosch zijn opgeborgen, went dan wordt
er geen pardon gegeven en wat ik nog
altijd niet onmogelijk acht maakten zij
beiden met hunnen èn theoretischen èn
praktisehen één-en-ondeelbaren geest, ge-
meene zaak met elkaar, er waren geen
dieren ter wereld, en uwe kruideniers en
turfdragers behooren toch eigenlijk ook tot
die categorie, noch theoretisch noch prac-
tisch tegen hen bestand. Want de prak
tijk is niet anders dan de neerslag der the
orie, en de theorie hebben zij en die an
deren en gij en dé kruidenier en de turf-
drager niet. T.
ïj~ Deze uit de pen vloeiende combinatie en
opvolging is betrekkelijk willekeurig en wil niets
meer zeggen dan ze in dit geval als voorbeelden
uitbeeldt.
KRONIEK DER WEEK.
25 Jan. Met congres der Engelsche ar
beiderspartij verklaart zich tegen onmid
dellijke vredesvoorstellen en tegen een al-
gemeene soc. conferentie.
25 Jan. De „Deutsche Tages Ztg." be
vat een artikel over Wilson's Boodschap
van den bekenden graaf Reventlow, die
daarin de volgende prachtige zinsnede
schrijft
..Wij weten, voor en na. dat een vrede
zonder overwinning de ruïne en daardoor
ook de ondergang van het Duitsche Rijk
zou zijn en de toekomst van het Duitsche
Rijk is voor ons van veel grooter belang
dan de „wereld" en de „menschheid".
„Dat zijn zinnen, die geschreven schijnen
te zijn, zegt de „Vorwarts". om door de
geheele neutrale wereld te worden geseind
en de ontstemming tegen het Duitsche Rijk
te doen toenemen."
25 Jan. Griekenland betuigt de Entente
leedwezen over de gebeurtenissen op 1 en
2 December.
26 Jan. Er is hernieuwde actie van de
Duitschers aan het Westfrcnt merkbaar.
27 Jan. Aan Albanië wordt zelfbestuur
toegezegd.
28 Jan. De Russen behalen eenige
voordeden bij Kimpoeloeng en elders.
28 Jan. De Engelschen vorderen bij Le
Transloy aan de Somme.
29 Jan. Aan een artikel over luchtsche
pen in „Het Handelsblad" ontleenen wij:
„Het moderne luchtschip, het vliegtuig.
zijn geduchte wapens in den wereld-oorlog
van het begin der 20e eeuw. maar hoevelen
hebben ooit geweten dat het eerste lucht
schip in den oorlog reeds gebruikt werd
in den slag van Fleurus op 26 Juni 1794."
Melding wordt gemaakt van een geschrift
•Astra Castra". waarin medegedeeld wordt
dat de kolonel Coutelle van het Fransch
Republikeinsche leger een viertal ballons,
gevuld met verwarmde lucht vervaardigde,
waarvan er een, de „Entreprenant", bij Fleu
rus opsteeg. De kolonel was er zelf in en
wist van zijn verheven standpunt groote
diensten te bewijzen aan generaal Jourdan.
die het bevel over het Fransche leger daar
ter plaatse voerde in zijn strijd tegen de
Oostenrijksche troepen, en dezen waren m
dien slag danig ontmoedigd omdat zij wis
ten dat de Franschen door den ballon al
hun bewegingen konden volgen, terwijl zij
van de bewegingen hunner vijanden niets
afwisten.
29 Jan. Naar aanleiding van Scheide-
man's betoog, dat Duitschland bij een over
winning geen vijandelijke gebieden annexee.
ren moet. schrijft men in de „Vossische
Zeitung." Daarin wordt betoogd, dat de
leuze „geen overwinnaars en geen over
wonnenen", voor Duitschland met den on
dergang zou gelijk staan.
Hij vraagt aan Scheidemann. die de for
mule uitsprak, dat ieder land zijn eigen
oorlogskosten betalen zal, hoe dat dan gaan
moet? De Duitsche oorlogslast wordt nu
reeds op 102 milliard geschat. De geheele
oorlog zal Duitschland zeker 120 milliard
kosten. Dat geeft een jaarlijksche schul
denlast van 7 a 8 milliard, die onbetaal
baar zou zijn.
De belastingen zouden dan in Du:tsch-
land zoo groot worden, dat een belangrijk
deel van het volksinkomen aan belasting
moet worden opgebracht.
50 Jan. Wc ontleenen aan „Het Han
delsblad":
Het uitvoerend comité van den bond van
Kamers van Koophandel in Engeland heeft
een voorstel van zijnen secretaris aangeno
men. waarin hij aanbood een schema voor
een nieuw stelsel van munten, maten en
gewichten uit te werken. Zoo dit schema
algemeen goedgekeurd wordt en er vol
doende medewerking voor het plan zal blij
ken te bestaan, zal een daarop berustend
ontwerp, aan het parlement toegezonden
worden.
(Zou het er toch eindelijk eens van kor
men
31 Jan. Duitschland kondigt den ver
scherpten duikbootoorlog af.
De Duitsche gezant heelt aan onze regee
ring te kennen gegeven, dat de Duitsche
regeering bereid is bizondere voorzieningen
te treffen om het post- en passagiersver-
keer tusschen Nederland en Engeland van
Vlissingen op Southwold te ontzien. In de
route van dat verkeer zullen geen mijnen
worden gelegen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Wij vernemen van fietsende plaatsgenoo-
ten, die door de politie werden aangehou
den, omdat ze lantarens met gekleurde
glaasjes op hun fiejs hadden. Het liep
deze eerste dagen nog af met een waar
schuwing, de glazen te veranderen. Wij
meenen goed te doen, onzen velen fietsen
den plaatsgenooten nog eens er aan te her
inneren. dat het gebruik van lantarens met
gekleurde glazen door de politie verbo
den is.
De schietwedstrijd. Zoo behoort dan
ook de wedstrijd van „Generaal Joubert"
weer tot de historie. Dinsdagavond is zii
geëindigd. Toen de heer Bos, voorzitter van
„Generaal Joubert" den wedstrijd voor ge
sloten verklaarde, was een groot aantal
schutters aanwezig, die door den heer Bos
werden toegesproken. Hij roemde het g'oe-
de verloop dier wedstrijden en bracht hulde
aan de vele goede schutters, die van heinde
en verre gekomen waren. In het bizonder
huldigde hij de heeren Vuurman uit Rotter
dam. een der beste schutters van ons land
en Luyckx. den nestor der schutters, die
evenwel nog tot de meesters onder de flo-
bertschutters behoort.
Deze wedstrijd is als buitengewoon ge
slaagd te roemen. Er werden zeer hooge
series gemaakt. Een groot aantal schutters
van naam dong mede. Voor de mededin
gers en belangstellenden en alle verdere
vrienden van de schietsport was het een
gebeurtenis van beteekenis. Hulde aan het
kranige bestuur van „Generaal Joubert."
Fietsers. Deze week uwe lantarens
aansteken ten 5 uur 18 minuten.
Uit het politie-rapport.
Processe n-v e r b a a 1 zijn opgemaakt
wegens: rijden zonder licht; in verboden
richting weg berijden: loopen over verbo
den grond.
Gevonden en terug te bekomen bij
Tinholt. Bloemendaalscheweg 23. te Bloe-
mendaal, een passer; aan de tent der IJs
club „Duin en Daal", een portemonnaie-
zakdoeken en handschoenen; Schreur. Bin
nenpad 6. te Overveen. een portemonnaie:
aan het bureau van politie te. Overveen.
een sleutel en een portemonnaie.
Verloren: een witte blouseeen bank
biljet van 10,—; een schaats; een witte
wollen doek; een schaats; een lederen
schaatsband; een kinderhandschoentje; een
dainesportemonnaie.
Komen aanloop en bij: K. E. Velt-
man, „Varenbcrg", te Bloemendaal, een
grijze poes; bij Ruijs de Perez. Mollaan 1.
te Bloemendaal. een hondje, zwart met
bruine pootjes.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
Lezing dr. A. H. de Hartog. Over de
vraag: „Zijn wij nog christenen", door Da
vid Friedrich Strausz in zijn bekend werk
„Het oude en het nieuwe geloof" ontken
nend beantwoord, sprak j.l. Maandag dr.
A. H. de Hartog voor de vereeniging „De
Middaghoogte".
Spreker liet allereerst zien hoe Strausz
tot de conclusie kwam, dat wij, moderne
menschen. niet meer christenen kunnen
heeten. omdat het ons b. v. niet meer mo
gelijk is te gelooven aan de oud-christelijke
leer der drieëenigheid Gods; omdat wij,
wetenschappelijke menschen, b. v. weten,
dat de leer der persoonlijkheid Gods niet
meer houdbaar is. Toch hebben wij, zegt
Strausz, wel religie want wij zijn kinderen
van het Al. En al kennen wij dan het Al
als onpersoonlijk, het is nochtans personen
vormend.
Dr. de H. stelde daarna de vraag: Wat
is een christen? Christen is afgeleid van
Christus, de gezalfde (ook Messias). Chris
tus is het ideaal van den goddelijken, gees
telijken mensch. Hij is een profeet, pries
ter en koning. Een christen is een mensch
ontstoken door den geest Gods.
Strausz' grondfout blijkt, dat hij niet ver
staat, dat de christen een mensch is, die
door den dood is heengegaan.
Vervolgens behandelde dr. de H. de
vraag: Is de christelijke drieëenheidsleer op
Strausz' standpunt overleefd? Hij deed zien,
hoe reeds de oostersche en Egyptische
godsdienst een drieëenheids-leer handhaaf
de en als middelpunt van hun wereldbe
schouwing stelde. Een ontstaan, bestaan
en vergaan. Spreker toonde aan, hoe voor
den waarlijk bezonnen mensch de leer der
drieëenheid geen leerstuk is, waarbij
zooals Strausz het zegt. „het verstand
zijn dienst weigert." Integendeel!
In de derde plaats werd besproken
Strausz' ontkenning van de persoonlijkheid
Gods. Herinnerend aan de theerot in d's.
Bakels „Bouquetje Dogmatiek", liet dr. de
H. zien, dat, wanneer de persoon in het AI
ontstaat, hoe dan ook de Al-geest het per
soonlijke in zich moet hebben. Niet alleen
natuur, maar ook persoonlijkheden baart d'e
Al-geest. De Al-geest moet dus in zich
dragen het element om persoonlijkheden te
scheppen.
Een mensch reeds blijkt meer dan na
tuur. Hoe veel meer dan de Al-geest, die
de menschheid baart.
Het persoonlijk verkeer met den Eeuwige
staat hooger dan het natuurlijke verkeer.
Ten slotte werd de leer der onsterfelijk
heid besproken. Wien God 'te machtig
wordt, zoo zeide dr. de H„ die geeft zijn
persoonlijk voortbestaan op. Wanneer wij
den Eeuwige beleven, dan vragen wij niet
naar aarde of hemel. Wie God ziet, beleeft
het onsterfelijke.
Dr. dc Hartog besloot met er op te wij
zen hoe de christennaam de eenige naam
is waarin de menschheid rusten kan. E.
Een volgend maal (12 Febr.) spreekt voor
„De Middaghoogte" dr. .1. D. Bierens de
Haan.
Oeteningsavond Meyerink. We waren
Zaterdag maar weer eens eventjes naar
den schouwburg getippeld om van het be
kende jaarlijksche gymnastiekfeest ten
- bate van het lighalfonds, onder leiding van
den heer A. J. Meyerink. een en ander te
gaan zien.
Het ging er als altijd veer genoeglijk
toe voor kinderen en groote-menschen.
Bloemendaalsche en Haarlemsche jongens
en meisjes weerden zich dapper aan brug
gen, en in vrije- en orde-oefeningen. En tot
slot was er een „revue" van tafereelen uit
intermezzo's van vorige jaren.
De heer en mevrouw Meyerink werden
bij deze tiende jaarlijksche uitvoering ge
huldigd door het bestuur der Vereeniging
tot bestrijding der tuberculose, en hun
werden door dat bestuur en ook door de
medewerkenden, fraaie geschenken aange
boden. Ze hebben die door hun ijver en
toewijding dubbel en dwars verdiend ook.
Het „King Albert's Book" Wij vestigen
gaarne de aandacht op een advertentie in
dit nummer, n.I. die van het „King Albert's
book". Dit prachtig uitgevoerde standaard
werk in Fransche en Nederlandsche verta
ling, is bij den heer H. Stinis, Kruisweg 23.
Haarlem, voor 2,50 verkrijgbaar. De ver
koop geschiedt ten bate van liefdadige in
stellingen in de advertentie genoemd. Wij
wekken ieder op, zich een boek aan te
schaffen, en zoodoende mede te werken
aan het schoone doel.
Museum van Kunstnijverheid. Het mu
seum van kunstnijverheid te Haarlem werd
in de maand Januari bezocht door 240 be
langstellenden.
Uit de aan het museum verbonden boe
kerij werden 180 boek- en plaatwerken naar
verschillende plaatsen van ons land in
bruikleen uitgegeven.
De aan het museum verbonden school
werd bezocht door 140 vrouwelijke en 85
mannelijke, te zamen 225 leerlingen.
VAN HIER EN DAAR.
Nationale Nijverheid.
Wij ontvingen eene „Adreslijst" uitgege
ven door de Nederlandsche Vereeniging van
Werkgevers in de Metaal-Industrie, bevat
tende 500 namen van producten uit deze
industrie, waaronder ongeveer 1300 opga
ven van 110 Nederlandsche fabrieken, die
zich voor deze producten aanbeve'en.
Deze adreslijst wordt voorloopig eenmaal
per jaar, uitgebreid en verbeterd, gratis
verzonden aan 14.000 zorgvuldig gekozen
adressen in Nederland en Koloniën.
Philips' Sportvereeniging. Het d~or
deze vereeniging op 29 Januari te Ton-
gelre gehouden ijsfeest trok veel liefheb
bers. De koningin loofde een bronzen me
daille voor hardrijden uit. Winner ervan
was Ter Hennepe.
TOONEEL.
Weldadigheidsvoorstelling ten bate
van de vereeniging „Kinderklee-
ding", „Liefdadigheid zij ens doel",
door de Amsterdamsche Tooneel-
club onder leiding van Ida Mol-
linger.
Eén der leden van de Amsterdamsche
l'ooneelclub verzocht mij iets over de
voorstelling, door hen te geven van „Ver
leden" van Ina Boudicr—Bakker en „Het
Engelsch zonder leermeester", van Tristan
Bernard, te schrijven. Ik beloofde dit te
zullen doen en ik houd mijne belofte met
des te meer genoegen, omdat ik er heel
weel goeds van zeggen kan. Om te begin
nen dan mijne hulde aan mejuffrouw Mol-
linger dat zij met deze dilettanten iets heeft
weten te bereiken waarvoor een beroeps-
tooneelgezelschap zich niet al te zeer be
hoefde te schamen. Ja, eenig gebrek aan
„routine" hoe kan het anders bleek
nog wel, maar toch was er, allereerst de
stemming in het drama van Ina Boudier—
Bakker, waarin het zoo zeer op stemming
aankomt. Meer dan „natuurlijk spel" kan
men ook van dilettanten niet verwachten,
ofschoon in mejuffrouw Juliette Gcudeket
misschien eene goede actrice verloren is
gegaan. Zij was één van de weinigen, die
goed articuleert en van wie we hartetonen
hebben gehoord. Hetzelfde geldt van den
hoofdpersoon van het stuk. van den heer
James Vigeveno, die weliswaar in den be
ginne nog niet goed weg wist met armen
en met hoofd, maar aan het einde van het
tweede bedrijf, in de groote scène, waarin
Dolf, die eens van zijn leven een diefstal
had gedaan en nu door elkeen altijd ver
dacht wordt, zijne razernij over dit on
recht en dit wantrouwen uitkrijt, gaf de
heer Vigeveno werkelijk uitstekend ze-
nuwspel en hield hij het publiek in ontroe
ring bevangen. Ook in het derde bedrijf
gaf hij ons zonder effect-bejag de vereisch-
te beklemming. Hij is van het hout, waar
van men goede tooneelspelersmaakt.
Wij noemen nu slechts de twee beste spe
lers in het drama. In de klucht „Het En
gelsch zonder leermeester", moeten wii
ook wéér allereerst mejuffrouw Mollin-
ger voor hare uitstekende regie roemen.
Hoe wist zij ons in de hall van het hotel,
waarin het stukje speelt een natuurlijk „va
et vient" voor oogen te stellen. De heer
A. Wildschut liet zich hier kennen als een
mijnheer met veel gaven voor net komische
genre. Mevrouw Margo 'Jatte was een
snoesje van eene Engelsche- die heel aar
dig Hollandsch koeterwaalt; haar partner,
de heer W. Kramers, bewoog zich zeer
goed op de planken en de heer Robert
Dentz was een bullebak van een Engelsch-
man, net zooals hij dit in het stukje wezen
moest.
Bloemen, hulde, applaus, familietrots en,
naar ons dunkt, een geducht batig saldo
voor „Kindervoeding".
Edmond Visser.
Gebrek aan plaatsruimte dwong ons, het
slot van het artikel „Van Statenpolitiek
tot Wereldpolitiek" naar het volgend num
mer te verschuiven.