OPTISCHE ARTIKELEN bij DIRK HÜTTER. Opticien. 12 TAKSTEEG 12, AMSTERDAM. De echte Emser-Pastilles V lie Jaargang. ZATERDAG 23 Juni 1917. No 25. Redactie en Administratie Ged. Oude Gracht 63 Telefoon 141 HAARLEM. Jtct Blocittcndaalsch Weekblad. Prijs per jaar f2,60 Advertentiën 10 cents per regel. Dit nummer bestaat uit twee bladzijden. PALLIETER. Een boek van levensgeluk, van levens kracht van deugdelijke zinnelijkheid. Wat een genoeglijk stuk mensch, die Pallieter, en wat een wereld om hem henenrijk, machtig, zonnig, Vlaamsch. De aarde is als een van weelden overvloeiende feest- düseh waaraan de menschen genoodigd wierden tot smullen en door-en-door ple zier maken. Die menschen zijn natuurlijk, kinderlijk, vermaken zich met den gloeien- den overdaad, die het leven hun opschept, ze bakken lekkertjes in de zon, ze laten zich zalig natregenen, ze zwemmen als jonge honden of ze schaverdijnen als zwaluwen. Ze eten en drinken als tempelieren en ze nemen geen blyd voor den mond als ze aan het klappen slaan. Ze hebben open oog en ooren voor de pracht van het leven; ze zien met een blijden lach naar het spel der dagen, der seizoenen; een geestdrift, een roes van leven heeft hen bevangen. Ze be kommeren zich geen aasje om de zooge naamde „levensvragen," de „maatschappe lijke vraagstukken," de „cultuur-ingewik keldheden", in het kort, al wat een mensch voor zijn tijd oud maakt, chicaneurig of somber, dikdoenerig, pedant of gewichtig, ze lappen het aan hun laarzen. Ze heb ben beters te doen; ze varen op de schoone rivieren; ze plukken en eten de heerlijke vruchten, ze ravotten met honden en koeien en paarden en met hoenders, en ze pakken hun pint en smoren hun toebak met diep genot; dat genot genieten ze met een doordachtheid, den belangwekkendsten wereldvraagstukken waardig. Hoe zoet en hoe schoon is dat leven. Hoe gelukkig deez menschen. Maar de allergelukkigste is wel Pallieter, de gelukkigste door zijn onver gankelijk goed humeur; altijd dezelfde; el- ken morgen weer even ontvankelijk voor de schoonheid en pleizierigheid van den komenden dag; eiken avond even dank baar voor het genotene; die kerel, daar midden in zijn wereld van zon en water, van vruchten en gewas, lijkt zelf wel een struische vrucht, een sappig gewas, de aarde uitgegroeid; zijn glimlach is glan zend en altijd aanwezig als het water, en zijn gansche wezen is zon. Hij blinkt, en hij verblijdt een elk rondomme, als de zon zelve. Eiken nieuwen dag neemt hij op de tong en proeft hem van her, en elke dag is goed. Pallieter is 'n stuk van de natuur, een van haar wonderlijkste, haar nobelste ge wrochten; hij weet zich verwant aan al her andere, aan de menschen, de dieren, de boomen, aan al wat er groeit en gedijt en leeft en sterft hier op de van milliarden en milliarden wezens bewoonde ècne groote aarde; allen zijn haar kinderen. De lente ontwaakt, de macht alomme berst open. De winter had geen scha kunnen doen, hoe grimmig hij d'r ook op geranseld had. „Het lichaam was vermassakreerd om bij te ble ten, maar de ziel, de goddelijke ziel, was zuiver en onaantastbaar gebleven, en rich- te zich weer op om open te breken in al wat van de aarde was. Het leven kwam terug, sterk als voorheen, om te leven, om niets dan te leven!" En dan „Pallieter kwam in een boschken; de blaren lagen er rot bijeengekoekt, en een groote vogel vloog krassend voor hem op. Hij rook het leven aan het gisten onder den grond en in de boomen. Hij betastte de boomen om het te voélen. Hij kon er zijn oogen niet afslaan, en stond met open mond hun leven te bewonderen. Hoe zij dik van het sap waren, hoe het in hun hout gevangen zat, worstelde, spartelde om vrij te zijn, van geweld de takken opduwde, ze deed schieten en klimmen, draaien en bui gen, wringen en kronkelen van drift, en daar waar het dan eindelijk de schors scheurde en zon zag, versteef het tot een blad, tot een bloem, tot een vrucht. De boomen zijn de handen van de aarde. Pab lieter liet een zucht; hij had eens een boom willen zijn om die volle davcring van het ontwakend aarde-leven door zijn lijf te voe len gaan. Hei, en daar was er daar een bij, een reuzige olmen-karkas, duizend jaren oud, het was een uit den grond gebro ken zenuwknoop der aarde. Hij was in tweeën doorgekraakt, vol holten en scheu ren, groen lijk uitgeslagen koper, beplakt met plaasters mos en knobbelen zwam, om kleed met klimop, en van boven op een der uiteengespleten stukken was er uit een oude rus gers en een paar madeliefjes gegroeid, èen nog in den knop en 't andere melkwit opengebroken, met de puntjes van zijn kroontje rood als in de wijn gesopt. En Pallieter, aangedaan door al dit wild, bar- baarsch en overtollig leven, dat zoo rijk bijeengekoekt zat in die levensvolle boo menlomp, sloeg er zijn armen rond, en zei vervoerd: Bruur Boem, Bruur Boem." Ja, die boom is zijn broer, de heele schep ping is hem verwant, hij voelt het aldaag- lijks in het vertrouwlijk en goed verkeer met alles en allen, zijn gansche om-wereld. „Een fijne morgend in de Mei" is de titel van een der hoofdstukken; een ander heet „Meiavond", „Kermisochtend" een ander; „Zomerregen", „Maneschijn", „De Feest", „De Honig", „Een schoone winterdag", en ge voelt het, dezen Pallieter kennend, hoe hij in al die dagen duikt als in een water, hoe hij er blinkend en glad, en proestend en lachend doorhenen klieft en wendt, hoe hij er rondomme de schoonheid en het ge not van drinkt, tot hij vermoeid en vermast is van het zware, bedwelmende geluk van zöö'n vollen, rijken dag op de wereld. Pallieter is de onbevangen natuurmensch, het groote kind, dat niet meer dan de na tuur wil, dat zich aan al de dit-en-datten van het hedendaagsche gepieker geen sik kepit gelegen liggen laat; hij leeft om te levenom niets dan te leven. Zijn we reld om hem, in hem is een paradijs. Voor de anderen, de bekommerde intellec- tueelen het verloren paradijs S. i) Door Felix Timmermans. Uitgave van P. N. van Kampen Zoon, Amsterdam. KRONIEK DER WEEK. 16 Juni. Reuter seint uit Petersburg, dat de Russische regeering de uitzetting uit Rusland bevolen heeft van den socialist Robert Grimm, een Zwitsersch onderdaan. Zij bezit het bewijs, dat ürimm een pacifis tisch agent in Duitschen dienst is. Grimm heeft Rusland verlaten. 17 Juni. Aan het Westfront maken de Etigelschen vorderingen bij Bullecourt, zoo luidt een Engelsch legerbericht. Het succes bij Bullecourt werd den En- gelschen weder afhandig gemaakt, zoo luidt een Duitsch legerbericht weer. In het laatstgenoemde bericht heet het ook in tegenspraak met een Engelsch bericht: „Dat de stemming onder de Duitsche troe pen terneergeslagen is, is een verzinsel der Engelschen, dat zij zelf niet kunnen geloo- ven; het tegendeel is dan ook het gevat. Zij voelen hun superioriteit over de Engel- sche infanterie. In Artois matten de Engelschen zich we der tevergeefs af in infanteriegevechten en verspilden hun opgehoopte munitie." Wat de Engelschen nu weer van dat laat ste vinden, kwam ons op dezen datum geen enkel bericht vertellen, maar we weten het ook wel zonder eenig oorlogstelegram. Wederzijds is men al jaren bezig met eikaars successen te verkleinen of te loo chenen. De duikbooten deden eigenlijk niet veel kwaad, zeiden de Engelschen, en in Duitschland wordt geen gebrek geleden, zeiden de Duitschers. Maar men weet wel beter, uit statistieken omtrent het eerste, en wat het laatste betreft, men vrage den menschen maar eens, die uit Duitschland hierheen komen. 17 Juni. Twee Duitsche luchtschepen doen weer een aanval op Engeland. Eén ervan werd door het afweergeschut oni- laaggeschoten; het andere verjaagd. De „Kreuzzeitung" waarschuwde dezer dagen, toen zij den vliegerraid op Londen besprak: Zij schreef, dat het gewenscht was meer met vliegmachines te werken, omdat d^ Zeppelin-tochten te gevaarlijk werden wegens de verbetering van het En- gelsche afweergeschut. 17 Juni. Een Reuter-telegram uit Peters burg luidt: De Docma nam in een particuliere zitting een motie aan, waarin een afzonderlijke vrede of voortduring van de werkeloosheid aan liet front als verraad jegens de gealli eerden wordt gekenmerkt, en waarin een onmiddellijk aan te vangen offensief wordt geëischt, als zijnde noodzakelijk voor de veiligheid van Rusland en de handhaving van de veroverde vrijheden. IS Juni. Aan het Westfront wijken de Engelschen bij Monchy, en vorderen ze bij Armentières en Yperen; de Duitschers wij ken dus bij Armentières en Yperen, en vor deren bij Monchy. Het is even afschuwelijk als hopeloos. Hoe lang nog IS Juni. Over de redenen voor de uit wijzing van den Zwitserschen socialist Grimm, vernemen Parijsche bladen uit Pe- trogad o. a. het volgende: De Russische regeering liet Grimm het bevel tot uitwijzing overhandigen, daar zij het ageeren van een particulier bij een Rus sische politieke partij ontoelaatbaar achtte. Grimm wilde als agent van een vijandelijke macht onder den dekmantel der internatio nale, Rusland tot een afzonderlijken vrede bewegen. Bij zijn aankomst te Petrograd, drie weken geleden, bemoeide Grimm zich ZEER RIJKE COLLECTIE (bij 't SPUI). TEL, 8829 terstond en op intieme wijze met de actie der maximalisten, hij trok onmiddellijk de aandacht van politieke kringen. Grimm hield zijn redevoeringen steeds in het Duitsch, ofschoon hij Fransch verstaat. 19 Juni Het Lagerhuis heeft bij de be handeling van het wetsontwerp kiesrecht hervorming met 385 tegen 55 stemmen het vrouwenkiesrecht in beginsel aangenomen. 19 Juni. Een bericht uit Saloniki luidt: Het rescript van den nieuwen koning van Griekenland, mede-onderteekend door mi nister-president Zaimis, heeft tot een le vendige discussie in de locale pers alhier aanleiding gegeven. In het bizonder heeft de passage, waarin koning Alexander zegt, dat „hij de heilige zending zal vervullen, welke hem door zijn vader is toevertrouwd, door zich te houden aan de beginselen, wel ke zijn regeering zoo schitterend geken merkt hebben", een zeer pijnlijken indruk in Venizelistische kringen gemaakt en aan leiding gegeven tot felle critiek in de bladen. Velen zijn teleurgesteld door deze uiting, en de Entente zal dat niet het minst van allen zijn. Maar op welken grond had men dan gehoopt, vermoed, verwacht, dat de prins anders dan zijn vader handelen zou Het is ons een raadsel. PLAATSELIJK NIEUWS. Wij vernemen van verschillende zijden klachten over het optreden van de Bloe- mendaalsche Begrafenisonderneming. Zoo zijn nauwelijks de gordijnen van een sterf huis neergelaten ja, het is zelfs voor gekomen, dat de zieke nog niet eens dood was, of aansprekers in hun rouwjas staan al op de stoep om zicli aan te bieden. Dit is een indringerigheid, die niet te pas komt, en waarvan men in andere geme'en- ten niet hoort. Ook vernamen we, dat een paar Bloemendaalsche aansprekers, die later zich naarstig aanboden om de begra fenissen op ons nieuwe kerkhof te bezor gen, dezelfden waren, die in het begin het meest op dat kerkhof hadden af te dingen. Die menschen zullen goed doen, met er zorg voor te dragen, dat de begrafenissen op ons nieuwe kerkhof goed en op kiesche wijze plaats vinden, daar het anders wel eens kon gebeuren dat de staat, provin cie of gemeente het hun eens uit handen nam. Wegverbreeding. Wij mogen hier nog wel eens onze ingenomenheid betuigen met de verbetering van den Bloemendaalschen weg op verscheiden punten. Zoo bij het Overvecnsehe postkantoor en aan den Ter- Hoffsteedeweg, waar de baan een flinken, goed overzienbaren indruk maakt, eu niet het minst trof ons de verbetering bij Voor duin; de thans breeder en vlakker weg is aangenaam begaanbaar, en de fraaie hee renhuizen, op dat punt komen beter dan vroeger tot hun recht. Schoolreisjes. Na het reisje van kinde ren der M. U. L. O. naar de Kaasmarkt te Alkmaar, nu, Donderdag weer een voor kin deren van de O.-L. school. De haven van Amsterdam werd bezocht, bij Krasnapols- ky werd limonade gedronken, de tram bracht het gezelschapje naar Monniken dam, de boot naar Marken. Fijn daagje, hoor. De Haan, Amsterdam; Van Son, Haar lem; korp. J. de Vries, fort Hoofddorp. Fietsers. Deze week uwe lantaarns ten 9 uur 55 minuten aansteken. Wij ontvingen een aardig geïllustreerd boekje over „Het genot van het Buiten leven", met verzoek dat in ons blad aan te kondigen, en we waren dat ook wel degelijk van plan, en het was om zoo te zeggen al gebeurd, indien wij onder het doorbladeren niet bemerkt hadden, dat er in dat heele boekje van onze voortreffelijke gemeente niet met èen woord gerept werd. Aan Heemstede, het Gooi, Gelderland worden artikelen gewijd, maar Bloemen- daal, ho maar. Hoe willen de uitgevers van ons verwachten, dat wij in ons blad over hen spreken, terwijl zij zelf over ons met geen woord reppenNeen, dat kunnen wij niet over ons Bloemendaalsch hart verkrijgen. Onmogelijk. Uit het politie-rapport. Processe n-v e r b a a 1 zijn opgemaakt wegens: diefstal van een rijwiel; rijden zonder licht; het vervoeren van twee per sonen op een rijwiel; beleediging van een ambtenaar. Gevonden en terug te bekomen bij A. Zwemmer, Jansstraat 74, Haarlem, een damesblouse; Genis, Bloemendaalscheweg 66, Bloemendaal, een zilveren kinderarm bandje; J. de Jong, Kleverlaan 23, Bloemen daal, een bloedkoralen armband met gou den sluiting; Rodius Bunge, te Aerdenhout, een boek; J. van der Niet, Zijlweg, te Over- veen. een nikkelen lorgnet; J. Kohier, Vaart en Duin, te Overveen, een dubbeltje; aan het bureau van politie te Overveen, een kinderhoedje; een hoepel; een portemon- naie; een damestaschje; een kinderporte- monnaig; een schaartje; een zweep; een lap flanel. Verloren: een zilveren broche; een gouden broche; een zwarte broche; een gladde gouden ring; een gulden; een gou den dasspeldje; een damestasch met in houd; een hondenriem; een zilveren broche. Komen aanvliegen bij: Beuze- kamp, Kleverlaan 61, Bloemendaal, een bruine postduif. BURGERLIJKE STAND. Van Vrijdag 15 Juni tot en met Donder dag 21 Juni. Geboren: z. van J. Th. J. van de Noort en H. J. M. Burgers; z. van A. van der Werff en P. Bekius; z. van L. van der Hulst en J. A. Hageman; d. van S. Heuvel en M. Braams; z. van H. Bijkerk en W. van der Schuit; d. van P. L. Beversluis en K. Kooijmans. Getrouwd: B. Kanis en A. Eisen- drath; F. Willemse en C. M. Stroomer. Overleden: C. van Maris, 78 j. Overledeninhet gestic h t M e e- r en berg: J. Loenen, 50 j.; E. ter Voort, 59 j.; C. Prijs, 66 j.; J. M. üilquin, 53 j. UIT ANDERE GEMEENTEN. De Reddingsbrigade voor Drenkelingen houdt Dinsdagavond ten 8 uur bij Brink- mann haar jaarlijksche algemeene verga dering. Postkantoor te Bloemendaal. Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten, waarvan de afzenders onbekend zijn; te rugontvangen in de le helft der maand Juni 1917. r De afd. Kennemerland der Evangelische Maatschappij houdt heden, Zaterdag, des avonds ten half acht uur een ledenverga dering in „De Weiman Santpoort. De Internationale school voor Wijsbe geerte te Amersfoort opende Maandag het nieuwe gebouw. De voorzitter hield een toespraak, hoofdzakelijk over onderwijs; het verslag zal in het eerstvolgend nummer der „Mededeelingen" van de school worden opgenomen. De leergangen zijn Maandag geopend, onder groote deelname. VAN HIER EN DAAR. Bericht wordt, dat op initiatief van den heer H. J. E. Wenckebach, voorzitter van de IJzer- en Staalcommissie in het depar tement van Binnenlandsche Zaken, een conferentie heeft plaats gehad van verschil lende voormannen op het gebied van nij verheid en bankwezen, met cenige minis ters, welke bijeenkomst, geleid door den minister van Waterstaat, dr. Lely, ten doel had besprekingen omtrent de oprichting met rijkssteun van hoogovens, staal- en walswerken hier te lande. „In „De Zondagsbede" voor Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen, le zen we: „Ik hoorde eens" verhaalt prof. Drum mond in een zijner werken „van eenige blinde menschen, die men mede had geno men naar een dierentuin. Zij hadden om de dieren heengeloopen en vier hunner kregen zijn weder verkrijgbaar. Prijs 60 cent per doos

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1917 | | pagina 1