12e Jaargang. ZATERDAG 8 Juni 1918. No. 23
JUt Bloetncndaatsch Weekblad.
Redactie en Administratie: Prijs per jaar f2,60 Advertentiën 10 cents per regel.
Ged. Oude Gracht 63 Telefoon 141 Haarlem. ',x Afzonderlijke nummers 10 cent
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
Advertenties, berichten, enz., worden
aangenomen in den boekhandel van den
heer CORN. NI. BLADERGROEN, Bloe-
mendaalsche weg .iï, Telefoon 3113,
Bloemendaal. Ook zijn daar steeds afzon
derlijke nummers van ons blad verkrijg
baar.
NAAR HET BEVRIJDENDE WOORD.
IX.
Het Kamerlid mr. J. Limburg hield in ue
algemeene vergadering der groep Neder
land van het A. N. V. een voordraelit over
„Nederlands Roeping na den oorlog". Aan
deze voordracht, herdrukt in het Juni-num-
mer van „Neerlandia", ontleenen wij hier
het een en ander.
Hoe weinig wij ons de naaste toekomst
nog realiseeren, ais vaststaand verschijnsel
in den wereldoorlog kan worden aange
nomen, dat het nationaliteitsbegrip en het
nationaliteits-gevoel tot nieuw leven zijn ge
wekt. Men behoeft nog niet te belmoren tot
de adepten van de school, die in de prole
tariërs van alle landen een eensgezind leger
meende waar te nemen, om vóór den oorlog
de meening te hebben verkondigd, dat er
grooter verschil bestaat tnsschen sommige
levensrichtingen in eenzelfde volk dan tus-
schen de individuen van verschillende vol
ken, die eenzelfde godsdienstige, politieke
of economische levensbeschouwing aan
hangen. Van wie zoo dachten, is de illusie
sinds Augustus 1914 verbleekt. Twee mach
tige organisaties zelfs, welker staatkundige,
economische en wijsgeerige leerstellingen in
alle landen dezelfde zijn. de katholieke kerk
eenerzijds en de sociaal-democratie ander
zijds om van de zooveel zwakkere lnterr
nationale Pacifistische strooming te zwij
gen hebben, ieder in eigen kring, niet
kunnen verhinderen, dat nu bijna vier jaren
achtereen in alle oorlogvoerende landen het
nationaal bewustzijn elke internationale ge
dachte heeft overheerseht. De katholieken
van Oostenrijk kruisen het zwaard met die
van Frankrijk, eenmaal de oudste dochter
der kerk. De Fransche arbeider, hij zij vol
geling van Jaurès of van Guesde, strijdt
tegen zijn Duitschen Genosse, onverschillig
of deze Scheidemann dan wel Ledebur tot
z.ijn leidsman koos. Het nationale verband
is zooveel sterker gebleken dan elke inter
nationale gedachte. Maar tegelijk is het
nationale gemeenschapsgevoel, zooali?
Groen liet zich aan geen territoriale gren
zen gebonden voorstelde, op steeds luider
toon gehoor komen vragen bij de toekom
stige staten-organisatie. Men eischt het
zelf-beschikkingsrecht der naties. Het aan
staand vredescongres zal niet slechts voor
een Elzasser. Italiaansche en Poolsehe
kwestie, het zal voor een Czechisch en m
het algemeen voor een Slavisch vraagstuk
worden gezet; het zal voor de nationalitei
ten-vraag in Lijfland, Koerland, Estland en
Lithauen, in Bulgarije en Griekenland, mis
schien zelfs voor die van Vlaanderen
voor ons misschien de meest delicate van
alle worden gesteld.
Ook in Nederland heeft de oorlog de
saamhoorigheid van alle volksgenooten tot
diep besef gebracht. Allen zonder onder
scheid van politieke partij schaarden zich
in de bange Augustus-dagen van 1914 om üe
regeering. Dat wij Nederlanders zijn en
willen blijven; dat wij ons eigen staats
bestel, onze eigen taal en instellingen als
het hoogste goed zullen bewaren en verde
digen, wij zijn er door de jaren van een
verschrikking, waarbij wij tot nog toe toe
schouwers mochten blijven, slechts te die
per van doordrongen. In zooverre heeft het
Algemeen Nederlandsch Verbond bij zijn
streven in deze wereldramp een bondge
noot gehad. Wij zullen voortgaan onze
land- en stamgenooten in den vreemde door
steeds nauwere banden te hechten aan het
moederland.
Ik zie in mijn gedachte reeds het Alge
meen Nederlandsch Verbond als het alies
omvattende lichaam, dat als het ware het
zelfbeschikkingsrecht van ons volk verper
soonlijkt en vanwaar de kracht uitgaat tot
een euergiseh eu intens arbeidend Neder
land. Het Algemeen Nederlandsch Verbond
is het lichaam, dat andere reeds bestaande
vereenigingen in zieh opneemt, wijl centra
lisatie tot hoogere krachtsontwikkeling kan
leiden. Ik zie dat Verbond als de Centrale
Organisatie, vanwaar uit niet alleen de bui-
tenlandsche Nederlanders tot het moeder
land, doch vanwaar uit niet minder Neder
land tot het buitenland wordt gebracht. Ken
nis van Nederland in den vreemde is voor
de onafhankelijke positie van Nederland m
het stateneomplex evenzeer noodig als het
saamhoorigheidsgevoel van alle Nederlan
ders, waar ter wereld ook woonachtig. Ken
nis omtrent Nederland in het buitenland
noodig, opdat de vreemdeling ons land naar
waarde kunne schatten. Aan die kennis
heeft in de oorlogsjaren tot nog toe veel
ontbroken. Al zal de oorlogspsychose in de
verschillende landen aan een juiste waar
deering onzer neutraliteit in den weg heb
ben gestaan, het feit is niét te loochenen,
dat het huitenland weinig of niets van onze
instellingen en van onze cultuur kende en
kent. Men heeft eerbied voor onze schil
derschool, maar beseft weinig welk een
rijke letterkunde deze lage landen de we
reld bieden. Van ons regeeringsstelsel en
ons administratief bestuurssysteem kan het
buitenland reeds daarom de verdiensten nier
opmerken, omdat de landgenoot zcli ge
woon is er slechts smaad voor over te heb
ben. zonder te beseffen, dat onze instellin
gen uitzonderingen daargelaten de
vergelijking met vreemde mogendheden glo
rierijk kunnen doorstaan. Die kennis van
land en volk bij den vreemdeling te ver
meerderen, het is Nederlands roeping zoo
gauw de vrede daartoe in staat stelt; iiet
is de taak van het Algemeen Nederlandsch
Verbond, omdat het eep>van de middelen is
om ons vaderland de plaats te geven in de
wereld, waarop het recht heeft.
Nauw hiermede verbonden acht ik de
taak, den jongen Nederlander den weg te
wijzen hoe voor Nederlandsche energie in
het buitenland een arbeidsveld is te vinden.
Ik weet, dat ook dit onderwerp tot de zorg
van een reeds bestaande vereeniging be
hoort. Maar wanneer ik mij het Algemeen
Nederlandsch Verbond denk als de Alge
meene organisatie, dan heeft zijn hand ook
hier volop werk. Het buitenland zal na den
oorlog gebrek hebben aan krachten zoowel
door de geteisterde bevolking als door den
onwil voormalige vijanden toe te laten in
bedrijven op allerlei gebied, waarop voor
Nederlandsche jongelieden lauweren zijn ;c
plukken en niet lauweren alleen. Het Al
gemeen Nederlandsch Verbond dat reeds
het consulaatswezen tot zijn arbeidsveld
heeft gekozen, kan, wil het zijn veelomvat
tende taak behoorlijk vervullen, een afdee-
ling: „Handel en Nijverheid in het Buiten
land" niet ontberen.
Maar er is meer. Ook naar tropisch Ne
derland gaan mijn gedachten uit. Daar leeft
..in den gordel van smaragd om den eve
naar" een bevolking, die geestelijke en stof
felijke ontwikkeling behoeft om zich uit te
leven in hooger levensgeluk. Wij Nederlan
ders hebben die ontwikkeling naar ons ver
mogen bij te brengen. Dat is onze redelijke
plicht. Wanneer wij dien vervullen zal Tn-
sulinde, eenmaal wingewest, in werkelijken
zin zóózeer bestanddeel worden van den
Nederlandschen Staat, dat de Indische Ne
derlander zich met ons volk even saamhoo-
rig zal gevoelen als de Dominions met En
geland. Ligt hier voor het Algemeen Ne
derlandsch Verbond niet een ontzaglijk ar
beidsveld
PLAATSELIJK NIEUWS.
De woning van wijlen mei. Muller aan
den Bloemendaalscheweg tegenover Spar
renheuvel, is aan de Mollaanzijde niet te
herkennen veranderd. Zij is betrokken door
mevrouw KalffRutgers van der Loeif, die
ook den tuin grondig liet wijzigen en op
fleuren.
De dames „opschepster^" (men vergevc
ons het woord, maar het is hier letterlijk
bedoeld) in wijlen de Centrale keuken, ont
vingen van gemeentewege een vleiend
schrijven, met dank voor haar arbeid. Een
getuigschrift van burgerdeugd komt in deze
zaak allereerst toe aan mevrouw Eckhardt,