12e Jaargang.
ZATERDAG 15 Juni 1918.
No. 24
jtet Btoetnendaalsch Weekblad.
Redactie en Administratie: Prijs per jaar f2,60 Advertentiën 10 cents per regel.
Ged. Oude Gracht 63 Telefoon 141 Haarlem. Afzonderlijke nummers 10 cent
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
Advertenties, berichten, enz., worden
aangenomen in den boekhandel van den
heer CORN. NI. BLADERGROEN, Bloe-
mendaalsche weg 50, Telefoon 2112,
Bloemendaal. Ook zijn daar steeds afzon
derlijke nummers van ons blad verkrijg
baar.
NAAR HET BEVRIJDENDE WOORD.
X.
In ons vorig nummer gaven wij uit mr.
J. Limburg's rede „Nederlands roeping na
den oorlog'' een overzicht van dat gedeel
te, hetwelk onze nationaliteit betrof. In de
voordracht werd naast dat nationaal-zijn
als tweede roeping van Nederland na oen
oorlog genoemdzijne medewerking aan de
totstandkoming van een statenbond. Wij
ontleencn:
Een Statenbond gedacht als de hoogere
eenheid, waarvan de staten eenigszins zijn
te beschouwen als de provinciën in een staat
van den tegenwoordigen tijd, een eenheid
waarvan reeds wijlen de hoogleeraar Ha
maker droomde, toen hij zich de ontwik
keling dacht van het toekomstige internatio
naal privaatrecht, strijdt inderdaad met de
nationaliteits-idee als grondslag voor ieue-
ren afzonderlijken staat. Doch een Staten
bond als een verbond van verschillende sta
ten ter beraming van maatregelen, die een
oorlog in de toekomst moeten voorkomen,
veronderstelt juist die eenheid niet. Hij zal
zich een beperkt doel hebben gesteld. Toch
reikt ook een dergelijke Bond hoog genoeg
om in zijn verwezenlijking hét bereiken van
een ideaal te mogen zien; immers de te
beramen maatregelen raken niet minder
dan het vraagstuk van internationale recht
spraak voor geschillen tusschen de leden,
de Staten, van den Bond, het vraagstuk
van de open deur en de vrijhavens ten op
zichte van in- en uitvoer, het vraagstuk ein
delijk van de internationale ontwapening.
Een Statenbond, met een dergelijk doel tor
stand gekomen, moge het aanvangspunt
vormen voor een nieuwe organisatie der
mensehheid, vooralsnog zou hij wel verre
van te strijden tegen het beginsel van üc
nationaliteits-idee, juist dat beginsel, zoo
liet eenmaal in de afzonderlijke staten tot
zijn recht was gekomen, zeker stellen tegen
imperialistische aanslagen, die het nationali
teitsgevoel der volken geweld zouden wil
len aandoen. Eerst'warneer een verre t e-
komst het begrip wereldburger in de plaats
zou zijn gaan stellen voor het begrip Sta
tenbond, zou het begrip Statenbond over
gaan in dat van een wereldstaat.
JDat Nederland het tot stand komen van
een Statenbond der groote mogendheden
tot afwering van een toekomstigen oorlog
van harte moet toejuichen, staat voor mij
vast. Immers de mogelijkheid van een
Statenbond veronderstelt de herleving van
het door den oorlog ter neer geworpen
volkenrecht, de vervanging van macht d na
recht, en wie zal ontkennen, dat op dit ge
bied het land van de vredesconfcrentiën en
van het vredespaleis, het land van Hugo de
Qroot en van Bijnkershoek een roeping
heeft te vervullen? Het volkenrecht ligt
ter neder en toch bestaat het. Ziet ge met,
hoe dagelijks de beide oorlogvoerende par
tijen elke inbreuk op de rechten der neu
tralen trachten te verontschuldigen met tie
bewering, dat zij de regelen van het vol
kenrecht niet hebben overtreden Het is
Hugo de Groot's werk over „het Recht van
Oorlog en Vrede'' dat alle oorlogvoeren
den instinctief heeft doen zoeken naar een
grond of althans naar een voorwendsel van
recht. Het is alsof Busken Huet in zijn
„Land van Rembrandt'' zijn oordeel over
Grotius' boek eerst gisteren schreef. Hoort
hoe hij de beteekenis en den invloed van
de Groots werk schetst:
„Gelijk boven den roman van Cervantes
de lichtglans der ridderlijke edelmoedig
heid, zoo zweeft boven de 17de eeuw in
Europa de menschlievende gedachte van
Donquixote de Groot. Telkens heeft in den
loop des tijds de werkelijkheid haar gelo
genstraft. Zoo vele oorlogen er sedert den
dood van haar ontwerper in de vijf wereld-
decien gevoerd zijn, zoo vele malen ging
■'it de kabinetten der diplomaten een ongu-
loovig lachen op. Niettemin heeft De Groot
een uitkomst gekregen, welke den roem
ner gaven waardig is. Sedert zijn boek het
licht zag, is elk zich verwijderen van liet
vicderijk, door hem gedroomd, voor on
trouw aan de roeping van het menscheiijk
geslacht erkend. Niemand heeft het ideaal
durven schenden, zonder voor tc wenden
het te eerbiedigen."
Kwalijk kon beter de invloed van ons
land door middel van zijn begaafden zo o-
op het volkenrecht zijn geschetst. Eti dan
zou het Nederlands roeping niet z.jn dat
volkenrecht verder te ontwikkelen? Dan
zou Nederland na den oorlog als een der
weinige werkelijk neutralen en dan waai -
schijnlijk, nadat de oorlogsorkaan zich heeft
gelegd, als zoodanig algemeen erkend, niet
behulpzaam zijn in het tot elkander bren
gen van de voormalige vijanden? De haai
der volken pleegt niet het minst te wortelen
in gemis aan voldoende kennis van elkan
ders zeden, instellingen en karakter. Zeker,
Charité bien ordonnée commence par soi-
même. Eerst hebben wij te zorgen, dat het
buitenland juiste kennis verkrijgt omtrent
ons. Maar daarna en daarnaast kan het
onze taak zijn ter snellere ontwikkeling van
de internationale instellingen, die den oor
log in de toekomst zullen moeten voorko
men, een instituut in het leven te roepen,
dat diepgaande studie maakt van de om
ringende volken en, door het publiceereii
van de vruchten dier studies in verschil
lende talen, misverstand kan voorkomen of
wegnemen.
Reeds gaf ons land het aanzijn aan een
Internationaal Intermediair Instituut, dat
omtrent volkenrechtelijke kwestiën een ob
jectieve, deskundige vraagbaak beoogt te
zijn voor de geheelc wereld. Zou het ee
roeping van ons land voorbijstreven, indien
het mede in het leven riep een instelling,
die omtrent landen en volken zoo objectief
mogelijk gegevens verzamelde om aan w ie
ter wereld het maar vroeg, een juister beeid
van een bepaald volk te kunnen verschat-
ien dan hij zich door slechts de dikwerf
/eer partijdige bronnen in zijn eigen land
te raadplegen zou kunnen vormen? En
zoo dit nieuwe instituut het zoover bracht,
dat het opgang maakte in de wereld, zou
dan niet alweder een hulpmiddel in het le
ven zijn geroepen, waardoor de weg tot
onderling begrijpen en waardeeren en dus
de weg tot den Statenbond was geopend
of waardoor die Bond, zoo tot zijn oprich
ting reeds was besloten, kon worden ver
wezenlijkt en gestevigd
De taak zou moeilijken en inspannenden
arbeid vereischen. Die schrikt ons echter
niet af, want ik ben overtuigd, dat niemand
onzer dien arbeid schuwt, wanneer het er
ui gaat ons Vaderland dienstbaar te maken
aan het heil der mensehheid.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Kennemer-Ketiken. Men deelt ons me
de, dat de Keunemer keuken in de eerste
week van haar bestaan reeds 1624 middag
malen heeft afgeleverd. De aanvragen om
lid te worden blijven steeds toestroomen.
Dinsdag werd te Bloemendaal de eerste
algemeene vergadering van aandeelhouders
der N. V. Hogenbirk Zoon's smederij,
constructiewerkplaats, machinefabriek en
draadvlechterij gehouden. Het jaarverslag
bleek, ondanks de moeilijkheden, door de
tijdsomstandigheden geschapen, zeer gun
stig.
In hotel „Duin en Daal'" wordt weder
een tentoonstelling van werken van Haar-
lemsche schilders gehouden.
Openbare vergadering. Dinsdag a.s. des
avonds ten half negen houdt de afd. Sant
poort Bloemendaal van de S. D. A. P. te
Bloemendaal een openbare vergadering in
hotel „Vreeburg". Spreker is dr. Th. v. d.
Waerden, caiididaat voor de Tweede Ka
mer. Onderwerp: „De beteekenis van 3
Juli a.s." Toegang tien cents.
Fietsers. Deze week uwe lantaarns
ten 9 uur 51 minuten aansteken.