%r ALGEMEEN WEEKBLAD
Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. korti"g-
12e Jaargang.
ZATERDAG 13 JULI. 1918.
No 28.
Het Bloemendoobeh (deeMM
tr
Prijs
regel
per nummer Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: beiln-ri'ke
25 coiits
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
Advertenties, berichten, enz., worden
aangenomen in den boekhandel van den
heer CORN. NI. BLADERGROEN, Bloe-
mendaalsche weg 53, Telefoon 3413,
Bloemendaal. Ook zijn daar steeds afzon
derlijke nummers van ons blad verkrijg
baar.
GEMEENTERAAD.
ZITTINü VAN 11 JULI 1918.
De geheime zitting.
De openbare vergadering werd te 2 uur
geopend, maar nog voordat iemand gele
genheid had gehad zich naar de publieke
tribune te begeven, werd de openbaarheid
opgeheven en ging de raad in geheim co
mité. Wat daar besproken werd Wat kan
het anders geweest zijn dan de annexatle-
quaestie Het is altijd moeilijk gissen naar
het in vergadering-met-gesloten-deuren
verhandelde en men wil er een raads
lid ook niet laten inloopen door van
toevallige bekendheid gebruik te maken om
hem uit te hooren. Maar ik verwed er toch
een half ons thee om, dat de heeren zich
met de annexatie hebben bezig gehouden.
Of was niet ingekomen een van 28 Juni
gedateerd schrijven van het Provinciaal
Bestuur, welk schrijven tamelijk eenslui
dend is met dat, hetwelk Heemstede van dit
college heeft ontvangen Bij Heemstede is
eerst dit antwoord van Gedeputeerden ge
publiceerd en daarna het zich tegen de an
nexatie verzettend schrijven van B. en W„
waarop het antwoord klopte. In Bloemen
daal gaat het regelmatiger. Men kent het
verweerschrift van de rechtskundige raads
lieden (niet leden) van het gemeentebestuur
en nu kan men ook kennis nemen van het
antwoord van Gedeputeerden,
De annexatie.
„Wij hebben de eer u mede te deelcn,
dat wij uw schrijven, houdende uwe be
zwaren over het voorstel der gemeente
Haarlem tot verandering harer grenzen en
tot toevoeging van gebied uwer gemeente
bij het hare, nauwlettend overwogen hebben.
Met eerbiediging van de daarin door u
aangevoerde bezwaren en met waardeering
voor de wijze, waarop uw college daarbij
voor de belangen uwer gemeente is opge
komen, zijn wij niettemin andermaal tot
de slotsom gekomen, dat een gezonde groei
van de gemeente Haarlem en de noodzake
lijkheid om daarbij op eigen gebied en tot
in een vrij verre toekomst te voorzien in
de behoefte aan woonruimte en in die aan
haven- en industrieterreinen, eene uitzet
ting harer grenzen op ruime schaal ver-
eisclit. Aangezien het te uwer kennis ge
brachte voorstel van het gemeentebestuur
van Haarlem daartoe een aannemelijken
grondslag biedt, hebben wij besloten eene
grenswijziging op den voet van dat voor
stel ter hand te nemen.
„Het nadeel, dat hierdoor aan uwe ge
meente zal worden toegebracht, achten wij
van minder gewicht dan het algemeen be
lang, hetwelk gediend zal worden door de
bevordering van een gezonden groei van
de gemeente Haarlem.
„Indien u meent, dat in het door ons op te
maken ontwerp bizondere voorwaarden
zullen moeten worden opgenomen ten aan
zien van uwe gemeente, wordt uw bericht
daaromtrent door ons uiterlijk 15 Oct. a.s.
tegemoet gezien. Daarbij zal in ieder geval
eene opgave te voegen zijn van de opper
vlakte van het gebied, hetwelk naar Haar
lem overgaat en van het aantal inwoners."
Men ziet het la mort sans phrases. En
zelfs nog een ultimatum; Bloemendaal kan
nog doen weten of het gevierendeeld dan
geachtendeeld wil worden. Maar het moet
zijn zelfbeschikkingsrecht prijs geven. Ge
deputeerden achten het voorstel van Haar
lem „een aannemelijken grondslag'' en be
roepen zich op het „algemeen belang".
De raad heeft dit schrijven in geheime
zitting stellig niet onbesproken gelaten. En
het zou ons niets verwonderen, zoo b. v. de
heer Bispinck de opmerking had gemaakt,
dat in het antwoord van Gedeputeerden be
ter „Haarlemsch belang" dan „algemeen
belang" hadde kunnen staan. Er zal nog wel
wat meer gezegd zijn ook, want de gehei
me zitting duurde tamelijk lang en toen
eindelijk het publiek binnenstroomde, zagen
de vroede vaderen er nog verhit uit van
hun struggle for life.
De openbare zitting.
Dat binnenstroomende publiek bestond uit
één persoon, wiens beroep doet vermoeden,
dat het hem om de annexatie-gevechten ie
doen was geweest. Maar die waren al at-
geloopen, toen hij werd binnengenood. Ove
rigens was de „publieke tribune" gevuld
met persmuskieten. Er was blijkbaar een
nieuweling onder lien, wien men de oner
varenheid en de plaatselijke onbekendheid
aanzag. De andere verslaggevers waren
talrijker dan ooit er waren dagbladen,
die er hun „staf' op hadden afgevuurd.
Maar die staven zouden van een koude
kermis thuis komen.
Aan de tafel van het Dag. Bestuur zag
men den nog van strijdlust blakenden goe-
ronden regentenkop van den burgemeester
tusschen de puriteinsche houtsnee van wet
houder De Waal Malefijt en de voor een
wethouder veel te lange gestalte van Abra
ham Koolhoven, wiens uiterlijk bitter wei
nig overeenkomt met dat van zijn beroem
den voornaamgenoot.
in het vroede hoefijzer zaten alle leden
en het deed weemoedig aan tusschen die
rookende, meest dikbuikige heeren, velen
van wie het vooruitzicht der zomervacan-
tie op het gelaat speelde, dien eenen ledigen
zetel te zien, waar de Dood zijn greep heeft
gedaan. Als het waar is, dat ook raads
leden in den hemel komen en door de star-
reruiten naar dit ondermaansche zien, moet
het verscheiden raadslid wel hebben ge
glimlacht over dit knusserig gedoe, waarin
hij toch ook eenmaal thuis was.
Hartelijk dank.
Voor kennisgeving aangenomen werd een
schrijven van E. van Leeuwen, houdende
betuiging van dank voor hem verleenden
toeslag op zijn pensioen. Hartelijken dank
had de raad in ontvangst te nemen van J.
Bodisco voor dezen verleenden toeslag. En
voorts werd voor kennisgeving aangenomen
een bericht van P. van Aalst, dat hij zijne
benoeming van arts belast met de armen-
practijk te Vogelenzang, aanneemt.
De werklooze doodgraver.
Naar aanleiding van een schrijven van
den doodgraver der oude begraafplaats
J. W. Hageman, houdende verzoek om
schadeloosstelling of gratificatie, stelden B.
en W. voor, den man, van wiens diensten
door de sluiting dier begraafplaats geen
gebruik meer kan worden gemaakt, eene
gratificatie toe te kennen van J' 50,De
man kreeg ze. En hij gaat er niet mede
achteruit. Want verleden jaar heeft hij met
begraven niet meer dan een goede 40,—
verdiend. Of die 50,nu een jaarlijk-
sche toelage was of een gratificatie, werd
er gevraagd. „Een gratificatie,'' antwoord
de de burgemeester. Het laat zich aanzien,
dat de werklooze doodgraver het volgend
jaar wel weer om een gratificatie zal aan
kloppen. Nu, als het van ons afhangt, krijgt
hij ze zeker, want welke doodgraver kan
er nu ooit op gerekend hebben, dat ook in
zijn vak slapte van werkzaamheden zou
intreden
Ontslagen veldwachters.
Voor kennisgeving aangenomen werd een
mededeeling van den Commissaris der
Koningin, houdende bericht van verleend
ontslag aan W. J. Serné en J. Tissen als
buitengewone veldwachters. „Er was iets
met hen gebeurd," lichtte de voorzitter toe.
De Delft wordt niet verdiept.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijn
land hadden doen weten op dien hoog-
hartigen toon, die dijkgraven en hoogheem
raden nu eenmaal eigen is dat zij niet
bereid zijn de verdieping van de Delft van
hunnentwege te doen plaats hebben, nocb
zich daarvoor een belangrijker financiëele
opoffering te getroosten dan reeds vroeger
werd aangegeven. Alleen dan, wanneer
eveneens de verdieping van het deel der
Delft binnen de gemeente Haarlem alsmede
van de Garenkokersgracht verzekerd is en
de rest der kosten door andere belangheb
benden bijeengebracht wordt, zal de zaak
voortgang kunnen hebben.
Dit schrijven lokte eenig gemompel uit
van den voorzitter en van den heer Bis
pinck. De heeren hadden het over boezem
water en vaarwater,, maar wat ze precies
bedoelden, was niet wel snapbaar voor niet
in Delftverdiepiijgsgeheimen ingewijden.
Het schijnt hierop neer te komen, dat Haar
lem er niets aan wil doen en dat dus Bloe
mendaal er ook maar af moet blijven. Het
hooghartige schrijven werd voor kennis
geving aangenomen.
Aanvulling eener suppletoire begrooting.
Ingekomen was voorts een schrijven van
Gedeputeerde Staten, houdende bericht, dat
de ter goedkeuring ingezonden suppletoire
begrooting aanvulling behoeft (het betreft
een administratieve quaestie). B. en W.
stelden voor, overeenkomstig het verlangen
van Ged. Staten die suppl. begrooting aan
te vullen en conform dit voorstel werd zon
der hoofdelijke stemming besloten. In kan
toortaal zou dit heeten, dat men op een
foutieve boeking gewezen is en beterschap
belooft.
Opslag van aardappelen.
Ingekomen was een circulaire van het
Ministerie van Landbouw afd. Crisiszaken
betreffende opslag van aardappelen. Of dit
stuk bij de stukken had gelegen infor
meerde de voorzitter. „Neen," werd hem
geantwoord. Dan zou ZEDAchtbare het
maar eens voorlezen. Nu heeft ZEDAcht-
b<uc een fraaie stem al zal hij zich in
dit opzicht niet met Jac. van Kempen willen
meten maar het is een heele toer om uit
een burgemeester wijs te worden, die een
circulaire over aardappelen voorleest. Het
kwam er op neer, dat de minister eigenlijk
niet weet of er meer voordeelen zijn dan
nadeelen aan het toestaan aan particulieren
om aardappelen op te slaan. En daarom
wilde Z.Exc. wel eens weten of de raad
was vóór distributie geheel van rijkswege,
dan wel vóór het toestaan van opslag, al
zou dan die opslag zich wel uitstrekken
over veen- en zandaardappelen, maar niet
over klei-aardappelen. B. en W. stelden
voor opslag in verhouding tot bergplaats
en de voorzitter deelde mede, dat de plaat
selijke Landbouwcommissie er ook zoo
over dacht.
Maar de heer Laan bedacht, dat „opslag in
verhouding tot bergplaats" beteekent geen
opslag voor wie geen bergplaats heeft en
hij wilde door de gemeente doen kuilen wat
ieder opgaf noodig te hebben. Op die ma
nier zouden we, meende hij met benijdbaar
optimisme, gemakkelijk den winter door
komen. Maar wethouder De Maal Malefijt
bracht hem onder het oog, dat het niet aan
gaat om maar te gaan kuilen, als de Mi
nister nog niet eens eigen opslag heeft toe
gestaan. Besloten werd den Minister te be
richten, dat het gemeentebestuur van Bloe
mendaal de voorkeur geeft aan eigen op
slag boven distributie. Het zal moeten blij
ken of dit besluit niet wat lichtvaardig ge
nomen werd. „Opslag in verhouding tot
bergplaats" is heel aardig maar het is
niet waar, (wat een der raadsleden zei) dat
iedereen wel een stukje grond heeft om
aardappelen te kuilen en het is heelemaal
niet waar (waaraan geen der raadsleden
scheen te denken), dat het iedereen schikt
om mudden aardappelen op te doen in
dezen tijd. nu voor velen het geld nog
schaarscher is dan het vet. Mogelijk heb
ben alle raadsleden voldoende kuilgrond
alle gemeenteleden zeker niet. En het is
te hopen, dat bij het antwoord aan den
Minister ook zal gedacht worden aan het
voorstel van den heer Laan om gemeente
lijke aardappelkuilen te graven men zou
warempel haast denken, dat het voorstel
van Ter Laan afkomstig was.
Aanranding van de macht van het Dag.
Bestuur.
We leven in den tijd der bolsjewiki.
Ingekomen was een schrijven van de ti-
nanciëele commissie, die in 1910 werd in
gesteld en belast met de voorbereiding van
zaken van financiëelen aard, waarover de
raad heeft te besluiten. De commissie zeide
in dat schrijven, dat het haar voorkomt, dat
de verordening, welke haar werkkring be
paalt, niet ruim genoeg is om het haar mo
gelijk te maken behoorlijk aan haar doel te
beantwoorden. In het bizonder acht zij het
gewenscht, dat voorstellen tot het doen van
uitgaven op de begrooting niet voorkomen
de of de daarop uitgetrokken posten te
boven gaande, in hare handen om bericht
en raad worden gesteld. Waarom de com
missie voorstelt genoemde verordening
aan te vullen overeenkomstig een door haar
aangegeven ontwerp-verordening.
De voorzitter begon dit voorstel al dade
lijk te bestrijden. Het Dag. Bestuur gevoelt
er niet veel voor, zeide hij en hij las een
lijstje voor van niet op de begrooting voor
gekomen of de daarop uitgetrokken posten
te boven gaande uitgaven, welke gedaan
zijn en waarmede men toch kwalijk tel
kens de commissie had lastig kunnen val
len. Die posten betroffen uitgaven van
4,6,j 25,en die alle waren
netjes gespecificeerd. Maar er was er ooK
een bij voor de Crisis-Courant. En dat cij
fer kreeg men niet te hooren. De voorzitter
toonde door toon en voordracht het voor
stel onaangenaam te vinden; hij waar
schuwde voor consequenties en moeilijk
heden in de practijk, achtte het voorstel
zelfs strijdig met de wet en kwam er voor
uit, dat naar zijne meening de financiëele
commissie een taak wilde vervullen, die
taak is van het Dag. Bestuur.
De heer Laan, voorzitter der financiëele
commissie, wees er op, dat, de voorzitter
mocht a! "malend spreken van postjes van
4,en 6,toch eenmaal een geval
van belang
Maar de voorzitter herhaalde zijn vrees
voor moeilijkheden en harrewarrerij. Ging
het voorstel nog van den raad uit. dan was
het wat anders. Maar nu het komt van de
financiëele commissie zelve
De heer De Roo van Alderwerelt (lid der
commissie) verdedigde het voorstel.
De heer Teding van Berkhout (eveneens
lid der commissie) gaf als zijne meening te
kennen, dat, als het Dag. Bestuur nu maar
rekening wil houden met de wenschen der
commissie, haar voorstel geen verwezenlij
king behoeft. En toen nu de voorzitter der
commissie, de heer Laan, hem bijviel en
het voorstel dus feitelijk werd ingetrokken,
ging de voorzitter van den raad, verlucht,
tot het volgende punt der agenda over.
Afwijkingen \an de bouwverordening.
Dit was een veizoek van den heer E. Ver-
schuyl te Hilversum (namens zijn princi
paal den heer P. Verschuyl te Bloemendaal)
om een nieuw te bouwen garage aan een
nieuw te maken weg bij de Vijverlaan te
mogen afdekken met brandbaar riet.
B. en W. stelden voor op dit verzoek
afwijzend te beschikken op grond dat op
slechts 130 M. afstand van het nog te bou
wen perceel reeds een huis staat met een
rieten dak. De raad ging met dit afwijzende
prae-advies mede en zoo kreeg men het
weinig geziene te zien, dat geen afwijking
van de bouwverordening werd toegestaan.
Gelukkiger was de heer W. F. Kruijer te
Haarlem, die ten behoeve van den bouw
\an zijn landhuis te Bentveld dispensalie
verzocht van het fameuze art. lOWs der
bouwverordening. Hij kreeg zijn zin.
Verhuizen kost bedstroo.
en geld. Dit hadden verschillende
gemeente-ambtenaren bedacht, die gedwon
gen zijn te verhuizen. Zij hadden B. en W.
in den arm genomen en dezen stelden den
raad nu voor om, uit overweging van de
billijkheid om gemeente-ambtenaren, die
gedwongen worden te verhuizen, schade
loos te stellen, te besluiten hun eene bij
drage in de daaraan verbonden kosten te
verleenen, gelijk aan een halve maand sa
laris. Het was de minst royale opvolging
van het voorbeeld van de H. IJ. S. M„ die
ambtenaren een heele maand salaris, be
ambten een halve maand loon schenkt. De
voorzitter meende, dat men maar moest
toegeven „om van het gezeur af te wezen",
en de raad keurde het voorstel goed. Maar
het is zeer de vraag of men nu wel „van het