1.3c J. ïabois, Velsen ,39 2 ><34;
14e Clifford, Amsterdam, 38 2 37;
15e v. (iinkel, Amsterdam, 3837—36;
16e Wirtjes, Amsterdam, 383736;
17e Vissering, Amsterdam, 38 5 X 36;
18e Dr. Heslinga, Velsen, 383634;
19e J. Bregman, Bl'daal, 38—34—33;
20e li. W. Vetli, Bloemendaal, 3X37;
Dames Vrijebaan:
Mevr. De Jong, Den Haag, 40;
Mevr. Cator, Bloemendaal, 37;
Mej. Diepeveen, Bl'daal, 36—35 4 X 34;
Mevr. v. Heijst, Velsen, 363534;
Mevr. v. Riesen, Amsterdam, 36;
Mej. Bloemink, Bloemendaal, 35 3 X 34;
Mej. De Boer, Bloemendaal met 22 treffers
eonsolatieprijs.
De prijsuitreiking heeft plaats op 18 Au
gustus des avonds 8 uur in de groote bo
venzaal van het café restaurant „Vree
burg"' te Bloemendaal.
bietsers. Deze week uw lantaarns
ten 8 uur 49 minuten aansteken.
Uit het politie-rapport.
Gevonden en terug te bekomen bij
J. Swen, Noorder-Stationsweg 1, Bloemen
daal, een fantasie-broche; A. M. Hagel,
Plantageweg 75b, Rotterdam, een gouden
schakelarmband; Jongejan, Boschlaan 27,
bij ldes, Bloemendaal, een lila damestaseh
met inhoud; C. H. Vrugt, Gasthuisstraat
26zwart, Haarlem, een zwarte sjaal; H.
König, Zijlweg 68a, Overveen, een leesboek;
C. Houtzager, Oranjestraat 161, Haarlem,
een ring met 4 sleutels; N. J. C. Bühning,
Kweekduinweg 2d, Overveen, een vulpen
houder; Schieferdecker, Mollaan 5, Bloe
mendaal, een kanarievogel; J. F. van Ga
len, Van-Haemstedelaan 36, Overveen, een
witte vrouwenzak met inhoud; aan het bu
reau van politie te Overveen, een porte
feuille met inhoud en een zweep.
Verloren: een fantasie halsketting,
een zilveren rammelaar; een bruine dairies-
tasch; een zwarte heerenportemonnaie; een
haarspeld; een portemonnaieeen zweep;
een ring met sleutels; een zilveren beursje.
Komen aanloopen bij; Wila,
Brouwersvaart 2a, Haarlem, een Russische
hazewindhond.
Nagekomen Advertentie.
Do lieer en Mevrouw F. A. VAN DER
BREGGEN—SrjLLENiAR Bilgks geven kennis vau
de geboorte hunner Dochter
ALETTA JOHANNA.
Rotterdam, 15 Augustus 1918.
BURGERLIJKE STAND.
Van Vrijdag 9 Augustus tot en met Don
derdag 15 Augustus.
Geboren: z. van J. Bakker en E.
Schipper; z. van C. van Egmond en C. M.
van Wonderen; d. van E. W. Heijthekker en
E. Altink; z. van W. J. van Gaaien en J. C.
van Breemen.
Getrouwd: O. J. Hinloopen en G. J.
Visser; A. Groenevelt en W. G. van Over
zee.
Overleden: J. Revers, 66 j., wonende
te Haarlem; F. M. A. Hovine, 68 j., wonende
te Mouscron in België.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
50-jarig jubileum van de Haarlemsche
vrijwillige brandweer. Het programma
van de feestviering ter gelegenheid van het
gouden jubileum der Vrijwillige Brandweer
luidt aldus:
Maandag 19 Augustus: Des namiddags
te halfdrie gelukwensch van de commissie,
namens de burgerij, aan den staf, in de
bovenzaal van „de Kroon''; te 3 uur re
ceptie van den staf in die zaal; halfzes
feestmaal, den staf namens de burgerij
aangeboden door de commissie; halfacht
ontvangst ten stadhuize; kwartier over ach
ten onthulling van den gedenksteen, aange
boden door de verecniging „de Tien'"; te
half negen muziek-uitvoering op de Groote
Markt door Haarlem's Muziekkorps. Ten
slotte réunie van alle spuitgasten in de za
len van „de Kroon".
Woensdag 21 Augustus, des avonds te 7
uur: wedstrijd van de Vrijwilligers-Com-
pagnie op den Doelen. Na afloop prijsuit-
deeling in „de Kroon".
Zaterdag 24 Augustus, in de Vereeniging:
feestavond voor de jongelui met hunne
dames.
VAN HIER EN DAAR.
Minister Posthuma naar Indië Uit
Batavia werd aan het „Soer. Hbl." geschre
ven:
„Wij vernemen uit de beste bron, dat mi
nister Posthuma van regeeringswege is aan
gezocht voor vervanging van dr. Lovink, als
directeur van landbouw.
„Mocht hij niet daartoe bereid zijn, dan
moet als ernstig candidaat beschouwd wor
den de directeur-generaal van landbouw,
de heer Van Hoek."'
Vrijzinnig Hervormden. Naar de „N.
R.'Ct." verneemt, heeft het hoofdbestuur
van de Vereeniging van Vrijzinnige Her
vormden in Nederland een commissie be
noemd tot bestudeering van een herziening
van de reglementen der Ned. Herv. Kerk in
vrijzinnigen geest. De commissie bestaat uit
de heeren ds. D. Boer te Grootebroek, ds.
D. Eilerts de Haan te Heiloo en H. Eisma
te Bolsward.
Eerste zangwedstrijd met steun van het
rijk. Het Haagsch Gemengd koor „On
der Ons"' eere-voorzitter de Commissaris
der Koningin in Zuid-Holland, organiseert
in begin Mei 1919 groote nationale zangwed
strijden voor zangvereenigingen. Deze wed
strijden hebben plaats met officieelen steun
en om zeer hooge geldprijzen, terwijl al
reeds een zeer groot waarborgkapitaal als
garantie bij een bank gedeponeerd is.
Een verzoekschrift. „De Neutrale", ver
eeniging voor Vrouwenkiesrecht, zond aan
de Koningin het volgend verzoekschrift:
„De Neutrale", vereeniging voor Vrou
wenkiesrecht,
van oordeel, dat het een eisch der recht
vaardigheid is, dat naast het actief ntan-
nenkiesrecht zoo spoedig mogelijk wordt
ingevoerd het actief vrouwenkiesrecht,
van oordeel, dat het in dezen tijd, nu het
staatsbestuur, door de tijdsomstandigheden
gedwongen, meer dan ooit betreedt het ge
bied van de huisvrouw, als een eerste eisch
moet worden beschouwd, dat aan de vrouw
medezeggenschap wordt gegeven bij het
samenstellen van de vertegenwoordigende
lichamen,
gezien hebbende, dat na de laatste wijzi
ging der grondwet vrouwenkiesrecht kan
worden ingevoerd per organieke wet.
verzoekt Uwe Majesteit eerbiediglijk te
willen bewerkstelligen, dat in het eerstvol
gende regeeringsjaar een wetsvoorstel
wordt ingediend tot wijziging der kieswet
zoodanig, dat door die wijziging actief vrou
wenkiesrecht wordt ingevoerd.
Met verschuldigde eerbied,
Namens „De Neutrale Vereeniging
voor V rouwenkiesreclit, enz.
Eiectrische verwarming voor vliegers.
t'C „Daily Eppress" schrijft:
„De eiectrische kleeding welke de En-
geiscne vliegers üragen is thans belangrijk
verbeterd. De handschoenen, schoenen en
het vest zijn door afzonderlijke geleidingen
verbonden met de batterij welke zich in de
machine bevindt en daar hl de eerste
piaats de voeten veel verwarming behoe
ven, kan de vlieger zoo noodig al de andere
kleedingstukken uitschakelen.
1 wee nrma s zijn thans met de fabricage
dezer eiectrische kleedingstukken bezig en
leveren wekelijks achthonderd uitrustin
gen af.
De handschoenen zijn van zeer dun en
zacht materiaal gemaakt, en beletten ook
het fijnste werk dat de vlieger te doen heeft
niet het minst. De verwarmingsdraden loo-
pen op den rug der hand en zijn weder
door een leiding verbonden met de mouwen
van het vest.
Bij het gebruik dezer op wetenschappe
lijke wijze verwarmde handschoenen kun
nen de handen niet door de koude verstijfd
worden. Bovendien worden er bonten
wanten overheen gedragen.
De electrisch verwarmde kleedingstukken
werden door de Engelsche vliegers het
eerst gebruikt in October 1917, juist vóór
de afstandsvluchten over Duitschland be
gonnen. Vroeger in den oorlog konden zij
niet gebruikt worden, daar de motoren der
vliegmachines niet sterk genoeg waren om
ook de kleeding der vliegers nog electrisch
te verwaren."
De krijgswetenschap. Aan een artikel
van den militairen medewerker van „De Te
legraaf", ontleenen wij het volgende:
Het publiek, daartoe om begrijpelijke re
denen in den waan gebracht door zekere
militaire schoolgeleerden, heeft maar al te
gaarne neiging in de kunst der oorlogvoe
ring iets diepzinnigs, iets geleerds, iets van
de wetenschap der wiskunde van den scha
ker te zien. Niets is minder waar. De kunst
van de gevechtsvoering is geen geleerd
heid, geen wetenschap, het is een zaak van
inspiratie, van gezond verstand, van ka
rakter, van eenvoud. Slechts in de vredes-
legers voert een zekere schoolsheid tot den
waan, dat de officier en zeker de generaal
een geleerde moet zijn en dat de gevechts
kunst een onderdeel is van zekere weten
schap, die men militaire wetenschap noemt.
Er is feitelijk geen militaire wetenschap
buiten de krijgsgeschiedenis, er is slechts
wat ik gevechtshandigheid zou willen noe
men en daarnaast militaire techniek, die
zich vooral met het vervolmaken der strijd
middelen bezig houdt. In vredeslegers
worden beide eischen gewoonlijk verward,
militaire technici worden dientengvolge aan
voerders, ja, opperbevelhebber of minister
van Oorlog, wat, wanneer de oorlog wer
kelijkheid wordt, noodlottige gevolgen heeft.
Worden wij geregeerd Wij ontleenen
aan het weekblad „Ons Land'':
„Worden wij geregeerd
„Aan het begin van den oorlog hadden
wij dat gevoel inderdaad. Wij kregen den
indruk, dat er in Den Haag eenige heeren
zaten te denken: wat moeten wij doen om
het Nederlandsche volk er zoo goed moge
lijk doorheen te brengen, en dat deze
heeren, gedacht hebbende, ook handelden.
Het was niet alles volmaakt wat er ge
schiedde, doch er was de goede wil, er
was de neiging tot de goede daad wij
werden geregeerd.
„Eenigen tijd later begon dat veilige ge
voel te verdwijnen. Wij gevoelden ons niet
zoo geregeerd. En nog later ging men in
Dein Haag politiseeren, grondwetten her
zien en dgl. En toen kregen de heeren het
te druk met de politiek om nog veel te
regeeren.
„Want niemand kan twee dingen tegelijk
doen. En als men te veel moet politiseeren,
te veel met de politiek moet rekenen, te
veel ook met alle personenkwesties, die
met „politiek" samenhangen, dan blijft er
niét veel gelegenheid en tijd over om te
regeeren.
„Toch is het regeeren niet geheel opge
houden. Aan Oorlog, Buitenlundsehe Za
ken en Landbouw moest er nu eenmaal
meer geregeerd worden dan in gewonen
tijd. En er is meer geregeerd. Het is niet
altijd goed geweest, de politiek heeft ook
ontzaglijk veel spaken in het wiel gestoken
en speciaal aan „Oorlog" heeft dat groo-
tep invloed gehad. Doch overigens is er
wél degelijk geregeerd, d. maatregelen
genomen met het oog op komende tijden."
ï)it alles vonden wij in een artikel in en
kele provinciale bladen van een veertien
dajgen geleden. De schrijver treedt nu in
eeii vergelijking tusschen de ministers Pos
thuma en Loudon, erkent van beiden het
goede en wijst erop, dat eerstgen jemde wèl
he.el veel critiek heeft moe en hooren.
„Doch" stelt hij verder aan de andere
departementen is het niet „regeeren ge
bleven als in den beginne geschiedde. Wij
voelden, dat men er geen tijd meer had om
te, regeeren, dat wij niet geregeerd werden
en wij voelen dat nu meer dan ooit.
„Daar is b.v. de kwestie van de opber
ging van misdadigers. De criminaliteit is
toegenomen, de gevangenissen liepen al
maar voller, toen liepen zij over en toen
liét men de boosdoeners eenvoudig maar
wandelen. Doch daarvoor betalen wij nu
toch werkelijk geen belasting, werken wij
toch niet samen in een staatsorganisatie.
Wij mogen van den staat verwachten, dat
hij ons beschermt. Dat deed hij in Neder
land niet voldoende voor zoover het betreft
opsporing en instructie van misdrijven.
Doch als men dan eenmaal den misdadiger
had, dan was het tot voor kort althans wel
gewoonte om zijn zaak te onderzoeken en
hem overeenkomstig de strafwet te straffen.
Doch nu gaat men ook dat nalaten. Men
zegt ik heb geen plaats meer en dus laat
ik ze maar waaien. Dat is nu toch het om
gekeerde van regeeren.
„Regeeren is vooruitzien", heet het be
kende spreekwoord. Nu is vooruitzien veel
al een moeilijk vak en is dus ook regeeren
niet gemakkelijk.
„Doch in dit geval was het vooruitzien nu
toch niet zoo moeilijk. De criminaliteit nam
tqe. Men kon al meer dan een jaar gele
den weten dat het spoedig zou hokken. En
men heeft desondanks Gods water over
Gosd akker laten loopen. Men heeft het
zoo ver laten komen, dat ambtenaren in
particuliere geschriften waarschuwings
kreten moesten uiten en eerst nu beseft
men vrij algemeen alles wat er niet ge
daan is.
„En ook nu hoort men nog niet van re
geerders, die de koe bij de horens pakken.
,„Geen wonder, dat er thans van alle zij
den uitingen van verontwaardiging komen.
Naïeven komen in ingezonden stukken zelfs
ïpct plannetjes om aan het euvel een einde
te maken. „Bouwt barakken!"' zoo roept
men 's lands bestuur toe. „Bouwt barakken
op een of ander eiland. Omgeeft die met
prikkeldraad. Stelt gauw wat wachters
aan. En brengt het overschot van die boos
doeners zoo gauw mogelijk naar zoon
kamp. Dat heeft men met de interneering
kunnen doen, waarom nu niet
„Ja waarom regeert men niet Waar
om regeert men in Den Haag zoo zelden
Waarom was dat in Augustus en September
1914, toen wij iets merkten van de veel
genoemde „teugels van het bewind", zoo n
zeldzaam weldadig gevoel Is dat omdat
wij louter slechte ministers hebben, die al
leen kunnen administrateeren of politisee
ren, of zijn er andere redenen
„Als men bovengenoemde ingezonden
stukken leest, zou men denken dat dit niet
vragen naar den bekenden weg waren, dat
hien niet wist hoezeer er welhaast ondoor
dringbare papieren wallen zijn tusschen de
goede regeeringsvoornemens cn de goede
regeeringsdaden ,hoe ook in Den Haag,
evenals in Londen, Berlijn en Parijs het red
tape, de Zopf en de rond-de-cuir almachtig
zijn, hoe in onze regeeringstad, evenals in
Londen en Parijs en meer zelfs den in
Berlijn de politiek de groote hinderpaal is,
die velen belet te regeeren, werkelijk te
regeeren.
„En intusschen loopen de bh. boosdoeners
rond en zinnen zij op nieuwe heldendaden."
MEVR. G. v. d. BRINK, Cor-
setière, KEIZERSGRACHT 717'
AMSTERDAM.
ELKEN VRIJDAG AANWEZIG
IN „HOTEL CENTRAL"
LANGE POTEN, DEN HAAG.
RECHT EN WET.
„Sleutelgeld". Mr. J. A. Levy schrijft
in het „Weekblad van het Recht
„Een verfoeilijke kunstgreep is, practisch,
te mijner kennis gekomen.
Een jong echtpaar zoekt en vindt ten
woning.
Alvorens de huur aan te gaan, wordt de
man uitgenoodigd tot een onderhoud „zon
der getuigen". Daarin wordt hem medege
deeld, dat hij de woning „tegen storting van
een honderd gulden tegen dadelijke beta
ling, zonder kwijting", voor den huurprijs,
krijgen kan.
De vriendelijke verhuurder had de goed
heid er bij te voegen: „weet wel, uw ja en
mijn neen zijn even goed."
Wat te doen tegen dit schaamteloos op
zet om de huurwet bij voorbaat illusoir te
maken
Het bedrijf schijnt reeds den volksnaam
„sleutelgeld" te hebben.
Te wagen, maar niet meer dan te wagen,
valt eene condictio indebiti, waarbij men
opziet tegen de kans den verhuurder op
wraak bedacht te doen zijn."
De redactie van het Weekblad antwoordt
hierop:
„Indien de geëerde inzender zijn kostba
ren tijd ook zou geven aan de advertentie
kolommen in de vele door hem gelezen
dagbladen, hij zou daar herhaaldelijk ad
vertenties zijn tegengekomen, waarbij „sleu
telgeld wordt aangeboden of gevraagd.
Hij zou dan ook hebben gelezen van te huur
aangeboden bovenhuizen, waarbij de ver
plichting wordt gesteld tot overneming van
meubilair. Men zegt, dit meubilair bestaat
vaak uit voorwerpen van weinig waarde,
die moeten worden gekocht tegen oneven
redig hoogen prijs. Eene andere manier,
en zeker even afkeurenswaardig om de
huurcommissiewet te ontduiken. Ook daar
tegen als tegen zoovele andere ontduikingen
van de tallooze noodregelingen zal de strijd
wel vruchteloos blijken. Er zijn te weinig
woningen; dus wil hij, die eene woning be
hoeft, desnoods meer betalen. Daar kan
de wet nu eenmaal niets aan doen. Met
mr. Levy willen wij gaarne spreken van
„een verfoeilijke kunstgreep". Doch helaas,
ook dergelijke qualificaties veranderen
niets aan de macht der feiten. De wetge
ver kan nog zooveel verbieden en gebieden,
als hij de oorzaak van het kwaad niet kan
wegnemen, maakt hij het dikwijls erger, al
thans wat den vorm betreft, waarin het
kwaad zich vertoont.
LETTEREN EN KUNST.
Haarlem. ln de Augustus-aflevering
van „De Nieuwe Gids" schrijft L. van Deys-
sel een causerie over Haarlem; wij doen
hieronder er eenige grepen uit.
Buiten de stad, omgeven door weilanden,
is een tweede Sint Bavo, de nieuwe katho
lieke kathedraal Sint Bavo. Onlangs hoor
de ik een edele en fijne vrouw, met schoon
gevorinden geest, zeggen, dat de roomsch-
katholieken en de nederduitsch hervormden
of christelijk-gereformeerden elkander niet
als tot verschillende godsdiensten behooren-
de moeten beschouwen. Dit zijn alle niet
anders dan fracties van het christendom.
Andere godsdiensten zijn alleen het Bud-
dliisme, de Chineesche godsdienst, enz.
De Haarlemsche katholieken hebben
daarover blijkbaar niet in die mate hetzelfde
gedacht, dat zij, plaats te kort komende,
liever de hervormde godsdienstoefeningen
gingen bijwonen, dan een zeer groot en zeer
kostbaar nieuw eigen kerkgebouw te stich
ten. Dit laatste hebben zij gedaan. Het is
een meesterstuk van mijn neef, den archi
tect Joseph Cuypers, zoon van mijn oom,
den ouden eerwaardigen dr. P. J. H. Cuy
pers. Deze kerk staat daar zeer fraai, zdo
van alle zijden, in al haar vormen, te zien,
zoo als het met weinig kerken het geval is.
Het is altijd weer een genoegen de buiten
zijden van de kerk te zien en ook aan den
binnenkant is letterlijk alles voortreffelijk;
uitmuntend van smaak. Ik zeg dit zondtr
vrees er van verdacht te worden ten gunste
van familieleden gepraejudiciëerd te zijn, te
meer daar ik overigens van mijn neef slechts
weinig houd. Noch Eduard Cuypers, dit
verdere lid van de architectenfamilie, heeft
zoo iets fraais gemaakt, noch zal, naar ik
vrees, Michel, de zoon van Joseph, het zoo
ver brengen.