ALGEMEEN WEEKBLAD
Gedempte Oude Gracht 63.
Telefoon 141. HAARLEM.
1 v
p» if) cents.
BER 1918.
No 36.
Het Bloemendaalsth (Mblod.
Trijs per jaar
2,«O
Trijs
per nummer
10 cents.
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN".
Kantoor voor redactie en administratie:
Ailvertentiën
25 cents per
regel;
bij contract
belangrijke
korting.
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
Advertenties, berichten, enz., worden
aangenomen in den boekhandel van den
heer CORN. M. BLADERGROEN, Bloe-
mendaalsche weg 53, Telefoon 3413,
Bloemendaal. Ook zijn daar steeds afzon
derlijke nummers van ons blad verkrijg
baar.
SCHULZ, RIJNIERSE OF VAN
KESSEL
Op 17 September zullen de kiezers
volgens liet oude meerderheidsstelsel
voor de bezetting der vacature-Van der
Hulst hebben te kiezen tusschen de heeren
J. v a n K e s s e I, candidaat der r.-k.
kiesvereeniging „Recht en Plicht", C.
S c li u 1 z, candidaat der sociaal-demo
craten en S. P. R ij n i e r s e, candidaat
van een groep kiezers, die geen bepaald
vaandel volgen, doch bij wie toch sympa
thie mag verwacht worden voor de begin
selen, welke de katholieke heer Rijnierse
is toegedaan.
Is dit vermoedelijk de laatste maal, dat
te Bloemendaal eene verkiezing staat in het
tcekcn van het oude meerderheidsstelsel,
zeer bizonder is ook het feit, dat we een
rooden candidaat zien gesteld tegenovei
twee zwarte om de kleuren te noemen,
waarmede de partijen gewoonlijk worden
aangeduid.
Dat de vrij-liberalen en vrijzinnigen dit
maal geen candidaat gesteld hebben, is een
uitvloeisel van het compromis, dat deze
partijen sloten, toen zij destijds van de so
ciaal-democraten de vergeefsche hulp voor
de candidatuur-De Fouw verkregen. Dit
wil niet zeggen, dat de „liberale"' kiezers
niet vrij zouden zijn zich van stemmen op
den rooden candidaat te onthouden. Vooi
zoover zij behooren tot eenige kiesvereeni
ging, zijn zij möraliter wel gehouden den
naam van den candidaat der r.-k. kiesver
eeniging op het stembiljet wit te laten. Hem
stemmen ware, zoo niet tegen de letter,
dan toch tegen den geest van het compro
mis in handelen.
Een andere vraag is of deze kiezers zich
ook gebonden zullen achten hunne stem aan
den heer Rijnierse te onthouden. Het is
waar: ook de heer Rijnierse behoort tot de
i.-k. kerk en hij wordt gezegd „bon catlio-
lique" te zijn. Maar bij deze verkiezing
poseert hij niet als candidaat van de r.-k.
pai t!j - dat doet de heer Van Kessel.
Dezen zullen wel dp stemmen te beurt
moeten vallen der antirevolutionairen, die
immers besloten hebben den candidaat der
katholieken te steunen.
Men kan dus het eigenaardige verschijn
sel beieven, dat den katholieken heer Rij
nierse liberale stemmen ten goede komen
en dat op den eveneens katholieken heer
Van Kessel stemmen worden uitgebracht
door de oude bondgenooten van Rome.
De heer Schulz zal in die omstandig
heden mogelijk zijn aangewezen schier uit
sluitend op de stemmen zijner partijgenoo-
ten. En zijne verkiezing lijkt op dit oogen-
bhk al weinig waarschijnlijk. Zijne candi-
daatstelling zal dan ook wel niet anders be
doeld zijn dan ais vlagvertoon. Trouwens
kan de heer Schulz, zoo de stembus hem
ditmaal niet aanwijst om plaats te nemen in
het college der vroeden, zich troosten met
de zekerheid, dat hem het volgend jaar
toch een zetel wacht. Want zoodra het
stelsel der evenredigheid bij de verkiezin
gen gaat werken, worden er stoelen in den
Raad als vanzelf met roode kussens be
legd.
Is ons inzicht van de kansen des heeren
Schulz juist, dan gaat de strijd dus hoofd
zakelijk tusschen de heeren Rijnierse en
Van Kessel.
Het is een publiek geheim, dat daarmede
tevens de quaestic gesteld isvóór of tegen
den Zeeweg. Op de jongste vergadering
van „Bloemendaal's Bloei'' heeft de heer
Van Kessel zich duidelijk genoeg tegen den
aanleg in deze tijdsomstandigheden van den
Zeeweg verklaard. De heer Rijnierse is er
een voorstander van. Zoo zal menigeen,
wien het overigens onverschillig is of de
heer Van Kessel dan wel de heer Rijnierse
gekozen wordt, zich door dezen factor in
zijne keuze laten leiden.
Ook kan gewicht in de schaal leggen der
candidaten meening over de Haarlemsche
annexatie-plannen.
Waar deze meeningen niet of althans
niet algemeen bekend zijn, zou het aanbe
veling verdienen den heeren candidaten de
gelegenheid te geven zich hieromtrent in
het openbaar uit te spreken, opdat de kie
zers althans iets weten van de inzichten
der candidaten, uit wie zij eene keuze heb
ben te doen.
De politieke meeningen van den heer
Schulz en ook die van de heeren Rijnierse
en Van Kessel zijn voldoende bekend. Maar
iedere kiezer, die er prijs op stelt welbe
wust zijne stem uit te brengen, zal onge
twijfeld gaarne weten, hoe de verschillende
candidaten denken over de bovengenoemde
en andere punten, welke zoo nauw de be
langen van Bloemendaal raken.
De kiesvereenigingen zullen hunne can
didaten wel gelegenheid willen geven zich
aan de kiezers te openbaren. En waarom
zou niet een harer zoo niet beide ook
den heer Rijnierse kunnen uitnoodigen zich
voor de kiezers uit te spreken Meenen de
kiesvereenigingen, dat dit niet op haren
weg ligt, ware er ook buiten haar om licht
eene bijeenkomst te beleggen, waartoe de
3 candidaten konden worden uitgenoodigd.
Zou „Bloemendaal's Bloei"
Het behoeft zich niet te verontschuldigen
met een beroep op afkeer van de politiek.
Het uitnoodigen van alle candidaten is in
derdaad neutraal en kleurloos.
En versterking van den Raad met het
meest gewenschte element is zeer zeker in
het belang van den bloei van Bloemendaal.
HET GEMEENTELIJK DISTRIBUTIE
BEDRIJF.
in de jongste zitting van den Gemeente
raad is de vraag gesteld of de inspecteur
van politie niet is te bevrijden van de
hem opgedragen zorg voor de distributie
van levensmiddelen, üaar de veiligheid der
bezittingen van de gemeentenaren niet vol
doende beschermd blijkt en gebaat zou
worden, zoo de politie zich meer aan haar
eigenlijke taak kon wijden.
Men kan van andere zijde de vraag ver
wachten of de directeur der levensmidde-
ienvoorziening niet ware te bevrijden van
andere bezigheden, daar de distributie ge
brekkig is en gebaat zou worden, indien de
ambtenaren der levensmiddelenvoorziening
zich meer aan hun eigenlijke taak konden
wijden.
Dat de distributie gebrekkig is, behoeft
wel nauwelijks meer bewezen te worden.
Het moge dan al niet bekend zijn op het
distributie-bureau, maar elk ingezetene
weet, dat er dagelijks op frauduleuze wijze
vleescli verkocht wordt. Niet ouder dan
van gisteren zijn door „Haarl. Dagblad'
gepubliceerde klachten van inwoners, die
geen vleesch voor zieken kunnen krijgen,
klachten, die des te klemmender worden
genoemd, „waar het een publiek geheim is
dat velen in deze gemeente tegen groven
prijs vleesch koopen van clandestien ge
slacht vee". Op boter mèt bon moge
een maximum-prijs staan, de boter zon
der bon heeft even goed een eigen prijs,
die 4,en meer bedraagt. En het is
duidelijk, waar die niet gemaximeerde boter
vandaan komt: van den aan de distributie
onttrokken voorraad. Eene goede distribu
tie-regeling zou dergelijke onttrekking on
mogelijk maken.
Andere distributie-onregelmatigheden
doen zich geregeld voor. Als de winkelier
leest, dat hij gort verkoopen kan, heeft hij
er soms nog geen ons van in huis. En ons
kwamen meerdere staaltjes ter oore, waar
uit blijkt, dat ten distributie-bureele wel
eens gewerkt wordt met dien haastigen
spoed, die zelden goed genoemd wordt.
Men gunt er zich blijkbaar niet steeds den
tijd of heeft hem niet om maatregelen
voor te bereiden. En van onvoorbereide
maatregelen is de uitwerking nu eenmaal
gebrekkig. Van tijdig overleg met de win
keliers gedwongen medewerkers aan de
distributie is maar zelden sprake.
In de afgeloopen week beleefden wij weer
zonderlingheden met de zeep.
Zaterdagmiddag verschijnt de „Crisis-
Courant".
Nu is, om dit eens even tusschen twee
haakjes te behandelen, het verschijnen van
de „Crisis-Courant" op Zaterdagmiddag al
verkeerd. Elke huisvrouw stelt er prijs
op, dat de boodschappen des Zaterdags
morgens kunnen worden gedaan. Dat kan
nu niet, omdat geduldig gewacht moet
worden op het distributiekrantje, dat zal
vertellen, wat er die week en zeg maar
gerust: dien dag te koop zal zijn. Maar
de „Crisis-Courant" wordt om de een of
andere geheimzinnige reden te Amsterdam
gedrukt, terwijl toch het veel dichterbij ge
legen Haarlem en ook Velsen wel drukke
rijen rijk zijn, waar zoo n krantje gedrukt
kan worden.
Als het distributie-krantje 'dan eindelijk
uit Amsterdam is aangekomen, begint de
besteding. Daarvoor zijn twee, zegge 2
loopers aangewezen. Hoeveel tijd die men-
sChen noodig hebben om huis aan huis de
„Crisis-Courant" te bezorgen ieder kan
het zelf wel zoo'n beetje uitrekenen, 't Is
waar, dat er ook een groot aantal exempla
ren per post bezorgd worden, maar die be
reiken zeker de hongerige gezinnen niet
vroeger, 't Is mogelijk de goedkoopste be
zorging, maar zeker niet de snelste. Waar
om niet eenvoudig meer loopers aangesteld
en die verdeeld in wijken, waarheen op de
vlugste wijze de couranten in pakken wor
den bezorgd ter verdere distributie
Wij hebben de opmerking gehoord, dat
dt menschen al blij toe mochten wezen, dat
ze de „Crisis-Courant" kregen en dat het
„zoo ondankbaar" was om over de bezor
ging te mopperen, al is die dan wat traag.
Wie van „ondankbaarheid" spreekt, ver
geet, dat de kosteii van de „Crisis-Cou
rant", die wel niet zullen meevallen, ge
dragen worden door de burgerij zelve. Uit
hare belastingen worden de gelden geno
men, die het Gemeentebestuur besteedt, uit
hare zakken komt het salaris van de amb
tenaren, wier tijd wordt in beslag genomen
door de werkzaamheden, welke de ver
zorging van dat krantje eischt.
En dus heeft zij, de burgerij, niet den
plicht om dankbaar te zijn,' maar het recht
om te verlangen, dat zij ook wat heeft aan
het door haar betaalde distributieblaadje.
Kreeg nu nog maar iedereen het „etens-
krantje" tegelijk, dan was het nog zoo erg
niet. Maar het is herhaaldelijk merkbaar,
dat deze en gene weet wat er te koop zal
zijn, al lang voordat liet krantje in anderer
bezit is. Wie zijn krantje krijgt, het in der
haast nasnuffelt, gauw zijn bonnetjes bij
elkaar scharrelt en aanstonds naar den
winkel sneltvindt, zoo de winkelier
al niet is uitverkocht, toch in den regel den
verkoop reeds in vollen gang. En wij heb
ben ons laten vertellen door menschen, die
er wel wat van weten kunnen, dat er reeds
des Vrijdags verkocht wordt van wat eerst
des Zaterdags wordt aangekondigd als voor
verkoop aanwezig.
Nu dc zeephistorie.
Zaterdagmiddag verschijnt de „Crisis-
Courant". Iemand snelt met zijn bons naar
een winkel, die voor de zeepdistributie is
aangewezen. Daar vindt hij de zonder
linge aankondiging, dat de zeep verkocht
wordt a 854 cent per X stuk. Natuurlijk
krijgt de winkelier direct te hooren, wat hij
wel denkt te doen met alle personen, die
een oneven aantal bons ter inwisseling aan
bieden. De winkelier ziet zelf ook het bela
chelijke van de zaak in,maar licht den bezoe
ker in, dat dit de schuld is van het gemeen
telijk distributiebedrijf. Dit had door middel
van de „Crisis-Courant" doen weten, dat
de zeep verkocht zou worden tegen 1654
cent per stuk. Daarvoor had de man dan
ook reeds flink wat verkochttotdat
hem de mededeeling gewerd, dat hij ver
koopen moest per half stuk. Natuurlijk had
hij nu veel te weinig bons in ontvangst ge
nomen en, buiten zijn schuld, de distributie
in de war gebracht, want die maar recht
hadden op een half stuk, waren met een
geheel stuk naar huis gegaan. De quaestie
was ontstaan doordat het distributie
bureau aan de winkeliers pakken geleverd
had met één geheel stuk, dat, naar haar
later zeggen, uit twee stukken bestond. Er
was, gelet op den vorm der stukken, inder
daad wel wat voor deze bewering te zeg
gen. Maar er was in elk geval plaats voor
beide opvattingen. En voor twee opvattin
gen, die altijd aanleiding kunnen geven tot
misverstand, zou geen plaats geweest zijn,
zoo het distributie-bedrijf de winkeliers
behoorlijk had geïnstrueerd, met hen, die
er toch zeker ook belang bij hebben en
wier belangstelling stellig onmisbaar is,
overleg had gepleegd.
Overleg had evenwel in het minst niet
plaats gehad. De winkeliers kregen dc
zeep thuis gestuurd, mochten ze onmiddel
lijk betalen en zouden later wel eens hoo
ren tegen welken prijs ze ze mochten ver
koopen.
Onder de winkeliers werd voorts nog
jaloezie verwekt door een zeer grillige
verdeeling. De een kreeg de dubbele hoe
veelheid van den ander en sommigen kre
gen zoo weinig, dat er niet meer dan een
paar gulden te verdienen viel aan het ver
koopen der a contant gekochte zeep aan
klanten, die bediend moeten worden en
soms zelfs ook nog gecrediteerd, wat weer
'n rompslomp van nota's en kwitanties
medebrengt.
Klanten ontevreden, winkelier boos....
en dan zouden die brave burgers de „Cri
sis-Courant" nog dankbaar moeten zijn!
't Is al te veel gevergd.
TOCH EEN CENTRALE KEUKEN.
Een mensch begint het zichzelf kwalijk
te nemen, dat zijne gedachten in dezen tijd
hooidzakelijk gericht zijn op zulke mate-
rieele dingen als de voedselvoorziening.
Maar mens sana in corpore sano
alleen in een gezond lichaam kan een ge
zonde geest huizen en een ondervoed li
chaam is niet gezond.
Nu de Raad wegens „de onzekerheid der
tijden", het aanvankelijk geopperde denk
beeld tot oprichting eener Centrale keuken
heeft losgelaten, moge bier toch nog eens
ernstig gewezen worden op den plicht der
overheid om maatregelen te nemen, opdat
het in den aanstaanden winter den kleinen
burgers en der middenklasse niet aan alles
gaat ontbreken.
In de eerste plaats mag de vraag gesteld
worden of die „onzekerheid der tijden" niet
bestond, toen, luttele weken geleden, B. en
W. den Raad kennis gaven van hun voor
nemen om een Centrale Keuken op te rich
ten. Zij is dan wel heel plotseling geble
ken, die onzekerheid. En waar zij zeker
niet vermeerderd zou zijn door althans
eenig vooruitzicht op voedselbereiding van
gemeentewege, kan nu niet worden gezegd,
dat zij is verminderd door de houding van
den Raad.
Men vraagt zich, als men B. en W. zoo
met den Raad luchtigjes ziet afstappen van
een toch eenmaal opgevat plan, onwille
keurig af, hoeveel leden er wel in den Raad
zitting hebben, voor wie een Centrale Keu
ken gewenscht zou zijn. Gaat men den Raad
in zijne samenstelling na, dan heeft hij wel
wat van een college van hoogst aangesla-
genen. En zonder nu te willen spreken van
„klassenbelangen", denkt men toch onwil
lekeurig aan de waarheid, dat de rijken en
meergegoeden vaak kwalijk kunnen oordec-
len over de nooden der armen en minder-
gegoeden.
De Burgemeester heeft zoo losjesweg
gezegd, dat men altijd nog kan zien wat
men kan doen met distributie van hout en
voedsel.
Maar het Dagelijksch Bestuur zal toch wel
niet willen wachten tot het moment van
den uitersten nood. De gemeente schijnt
wel over wat aardappelen te kunnen be
schikken, maar of dit genoeg zal zijn, staat
te bezien. Hoort men in andere gemeenten
van gemeentelijken zwijnenfok, hier ver
neemt men niets daaromtrent. En wat het
hout betreft
Indien werkelijk de uiterste zuinigheid
met brandstof geboden is, dient zeer ern
stige overweging eener centrale spijskoke-
rij alleen reeds daarom plaats te hebben.
Bij „eigen stook" gaat zeker het grootste
gedeelte van elke brandstof onnut verlo
ren en van geen brandstof is dat meer waar