VICTORIA-WATER
KERK-AGENDA. Zondag 6 October.
BLOEMENDAAL.
Ned. Herv. Gem., roorm. 10 uur, Ds. J. A. van
Leeuwen.
„Maranatha", voorm. 10 uur, Jongeliedeusamenk.,
de heer K. Koopman.
Geref. Gem., voorm. 10 uur, Ds. J. C. lirussaard;
nam. 5J u., lis J. C. Brussaard.
SANTPOORT.
Ned. Herv. Gem., voorm. 10 u., Dr. G. A. van den
Bergh van Jiijsinga. Onderwerp: 2 Cor. 13 13.
„Het wezen aes Christendoms".
verzoek had B. en W. aanleiding gegeven
tot het indienen van een pompeus voorstel,
dat, met verwijzing naar de kaart, beoogde
de gevraagde wijziging goed te keuren.
De heer De Roo van Alderwerelt bleek
echter de kaart goed bekeken te hebben
en hij vroeg, constateerend, dat de ge
vraagde wijziging geen kleinigheid was,
maar een algeheele omverwerping van het
bestaande uitbreidingsplan, of het niet raad
zaam was, eerst eens het oordeel in te win
nen van den tuin-architect Springer, naar
wiens aanwijzingen immers het bestaande
uitbreidingsplan is ontworpen. Van dat ge
voelen was ook de heer Van Tienhoven.
Maar er werd uit den Raad opgemerkt, dat
men van te voren wel weten kon hoe dat
oordeel van den heer Springer zou luiden
en de heer Bispinck verklaarde met gezag,
dat de aangevraagde wijziging een groote
verbetering zou zijn. Overigens was hu
het eens met een door den heer Bijvoet ge-
opperden wensch om aan de goedkeuring
de voorwaarde te verbinden van verbree
ding van den Brederodeweg en onder die
voorwaarde werd ten slotte de gevraagde
„wijziging" toegestaan.
Meer politie.
Aan de orde was een voorstel tot uit
breiding van het politiekorps met 4 in
plaats van 3 agenten. Er was onder de
agenten, die de Burgemeester benoemen
wilde, een coelibatair, deelde de Voorzitter
mede, en die zou dus den woningnood niet
vergrooten.
De Raad stemde grif toe in de voorge
stelde personeelsuitbreiding, maar toen de
Burgemeester van de gelegenheid wilde
gebruik inaken om maar meteen een vijfden
agent aan te stellen, werd er lachend te
gen dit opdrijven der politiemacht gepro
testeerd.
Hierna kwam aan de orde: Bespreking
van de annexatieplannen en mededeeling
van het antwoord van B. en W. aan Ge
deputeerde Staten.
De Voorzitter bracht in herinnering het
schrijven van Gedeputeerde Staten, waarin
dezen hunne instemming met de annexatie
plannen betuigen. Hij zeide deze gewichtige
aangelegenheid nu ter sprake te willen
brengen en een onderwerp te doen uitma
ken van gedachtenwisseling.
De heer Laan, die het eerst gebruik
maakte van de zoo gracieus door B. en W.
opengestelde gelegenheid, om eene zaak te
bespreken, waarin B. en W. niet verplicht
waren den Raad te hooren, beklaagde zich
over de door Ged. Staten gebruikte zin
snede, dat het belang van Bloemendaal
moest wijken voor het algemeen belang.
Alsof wij ook niet bij dat „algemeen be
lang" betrokken waren. En alsof wat „al
gemeen belang" genoemd wordt, niet eigen
lijk Haarlemsch belang behoorde te hee-
ten. Waar Haarlem gezegd heeft behoefte
te hebben aan bouwterrein, daar trekt spr.
dit ernstig in twijfel en het doet spr. ont
zettend leed, dat Gedeputeerden gemeend
hebben deze voor Bloemendaal zoo onaan
gename zaak te moeten doorzetten (ap
plaus).
Als een bezwaar opperde spreker nog het
feit. dat de algemeene begraafplaats door
de familie Van der Vliet aan de Gemeente
geschonken is op voorwaarde dat er alleen
Bloemendalers zullen mogen worden be
graven.
De heer Jacometti wil wat de heer Laan
zeide, nog aanvullen door te verklaren, dat
hij het betreurt, dat Ged. Staten deze on
billijke en roofachtige wijze van handelen
hebben kunnen goedkeuren.
De heer Van der Vliet wenscht nog als
een bezwaar tegen de annexatie aan te
voeren, dat verschillende forensen juist hier
gekomen zijn om rust te vinden en dus niet
in een stad willen wonen. Hoe kunnen
Gedeputeerden zoo handelen in een tijd,
nu men allerwege hoort spreken van de
mocratie en zelfbeschikkingsrecht! Spreker
eindigt met den uitroep
Geen duim van ons grondgebied!
Geen steen van ons dorp!
De heer Bispinck acht de toelichting tot
de annexatie-plannen vol onjuistheden en
hoopt, dat de zaak niet doorgaat
De heer De Roo wil nog tegenover de
geuite bewering als zouden Bloemendaal-
sche kinderen op de Haarlemsche scholen
parasiteeren, het feit stellen, dat er meer
kinderen uit Haarlem op de Bloemendaal-
sche scholen gaan, dan omgekeerd.
De wethouder Koolhoven wenscht hoofd
zakelijk de moreele zijde van het vraagstuk
te belichten. Maar, eerst den practischen
kant bekijkend, merkt hij op, dat, zoo
Haarlem zich wil uitbreiden naar het Wes
ten. dit al heel slecht verwezenlijkt wordt.
Immers verkeert het Kleverpark nog steeds
in denzelfden toestand, als waarin het zich
20 jaar geleden bevond. De ware argu
menten van het naar annexatie strevende
Haarlem worden verborgen gehouden.
Eerst heette het, dat men een haven en
een groentencentrale wenschte. Maar dan
moet men toch zeker niet hier zijn, doch
aan het Spaarne. Ook de andere argu
menten houden geen steek. Maar het ware
argument is: men wenscht grondgebied
met goede belastingbetalers. Haarlem met
zijn slechte financiën vindt het gemakkelij
ker te rooven dan te verdienen. En is het
nu niet droevig, dat juist in dezen tijd van
decadentie van Gedeputeerden die annexa
tie-plannen zijn uitgegaan want dat is
hun eigenlijke herkomst! De weldenkende
Haarlemmer gevoelt zich in tegenwoordig
heid van een Bloemendaler gegêneerd. Wij
worden roept spr. uit met stemverhef
fing bestolen en waar wij overal in de
wereld aanslagen zien op anders grondge
bied, daar zien wij ook Gedeputeerde Sta
ten aldus gedemoraliseerd. De gevange
nissen zitten vol met menschen, die het op
eens anders goeds hebben aangelegd. Dit
geval is nog erger: het is een aanval op
onze beurs en op ons leven. En dat Gede
puteerde Staten dat doen, is recht treurig.
Zij mogen, zoo de toeleg onverhoopt geluk
te, wel weten wat ze gedaan hebben! Dit
is het goedkeuren van een roof, die niet
door den beugel kan.
Alsnu doet de Voorzitter voorlezing
van het schrijven, dat B. en W. zich
voorstellen tot Gedeputeerde Staten te
richten. Bij die voorlezing was de Bur
gemeester niet gemakkelijk te volgen,
maar wji hebben toch met behulp van
snclsclirift den inhoud van dit schrijven
kunnen vastleggen en bieden dien hier
mede den lezers aan:
„Met voldoening hebben wij vernomen,
dat u dc door ons aangevoerde bezwaren
eerbiedigt, en waardeert de wijze waarop
wij voor onze schoone en welvarende ge
meente zijn opgekomen. Maar met des te
meer verwondering en leedwezen consta-
teeren wij, dat uw college zich schaart
aan de zijde van Haarlem. Een bepaald
Haarlemsch belang bij annexatie van
Bloemendaal wordt, door u niet naar
voren gehaald, eenige tekortkoming on
zerzijds ook niet. Wij achtten ons door
de wet togen zulk een aanval op ons be
staan, want dat is het, gevrijwaard. Onze
gemeente zou zoo goed als verdwijnen,
wat overblijft vormeloos zijn. Haarlem
bezit z'n grootere toekomst alleen nog
op papier, die gemeente zou wat nu
Bloemendaal heet, als belasting-object
gebruiken en overigens vernalatigenim
mers van een behoorlijke bestuursdecen-
tralisatie zou geen sprake zijn, onze wet
kent die niet eens. De duinzoom komt
met een strook polderland eigenaardig
bij elkaar; na eene anexatie als wordt
beoogd zouden stad en bevolking een
anorganisch geheel worden met ta.1 van
bronnen van wrijving en strijd, zonder
rust. Om elders industrie- en havehter-
reinen te bezitten heeft Haarlem van
Bloemendaal geen woonruimte noodig
ojj eigen gebied. Het algemeen belang
is o. i. meer gediend bij samenwerking
van krachtige gemeenten, dan bij gekun
stelde samenvoeging van deelen (die nim
mer één zullen worden), welke verkeerde
toestanden zou scheppen.
De brief is langer en uitvoeriger, maar
het was niet mogelijk hem woordelijk op
te teekenen, trouwens dat is goed ook,
want alleen om aan de ingezetenen nu
eens duidelijk te maken hoe Burgemees
ter en Wethouders over deze zaak den
keu, werd, naar ons voorkomt, aan dit nog
niet gezonden schrijven openbaarheid ge
geven vóór de verzending. Later zal de
oflicieele tekst ons wel bekend gemaaikt
worden."
Toen de Voorzitter de voorlezing van
dezen brief geëindigd had, nam de heer
Bornwater het woord om den Burgemees
ter dank te zeggen voor zijne houding
in deze quaestie. Hij zeide het op hoo-
gen prijs te stellen, dat de Baad onver
plicht gekend is in deze handelwijze van
B. en W. en gaf het Dalgelijkscli Bestuur
de verzekering, dat liet overtuigd kon zijn
van den steun van den gansohen Raad.
Hierna was aan de orde
DE ZEEWEG.
B. en W. stellen voor gebruik te maken
van de bevoegdheid, bedoeld bij art. 5 der
Wet van 27 Maart 1915, Stbl. 171, ten
aanzien der eigendommen, noodig voor
liet aanleggen van den Zeeweg.
Dit voorstel is aldus geformuleerd;
De Raad der gemeente Bloemendaal;
Overwegende, dat bij de Wet van 26
Juli 1918 (St.bl. 498), het algemeen nut
is verklaard der onteigening van eigen
dommen, noodig voor het aanleggen van
een duinweg van de kom van Overveen
naar Zandvoort. alsmede ter bestrijding
der werkloosheid
Overwegende, dat bij Koninklijk Be
sluit van 21 Augustus 1918, gelet op de
Wet van 27 Maart 1915 (St.bl. 171), tot
tijdelijke afwijking van de Wet van 28
Augustus 1851 (St.bl. 125) sedert ge
wijzigd. is goedgevonden en verstaan te
bepalen, dat ten name van de Gemeente
Bloemendaal. ter uitvoering van d.e Wet
van 26 Juli (St.bl. 498), voor het aanleg
gen van een duinweg van de kom van
Overveen naar Zandvoort, alsmede ter
bestrijding van werkloosheid, ten alge-
meenen nutte onteigend kunnen worden
de eigendommen, vermeld in den bij dat
besluit behoorende staat;
Overwegende, dat het wenschelijk is,
ter bestrijding van werkloosheid, om ge
bruik te maken van de bevoegdheid, be
doeld bij art. 5 der aangehaalde, en ten
deze toepasselijk verklaarde, Wet van
27 Maart 1915, om zich in het bezit
te doen stellen van de ongebouwde eigen
dommen, die voor onteigening zijn aan
gewezen, na vooraf eene door de Recht
bank voor de gezamenlijke te onteigenen
perceelen bepaalde geldsom in gerech
telijke bewaring te hebben gesteld;
Gehoord het voorstel van Burgemeester
en Wethouders
besluit:
le. Ten aanzien van de bedoelde per
ceelen gebruik te maken van de be
voegdheid. bedoeld bij artikel 5 der
Wet van '27 Maart 1915 (Stbl. 171);
2e. Behoudens nadere financieëele re
geling de daarvoor vereischte gelden
ter beschikking van Burgemeester
en Wethouders te stellen.
Het voorstel is vergezeld van eene
nota, waarin wordt gezegd, dat bij de
uitvoering van het werk het voor aanne
mers een bezwaar wordt in deze onzekere
tijden verhardingsmateriaal te verkrij
gen. De kosten der aanbesteding zullen
daardoor verhoogd worden, zoodot het
gewenscht is met de verharding van den
rijweg te wachten totdat naar het oordeel
van den Raad de tijd daarvoor zal zijn
aangebroken. De begroot ing der kosten
van aanleg en onderhoud zonder ver
harding van den rijweg wordt
dan als volgt:
37 II.Agrondaankoop a
f 0.10 de M2 f 37.000.—
210.000 M3 zandafgraving a
0,70 de M3 117.000,—
33 H.A. helmbeplanting a
0.08 do M226.400,—
41.500 M2 twee voetpaden
ter breedte van 3 M. met
koolasch a 0,80 de M2 33.200,
24.000 M2 twee rijwielpaden
van 2.50 M. breedte a
1,de M2 koolasch 24.000,
22 H.A. beplanting 22.000,—
Uitvoering en onvoorzien 10.400,
Totaalf 300.000,—
Als over dit voorstel de discussies ge
opend worden, breekt er een zee vau
onstuimigheid los.
De heer De Roo van Alderwerelt stelt
voor, het voorstel van B, en W. niet te
behandelen, omdat het zou getuigen van
gebrek aan deferentie tegenover de kie
zers, zoo men thans dit vraagstuk ging
behandelen in niet-voltallige vergade
ring'. Beter is het te wachten tot hot
nieuw gekozen lid heeft- zitting genomen.
De Voorzitter zegt, dat, zoo men wacht,
de winter zal voorbij gaan. Met deferen
tie heeft de behandeling van dit voor
stel niets te maken.
Dc heer De Roo zegt, dat men nog 6
maanden den tijd heeft.
De Voorzitter zegt, dat ter bestrijding
van werkloosheid spoedige aanvang van
het werk gewenscht is.
De heer De Roo ontkent, dat er hier
werkloosheid bestaat. Als men een werk
man noodig had, zou men er niet eens
een kunnen krijgen.
De Voorzitter zegt, dat er wèl werk
loosheid is, zoo niet in de gemeente,
dan toch in de streek. Annemiug van
het voorstel-De Roo moet. hij sterk ont-.
raden.
De heeren Laan en Jacometti steunen
het voorstol-Dc Roo.
Dc heer Toding van Berkhout acht het
ecu vreemde houding om de zaak, die
al sedert 1914 aanhangig is en nog in
1917 werd goedgekeurd met slechts 1
stem tegen, nu niet af te doen. De opinie
van iemand, die al dien tijd geen zitting
had in den Raad, doet nu hier niet ter
zake. We zouden een miserabel figuur
maken, als we nu de houding aannamen
van een kind, dat boos en stout is omdat
het niet genoeg naar zijn zin van de
taart kan krijgen en nu lieelemaal niets
wil hebben. Van een zoo weinig conse
quent gemeentebestuur zou men waar
lijk moeten vragen of het op den duur
wel waard wa.s de Gemeente te beheeren.
Het zou van groote kortzichtigheid en
krankzinnigheid getuigen om nu niet het
voorstel van B. en W. aan te nemen.
De wethouder Koolhoven wil, waar
over vroegere behandeling gesproken is,
er toch aan herinneren, dat den laatsten
keer de stemmen gestaakt hebben. En 't
gaat dus nu inderdaad om één stem.
Spreker wil baas zijn in eigen huis en
laat zich niet door een hooger college
voorschrijven wat hij te doen heeft.
Als de heer Teding van Berkhout iu-
terrompeert, verzoekt ide wethouder Kool
hoven. dat men hem het woord zal laten.
Hij wil nu de geheele zaak nog eens op
halen. Het is altijd een bedoeling ge
weest om uitbreiding van Bloemendaal te
verkrijgen naar den duinkant. Dat is niet
altijd gezegd, maar het was toch inder
daad het argument en men kan er nu
wel voor uitkomen.
Nu de mogelijkheid op deze uitbreiding
is afgesneden, krijgen we een verbinding
van Haarlem met de zee, die wij betalen
mogen. Overveen heeft al een verbinding
met Zandvoort. Waarom nu nog een weg,
die een millioen zal kosten, waar niets
tegenoverstaat? Spreker wil thans dezen
weg niet aanleggen. Over een i aar jaar
kunnen we krijgen wat we hebben willen,
dus moeten we ons titans onthouden van
dezen aanleg.
De heer Van Tienhoven zegt, dat het
plan-lmmiuk ook alleen een weg Over
veen-Zandvoort betrof. Later hebben de
Bloemendalers een andere spruit ge
wenscht, ruaar hiervoor kon geen toezeg
ging verkregei) worden. Nu zou het niet
van ernst getuigen, zoo men niet ge
bruik maakte van de aangeboden gele
genheid.
De heer Van der Vliet vindt het onbil
lijk, dat Bloemendaal opkomt voor de
werkloosheid in andere gemeenten. Do
weg wordt niet aangelegd om werkloos
heid te bestrijden, maar de werkloosheid
is er bij gehaald om den weg er door te
krijgen.
Dat doet hier niets ter zake, zegt de
Burgemeester.
Maar ik wil het dan toch eens openlijk
zeggen, repliceert de heer Van der Vliet.
De heer De Roo dringt er op aan, dat
zijn voorstel zal worden in stemming
gebracht.
De heer Bornwater zegt, dat het beter
is één vogel in de hand te hebben dan
tien in de lucht. Het is hoogst ge
wenscht om thans tot den aanleg te be
sluiten en al ware het ook spreker liever
geweest, zoo hier 13 stemmen waren uit
gebracht, toch moet het voorstel vau B.
en W. nu in stemming worden gebracht.
De heer Laan zegt, dat men allerlei
cijfers heeft voorgespiegeld, maar 't leek
allemaal op niets. Eerst zou 't twee ton
kosten (voor twee wegén. En nu zeven ton
voor één weg, want: de halve weg, die nu
voorgesteld wordt, is heelemaal niets.
't Zal bij slot van rekening wel acht
ton kosten. En hoe wil men tevens de
werkloosheid bestrijden? Dat is al zoo
duur mogelijk, want men krijgt nu men
schen met een schop in de hand, die
f 25,kosten en niet veel uitvoeren.
Spreker gevoelt niets voor den aanleg
van dezen weg.
De Voorzitter zegt, dat de kans totaal
verkeken is. als men titans het voorstel
van B. en W. verwerpt, 't Is toch beter
om een half ei te hebben dan een ledigen
dop. Spreker dringt er met alle klem op
aan, dat men nu het voorstel zal aam-
nemen.
De heer De Roo dringt er nogmaals op
aan, dat zijn voorstel zal worden in
stemming gebracht.
De Voorzitter zegt, dat verwerping van
het voorstel van B. en W:. ook een fntalen
invloed zal hebben op de annexatie-pkin
nen. En, boos, voegt hij er aan toe, dat
men hier de eenheid te grabbelen gooit.
Nadat nog de heer Bispinck gezegd
heeft, dat liij dit een cerezaak acht en
dat hij het ijselijk zou vinden om zoo
de eer van Bloemendaal te grabbelen tc
gooien, wordt liet voorstel-De Roo in
stemming gebracht.
Het wordt verworpen met 7 tegen
5 stemmen. Vóór: de heeren Van der
Vliet, Laan, Jacometti, Koolhoven en
De Roo van Alderwerelt.
Alsnu komt aan de orde het voorstel
van B. en W. nadat de Voorzitter nog
heeft opgemerkt, dat het voorloopig als
leen gaat om de machtiging om cautie te
stellen.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen met 7 tegen 5 stemmen.
Vóór de heeren Verdegaal, Teding van
Berkhout, Bijvoet, De Waal Malefijt, Van
Ticnhoven, Bornwater en Bispinck.
Hierna wenscht de Voorzitter in be
spreking te brengen de uitvoering van
liet werk. Het is' van belang nog dezen
winter te beginnen en dus het gematigd
plan uit te voeren. Er is geen teer en
slecht aan klinkers te komen en dus moe
ten we maar eerst de baan aanleggen en
later de verharding aanbrengen.
De heer Jacometti. die de bij het voor
stel overgelegde begrooting al „franje"
had genoemd, toen de Voorzitter haar
losmaakte van de principieele behande
ling, vraagt nu, wie deze begrooting heeft
opgemaakt.
De Voorzitter antwoordtop het Stad
huis.
Dan wenscht dc heer Jacometti te con-
stateeren, dat niemand verantwoordelijk
is. Hij had een begrooting van deskun
digen verwacht met verhaal op de saé
mens tellers.
De Voorzitter zegt, dat de begrooting
in hoofdzaak grondverzettingen betreft
en het Dagelijkscli Bestuur is er borg
voor, dat deze begrooting goed is.
De heer De Roo merkt op, dat de eer
ste post al een slag in de lucht is. Ook
was het onvoorzichtig om den prijs van
een dubbeltje per M2 te noemen, want
nu krijgt men het zeker niet goedkooper.
De Voorzitter wil thans in stemming
brengen het voorstel om B. en W. een
crediet te vcrleenen van f 300.000,
Doch nadat dooi' verschillende leden
de wenscheljjkheid is betoogd om slechts
een gedeelte van het werk aan te beste
den. waarvoor B. en W. zoo spoedig mo
gelijk eene nieuwe begrooting zullen in
dienen, wordt besloten deze zaak tot een
volgende vergadering aan te houden.
Nog werd besloten 150 boomen te koo-
pen, die men voor een prijsje krijgen kan
van een liquideerende firma,.
Bij de rondvraag wijst de heer Dé Roo
op den verwaarloosden toestand van Ide
wordt nog steeds regelmatig met
eigen schepen van de Bron te
t.Oberlahnstein aangevoerd.
(Nederlandsche Onderneming.)