bezwaar tegen M. van der Maas, lid der S. 1). A. F. volgens zijn eigen bekentenis, en kan de kerkeraad hem dns niet tot lid der gemeente aannemen." B oer o-d ep u ta s i es. - Iu „De Toorts" vinden wij een overzicht van in den loop der tijden uitgezonden deputa- t ies van Transvalers. Dit is nie die eerste keer nie dat die Boere 'n deputatie stuur om hulle regte hier in Europa te kom bepleit. Daar is vro'er al baja meer dep u tas ies hierheen gestuur. Maar voor ons iets sal sê van die Europese deputasies, wil ons eers melding maak van 'n deputasie in die jaar 1817. Toen die Voortrekkers Natal wettig van die kaffers gckoop het in 1838 en dit later nog weer met hulle bloed betaal liet, kom Engeland en an- nekseer Natal. Dit was natuurlik om aan die wereld te toon dat "Engeland a.ltijd opkom vir die kleine nasies en hulle selfbt skikkingsregt. Na een paar jaar vaardig die Boere hulle dapper komman- dant Generaal Andries Pretorius af om die onregvaardigheid van hierdie saak persoonlik voor die (ioewerncur te lêg. Na 'n reis van meer dan 800 mijl deur woeste en ongebaande streke kom bijl bij die Gouwerneur, maar - die Gouwer- neur weier self's om bom te ontvang in 1867 word in die Oranje Vrijstaat diamante ontdek. En Engeland, natuur lik weer om aan die wereld te toon dat hij die lig van die son ook aan die kleine nasies gun, Engeland kom en neem die diamantvelde van die Vrijstaat af. Dfie Vrijstaat stuur toe sij president, die heer J. H. Brand, naar Engeland toe om die onreg daar aan die regeering te toon. Maar Engeland wil van die rijke dia mantvelde nie afsien nie, en gjeen toe uit pure liefde vir die kleine nasies aan die Vrijstaat p.st. 90.000, een som wat En geland in een paar da'e tijds aan dia mante uit die geroofde diamantvelde kon haal. Dit blijk ondertussc lioe langer hoe meer dat daar gqud in Transvaal is. En daarom, natuurlik om met beide hnnde die geleentheid aan te grijp om een klein nasie te beskerm, annekseer Engeland in 1877 Transvaal. Die Boere wat die beskerming nie nodig gehad het nie, stuur toe onmiddelik 'n deputasie. be staande uit Paul Kruger en Ilr. Jörissen om dit aan die regering iu Londen te gaan sê. Maar die Engelse weier om die geroofde buit los tè laat, cn die deputa sie kom onverrigter sake terug. Onmid delik stuur die Boere 'n twede deputasie naar Engeland toe, bestaande uit Paul Kruger en Biet Joubert. Maar ook dit liet niks gohelp nie, en toe het die Boere naar hulle roers gegrijp en vir die En- gVl.se die land uitgejaag. Na hulle oer winning bij Majuba is daar vrede ge- maak waarop Engeland die ouafli mkelik- hoid'van die Transvaal erken, maar onder die suzereiniteit. van Groot Brhanje. Dit was duidelik bepaal dat onder „suzerei niteit" verstaan word: „het land heeft volkomen eigen Gouvernement wat aan gaat binnenlandse zaken, maar het kan geen stappen nemen tegen of met een buitenlandse mogendheid zonder per missie van de suzerein". Maar die En gelse het al gouw 'n ander beteke nis gaan gee aan aan die wo,ord „suze reiniteit", oen botleek.'nis van die aard dat Transvaal eigelik nie 'n onafhankelijk land was nie. Daarom het die Boere in 1883 weer 'n deputasie naar Engeland toe gestuur, bestaande uit Paul Kruger, Ni- colaas Smit en S. J. du Toit, met die doel daardie hinderlike bepaling te wij- sig. Dit is hulle geluk, Engeland hot die bepaling vernietig. Intussen is die rijke goudvelde in Transvaal ontdek en dit spreek vanself dat Engeland hom geroepe gevoel het om die kleine Boere nasie in Transvaal te „beskomr'. Chamberlain het gekom met sij bewe ring dat die suzereiniteit van Engeland o'er Transvaal nog bestaat en dat daardie Traktaat van 1884 eigenlijk geen traktaat is nie. I>ie Boere het geprotestoer, maar dit help niks, Engeland wil Transvaal nie eers die neg gee nie om sij saak voor een hof van arbitrasie te lê nie. En ter wijl die vrome John Bull in 1899 in Den Haag die vredesconferensie bijwoon, het hij die die oorlogsvuur iu Transvaal ge stook. en die vredeskonferensie was nauwliks afgeloop tos Engeland iu Trans vaal weer aan die oorlog make, was. Die Boere stuur toe 'u deputasie naar Europa toe, bestaande uit die here Fischoij Wes- sels eu Wolmarans om hulle saak voor die grote mogenthedc in Europa te lê. Maar geen een wat wir vir die Boere op- g'ekom het nie. Hulle het dit 1 Ui aansien hoe dat Engeland besig was om die Transvaal en die Vrijstaat uit te mooi. En nou kom hier weer 'u deputasie. S-il Europa uou weer stil sit en hom niks van die lot van die Boere aantrok nie? Christen-socialisten. Op het te Utrecht gehouden congres van den Bond van Chris ten-Socialisten werd het volgend program van actie vastgesteld: De Bond van christen-socialisten strijdt voor: 1. Gemeenschappelijk bezit van grond en productiemiddelen. 2. Regeling van bedrijf en beheer dooi de voortbrengers. 3. Productieve associatie. 4. Afschaffing van den monarchalen re- geeringsvorm. 5. Scheiding van kerk en staat. 6. Opheffing van het erfrecht. 7. Annuleering der staatsschulden. 8. Algemeene en algelieele ontwapening. 9. Opheffing van burgerwachten, leger en vloot in Nederland en Koloniën. 10. Afschaffing van allen diensit- en eeds(belofte) dwang. 11. Revolutionnair-Socialistische zelfbe vrijding der Indiërs. De Bond van Christen-Socialisten wijst de regeering op haar taak om te zorgen voor: 1. Doelmatige levensmiddelen- en wo ning-voorziening. 2. Productieven arbeid voor werkloozen. 3. Bestaanszekerheid voor alle landge- nooten bij ziekte, ongevallen, invaliditeit, ou derdom, zwangerschap, onvoldoend inko men. 4. Opheffing van indirecte belastingen en invoering van sterk progressieve belasting op inkomen en vermogens, zoomede belas ting op goederen in de doode hand. 5. Kosteloos en vrij onderwijs. 6. Vrijheid van vergadering, pers en woord. 7. Gewetensvrijheid cok in zake krijgs dienst. 8. Burgerlijke en staatrechtelijke gelijk stelling van man en vrouw. 9. Afschaffing der Eerste Kamer. 10. Geleidelijke invoering van den 6- urendag. 11. Opheffing der stakingswetten 1903. 12. Plaatselijke keuze en verbod van drankfabricage. 13 Openbaarheid van alle buitenland- sche betrekkingen. 14. Beslissing over oorlog en vrede bij het volk. 15. Invoering van het volksreferendum. 16. Onvoorwaardelijke toepassing van het asylrecht. TOONEEL Multatuli-middag. Zondagmiddag zal in den Stadsschouwburg door dr. Willem Royaards voorgedragen worden: „De Kruissprook", „Toespraak tot de hoofden van Lebak" en „Saidja en Adinda", alle van Multatuli. Er behoeft zeker nog wel niet eens op gewezen te worden, dat wie dezen voor drachtmiddag niet gaan bijwonen, zich een buitengewoon kunstgenot ontzeggen. De voordrachten door Royaards zijn zeld zaam. Verzuimt Zondagmiddag dus niet! Rotterdamsch Tooneelleven. In „De Dansende Nimf", het Paaschstuk van de. Rotterdammers, wordt de moderne danskunst, het dweepen ermee, de wijze, waarop men tot ster wordt gepromoveerd, de manier vooral, waarop voor deze recla me wordt gemaakt, gepersifleerd en aan de kaak gesteld. Als achtergrond de bekende liefdes-dwalingen van een half-idioten prins, de verschijning van een béte prinses en, een stukje ernst, de serieuse liefde van een selfmade man voor de lichtzinnige schoone, die de dupe dreigt te worden van het gebrek aan zedelijk bewustzijn bij de commercieele en artistieke leiders van het dansinstituut. Minny Erfmann, het veelbelovende doch tertje van Ebi Erftnann en zijn vrouw heeft men in deze Dansende Nimf gelegenheid ge geven naar voren te komen. Zij was het sterkst in de lichtelijk-drama- tische momenten dezer rol, wat een vinger wijzing zijn kan na haar opvallend overtui gend gespeelde hofdame van Maria Stuart. Verder drijft deze eenigszins lichte paasch- kurk op een voortreffelijke creatie, die Nico de Jong geeft van den Joodschen eigenaar van het dansinstituut, op een knappe char ge van Jan C. de Vos Jr., een welgeslaagde typeering door Henri Morrien van het ar tistieke element der dansfirma, een met fij nen geest gespeelde „nerveuse" van me vrouw Tartaud. enz. enz. Rotterdam. P. J. Blo k. ONTVANGEN BOEKEN, ENZ. Bij de Hollandia-drukkerij te Baarn ver scheen in de serie „Staten en Volken' thans wederom een merkwaardige studie van den heer H. S. M. van Wickevoort Crommelin over het onderwerp „De Toekomst van Oost-Azië." Schrijver acht de geschiedenis van Oost- Azië de geschiedenis van Japan in de toe komst. China is een hoofdelooze massa, Ja pan speelt de eerste en eenige rol in het oostelijk Azië, en naar schrijvers oordeel kan die rol nog heel wat grooter zijn dan iemand ook maar vermoedt. In het Japan- sche volk zijn, meent hij, alle eigenschap pen aanwezig om lot groote, tot buitenge wone dingen te komen. Hij geeft in zijn ge schrift een inzicht in het lapansche volks karakter, in de staatsinstellingen aldaar, enz. om tot de slotsom te komen, dat zulk een volk ook in geestelijk opzicht geen pad zal gaan, dat naar beneden leidt. Wij kunnen kennismaking niet dit ge schrift aan ieder aanbevelen. Wij ontvangen nu en dan het weekblad De Beurs" zich noemende: ,,'t beste week blad voor de gansche zakenwereld". In ieder geval moet erkend worden, dat in dit blad degelijke artikelen voorkomen op schier elk gebied van zaken; een verschei denheid zoo groot, dat men zich afvraagt, hoe inen in dezen duren tijd, voor vijf gul den per iaar, zooveel lezenswaardigs kan geven. Wie tijd en energie genoeg heeft om we kelijks dit blad van meer dan 20 pagina's te lezen en den inhoud er van te verwerken, zal stellig als zakenman geen slecht figuur maken. Het blad zelf schrijft omtrent zijn voor nemens „De Beurs" is direct noch indirect bij eenige handels- of financiëele onderneming betrokken. Het blad steunt geen specifieke handels onderneming, noch eenige staatkundige richting, het wil objectief, in beknopten vorm, een inzicht geven aan allen, die bij handel, geldwezen, scheepvaart, export, in dustrie, techniek, landbouw en veeteelt op een of andere manier betrokken zijn. Directie en redactie zullen zich bij alle zaken de vraag stellen of een algemeen Ne- derlandsch belang het nuttig, gewenscht of noodzakelijk maakt om een bepaalde aan gelegenheid te steunen, te critiseeren, of bij de lezers in te leiden. Het blad stelt zich in dienst van alle be langhebbenden bij bedrijfsvrijheid en vrijen handel in Nederland. Inderdaad geeft deze uitgave een wek kend voorbeeld van energiek en ijverig ar beiden en zij verdient derhalve onze sym pathie en hulde. RECHT EN WET. Kinderrechtbanken en kinderrechters. In het Maandblad van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, schrijft mevrouw ThielWehrbein over dit onderwerp: Bij alle groote waardeering voor de Kin derwetten, die nu al ruim 13 jaar mede werken aan het verreinen der zeden van ons toekomstig geslacht, is het toch noodig op eenige belangrijke lacunes te wijzen, die dringend om aanvulling roepen. Juist nu, waar de moreele verwording onder de jeugd zulk een angstwekkenden omvang be gint aan te nemen, zou 't plichtsverzuim zijn, daarop niet nog eens weer de volle aandacht te vestigen. Toch zou ik niet graag den indruk wekken, alsof ik 't vele goede zou willen voorbijzien. Integendeefl. De jaarverslagen van de Voogdijraden noemen steeds een eerbiedwaardig getal kinderen, dat uit het voor hen gevaarlijke milieu is verwijderd en aan de goede zorgen van vereenigingen of particulieren is toever trouwd en ik twijfel er niet aan. of 't is de voldoening over dat reddingswerk, die de leden der voogdijraden en allen, die zich aan deze soort van kinderbescherming heb ben gewijd, hun zware, moeilijke taak doet voortzetten, ook, wanneer hun 't gevoel be kruipt, dat ze bezig zijn te roeren in eene poel van ongerechtigheid en minderwaar digheid, waarbij steeds meer vuil naar boven komt drijven. Bij dit werk zien wij de Kinderwetten dan ook van den sterksten kant, waar zij de belangen van 't verwaarloosde kind trachten te behartigen, waar zij dus het kwaad wil len voorkomen. Haar zwakste zijde ver- toonen zij ons echter, waar zij het kwaad willen genezen door op te komen voor de belangen der misdadige jeugd en 't is daarom juist in het belang van de toe komst, om deze zwakke zijde na eene 13- jarige ervaring eens goed te belichten. 't Moet erkend, dat ook het strafrechte lijk deel der Kinderwetten er op wijst, dat de wetgever bedoeld heeft, jeugdige delin quenten niet gradueel anders te berechten dan volwassenen, maar op een geheel an dere, een meer paedagogische basis. De gesloten deuren bij de terechtzittingen zijn hiervoor wel het beste bewijs, want hierbij heeft de wetgever zelfs den historischen eisch van het recht, die volle openbaarheid vordert, opgeofferd aan den opvoedkundi gen eisch, die voor het kind deze openbaar heid uit den booze acht. Ook bij de ver schillende straffen is getracht in meerdere of mindere mate de paedagogische begin selen in practijk te brengen. Daarom is het te betreuren, dat het proces zelf, de ge sloten deuren dan niet meegerekend, pre cies hetzelfde is gebleven. Nog altijd de omslachtige langzame gang- van zaken; verscheidene weken tusschen het plegen van het feit en de behandeling ter terechtzitting. En dan die terechtzitting zelf. Nog altijd de middeleeuwsche plechtig heid van het verschijnen voor het deftige college van 3 rechters, den officier van justitie en den verdediger, allen gebefd en getabbaard. Is er wel iets minder geschikt, om bij de jeugdige boefjes een indruk van vertrouwelijkheid te wekken, waar de ge- heele omgeving verwarrend op hen moet werken! Wat komt er op deze wijze te recht van een vaderlijk gesprek tusschen rechter en beklaagde, dat dikwijls beslis send voor de gemoedsvorming van het kind kan zijn! Zou het gevaar hier niet groot wezen, dat een niet-paedagogisch aange- MEVR. G. v. d. BRINK, Cor- setière, KEIZERSGRACHT 772, AMSTERDAM. ELKEN VRIJDAG AANWEZIG IN „HOTEL CENTRAL" LANGE POTEN, DEN HAAG. legd rechter en die zijn er helaas ook, de plechtigheid hoofdzaak zal gaan vinden, terwijl het eene noodige is en blijft, het be lang van liet kind zelf. Naast de mise-en-scène der terechtzitting, is naar mijne meening de groote fout, die de kinderwetten niet verbeterd hebben, dat de kinderberechting als terloops wordt overgelaten aan dezelfde rechters, die over volwassenen moeten rechtspreken. Alsof niet juist het misdadige kind, dat door aller lei sociale misstanden buiten zijn schuld in aanraking met een strafrechter komt, recht heeft op eene bijzondere behandeling van een bijzonderen rechter. Van eer., die naast zijn kennis van de wet ook kennis heeft van het kinderhart, van een, die paedagogisch inzicht genoeg heeft om te weten, welke straf, indien er al straf noodig is, hij in een bepaald geval tot heil van het kind zal moe ten aanwenden, die in één woord roeping heeft voor deze moeilijke taak. En wanneer deze rechter over de noodige juridische kennis beschikt, dan behoeft hij zich niet door andere geleerde tieeren te laten bij staan, maar dan kunnen hiervoor ook niet- juristen, mits zij ware paedagogen zijn. dienst doen. Kinderrechters met een kinder rechtbank, waarin het leeken-element niet ontbreekt, ziedaar, wat de wetgever nog steeds verzuimd heeft aan onze kinderwet ten toe te voegen, hoewel daarop dikwijls genöeg gewezen is, door juristen zoowel als door velen, die hunne beste krachten geven aan de bescherming van het kind. Jaren geleden heeft de Nationale Vrouwenraad zich reeds hierover uitgesproken en op de jaarvergadering der Juristenvereeniging van 1918, waar dit onderwerp aan de orde was gesteld, is algemeen de wenschelijk- heid der kinderrechtbanken uitgesproken. Waar daar echter even algemeen het denkbeeld van het leekenelement werd ver worpen (slechts 4 stemmen verklaarden er zich voor) en er ook van de vrouw als zoodanig niet is gerept, daar ligt het zeker op den weg van ons vrouwen, om op te ko men voor deze nuttige instelling, alsmede voor het aanvaarden van vrouwelijke hulp daarbij, hetzij van vrouwelijke rechtgeleer den, hetzij van leeken. Ook onder de vrouwen vindt men geboren paedagogen, die streng en mild, onverbiddelijk en zacht tevens zijn en 't zou zonde en jammer we zen als zij die bijzondere gaven niet konden aanwenden ten bate van de kinderen, die ze het meest van allen noodig hebben. De Amerikaansche kinderrechter uit Colorado, Judge Ben Lindsey die in 1916 in ons land vertoefde, heeft bij verschillende gelegen heden openlijk verklaard, dat het de vrou wen van zijn staat (waar zooals men weet het vrouwenkiesrecht reeds lang is inge voerd) zijn geweest, die het hardst er voor geijverd hebben, om deze kinderrechtban ken ingevoerd te krijgen. Ik twijfel er niet aan of de Nederlandsche vrouwen zullen in dezen voor hare Amerikaansche zusters niet onderdoen. Zeezangetjes. II. Zacht gaat de wind en fluistert stil geluiden, Die vreemd mij aandoen, toch ook weer [vertrouwd. Ik weet niet, of niet meer, hetgeen zij wel [beduiden En 't jubelt in mijn hart, terwijl 't er teffens [rouwt. Het zeevlak rimpelt zich met lange witte [vegen, Een golf kruit blij omhoog en slaat mis troostig neer. Nu weet ik: 'k kom mijn jeugd en lat're Tdagen tegen. En plots versta 'k nu ook den stillen zee- [zang weer. A, L. GEZELLIGHEID IN HUIS. Ieder uwer zal bij zich zeiven menigmaal de opmerking hebben gemaakt, dat hij, of zii, bij vrienden of familie op bezoek, zich in de etue kamer behaaglijk gevoelt terwijl men in een ander vertrek echt stijf „op visite" zit. Menigmaal is het laatstgenoemde vertrek er nochtans een vol kostbare meu belen, tapijten, porcelein, en het eerste slechts een eenvoudige kamer. Waaraan ligt dit dan toch Ik geloof, dat het komt, wijl de kostbaar der gemeubelde vertrekken veelal door een behanger „a la mode" zijn ingericht. Bij die andere echter zijn het de bewoners zeiven,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1919 | | pagina 3