Losse Woorden.
Abonneert U op de
Door hard werken, intensieve productie, wordt
de goederenvoorraad der wereld weer grooter
en zuinigheid in het gebruik heeft dezelfde
strekking. En omdat de duurte in laatste instantie
volgens deze heeren, een gevolg is van de
schaarschte, is alleen op die manier, door op
heffing van het tekort, nieuwe welvaart te
wachten. Hard werken dus en zuinig leven, is
hun leus. In de „Haagsche Post" heeft de oud
minister prof. Ant. van Gijn een heele reeks
artikelen van die strekking geschreven, en de
redactie vond dit betoog zoo mooi, dat zij het
als brochure heeft laten overdrukken en uitgeven
„ter bestrijding van het Bolsjewisme".
En in een ander weekblaadje, „De Loods",
van den Economischen Bond, vonden we de
zelfde gedachte in beeld gebracht. De bekende
schilder Van der Hem teekent op het titelblad
van „De Loods" een arbeider, die door
zijn loonstrijd een „spaak in 't wiel" steekt van
den vredeswagen, en dan zegt de. Vrede tot
hem„Hoe kan ik zóó de welvaart brengen,
waar gij naar snakt
Die weekblaadjes, onbenullig als zij overigens
zijn, geven in 't algemeen een getrouw beeld
van de geestesgesteldheid der bourgeoisie.
Daarom loont 't de moeite, uit diezelfde blaad
jes ook eens den anderen kant te laten zien
van de theorie van zuinigheid en soberheid,
te laten zien, dat zij die theorie uitsluitend be
stemmen voor de arbeidersklasse, terwijl zij
zich niet ontzien om tegelijkertijd in hun eigen
kring reclame te drijven voor de meest onbe
schaamde weelde en geblaseerde verkwisting.
Hetzelfde nummer van „De Loods", dat de
bovenbeschreven plaat vertoonde, bevat een
modeplaatje, waarin de schrijfster als volgt
vertelt van het ondergoed der bourgeois-dames
In lingeries (linnengoed) wordt momenteel
groote luxe tentoongespreidDe stof voor
lingerie is thans zeer soepele zijde of zifden
battist. En dan liefst gekleurd. En dan liefst
bewerkt, beborduurd, beschilderd in geestige
zwarte silhouetjes of bonte futuristische
figuurtjes".
En de „Haagsche Post", het blad waarin prof.
v. Gijn en Mr. Vissering hun waarschuwingen
geven, heeft regelmatig rubrieken „Parijsche
Mode" en „Wat men te Londen draagt". Week
aan week worden daarin de zwierigste en pi
kantste toiletten in geuren en kleuren beschreven
de heeren-lezers gnuiven van de japonnen tot
op het middel uitgesneden en de korte rokjes
de dames worden vergast op japonnen met
randen van kostbare veeren, op toiletten flon
kerend van diamanten en goud. Hoe kostbaarder
en hoe pikanter, destemeersmultdeHollandsche
Spiessbürger aan de beschrijving. Een enkel
knipseltje als getuige van dezen geestIn de
Engelsche badwereld, meldt de „Haagsche Post",
„wordt een toenemende luxe en verfijning ten
toon gespreid":
„De dames kleeden zich thuis of in haar
hotel in haar uit dure stof en kostbare bor
duursels enz. versierd badtoilet en gaan, ver
gezeld van haar kamenier, per auto naar het
strand. Dat is het allernieuwste".
Men ziet hier wel heel duidelijk, hoe de mo
raal van zuinigheid, sober leven en hard wer
ken, alleen voor de arbeiders wordt gepredikt.
Voor de bourgeoisie immers wordt in prikke
lende kleuren de heerlijkheid beschreven der
uitzinnige weelde. De arbeiders moeten de
duurte en de verarming der wereld goed maken
door terugkeer tot het pauperisme, door onder
voeding van eigen lichaam. En onderwijl moeten
zij hard werken, groote massa's produceeren
Dat doet der kapitalisten winst vloeien. En
zoo bloeit op den grondslag dezer matelooze
uitbuiting, de even matelooze verbrassing' en
luxe op, onmiskenbaar teeken eener maatschappij
die aan haar eigen tegenspraken bezig is te
gronde te gaan.
(Tribune.)
Een waar woord vindt steeds een goede
plaats, n.l. in een waar mensch.
De journalistiek is bestemd voor onware
menschen; een waar woord is in de journa
listiek toelaatbaar. Is ook zij niet bestemd
de onware mensch tot zich zelf, d.i. tot zijn
waarheid te brengen
Het ware woord wordt het eenvoudigst ge
zegd in eene gelijkenis. De gelijkenis is „gang
baar".
tte gelijkenis is het spel van waarheid en
verbeelding, zonder aanmatiging: want de
gelijkenis is ook op zich zelf een aardig ver
haal, en de diepere zin van het sprookje te
begrijpen is niet noodig.
Maar de schijn is iets anders dan de ge
lijkenis.
De schijn is onvolledige verschijning van het
verborgene waarop het aankomt, zonder dat
dit verborgene alles is, of op zich zelf iets is.
In de schijn is de inhoud niet als in de ge
lijkenis als voor menschen pas klare waarheid,
maar ais verschijning der werkelijkheid.
De schijn en zijn inhoud zijn organisch ver
bonden, maar zij zijn niet elkanders spiegel
beeld, zooals gelijkenis en hun inhoud.
De oppervlakkige mensch ziet de schijn aan
voor gelijkenis. Hoe weinig zij dit is, laat zich
aan de vlucht der vliegmachine aantoonen.
De E.L.T.A. bij avond. De lucht doorzichtig,
en als zonder gewicht, blijkt veerkrachtig. De
Italiaansche vliegenier heeft rood en groen
licht op de uiteinden van zijn toestel. De straal
van het zoeklicht die als een gelijkmatige melk
weg hem opneemt, omgeeft hem, wiegt hem.
Daar duikelt hij om, richt zich weer schuin naar
omhoog, steigert hoog over den kop in de
stille verte. Het schijnt een sprookje
van ongekende weelde en harmonie.
Dit is schijn. Van welke werkelijkheid? Nader
den woest snorrenden motor nadat het vleugel
blad is rond, de motor aangedraaid. De motor
werpt, spuit vlammen en giftgassen. Vlucht van
het veld als het schijnbaar lucht-lichte toestel
met zijn woedend-razende voorplecht zich om
hoog zuigt. Elk vliegtuig heeft voor zich een
orkaan besteld. Vlucht! Er zijn aan dit werk
tuig al 3 verongelukt, wier ledematen te dicht
bij kwamen. Dan zijn er met dit toestel, dat
overdag z'n lidteekenen toont, reeds 3 te plet
ter gevallen. De verongelukten hebben een
moeder, een zuster, een kind nagelaten, dat
hen mist. Maar nog een andere inhoud ont
vouwt zich aan deze daar nu hoogzwevende
harmonische-schijn.
Daar waren de mijnen, die het ijzererts lever
den en de hoogovens en de walswerken, waar
menschen hun longen vergiftigden, stukken van
hun leven uitdroegen in hun dagtaak; en allen
waren zij in den ban van het kapitaal, dat hen
gebruikte zooals zij zeiven werktuigen gebruik
ten. Dan is er de armoede van den uitvinder
geweest, die, dit is immers zijn lot, nooit loon
krijgt naar werkenOm ter wereld iets tot
stand te brengen teert de menschheid op. De
menschheid brandt zichzelve op om vrucht
voort te brengen. Die vrucht is schoon in schijn,
in werkelijkneid is ze een nieuwe brand, een
woest voordoen van krachten, die zich inéén
strengelen om elkander te verterendis-harmo
nie. Het wezen der harmonie is dis-harmonie!
Storm, wreede strijd, dood, breuk, schade,
schande, dat is het leven. Slechts enkelen zien
de lichtende uitkomst, al worden allen door het
licht getrokken.
Hoog in de lucht dompelt het kleurige vlieg
tuig zich opnieuw in den storm van melkwit
licht. De schoone schijn is ver, maar ze houdt
ons geboeid.
De Paradijsvloek.
De redactie van het „Bloemendaalsch Week
blad" is de gelukkige bezitster van een pers
kaart voor den Stadsschouwburg te Haarlem, en
ik was zoo gelukkig daarvan te mogen ge
bruik maken onder belofte eener recensie. Die
te geven is ditmaal een loonende taak. Dit stuk
in vlotte verzen geschreven, brengt ons duide
lijk weer eens inhoud op het tooneel. Een
drama is een zich op het tooneel in strijd ver
werkelijkende idee, een tragedie is een drama,
waarin de held sterft als offer voor de idee
die hij vertegenwoordigt. Dit drama geeft de
tragedie van Abel of van de onnoozele liefde
en van Caïn of van den heerschzuchtigen wil;
beiden gaan te niet aan de eenzijdige door
voering van eigen persoonlijkheid. Adam en
Eva vormen als het ware de onsterfelijke kos
mische achtergrond van deze beide tragediën
en in het aan den horizon lichtend offer aan
het kruis komt ten slotte de verzoening sche
meren. Het geheel is grootsch van beweging
en opzet. De vier hoofdpersonen bereikten in
hun voortreffelijke dictie en uitbeelding wat
de schrijver moet hebben bedoeld. Het stuk is
op de bijbelsche overlevering en op eenvou
dige zielkundige gegevens geïnspireerd. Het
laat zich met goed luisteren van het begin tot
liet einde in spanning volgen en na afloop
verlaten wij de schouwburg niet alleen (wat
zelden gebeurt) zonder eenige schaamte om
wat wij hebben gezien, maar werkelijk gesticht
d.w.z, geestelijk verhelderd en versterkt. T.
=v*£ Om de J4 dagen verschijnend bij
het „Bloemendaalsch Weekblad"
a f 1.
per jaar.