Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bioemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort
Wie zich nu op het
Bloemendaalsch Weekblad
abonneert, krijgt het blad
tot 31 December kosteloos.
Gemeentebestuur.
HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING
LOKET-KLUIZEN.
CINEMA PALACE
Feuilleton.
Pim en Sinterklaas.
13e Jaargang.
DONDERDAG 4 DECEMBER 1919.
No. 49.
BLOBMENDAALSCI WEEKBLAD
Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 5003
Abonnement:
Tot 31 December.
Voor een vol jaar.
f
f 4.-
Losse nummers 10 cent.
Advertentiën.
15 cent de regel, bij afname van 500 regels of meer korting.
Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, 50 cent
en f 1.— bij vooruitbetaling.
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
en een Kinder-Bijblad.
jk. .X. ,k.Js, Ju. j*. Jr.. Jc.
-yr yr -yr -yr -yr 'yr'yr
Maandag vergaderde onze raad. Af
wezig was de heer Teding van Berk
hout. De burgemeester presideerde. Eerst
werd de nieuwe gemeentesecretaris, Mr.
Dr. Veeren geïnstalleerd. Nadat deze
nieuwe ambtenaar beëedigd was, felici
teerde de Voorzitter hem met zijn be
noeming, en sprak den wensch uit, dat
deze zoowel voor den heer Veeren als
voor de gemeente een gelukkige moge
blijken.
Daarna verwelkomde de heer Bijvoet
den nieuwen gemeente-secretaris namens
den raad. Hij wees er op dat de taak
van gemeente-secretaris geene gemak
kelijke was, doch dat de heer Veeren,
zoo hij zich er goed van kwijt, ook op
de achting en de waardeering van den
raad en van geheel Bloemendaal reke
nen kan.
De heer Veeren dankt meteen kort
woord, waarna de voorzitter den
heer De Groot voor diens intusschen
als loco-secretaris bewezen diensten be
dankte, deze de vergadering verliet, en
de heer Veeren diens plaats innam.
Onder de ingekomen stukken was er
een schrijven van den heer Teding van
BLOEMENDAAL.
Bloemendaalscheweg 113.
Kapitaal en Reserve c.a. f 5.000.000.
Effecten, Prolongatiën, Coupons, Vreemde Munt.
Neemt Fondsen in Leendepót en vergoedt daarop Leengeld.
Open en gesloten Bewaarneming.
Koop, Verkoop en Incasseering van Wissels op Binnen- en Buitenland.
30
Berkhout, die wegens drukke bezighe
den als dijkgraaf der Haarlemmermeer
polder en zijn niet over-krachtige ge
zondheid zich genoodzaakt ziet als raads
lid, hoe ongaarne ook, te bedanken.
De voorzitter roemt de uitnemen
de hoedanigheden van het scheidende
raadslid, prijst wat hij voor de gemeen
te deed, en zegt terecht dat het lidmaat
schap van den heer Berkhout bij allen
in goede herinnering blijven zal.
De V o o r z i 11 e rEr is een voor
stel om aan de woningbouwvereeniging
„Bloemendaal Noord" een stuk grond
te geven, afkomstig van den heer Van
der Wyck, om er vier woningen op te
bouwen.
De heer De Roo vraagt of de ge
meente moet zorgen voor beambten van
het Provinciaal Ziekenhuis, want de
zen zuilen die woningen betrekken. Kan
de provincie niet zelf voor hen zorgen?
De heer Noorman begrijpt de be
zwaren niet, daar het toch de gemeen
te niets kost.
De heer D e R o o zegt, dat het een
beginsel-kwestie is.
Na eenig heen en weer praten wordt
in beginsel besloten, grond in erfpacht
te geven tegen jaarlijkschen canon en
een voorschot aan de Woningbouwver
eeniging „Bloemendaal Noord".
B. en W. stellen voor afwijzend te
beschikken op een verzoek van den
heer G. M. Klomp, secretaris der afd.
Bloemendaal van den Ned. Bond van
werklieden in openbare diensten en be
drijven, omtrent een uitkeering van
f200.aan de concierges van scholen,
daar de raad in zijn vergadering van 6
Nov. j.l. hieromtrent reeds een beslis
sing nam.
Aldus wordt besloten.
Dan is aan de orde vrijstelling bouw
verordening.
Vrijstelling van art. lObis der bouw
verordening was gevraagd door:
W. Kromhout, voor het bouwen van
een woning.
Gaat naar B. en W. om prae-advies.
A. van Munster, voor een rieten dak
Cf, •eeu woonhuis in Oosterduin.
Goedgekeurd.
Jhr. A. Bas Backer voor verplaatsing
van een plantenkas op het villaterrein
„Boschvliet" te Bloemendaal. Goedge
vonden.
Dan is aan de beurt de benoeming
eener onderwijzeres aan de lagere school
te Vogelenzang. Deze wordt uitgesteld,
daar nog geen adviezen of aanwijzin
gen van de bevoegde zijde zijn inge
komen.
Oroote Houtstraat 111—113 Haarlem.
Programma van 5, 6, 7 en 8 Dec.
HAP JOURNAAL.
Actueel.
2. DE VERDWENEN BISSCHOP
Drama in 1 afd.
3.
HET KAN VERKEEREN.
Drama in 5 acten.
In de hoofdrol JULIA DEAN.
Een zeer interessant filmwerk.
- PAUZE. -
4. PASHIONKY's SCHOONHEIDS
INRICHTING.
Klucht in 2 afd.
Programma van 9, 10 en 11 Dec.
I. NORDISK FILM JOURNAAL
Zeer interessant.
2. IN ROES.
(RAUSCH).
Drama in 5 afd. naar STRINDBERG's
beroemd tooneelwerk van denzelfden naam.
In de hoofdrol ASTA NIELSEN.
De film overtreft verreweg het tooneel-
stuk, daar zii de geschiedenis veel meer in
haar détails aantoont.
PAUZE. -
3. IN EN UIT DE PUT.
Dol Komische Amerikaansche Klucht in
2 afd. met ALICE HOWELL in de hoofdrol.
Vanaf Dinsdag en Vrijdag nieuw
Programma.
Op alle Voorstellingen Explicatie van
den heer H. C. HACKMAN. 76
Dus U ziet, Sinterklaas,
Dus u ziet, Pieterbaas,
Dat u ons geen roe hoeft te geven.
Geef ons liever een koek
Of een prent of een boek
Dan roepen we „Lang zal hij leven!"
Zoo zongen de kleuters met roode
wangen en blinkende oogen van op
winding.
„Zou hij nu gauw komen, ma?" vroeg
de kleine Koos met haar hooge fluit-
stemmetje.
„Hoe lang duurt het nog?" infor
meerde ongeduldig Kees, een wakker,
pittig kereltje.
En Kees en Frank, de tweelingen,
die nog niet goed praten konden, zaten
allerlei pleizierige en tegelijk ook wat
angstige geluidjes uit te stooten, terwijl
hun mollige kleine klaviertjes in de
pepernoten op de tafel graaiden.
„Hij zal er nu, denk ik, wel gauw
wezen. Ik heb net zoo'n gevoel, of het
elk oogenblik gebeuren kan," zei ma
beteekenisvoi.
Nerveus draaiden de kinderen op hun
stoelen; ze leken niet erg op hun ge
mak en toch straalde er blijdschap uit
hun donkere oogen.
„Kom, Koos, het is jouw beurt," zei
moeder, terwijl ze het meisje de dobbel-
steenen toeschoof, want ze waren aan
het ganzeborden. „Maar waar is
Pim?" riep ze plotseling een beetje
verschrikt uit, „waar is die jongen nu
gebleven?"
Niemand wist het.
„Jelui moeteven mekaarbezighouen,"
zei moeder toen, „ik ben dadelijk
terug."
Met liep ze haastig de kamer uit om
Pim te zoeken. Ze had een vermoeden.
Hij kon zoo stiekem doen
Pim, de zwijgzame, eigenaardige Pim,
die temidden van het tumult der broer
tjes en zusjes dien avond nog stiller
was geweest dan ooit, en peinzend en
verstrooid bij het spel had gezeten,
die vreemderige Pim had op een oogen
blik de waakzaamheid van zijn moeder
weten te bedriegen, en was, toen daar
even de vader was opgestaan, dezen
stilletjes op de trap nageslopen. In de
gang had hij telkens geaarzeld, weifelend
stilgestaan, maar als onder den dwang
van een idéé fixe, die al zijn verzet op
het eind fnuikte, was hij tot dicht voor
de deur der slaapkamer genaderd, waar
zijn vader was binnengegaan.
Nu stond hij door het sleutelgat naar
binnen te gluren.
„Ik dacht het wel, ik dacht het wel,"
zei hij vol ontroering zachtjes in zichzelf,
als had hij een vreeselijke ontdekking
gedaan.
Ademloos bleef hij dicht tegen de
deur gedrukten keek, en keek, of
zijn leven er van afhing, zoo vol starre
aandacht
Argeloos als een kind ging de niets
kwaads vermoedende vader daarbinnen
te werk. Uit de hangkast had hij een
hoopje kleurige gewaden voor den dag
gehaald, en nu was hij bezig, zich daar
mee te bekleeden. Eerst trok hij over
zijn vest een lange paarse toga aan;
daarover kwam een kanten koorhemd,
dat hij met bandjes om den hals vast-
strikte, dan wierp hij een violette stool
om.
Hij keek eens in den spiegel
„Móói staat het me direct niet," zei
hij tot zich zeiven, en hij lachte eens
naar zijn zonderlinge verschijning, die
te voeten uit in de spiegelkast weer
kaatst werd, „maar het feitelijke indruk
wekkende komt nog."
Uit een doos nam hij een pruik van
witte watten, en hing dien over het
bruine gescheiden hoofdhaar; vervol
gens haalde hij een witte wattenbaard
te voorschijn, dien hij met wat gom om
mond en kin vastkleefde. Dan werd op
den witte-wollen bol een papieren mijter
gezet.
„Dat is al dadelijk een heel ander
gezicht," zoo vleide hij zich, terwijl hij
een blik vanuit de witte ruigten in den
spiegel wierp. Hij scharrelde nog wat
aan de watten plukken op zijn voor
hoofd, en fatsoeneerde den mijter, die
wat gekneusd was. Daarna bemerkte
hij tot zijn schrik, dat de toga te kort
was; hij sloeg de broekspijpen nu ter
halverwege de kuit om, zoodat een
paar keurige sokken-beenen ontbloot
werden. Dan begon hij den staf, die uit
verscheidene onderdeelen bestond, in
elkaar te zetten. Maar hij had daar een
heel karwei aan. „Valt niet mee," mom
pelde hij gichelend in zichzelf, „Ik kan
beter met een paraplue of een wandel
stok overweg."
„Pim!" klonk een stem.
De jongen schrikte, en week Van de
deur terug.
„Waar zit je, jongen?" riep de moe
der, die nu al de trap kwam opklimmen,
nog eens naar boven. „Ik was
even boven,stotterde de ont
hutste knaap.
„Ja, je was even boven," zei de
moeder wat geërgerd.
„Maar wat voerde je daar uit?"
„Nietsniets, ma," klonk flauw
de stem van den knaap.
Ze haalde de schouders op. „Uit dien
jongen word ik nooit wijs, mopperde
de moeder, wie de zonderlinge geslo
tenheid van Pim altijd prikkelde.
Pim volgde haar zwijgend naar de
kamer. Opgewonden klonken daar de
kinderstemmen weer.
Zie, ginds komt de stoomboot uit
Spanje weer aan
Hij brengt ons Sint Niklaas, Ik zie
[hem al staan.
Hoe huppelt zijn paardje het dek
op en neer,
Hoe waaien de wimpels alheen en
alweer.
Pim zingt niet mee; opvallend tus-
schen de luidruchtige blijde kinderen
met hun roode, glanzende snuitjes is de
jongen met zijn eenigszins ouwelijke,
ernstige gezichtje. Soms is er een trek
van schuwheid daarop, als vreesde hij
betrapt te worden op een of ander
misdrijf
Daar werd gebeld. Een schot had
geen heviger uitwerking op de kinderen
kunnen hebben. Allen sprongen tegelijk
overeind; kreten van verrassing, maar
ook van kwalijk verholen schrik weer
klonken.
Pim leek ineens de kamer te willen
uitloopen, maar zijn moeder weerhield
hem. Wat had die jongen nu weer?
Hij was altijd tegen den keer in.
Uit de gang klonk gestommel, de
deur ging open. En daar trad Sinter
klaas in hoogst eigen persoon de kamer
binnen. Als schuwe lammeren drongen
de kinderen saam om de moeder, die
den heilige met een diepe buiging ver
welkomde, en hem daarna den leunstoel
van vader aanbood.
„Dank u zeer, mevrouwtje, dank u
wel zeer," zei de hooge bezoeker met
een heel zware stem, terwijl hij vol
staatsie zitten ging.
„Is mijnheer niet thuis?" vroeg Sinter
klaas, terwijl hij quasi-teleurgesteld het
vertrek rondkeek.
„Neen, Sinterklaas," zei moeder op
een toon, waarin heel vaag iets van
verstandhouding, een zweempje van
voor-den-gek-houderij was, „mijn man
is net even uitgegaan."