DRO/TE Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort Artistieke WONING-INRICHTINGEN 1 DROJTES CHOCOLADE Het getij. Betimmeringen - Behangerij - Verhuizingen - Stoffeerderij SPECIALITEIT IN CLUBFAUTEUILS J. A. BOSKAMP ZONEN - OVERVEEN CINEMA PALACE Z)eze I I Jcop Ontvangt LJ Gratis op de bon/~in de tabletten 14e Jaargang. ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1920. No. 36 BLOEHENDAALSGH WEEKBLAD Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 5003 Abonnement Voor een vol jaarf 4.— Advert entiên. 15 cent de regel, bij afname van 500 regels of meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit vier bladzijden Er is geen andere voorbereiding voor het sterven dan het leven. Hoe weinigen onzer gaven zich toch eigenlijk rekenschap van de ge* wone dagelijksche verschijnselen, juist omdat ze dagelijksch, omdat ze schijnbaar „gewoon" zijnEn toch wat zoo „gewoon" en zoo „alle* daagsch" lijkt, het is juist vaak zoo uiterst merkwaardig Zoo b.v. we zitten aan het strand te Zandvoort, of noordelijker, aan dc zeereep, het strand van Bloemen» daal! En we kijken „zonder erg" daar naar het opkomend en het vallend water, het z.g. „getij". Hoe weinigen wéten dan eigenlijk wat ze daar zien gebeuren. En nochtans zullen velen onzer lezeressen en lezers wellicht gaarne weten hoe dat eigenlijk zoo'n beetje in zijn werk gaat. We zullen hun daartjjn hier eens iets daarvan vertellen. De vloed en de eb duren elk 6 uur 121/2 min. Het verschil van water» stand tusschen de laagste eb en den hoogsten vloed is op verschillende tijden en plaatsen zeer ongelijk. Aan rechte kusten en bij eilanden in den oceaan, bedraagt het verschil vaak niet meer dan één meter; in nauwe zeeëngten kan een vloedgolf het water vaak tot 15 a 20 meter hooger opstuwen dan bij eb; soms ook dringt de vloedgolf bruisend en donderend den mond der rivieren binnen en ver» oorzaakt daar dan een oorverdoo» vend geluid. Vooral bij de Amazonen» rivier (Z. A.) is dit het geval. In zeeën daarentegen, die van alle zijden door landen zijn ingesloten en die slechts door nauwe straten in verbinding staan met de groote wereldzeeën, zooals dit bijv. het geval is met de Middellandsche» en Zwarte Zee, be» merkt men van eb en vloed niets of zeer weinig. Hoe ontstaat nu dit verschijnsel van eb en vloed? Hierboven heb ben wij gezien, dat de tijd, die van den éénen hoogen waterstand tot den anderen verloopt 12 uur en 25 minu» ten bedraagt. Hieruit volgt dus, dat de getijden iederen dag 50 minuten later invallen, en na verloop van 14 dagen wedér op dezelfde tijden op» treden. Het is natuurlijk duidelijk, dat men is gaan zoeken naar de oorzaak van deze regelmatige tijdverschui» ving, en dat men aldra verband heeft gevonden tusschen den loop der maan aan den hemel en het optreden der getijden, want ook de maan komt den volgenden dag 50 minuten later pas op het punt, waar zij den vorigen dag stond. Ebbe en vloed volgen dus de maan; zij komen steeds een be» paalden tijd na het uur, waarop de maan in het Zpiden het hoogst, of in het Noorden, onder den horizon, het laagst stond. Toen men had gevon» den, dat de dagelijksche vertraging van ebbe en vloed precies samenvalt met die van de maan, kwam men reeds direct op de gedachte, dat de maan in betrekking stond met de fff OPGERICHT 1886 watergetijden. Welke echter die ge» heimzinnige kracht was, die den in» vloed van de maan op de wateren der aarde deed zijn als die van een mag» neet op staal, wist men niet, even» min als men een juiste voorstelling had van deze kracht. En hoewel ook thans nog het wezen der aantrek» kingskracht want deze is het, die de maan op de zeeën uitoefent, en waardoor ebbe en vloed ontstaan voor ons even geheimzinnig is als vroeger, men heeft thans van haar werking ten minste een juist denk» beeld. Die aantrekkingskracht, die voor zoover onze waarnemingen zich uit» strekken, in het gansche heelal heerscht, is de oorzaak, dat er tus» schen de verschillende werelden, die er in duizend»millioenentallen rond» wentelen in den kosmos, een neiging heerscht, om naar elkaar toe te gaan, waarin ze echter weer voor een ge» deelte belemmerd worden door hun eigen snelheid. Door de samenwer» king van deze twee krachten \ant» stonden de vaste banen, waarlangs de hemellichamen zich om elkander en door elkander bewegen. De ontdek» king van deze aantrekkingskracht als algemeene wereldkracht, danken wij aan den bekenden natuurkundige Isaac Newton (1643—1727). Het is nu deze aantrekkingskracht, die ook door de maan op onze aarde wordt uitgeoefend, evenals de maan de aantrekkingskracht der aarde on» dervindt, die oorzaak is van het ont» staan der getijden: de maan trekt als het ware het water van onze aarde door middel van een onzichtbare kracht achter zich aan. Zou de gan» sche aarde door water omgeven zijn, dan zou deze enorme oceaan steeds in een vervloeiende beweging zijn in de richting van den loop der maan. Stoom» of zeilschepen zouden dan niet noodig zijn: door een sterken stroom zouden de vaartuigen zonder een andere voortstuwingskracht een reis om de wereld kunnen maken. Maar nu is er behalve water, ook land op onze aarde, en dit land ligt er zoo onregelmatig over verdeeld, dat de vloedgolven steeds gedwongen wor» den van richting te veranderen of dood te loopen op de kusten. Hiervoor zagen wij, dat het verschil in waterstand tusschen ebbe en vloed niet op iedere plaats van de aarde ge» lijk is. Maar ook op dezelfde plaats is dit verschil niet altijd even groot in een periode van 14 dagen (dan komt de vloed voor een bepaalde plaats weer precies op denzelfden tijd op als veertien dagen geleden, door het ver» schil van 50 minuten per dag) wordt de hoogte van den vloed beurtelings grooter en kleiner. Bij volle en nieuwe TELEFOON 956 maan is de vloed het hoogst, en de ebbe het laagst (z.g. springtij); tijdens de schijngestalten van de maan is het verschil tusschen eb. en vloed en den gemiddelden zeespiegel veel geringer. De oorzaak daarvan is gemakkelijk te verklaren. Als de maan op het water der aarde aantrekkingskracht uit» oefent, dan zal de zon dit eveneens doen; daar zij echter zooveel verder van onze aarde verwijderd is, zal haar invloed zooveel geringer zijn. Bij volle en nieuwe maan nu valt de aan» trekkingskracht van zon en maan samen en versterken zij dus elkaar, met het gevolg, dat men een lage eb en hoogen vloed krijgt, want waar op een bepaalde plaats op aarde het water door zon en maan zooveel hoo» ger wordt opgetrokken, vloeit het op de andere plaatsen zooveel lager weg. In den tijd van de schijngestalten dei- maan vallen echter maan»vloed en zon»ebbe samen, en verzwakken zij dus elkaar, met het gevolg, dat er nóch een hooge vloed, nóch een lage eb kan ontstaan. Johannes Kepler (157116J0) zeide reeds over de getijden: „De maan in den top der oceanen trekt de wateren aan, die de aarde overstroomen en deze aantrekking bewerkt, dat zij van hun kusten wegstroomen, omdat zij zich naar de open, niet door vastelan» den afgesloten gedeelten der zeeën spoeden, die juist onder de maan liggen." Deze voorstelling is inderdaad juist: het water stroomt naar dat ge» deelte van den oceaan, waarboven de maan staat, omdat daar de aantrek» kingskracht het grootst is. Maar die» zelfde kracht werkt ook aan den achter» of tegenovergestelden kant van de aarde, al is het niet in zoo sterke mate. Op beide plaatsen, aan den vóórkant der aarde waarboven precies de maan staat, en aan den achterkant der aarde, heeft men dus op dezelfde tijden vloed. En op de plaatsen, die daar weer aan weers» kanten tusschen liggen, natuurlijk eb, omdat het water daar wegstroomt. Bovenstaande verklaring van ebbe en vloed kan natuurlijk geen aan» spraak maken op volledigheid. Er zouden nog talrijke factoren te be» spreken zijn, die alle in verband staan met het optreden der getijen en de veranderingen, die deze op verschil» lende plaatsen van onze aarde onder» gaan. Een voorname factor echter, die niét onbesproken mag blijven, is de dagelijksche wenteling der aarde om haar as. De beide waterhoogten, die na&r de maan toe» en afgekeerd zijn, kunnen daarbij natuurlijk niet mee» draaien; zij blijven onderworpen aan dep invloed der maan. De vaste aarde en het diepere water van dezen GROOTE HOUTSTRAAT 111-1)3 HAARLEM. VRIJDAG 3, ZATERDAG 4, ZONDAG 5 EN MAANDAG 6 SEPTEMBER. ALS HOOFDNUMMER: DE BLAUWE VOGEL. Groote Symbolieke feërie in 10 tafereelen en 10 tableaux naar het beroemde werk van MAURICE MAETERLINCK. Dit bijzondere kunstwerk werd Maandag 23 Aug. j.l. met enorm succes vertoond op de Internationale Kinotentoonstelling te Am sterdam. Leest de persbeoordeelingen in de verschillende groote bladen. Bespreekt vooral uw plaatsen. DINSDAG 7, WOENSDAG 8 EN DONDERDAG 9 SEPTEMBER. ALS HOOFDNUMMER KAKATOE EN KIEVIT. Een vermakelijke klucht met Ossi Oswalda in de hoofdrol. VERDER UITGEBREID PROGRAMMA. oceaan draait dus als het ware onder hen~door, of, zooals het voor ons zich eigenlijk in schijn voordoet: de maan loopt eiken dag ééns om de aarde en trekt de waterspitsen mee, die als twee reusachtige golven om de ocea» nen heenrollen. Ziet men dus de maan opkomen en hooger langs den hemel klimmen, dan begint daar ook hei water te stijgen, wanneer de maan in het Zuiden staat, worden de golven ten onzent het hoogst, en des te hooger worden zij, naarmate de maan pr loodrecht boven staat. Gaat de maan naar het Westen, dan wordt het eblie, en het water is het laagst, als de maan is ondergegaan. Dan komt daarop de tegenoverliggende golf aanrollen, waarvan de kam ons voor bijtrekt, Wanneer de maan in het Noorden het diepst onder den hori» zon staat. Dat er dus tweemaal in één etmaal eb en vloed optreedt, is niet de oorzaak van den loop der maan, want deze loopt slechts in ruim 27 dagen om de aarde, en zou dus ook maar tweemaal in dien tijd eb en vloed kunnen veroorzaken. Door de wenteling der aarde om haar as even» wel, worden de verschillende plaat» sên der aarde telkens tweemaal per dag aan de aantrekkingskracht dei- maan onderworpen, en ontstaan ebbe en vloed dus ook tweemaal per dag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1920 | | pagina 1