\?i PA/TEL-PAPIER
AQUARELPAPIER \U
IN DE KLEINE BIJENKORF
5 J. SEYFFERT
Wegens verbouwing
2
GRAFWERK
Het Koekje voor den Zondag: Carels' Botersprits iets fijns
H. W. VAN STAVEREN
MELKINRICHTING
A*i2Maotwd\ ah-ig 1 Yf
ki KUMn/(HILbER-bj
^VERVEM M
m
VRAAGT UW BAKKER
FUNKE's ROGGEBROOD
Oude Groenmarkt 12-Tel. 324 j«.
j Complete Badkamerinrichtingen
Electro Technisch Bureau
C. J. CASSEE
Beneden Fabrieksprijs
van alle voorhanden zijnde merken
Zie de prijzen in de Etalages
Verkoop uitsluitend a contant
I
v
Steenhouwerij TROUPIN
m> >i» «v dk >i< sv »v i'ii'ii'ü'ü1
VWïA'
#4% <4% V4V #4» #4* 4% <|j> #|v <4|V #4> <4^ #4> <4* <4> <4> #4» <4* <4^ <4* '4* <4> V '4^ *4» V '4^ <4* '4^ '4*
Eng. Anthraciet
Holt. Anthraciet
Eierenkolen
Geb. Gascokes
Steenkolen
Gletcokes
Industrie-kolen
alle soorten
Hout en Turf
BAKENESSERGRACHT 9
Telefoon 497 Kantoor: Zakstraat 8
is de EENIGE Inrichting hier ter stede die zich heeft aange
sloten bij het Rijkscontrole-station „N.-Holland". Daarom is
zij gerechtigd tot het voeren van het RIJKS-BOTERMERK.
(Nederlandse)! Wapen met bijschriften, vastgesteld Krach
tens de wet van 17 Juni 1905).
vindt U een zeer fijne collectie
VOORJAARS DAMESHOEDEN.
St. LUCIËNSTEEG 26 hoek N.Z. VOORBURGWAL
Amstefdam (halte lijn 12 -- Telefoon C. 1104
Jt. Jt. Jt- Jt. .i. -A. Jfc. Jt. jt. Jt. JtJt. Jt. Jt- Jt_ Jt, .X. .3t. Jt.
"H F
Bloemendaalscheweg 73 Tel. 1107
ELECTRICITEIT OP ELK GEBIED
aV.AV-AV.A*AA?AAVAIAVAAVAA?AA?AAV,AVA SPJ «I*> ^AAVVAAVA?A»>AAV.AV..%ft
»'4« /4V?4VV4V74^ ^VViVViV?4^4w4r54^4V7jV?{V#k* /4V '4>
SIGAREN tn TABAK
X
X
ff4
V
i'4
X
i'4
X
#4% <4* VVVii
Wij nemen beleefd de vrijheid Ued. opmerkzaam te maken
op onze wekelijksche advertentie in de dagbladen waarin wij
verklaren geen werkzaamheden te willen verrichten door
tusschenkomst van Begrafenis-Ondernemers.
Deze menschen ontvangen van al hun aanbevelinge», waar
voor zij zelf niets presteeren, een zeker percentage variee-
rende van 10 tot 25 pCt. en hooger, hetgeen de levering of
werkzaamheden in prijs verhoogt ten nadeeie van cliënt.
Zulk een provisie of belooning geven wij niet aan hen die
van Uw treurige omstandigheden profiteeren. Laat U bij
voorkomen niet door hen beinvloeden, een begrafenisonder
nemer geeft U raad en daad op zijn manier en omdat hij
zeker is, aan de adressen welke hij zoozeer aanbeveelt, een
hooger of lager bedrag te ontvangen zijnde de belooning voor
zijn bemoeingen.
Wij geven geen provisie en om deze redenen worden wij
niet aanbevolen, wij wenschen die aanbeveling ook niet, het
beste bewijs echter dat ieder weldenkende het met ons eens
is bestaat uit onzen grooteren omzet in grafwerk sedert invoe
ring van dezen maatregel.
Wanneer U vroeg of laat een sterfgeval in Uw omgeving
te betreuren krijgt, geloof dan niet goedschiks al de verkla
ringen van den Begrafenis-Ondernemer. Informeer dan bij
bekenden die dergelijke toestanden hebben medegemaakt en
dezen zullen U weten te zeggen dat de lijkbezorger van alles
provisie schijnt te genieten, hetgeen te verklaren is uit zijn
tallooz» en hooge rekeningen.
Wanneer U zich dan deze waarschuwing herinnert en Uwe
bevindingen wederom aan anderen ter kennis brengt, dan zal
ons doel bereikt zijn, en de samenleving verlost van een inge
roest kwaad, hetwelk provisie aan lijkbezorgers met zich
bracht.
Nieuwe Gracht 44 48 HAARLEM Telef. 564-213
Van schrik verloor ik heelemaal het hoofd, ik
vloog de kamer uit, rukte mijn hoed en mijn
jas van den kapstok en stormde de trap af en
het huis uit."
„Wat zeide uw gastvrouw van dat plotse
linge vertrek"
„Die had ik heelemaal vergeten. Zij was nog
In de keuken en ik heb niet eens afscheid van
haar genomen."
„Dat is toch hoogst zonderling. Zooveel
haast hadt u toch niet, dat u haar geen verkla
ring van uw vertrek kon geven. En wanneer
u uw vrouw wilde trachten wijs te maken, dat
u er heelemaal niet geweest was, dan had u
juffrouw Dur toch in dat plan moeten inwijden.
Voorzichtigheidshalve hadt u toch met haar
moeten afspreken, dat zij in geval van nood
zegden moest, dat u geen voet over haar
drempel hadt gezet?"
„Ik zeide toch immers, dat ik mijn hoofd
kwijt was," zeide Fabian, die van zenuwach-
tigfieid bijna niet meer kon blijven zitten.
„Het eenige, waaraan ik dacht, was, daT ik weg
moest."
„Waarom? Was u dan bang, dat uw vrouw
u midden in den nacht op heeterdaad zou ko
men betrappen?"
„Mijn vrouw midden in den nacht naar een
demimondaine gaan? Neen, zoo iets belache
lijks is niet bij mij opgekomen."
„Dan kan ik mij uw overhaaste vlucht hee
lemaal niet verklaren."
Fabian aarzelde een oogenblik.
„Om u de waarheid te zeggen, begon mijn
geweten te spreken, toen ik Stina's stem hoor
de," zeide hij half fluisterend. „Op lietzelfde
oogenblik werd het mij duidelijk, dat ik een
ongelooflijke domheid begaan 'en ons huwe
lijksgeluk op het spel gezet had, en een vlucht
scheen mij de eenige redding toe".
„En bent u niet in de keuken geweest voor
u wegging?"
„Neen, ik wilde Asta niet zien ik was bang
voor haar bekoorlijkheden."
„En daarvoor was u ook niet in de keuken
geweest?"
„Neen, waarom zou ik?"
„Uw sigarettenkoker lag in de keuken naast
het lijk."
„Dat is onbegrijpelijk," stamelde hij. „Zou
Asta hem meegenomen hebben Neen, hij
lag op de tafel in den salon. Ik had er juist
een sigaret uitgenomen, toen er getelephoneerd
werd."
„Weet u dat zeker?"
„Beslist zeker. Er moet nog iemand na mij
geweest zijn iemand, die mijn koker in de
keuken gelegd heeft om de verdenking op mij
te laten vallen. Ja, natuurlijk. Dat moet de
moordenaar geweest zijn."
„Niet onmogelijk," zeide de commissaris.
„U moet zien uit te visschen wie bij juffrouw
Dur geweest is, nadat ik weggegaan was.
Probeer het. Dan zult u het raadsel opgelost
hebben."
at hebben we al gedaan," antwoordde
Sanderson kortaf.
„En dat zegt u niet dadelijk? Wie is het
dan? Wie is het?"
„Uw eigen vrouw."
HOOFDSTUK VII.
De klok.
Zelfs thans nog, nu ik weer alleen in mijn
kamer zit en mijn dagboek schrijf, zie ik de
uitdrukking, die Fabian Bolis's gezicht bij
Sanderson's woorden: „Uw eigen vrouw"
aannam. Zij troffen hem als een zweepslag.
Hü kromp heelemaal in elkaar.
„Wist u dat niet?" vroeg de commissaris
mcedoogenloos. „Wist u niet, dat uw vrouw
uitgegaan was, om u te betrappen?"
„Neen, wij slapen in afzonderlijke kamers en
ik
„En het liet u volkomen koud hoe het met uw
vrouw ging, nadat zij zoo'n schok gekregen
had? U ging niet naar haar toe om te zien of
zij nog wakker was, en haar ophelderingen te
geven?"
„Neen. Ik luisterde aan haar deur en daai
het heelemaal stil was, dacht ik, dat zij sliep."
„Het komt mij voor, dat u de zaak buiten
gewoon makkelijk opgenomen hebt," zeide
Sanderson scherp. „U moest toch aannemen,
dat uw arme vrouw zich in een verschrikkelijk
opgewonden toestand bevond. Gelooft u wer
kelijk, dat een vrouw na zoo'n ontdekking
kalm naar bed gaat en slapen zou?"
Bolls zag er allesbehalve vroolijk uit ien
hoestte verlegen.
Maar op dat oogenblik stopte de auto en wij
stapten uit.
Het was een eigenaardig gevoel voor mij,
toen Ik in de ochtendschemering die mij zoo
welbfltende trappen opging. Asta Dur woon
de n.I. al in dat huis, toen ik haar leerde
kennen.
(Wordt vervolgd)