BIJVOEGSEL ABR. MEIJER, Sportkousen week w Vraagt BRONSTEE's „Bloemendaalsch Weekblad" Zaterdag 19 Maart 1921. Plaatselijk Nieuws* MODELMELK KARNEMELK YOGHURT N.V. Modelboerderij BRONSTEÊ, No. 12. van het van BLOEMENDAAL Nederland's aandeel In de totstandkoming van den Volkenbond. De groote belangstel ling welke de beide vorige lezingen van Mr. W. J. C. A. Nijgh te Haarlem ontmoetten en welke betrekking hadden op den Volkenbond, tracht onze plaatselijke aldeeling van Volken bond en Vrede op het denkbeeld om den heer Nijgh uit te noodigen hare jaarvergadering, op Maandag 21 dezer, te houden in Restau rant Brinkman, des avonds 8 uur, te openen met een redevoering over bovenstaand onder werp. Over het algemeen wordt in ons land eenigs- zins sceptisch gedacht over al wat met den Volkenbond in verband staat. De average Nederlander vindt de resultaten tot dusverre, laten we het maar ronduit bekennen, een po ver surrogaat van wat wij er ons van hadden voorgesteld. Verkeeren bovendien min ol ineer bewust onder den indruk, dat ons land op de totstandkoming daarvan weinig gewicht in de schaal heeft kunnen leggen. Behoudens enkele ingewijden weet echter niemand er het rechte van en daarom acht zich het bestuur gelukkig, dat de keuze van den spreker juist dit vraagstuk op grondige wijze belooft te belichten. Dante-Herdenklng. Hebben wij veertien dagen geleden Dr. J. D. Bierens de Haan ge volgd op zijn tocht door Dante's „Inferno", den trechtervormigen put, die binnenwaarts in de aarde afdaalde en langs Dante's „ur- gatorio", den louteringsberg, dien de dichter door een nauwen uitgang aan het einde van dien put bereikte, thans, Maandagavond, 14 dezer, mochten de leden en gasten van den „Nederlandschen Protestantenbond" met Dr. Bierens de Haan een vlucht maken door Dante's „Paradiso." Spreker zette nogmaals het verschil uiteen tusschen de inlddeleeuwsche en de moderne natuur en deed uitkomen hoe voor de denkers der middeleeuwen de stof ondergeschikt was aan de geestelijke wereld, terwijl voor de mo derne denkers tot kort geleden de stof als nervus rerum beschouwd werd. Dante was van nature een middeleeuwsche geest; hij bezat dan ook de extatische geest drift, die hem tot deze hoogtevlucht door het „Paradiso" in staat stelde. Werd Dante door de Hel en .langs den Lou teringsberg begeleid door den bekenden Ro- meinschen dichter Vergilius, door het „Para diso" zou hij vergezeld worden door de on gerepte Beatrice, de glimlachende maagd, die God zag en van wie Dante wist, dat zij God zag, omdat zij dien stralenden glimlach in oogen en gelaat had. Met haar gaat Dante dan door het Paradijs; doch eerst moet hij nog de beide beekjes door waden, die stroomen aan de grens, tusschen Louteringsberg en Paradijs. Als hij deze beide beekjes, dat der vergetelheid en dat der gedachtenis doorwaad heeft, begint de tocht, die één stijging is. Spreker zette uiteen, hoe Dante zich het „Paradiso" gedacht heeft als een opeenvol ging van negen elkaar omsluitende sferen of bollen, waarvan de binnenste aan de aarde grensde en' de buitenste, de negende, door Dante de kristallijnen genaamd, direct aan de Godheid grensde. Al deze sferen waren in beweging en die bewogenheid werd veroorzaakt door de god delijke liefde. De heerlijkheid van deze sferen heeft Dante niet trachten weer te geven, door een be schrijving der sferen zelf, doch hij heeft de stijging van zijn geluk en zijner verrukking beschreven en zoodoende den lezer onder den indruk gebracht van de extase, waarin de dichter in het Paradijs heeft verkeerd. HEEMSTEDE TELEF. 1790. Telefoon van 9—12 en 2—6 uur Dr. Bierens de Haan vertelde hoe Dante, als geen ander dichter, met licht heeft gespeeld: licht werd verhelderd door zuiverder licht en een vlammengestalte werd ontroerd en tot een extatisch trillen bewogen door een doordrin gender licht. De volmaakte helderheid en doorzichUgheid beerschte in de negende, de kristallijnen sfeer. Wanneer Dante aan het einde van zijn tocht door het „Paradiso" het licht der lichten, een bliksemstraal heeft aanschouwd, dan her vindt hij zichzelven op hetzelfde nederige plekje van den aardbodem, vanwaar hij ver trokken is, in Italië. Dr. Bierens de Haan las op gevoelvolle wijze verscheidene fragmenten uit het „Pa radiso" voor en gaf den aanwezigen een in druk, van hetgeen des dichters beroemdste werk hun bij lezing zou kunnen schenken. De heer J. C. de Wijs, de voorzitter van den Protestantenbond" bedankte in weinige, doch oprecht gemeende woorden den spreker voor diens groote welwillendheid en In herinnering brengende de woorden van een ander groot dichter dat men dien geest begrijpt, dien men gelijkt, besloot de heer de Wijs, onder alge- meenen bijval, zijn toespraak tot Dr. Bierens de Haan met de verklaring, dat wij deze beide genotvolle avonden te danken hadden aan de gelijkgestemdheid van sprekers geest met dien van den wijsgeerigen dichter Dante, waardoor spreker ons Dante zoo begrijpelijk had kun nen verklaren. SANTPOORT. Wreed. Reeds meermalen werd geklaagd over de honden van den heer Ludwich alhier, daar dezen het den voorbijgangers steeds lastig maakten. Thans zijn ze, ais ze op straat komen, gemuilkorfd. Hedenmiddag had een mooi zwart poesje het ongeluk in den turn van den heer L. te komen. Een der honden bemerkte dit en ging op den kat ai. Deze, geen uitweg ziende, Vluchtte in een boom. Doch de heer L. gunde den hond wel een pretje. Met steenen trachtte hij het dier uit den boom te jagen, doch dit mislukte doordat er te slecht gemikt werd. Er kwam echter hulp en nu kon men twee manspersonen aan den boom zien schudden, totdat de kat er uitviel. En toen. Even later zag men deze beide heeren staan schaterlachen bij een doode poes. Den hond was zijn prooi, dank zij de hulp van zijn baas, niet ontglipt. Kindervoorstelling. Woensdag 23 Maart e.k. zal de heer Accarins, goochelaar van be roep, zijn kunsten komen vertoonen in Hotel Vreeburg alhier. Ouders, stuurt uw kinderen er "heen, want het zal voor hun een prettigen middag worden. Aanvang precies 2 uur. OVERVEEN. Zondagmorgen kwam een driewielige mo torfiets uit de richting Bloemendaal, alhier den Julianaweg oprijden. De motorfiets werd vastgehouden door een wielrijder, die zich liet trekken. Doordat de motorrijder, om van den Bloemendaalschen weg te komen op den Julianaweg, een te korten bocht maakte, helde de machine, tot groote schrik der omstanders, naar één kant over. Door het snelle omwer pen van het stuur, kwam de motorfiets weer spoedig op drie wielen te staan. De wielrijder, die door deze manoeuvre zijn stuur was kwijt geraakt, kwam te vallen, gelukkig zonder zich te bezeeren. Naar men ons mededeelt maakt de roeke- looze motorrijder meer van die kunsten, die hij met opzet doet. Het is een kunststukje, waaraan groot gevaar voor hem zelf en voor anderen verbonden is. Een ernstig auto-ongeluk. Donderdag avond omstreeks 10 uur kwam er op den Julianaweg een auto uit de richting Haarlem aanrijden, waarin 4 personen zaten. Ze reden met een gangetje van 40 A 45 K.M., wat dus niet hard te noemen was. Door onbekende oorzaak raakte de bestuurder, een zekere Goede, uit Haarlem, zijn stuur kwijt, met het gevolg, dat hij den kant inreed en langs een boom schaafde. De heer G. wilde, daar hij zijn stuur niet meer meester kon worden, zoo spoedig mogelijk remmen, maar inplaats op de rempedaal te trappen, trapte hij op de gas pedaal, wat tengevolge had, dat de auto meer vaart kreeg en met een reuzensnelheid 10 meter verder eerst in botsing kwam met een boom en toen op een berg zand terecht kwam, waarna de wagen kantelde en omsloeg. De inzittenden werden er uitgeslingerd en liepen ernstige verwondingen op. Drie van hen waren in staat om met de tram naar huis terug te keeren. De vierde echter, die geheel onder den wagen terecht was gekomen en met heel veel moeite er onderuit gehaald moest worden, werd naar het Diaconessenhuis vervoerd, alwaar hij verbonden werd. Eenigen tijd later kon hij te voet naar huis terug- keeren. Van de auto is heel weinig overgebleven. Het is een groote ruïne van glasscherven en splinters hout. De zittingen lagen allen uit den wagen, terwijl de vloer voor het grootste ge deelte weggeslagen is. Het linkervoorwiel, dat met den boom in aanraking is geweest, is niet veel meer van te zien dan een paar stompjes hout, waar de spaken gezeten hebben. Op de kap der wagen lag een groote hoeveelheid bloed, als een bewijs hoezeer de inzittenden zich verwond hadden. Dat er geen dooden zijn, is een groot wonder. De auto behoorde aan den heer Verkooy, uit Haarlem, die hem met eenige vrienden op dien avond wilde inrijden. Men wist al te vertellen, dat de heer Ver kooy aan de verwondingen overleden was; dit is echter onjuist, daar hij den volgenden dag persoonlijk naar de plaats des onheils is geweest. Ook werd gezegd, dat het ongeluk geschied is, doordat de heeren te veel hadden gebruikt De juiste oorzaak van het ongeval zal spoe dig bekend zijn. Er heeft zich alhier een commissie gevormd tot stichting van een outspanningslokaal, be staande uit: Dr. G. A. v. d. Bergh v. Eysinga, voorz., mevr. H. de ClerctiTeding van Berk hout, secr.-penningm., G. Schultz, A. Eikelen boom, G. Frankfort, J. Oversteegen, H. Rem mers ,en Zr. U. v. d. Schaaf. Het doel is door steentjesverkoop en ver dere kleine en groote giften te trachten zoo spoedig mogelijk te komen tot stichting van een gebouw, waar heel veel behoefte aan is. VAN HIER EN DAAR. De Fa. C. H. Vogelzang, Groote Houtstr. 28 en 30, heeft heden hare deuren van haar modepaleis voor het pubhek geopend en in de gelegenheid gesteld, om eens een kijkje te komen nemen, zonder dat het de bedoeling behoeft te zijn, te koopen. 't Is juist 10 jaar geleden, dat de heer Vo gelzang de zaak van den heer Visser en 5 jaar geleden dat hij de Blousezaak overnam, welke beide zaken thans in één gebouw zijn ge komen. I Vóór 't binnenkomen slaan we een blik op de prachtige etalage. De etaleur, de heer For tuin, bezit daarin een handigheid, die wel niet zal zijn te verbeteren. Thans gaan we naar binnen. Wat 'n gebouw, wat 'n Ücht, wat 'n ruimte. Het valt ons direct op, dat er twee afdeelingen zijn, twee ingangen, twee cassa's twee zaken dus welke toch één zijn. De ééne afdeelingen zijn, twee ingangen, twee cassa's, zijden stoffen, enz. Vier paskamers dragen bij tot voltooiing van deze moderne inrichting. De aannemers, fa. Bierboom Zn., hebben onder architectuur van Douglas, dit geheele gebouw binnen 4 maanden moeten opleveren, wat een kranig werk kan worden genoemd. De binnenbetimmering is geheel uitgevoerd door J. Herman Jr., speciale fabriek van win kelinrichtingen te Munchen, in opgelegd eiken hout, terwijl alle kastjes stofvrij zijn ingericht. De etalage is geheel afgesloten met 'n glazen wand in facet geslepen. In het gebouw zijn bovenlichten aangebracht van glas in lood, zoodat de koopers direct op de plaats waar zij vertoeven de kleuren kunnen beoordeelen. Het geheel is gestoffeerd door de N. V. Wed. Oosten Zn.'s Tapijt- en Beddenhandel, welke firma ook al haar best heeft gedaan het geheel te verfraaien. Zoo b.v. is er een nieuw soort kurklinoleum, van 5 c.M. op de vloeren gelegd, en zijn de kanten vallen voor de bovenlichten van de etalage uit de hand geknoopt, wat zeer kostbaar is. De heer Vogelzang kan trotsch zijn op zijn modelinrichting. INGEZONDEN IN DEN DIENST. Aan de recruten, die onder de wapenen moeten komen. Binnenkort zult ge onder de wapenen komen. Veel zal U dan vreemd zijn en menigeen ziet met eenige bezorgdheid dien tijd tege moet, omdat ze van dezen of genen hoorden, dat de „dienst" iets vreeselijks is. Mogen wij U een goeden raad geven? Laat U niet afschrikken door allerlei praatjes. Het kazerneleven is niet zooals thuis. Ge hebt er niet wat de ouderlijke woning U gaf, maar weet dit. Uwe officieren en Onderoffi cieren willen daarin gesteund door allerlei bepalingen van hoogerhand doen wat zij kunnen om het verblijf in de kazerne U zoo goed mogelijk te doen zijn. Daartoe hebt ge echter ook zelf mede te werken. Menig soldaat denkt, dat het flink is zich als soldaat anders voor te doen dan thuis en meent, dat een paar vloeken er zoo bij hooren, dat ook het bidden, bijbellezen, kerk- e»i cate chisatie-bezoek niet passen voor iemand die uniform draagt. Zulke laffe mannen halen het peeil van het kazerne-leven omlaag. Laat het met U 300 niet zijn. Durf vanaf het oogenblik, dat ge in de kazerne komt, te laten zien wie ge zijt en welk beginsel ge zijt toe gedaan. Durf te bidden wanneer er stilte ge commandeerd wordt bij de maaltijden. Durf deel te nemen aan het bijbellezen waarvoor een lokaal beschikbaar is gesteld en waar voor U dagelijks tijd gegeven wordt en breng als ge opkomt Uw bijbel en kerkboekje mede. Durf op te komen tegen zedelooze taal en het vloeken, waartegen in het leger ook strenge verboden bestaan. Durf te leven zooals ge thuis deed. Bij dit alles kunt ge rekenen op den steun Uwer Officieren en Onderofficieren en evenzeer op onze medewerking. Zullen nu op de soldatenkamers een paar onverschillige ongodsdienstige, wellicht spot tende militairen den toon aangeven of zullen dat doen de mannen, die een ernstige opvoe ding kregen en in hun leven met God willen rekenen? Gij wilt het laatste. Welnu, het hangt van U af. Toon wie ge zijt en bedenk, wat van U wordt verwacht. Uw ouders rekenen op U en God verwacht van U, dat gij getrouw zult zijn. Begin Uw diensttijd biddend om Zijn kracht. Ten slotte wijzen we U op de Tehuizen voor Militairen. Daar zijt ge steeds welkom. In die Tehuizen vindt ge lectuur en ont spanning. Ge komt er in aanraking met de or ganisaties en vereenigingen, die zich ten doel stellen de Christelijke beginselen in het leger en op de vloot te verspreiden en de Huisva ders zijn steeds bereid U van dienst te zijn. Ook wij zullen U gaarne met raad en daad ter zijde staan. DE RAAD VAN LEGERPREDIKANTEN. NASCHRIFT. Vergun mij hieraan 'iets te mogen toevoegen. De Raad van Legerpredi- kanten is, ik geloof dat gaarne, 'k heb niet het minste bewijs om het tegendeel te veronder stellen, geheel ter goeder trouw wanneer zij dit bericht de wereld inzendt. Mijn indruk van het kazerneleven is echter geheel anders, deels uit ervaring, deels uit de monden van hen aan wier waarheidlievendheid ik evenmin mag twijfelen. Ik haal een paar zinnen uit bovenstaand stukje: „Uwe Officieren en Onderofficieren willen doen wat zij kunnen om het verblijf in de kazerne U zoo goed mogelijk te doen zijn"ja, dat behooren zij te doen, maar of zij het doen betwijfel ik ten sterkste. Ik heb enkele malen de kazerne bezocht aan den Kou- denhorn te Haarlem. Bij het binnentreden (in het lokaal waar de wacht is) viel mij direct op het vreeselijk ongezellige. Niemand had een boek in zijn hand, maar dat kon ik ook niet verwachten in zoo'n verblijfplaats. Ver volgens kwam ik op het bureau. Tot driemaal toe (viermaal bezocht ik de kazerne) ben ik daar tot in het diepst van mijn ziel beleedigd door een luitenant, hl bijzijn van enkele per sonen. Durf vanaf het oogenblik, dat ge in de kazerne komt, te laten zien wie ge zijt en welk beginsel ge zijt toegedaan'Lsdat woord geldt toch voor iedereen, dus ook voor den aankomenden man, welke ik bezocht in het arrestantenlokaal, die daar zat opgesloten omdat hij geweigerd had het soldatenpak aan te trekken, omdat hij niet mee kon doen aan het oefenen hoe men op z'n vlugst z'n mede- mensch van kant kan maken. Die man liet zien welk beginsel hij was toegedaan. Het gebod „gij zult niet dooden" mag in een kazerne eigenaardig klinken, 't kan niet stroo- kèn met de opvatting der militaire autoritei ten, hij leefde ook daar zijn beginsel uit, trachtte althans dat te doen, want 't kost moeite, strijd, om daar niet te vloeken, dat is mijn opvatting en van velen met mij. Fa. G. W. van Schmit Zn. EXTRA LAGE PRIJZEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1921 | | pagina 5