BIJVOEGSEL
„Bloemendaalsch Weekblad''
Zaterdag 25 Juni 1921.
„HELP U ZELF".
Aan onze lezers
Voor onze kindertjes.
No. 30785.
No. 30785.
Attentie
No. 26.
van het
van
nog eenige exemplaren disponibel
a f 1.25.
De inteekening op het nieuwe adresboek
„Help U Zelf" voor de gemeente Bloemendaal
c.a. is vanaf heden opengesteld.
Een lijst ligt aan ons bureau gereed. De
prijs is thans 2.50, bij verschijning 3.00
per exemplaar.
Wij houden ons verder beleefd aanbevolen
voor adresveranderingen, doch vooral voor
verbeteringen van vejkeerde namen van
personen, villa's, of vereenigingsbesturen.
Wie iets opgenomen wenscht te zien, wie
'n onvolledigheid mocht hebben opgemerkt,
wil wel zoo vriendelijk zijn dit aan ons ken
baar te maken.
De Uitgevers
Tel. 5003. Eikelenboom en Timmer.
De Genestetweg 23.
Over eenige weken is ons feuilleton ten
einde. Wij hebben thans het recht van plaat
sing aangekocht van den roman
„DE SPOOKHOEVE'
van den bekenden schrijver Jean Webster.
Geeft U thans op als abonné a 2.per
halfjaar.
Wie ons een nieuwe abonné aanbrengt ont
vangt daarvoor een map KLEUREN MET
WATER.
Uw voordeel en tot ons beider gemak is het
indien U gebruik maakt van den post-cheque
en girodienst en onze rekeningen betaalt per
girodienst. Wij hebben U dan niet lastig te
vallen met een kwitantie en u spaart uw
zegel.
't Is voor uw administratie een groote ver
eenvoudiging.
Beleefd doch dringend verzoeken wij U bij
verhuizing niet alleen het nieuwe, doch ook
het oude adres te willen opgeven.
Kaarten daarvoor zijn aan alle postkantoren
verkrijgbaar.
DE ADMINISTRATIE.
Woning zoeken.
Als ge plannen hebt tot trouwen,
Een eigen nestje te gaan bouwen,
Zoek dan een goed plaatsje uit,
Waar ge gaat wonen met uw bruid.
Kies nooit een woning bij een fabriek,
Rook en stank maken je dra ziek;
Noch in een straat waar een tram doorgaat,
Omdat je dan weer van het stof vergaat.
Zie toe dat 't niet somber is en vochtig,
Het huis goed gebouwd is, niet tochtig;
De ramen boven en onder opengaan,
Of heelemaal naar buiten openslaan.
Vervolgens moet goed worden gekeken,
Hoe het gelegen is naar de hemelstreken.
Dat de kamer waar men slapen gaat,
Zooveel mogelijk op het Zuid-Oosten staat.
In alle kamers moet de zon kunnen schijnen,
Om niet langzaam weg te kwijnen;
In een huis een doodkist gelijk,
Wordt iedere bewoner een levend lijk.
Hebt ge uw werk op een kantopr,
Brengt ge uw dag meest zittend door,
Ga dan zoover wonen van uw zaken,
Dat ge een kuier van een half uur moet
maken.
Maakt uw woning geriefelijk en knus,
Komt er dan een broertje of een zus.
Al zou zich dat nog zoo vaak herhalen,
Ge zult nimmer naar uithuizigheid talen.
Het bergbeklimmen.
Nu de grenzen weer open zijn en de toe
risten het zes jaar lang ontbeerde Zwitserland
binnenstroomen, is het onderstaande voor onze
lezers zeker van belang.
Het bergbeklimmen eischt weliswaar iederen
zomer eenige slachtoffers, doch in verhouding
niet meer dan iedere andere sport, zooals de
statistieken bewijzen. Het is voor de beoefe
naars steeds weer opnieuw een groot genot
en niets is er, dat de menschen meer in even
wicht brengt na veel geestelijk werk en dat
zoo goed is tegen den demon, die de wereld
beheerscht: n.l de nervositeit.
Het verslapte organisme herstelt zich, men
krijgt nieuwen levensmoed. En wie afgeschrikt
wordt door ingebeelde of werkelijke gevaren
van het hooggebergte, kan, ook bij eenvoudige
wandelingen in het middengebergte of in de
voor-alpen, dat vinden, wat hij zoekt: ont
spanning en versterking.
Het wandelen is echter een moeilijke kunst,
die geleerd moet worden.'Het is niet genoeg
om er met een dosis goede voornemens en het
noodige kleingeld op los te trekken; men kan
er dan zeker van zijn, dat het genoegen door
menige droeve ervaring verminderd wordt.
Een passende uitrusting is een van de voor
naamste voorwaarden voor een genotvolle
klimpartij. De kleeding moet bestaan uit een
korten broek of rok en een jas van loden of
cheviot; daartoe behoort wollen of katoenen
ondergoed; vooral geen overhemden van lin
nen of harde boorden.
Liefst rijgschoenen, die uitstekend moeten
zitten en van dubbele zolen voorzien zijn. Het
beste is, de laarzen reeds eenigen tijd van te
voren te dragen.
Ten slotte nog een „Rücksack", een regen
mantel en een bergstok. Een parapluie is over
bodig en blijft thuis.
„Vroeg op" is de eerste regel voor den
bergbeklimmer. Hoe eerder des te beter. Mid
den in den zomer op zijn laatst om vijf uur!
's Middags 34 uur rust, op dien tijd verder
klimmen is geen genot, maar een inspanning!
Zeer gewichtig is ook het voedingsvraag-
stuk. Men mag gedurende den tocht slechts
licht verteerbaar eten gebruiken, geen zwaar
verteerbare groenten enz;, want de maag is bij
het klimmen zeer gevoelig.
Men doet goed om zooveel mogelijk alcoho
lische dranken te vermijden, vooral bier, dat
voor den toerist even slecht als vergift is. En
nooit mag men ongekookte melk drinken!
Het zoo pijnlijke en lastige stuk loopen van
de voeten vermijdt men, door de plekken, die
beginnen te hinderen, flink met vet in te
smeeren en ze daarna met salicyl-kalk te be
strooien. Doch dit helpt natuurlijk niets, als de
schoenen niet goed passen!
Een ondernemende Moeder.
Niet alle ouders zijn opvoeders. De meesten
maken het zich te gemakkelijk met hun kroost
altijd maar te verbieden: „Dit mag je niet! En;
Dat mag je niet!" Daardoor onderdrukken ze
een van de kostelijkste functies, die, in goede
banen geleid, de ontwikkeling ten nutte had
kunnen komen.
Mevrouw A. Bakker-Germs vertelt:
Van de bioscoop is zij geen tegenstandster,
doch ze zoekt de geschiktste films uit. Dit
heeft ze geleerd van een kennis, die haar zei
aldus te doen:
„We gaan de Shackletonfilm kijken en nu
vertel ik hun eerst van de groote kosten, de
enorme moeite en zorg, die vooraf gingen aan
de tocht vol bezwaren, honger, angst, duister
nis, wanhoop, hoop, die de mannen door
maken en ook van de gezellige en warme ka
meraadschap, die leefde onder hen.
We hebben op de kaart den weg gezocht,
in Brehm zochten we de dieren op, die ze
zagen of konden zien, ik vertelde van de ijs
bergen en 't stapelijs, van de overwintering
op Nova-Zembla door onze Heemskerk en
Barends en nu vanmiddag krijgt dat alles 't nog
meer bezielende leven door de beweegbare fi
guren. Ik weet niet of ze er hier op ingericht
zijn, maar de techniek is er in geslaagd het
tempo van 't afwikkelen te verlangzamen, een
beeld dat een langere aandacht vraagt, even
te laten duren, 't Is een prachtuitvinding, want
nu kan ik met mijn kinderen verre reizen doen
en er van nagenieten door gesprek, wat mij
anders niet convenieert. Ze raken vertrouwd
met Oost en West, Noord en Zuid. Ze zagen
de bijen bezig in en buiten den korf op 't doek
en 't gevolg is, dat er een bijenkorf in den tuin
zal komen, dat er een bijenboek wordt aange
schaft en dat ik zelf 't Leven der bijen van
Maeterlinck ga lezen."
„Ik was", aldus mevrouw Bakker, „door dit
alles bekeerd tot de bioscoop, die ik had ver
foeid, nadat het een rage was geweest onder
Mama's om kindervisites ter e^re van een ver
jaardag te tracteeren op een bioscoopvoorstel
ling, in gezelschap van een eigen of geleende
oi gehuurde kinderjuffrouw, met een taartjes
snoeppartij bij den banketbakker tot slot. Dit
was een tijdlang de meer en meer gebruike
lijke wijze om kinderen .Jets aan te doen",
'k Ben eens stilletjes achter in gaan zitten, on
gezien door 't jonge volkje, om te weten of de
betrokken gastvrouw, die thuis jour had, met
oordeel had gekozen, wat de kinderen zou wor
den voorgedraaid. 't Was hemeltergend, een
drama van ontrouw en bedrog en zijn akelig
ste tafereelen. Toen was 't voor goed uit met
mijn geduld en stelselmatig is er sindsdien
bedankt voor dergelijke kinder partijtjes.
Toch moeten we de bioscoop niet in den
ban doen. Alleen zien samenwerking van alle
zijden te krijgen, voor mooie onderhoudende en
leerzame films. Van Christelijke en Katholieke
zijde wordt ook deze behoefte gevoeld. In ons
land is 't zoo lang en zoo fel tegen elkaar ge
gaan, we konden nu ook wel eens probeeren,
wat er door samenwerking te verkrijgen is en
dat zal bijv. voor de jeugd veel zijn, want
rondom wordt gevoeld, dat onze kinderen be
hoefte hebben aan romantiek, gezonde ro
mantiek wel te verstaan.
Door mijn eigen behoeften en door de er
varingen met mijn kinderen weet ik het van
zeer nabij. Toen ik niet lang geleden door
mijn jongens uitgenoodigd werd om met de
meisjes te middernacht bij hun boven op een
berg in 't bosch op een theepartij te komen in
hun tent, waar een vuurtje vóór brandde,
toen was dat door de late wandeling over hei
en langs boschrand iets avontuurlijks. En toen
we in den maneschijn midden in den nacht
weer terug moesten door 't bosch, waar wilde
zwijnen waren gezien, toen beefde mijn hart
wel een beetje, nadat onze ridders waren
teruggegaan, toen ze ons op 't rechte pad
hadden gebracht. We zijn zachtjes gaan zingen
tot we onzen angst totaal vergaten, 't was
heerlijk.
Toen ja den winter 't ijs kruide in de rivier
en de maan fantastisch de vliegende wolken
verlichtte, kwam mijn meest avontuurlijke kind
vragen, om 's nachts naar de rivier te mogen
gaan met een vriend. Ik heb natuurlijk gezegd:
„zeker, wees voorzichtig, doe geen dwaashe
den en neem brood mee", 't Was zalig, prach
tig, verrukkelijk, maar de dwaasheden zijn niet
heelemaal achterwege gebleven. Ze zijn op de
brug geslopen, voorbij 't eerste wachthuisje
(er lei bezetting op de brug) de schildwacht
was in zoete rust en 't vaderland lei te grab
bel; voorbij het tweede wachthuisje, de schild
wacht ging overeind zitten, luisterde en trok
de dekens over zijn ooren en liet de roosjes
zorgen, toen langs het derde wachthuisje, de
sojdaat springt op, rent naar de deur, luistert,
spiedt, luistert, loopt heen en weer. De jongens
hadden zich rutsclg laten glijden langs de pijler
naar beneden, daar stonden ze tegen de brug
gedrukt, doodstil, met kloppend hart, zou hij
hen ontdekken? zou hij schieten? 'Gelukkig
niet, maar nu durfden ze niet terug over de
brug. 't Veer was gesloten wegens ijsgang.
Wat nu? Ze zijn doorgegaan, hebben een
vriend van de overzij opgeklopt, daar geslapen,
toen spoorgeld geleend en per trein kwamen
ze terug over de welbewaakte brug.
Als in Mei en April de nachtegalen zingen,
slapen wij van zeven tot elf uur op mooie
Zaterdagavonden, dan nemen we ons spiritus-
stel, onze picnic-mandjes, onze warme man
tels en we gaan wandelen ver van huis en we
voelen ons door de nachtstilte, door de pracht-
vogeltonen en ook door dit heel andere dan
anders, andere, betere menschen en kinderen.
Moeders doe 't maar eens, waag 't er ook
maar eens op met kinderen: als wij 's winters
om de open haard zitten en liggen, kastanjes
poffen en onze belevingen herdenken, dan heb
ben we geen behoefte aan bioscopen.
Oud-Hollandscbe Wijsheid voor
Nieuwe Tijden.
Andere tijden, andere meiden.
o
Goede raad is niet zoo duur als radium.
Zit, en laat anderen voor u werken.
o
Twaalf ambachten, dertien stakingen
o
Een werkmanshand is niet gauw gevuld.
o
Help uzelven bij voorkeur als niemand
op u let.
o
Het hemd is dikwijls nog slechter dan
de rok.
o
Alles weten brengt onaangename
verrassingen.
o
Het zijn onze slechtste vruchten niet
die naar het buitenland gaan.
o
Met onwillige honden gaat de kennel
te gronde.
o
Vrienden in den nood probeeren
leeningen bij je te sluiten.
Wat de heeren werklui wijzen voelt
de verbruiker in de prijzen.
o
Eigen schuld is niets, vergeleken bij
staatsschuld.
o
In het land' der anonymi is N.N. koning.
o
De debiteur is gewillig, maar de
betaling is zwak.
o
Werk zoo lang het dag is dan
maakt ge 's zomers veel overuren.
o
Die niet waagt, houdt zijn geld in den
zak.
o
Droomen zijn bedrog, maar kaarten
en koffiedik zijn je ware.
o
Ieder is baas in zijn huis, als zijn
vrouw bij haar moeder op bezoek is.
Zoo lang er leven is wordt de
doktersrekening hooger.
o
Eén rotte appel in de mand is een bui
tenkansje in den regel zijn er veel
meer in.
o
What's in a name? Dikke Bertha zou
even populair geworden zijn, als ze
Dikke Jaantje was gedoopt.
o
Tropen-wee en O.W.
Een der Soerabajanen, thans te Schevenin-
gen wonende, is in de O.W.-belasting aange
slagen voor slechts440.000! Het bedrag
mag in twee termijnen betaald worden.
o
De Luchtige Vrouw.
Vroeger beklaagde de vrouw zich erover,
dat ze „niets had om aan te trekken". Tegen
woordig echter schijnt ze erop uit te zijn, om
alles wat maar eenigszins als kleedirtgstuk kan
dienst doen. uit te laten.
o
Muziek en Moreel
De burgemeester van Noeux-lesx-Mines ziet
in de muziek een der grootste gevaren voor
de zedelijkheid. Daarom heeft hij in alle café's
en andere openbare gelegenheden het gebruik
van piano's, orgels of grammofoons verboden.
o
De Zelfkant der Beschaving.
In een bosch- en meergebied van den staat
New-jersey, op niet verder dan 50 kilometer
van New-York, is een gezin aangetroffen van
man, vrouw en vijf kinderen, die dermate ver
wilderd waren, dat ze op het gezicht van
vreemden de vlucht namen. De man kon ter
nauwernood spreken, de vrouw en kinderen
in het geheel niet.
o
De Een z'n Dood is de Ander z'n Brood.
De heer Ellis, de Canadeesche beul, ver
klaarde, dat hij in dit jaar belasting heeft be
taald over een inkomen van dertigduizend
gulden.
o
Frankrijk op het Oorlogspad.
„Frankrijk is vastberaden!" herhaalde schier
elk telegram uit Parijs in de afgeloopen week.
Drig jaren geleden hadden die woorden een
nobelen klank; heden word'qn ze dienstbaar
gemaakt aan bedoelingen die tegelijkertijd
ignobel en krankzinnig zijn.
o
De Amsterdamsche Raad beneden A.P.
Met wat ze in den Raad behandelen, bemoei
ik" me niet. Stemmen doe ik niet, dan loop
ik de zaal uit. Indertijd hebben ze me de col
portage in de Haarlemmerstraat afgenomen.
Dat is een groote schadepost voor me geweest
en ik heb allang op een gelegenheid geloerd,
om ze dat te laten betalen! Die heb ik nou
gevonden. Voor mijn part iederen dag Raads
zitting. Ik wil wel voorstellen 't presentiegeld
te verhoogen op 10.Daar stem ik voor.
Voor de rest is 't voor mij „zitten", „afnok
ken" en „schoven". Ik ben vroeger bootwer
ker geweest en die schoven graag. („Schoven"
beteekent geld ontvangen.) Van redevoeringen
moet ik niks hebben. Zoo nu en dan een
kwinkslag, zoodat 't ze over 8 jaar nog heugt,
dat ze ons met den stemdwang d'r in hebben
gebracht. Het pas gekozen raadslid Zuur
bier tot een verslaggever van „Het Volk".
o
De Roem der Martelaren.
De vraag is gewettigd, wat er van den
roem van Jeanne d'Arc en van Napoleon zou
zijn geworden, ais Engeland d'e eerste niet
verbrand en den tweeden niet naar Sint
Helena had verbannen.
o
Aristocratische Democratie.
Ware democratie moet in haar wezen
aristrocratie zijn, in dien zin, dat door d'e
medewerking van allen het beste in het volk
wordt gemobiliseerd, dat het bestuur wordt
gelegd in handen van hen, die zich zedelijk
en geestelijk boven de meerderheid verheffen.
Onze gemeentelijke instellingen vooral in
de groote steden werken fii tegenoverge
stelde richting.