Toor
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort
DIRK WITTE
HELP U ZELF"
Najaarsmorgen.
De Clericale Partijen.
Restaurant „Rusthoek''
CINEMA PALACE
DE GENTLEMAN APACHE
SCHERVEN
15e Jaargang.
ZATERDAG 10 DECEMBER 1921.
No. 50.
BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD
Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 22003
Abonnement:
Voor een half jaar
Tot 31 December
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of
meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en
verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regei meer 10 cent.
Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief.
Dit Nummer bestaat uit Twee Bladen,
waarbij een Kindercourant.
I.eest ge veel? Dat is goed.
Maar leest ge goed? Dat is eerst veel.
Dichter-Componist, komt.
Door hem zullen worden voorgedragen
Liedjes aan de piano van hemzelf en anderen,
waaronder vele nog onuitgegevene.
l i ons volgend nummer zullen wij een datum
en de plaats opgeven, dit zal einde December
of begin Januari zijn.
Toegangsbewijzen a 0.50 zijn vanaf heden
aan ons bureau verkrijgbaar.
Wij vertrouwen dat degenen, die bij den
vorigen voordrachtavond geen plaatsje konden
krijgen, thans een paar dagen eerder een toe
gangsbewijs zullen halen, daar de toeloop nu
zeer waarschijnlijk nog grooter zal zijn.
Vanaf heden zijn van het nieuwe Adresboek
van Bloemendaal „HELP U ZELF"
exemplaren verkrijgbaar aan ons bureau. De
prijs Is 3.
Ook Is heden een begin gemaakt met de be
zorging aan degenen die reeds een exemplaar
hebben besteld 2.50.
ABONNEMENTSVERLAGING
De abonnementsprijs van ons blad wordt
met 1 Januari a.s. verlaagd en gebracht op
3.50 voor een vol jaar. Om echter tegemoet
te komen aan enkele abonnè's en ook omdat
niet ledereen zich voor een vol jaar wil ver
binden, zullen wij voortaan 2 maal per jaar
1.75 innen en kan men dan ook met 1 Juli
zijn abonnement opzeggen.
Voor de losse nummerverkoop is de prijs op
5 cent per nummer gesteld. Wie zich thans
opgeeft als abonné, ontvangt tot 31 December
ons blad gratis.
De Administratie.
De grijze aarde dampt,
De zieke boomen ruien.
De bladren dalen zacht
Een verre klok wil luien.
De witte beekzwaan drijft
Vereenzaamd in den nevel.
De wilde wingerd roest
Aan vochtdoorweekten gevel.
De boomenvoeten staan
In 't geel en bruin der bladren,
De weg schijnt onbegaan:
lk zie noch hoor iets nadren.
Alleen onzichtbre hand
Wekt onverwacht gerucht,
Als voor mijn voeten ploft
Uit eik of beuk een vrucht.
(Uit „Stille Uren" door Henri Bakcls).
Ontstaan uit de profetische visie van dich
ters, gegroeid door de arbeid van bezielde ge-
leei dtn, klie eon 'klankbodem vinden in steil-Cal-
vinistische volkskringcn, onder geloovigen uit
„de kleine luiden", blijft de anti-re volutionnaire
partij jarenlang een partij, die slechts weinig
kamerleden afvaardigt, maar die haar aanhang
Bloemendaal
(Eindpunt tram Haarlem—Bloemendaal)
J) UIUUUJIUI UJUU|
Abonnements-Diners a f 2 per couvert
f 50 per maand
vindt onder de inassa achter de kiezers. Bij
verschillende gelegenheden weten de leiders
deze geloovigen in beweging te brengen, en
het is dan de conservatieve omgeving des
konings, die in 1853, in 1857, een liberaal mi
nisterie gaarne laat wijken voor dezen aan
drang. In 1848 vertegenwoordigt Groen van
Prinstcrer alleen zijn partij. De Aprilbeweging
brengt zeven anti-revolutionnairen in de Kamer.
Als in 1857 een liberaal ministerie eindelijk een
schoolwet indient, laat de minister zich dc
woorden ontvallen, dat Nederland geen „chris
telijke natie" is: nieuwe beweging, verontwaar
diging in den lande. Ondanks de liberale kamer
meerderheid ontslaat de koning het ministerie
en draagt de vorming van een kabinet op aan
van der Brughen, den vriend en geestverwant
van Groen. Aanvankelijk schijnt Groen met
van der Bnughen's programma ingestemd te
hebben. Als echter de L. O.-wet is voorgesteld,
openbaart zich een diepgaand verschil tusschen
beidtr opvatting: Groen bestrijdt dc wet in de
kamer en neemt zijn ontslag als de wet is
aangenomen. Deze breuk beteekent in begin
sel de afscheiding van wat later in de politiek
zal uitgroeien tot Christelijk-historische en
anti-revolutionnaire partijen; in het kerkelijke
beteekent het de scheiding tusschen dogma-
tisch-gereformeerd (streng-Calvinistisch) en
othisch-ireaisch. De eersten vinden het chris
tendom in handhaving van dogma en openba
ring, de laatsten in het innerlijk (ethisch) be
leven der heilsgeschiedenis.
Groen wil daarom confessioneeie scholen
voor Joden, Roomschen en Protestanten: de
gemengde school mag nooit godsdienstloos voor
de liberalen of zonder Bijbel voor de Room
schen zijn.
De wet van 1857 brengt echter de gemeng
de staatschool, die neutraal is maar „christe
lijke en maatschappelijke deugden" zal aan-
kweeken. Ouders die gemoedsbezwaren hier
tegen hebben mogen bijzondere scholen oprich.
ten, die gesubsidieerd kunnen worden.
Deze „christelijke" deugden zijn Groen een
doorn in 't oog, daar ze de vrucht zijn van een
christendom boven geloofsverdeeldheid, d.i.
een ondogmatisch christendom. Voor hem is
„hèt ohristendom, dat in alle kerkgenootschap
pen neerdaalt, het positieve, leerstellige, his
torische christendom, waarvan 't middelpunt
is het Kruis: neem dit eene woord het Kruis
weg en wat blijft er over: „rationalisme,
neologie, ongeloof".
Groen nóch Kuyper, nóch de Savornin
Lohinan laten zich in hun staatkundige ge
schriften uit over d'en grond hunner dogmati
sche beweringen. Schrift en Belijdenis zijn
onaantastbare grootheden. Deze openbaring én
de historie zijn de bron, waaruit Gods gezag
kenbaar is voor den mensch en de openbaring
wordt gekend uit Bijbel, Calvijn, en formulie
ren van Eenigheid. De Godsopenbaring gebon
den aan een Godsopenbaring in den meest
beperkten zin van 't woord.
Groen van Prinsterer is uiterst theoretisch en
dogmatisch, hij staat buiten het leven. Deze
idealist heeft de groote teleurstelling telkens
weer ondervonden, dat zijn politieke geestver
wanten de idealen telkens prijsgeven, als ze
achter dc ministerstafet plaats nemen. De reden
hiervan is hot volgende: In de kamer vormen
de anti-revolutionnairen een kleine groep. Ze
worden veelal gesteund door conservatieven,
die in kerkelijk opzicht orthodox zijn, zonder
het intransigente van een Groen te bezitten.
De conservatieve partij verdwijnt zelfs in de
tachtiger jaren om een groote fractie aan
de clericale partijen na te laten en tevens de
oud-liberale achterhoede te vormen.
De geniale opvolger van Groen (overleden in
1876) is Abraham Kuyper, die vanaf 1869 met
hem heeft samengewerkt. Kuyper is veeizijdi-
ger, nóg begaafder, democratischer en
politieker. Het hooge, nobele, smettelooze ka
rakter van Groen mist hij ten eenemale. De
oprechtheid van zijn geloof is aan rechtmatige
twijfel onderhevig, in zooverre hij te kennen
geeft het Calvinisme hoog te houden, als de
onmisbare religieuse wereld- en levensbeschou
wing voor het volk, dat tot opbouw eener
zelfstandige opvatting niiet in staat is.
Kuyper begint den strijd voor dogma en
belijdenis In de Ncd. Herv. Kerk aan te binden:
tegen de Synode moet hij het afleggen, en
dan scheidt hij zich af met de Doleantie. In
1879 stelt hij het Program zijner partij op; op
een vergadering der kiesvereenigingen wordt
het aangenomen, de partij wordt straf georga
niseerd (geregelde deputatenvergaderingen),
Kuyper wordt de leider. Sinds 1872 redigeerde
hij de Standaard, in 1879 sticht hij de Vrije
Universiteit.
In een reeks populaire artikelen werkt hij
het program uit: het beroemde boek „Ons
Program".
Vergeleken bij Groen's opvattingen zijn die
van Kuyper democratisch en daardoor zuiver
der Calvinistisch.
Hoewel hij de volksouvereiniteit verwerpt,
en het goddelijk karakter van alle overheids
gezag handhaaft, is dit aan geen regeerings-
vorm gebonden: de souvereiniteit bij Gods ge
nade kan rusten op den alleenheerscher, ze
kan ook rusten op den president der republiek,
op een college, ja, ze kan rusten op de
kiezers, zonder volksouvereiniteit te zijn!
Voor overdraging van gezag bedient de Heer
zich zoowel van gerechtige als van ongerech-
tige daden der menschen: zoodat de gevolg
trekking voor de hand ligt, dat een gezag van
revolutionnairen oorsprong later wettig kan
worden.
Kuyper erkent dat „voor dc vorm, maar niet
in beginsel, nieuw souverein gezag door het
volk wordt in het leven geroepen".
Zoo verstaat Kuyper meesterlijk de kunst om
„illerjej (ook moderne) opvattingen te rijmen
met zijne openbaring. Hij moet erkennen, dat
het woord Gods hoe volkomen in zichzelf ook,
juist omdat het slechts zondaren vindt, in de
diepte van zijn beginselen nooit verstaan kan
worden, en dat het stelliglijk, en met zeker
heid en eens voorgoed, voor alle eeuwen en
tanden, muurvast opmaken en formuleeren en
decreteeren, van de rechtsbeginselen of ordon
nantiën ons in dit woord geopenbaard, kortweg
tot de onmogelijkheden behoort, (Ons Program
§31). Naarmate het moderne leven nieuwe
eischen stelt, zal Kuyper die ook uit de schrift
weten op te diepen, en dat hij dat niet eerder
kon, is te wijlen aan zijnzondigheid.
Het liberalisme echter blijft het goddelooze,
want uit den zondigen inensch geborene, dat
zich trotsch tegenover Gods gezag plaatst!
Hoe weinig is dit beeld in overeenstemming
met hetgeen de liberale leiders zeiven over
Staatkunde en Christendom geuit hebben.
Thorbecke laat zich in 1857 aldus uit: De stille
werking van het Christendom boven verdeeld
heid van geloof is oneindig algemeener en
grooter, dan hetgeen men in de kerkelijke
sfeer met oogen ziet. Het Christendom heeft
onze wetgeving en ons bestuur, onze samen
leving en onze zeden doortrokken; maar dat
is niet het bijzondere Christendom eener be
paalde kerkHet Christendom is niet ge
bleven binnen de kerk; het is een burgerlijke
kracht geworden; de ziel onzer beschaving;
een stroom, die zich door alle aderen der maat
schappij heeft uitgestort. Het is deze invloed
van het Christendom, die zich vanzelven, de
wet spreke of zwijge, in het Volksonderwijs
zal doen: gevoelen".
Pierson zoekt de kracht van het liberalisme
in de autonomie van den menschelijken geest.
En hij verstaat daaronder niet de eindige wil
van dezen of genen: „de liberale partij wil
selfgovernment, de mensch geregeerd door
zichzelven, en wel door zijn wezen, dat is door
zijn geest. Gelooft in het bestaan, in de krac! I.
in de roeping van den geest, in dc mogelijk
heid zijner heerschappij over de driften onzer
zinnelijke natuur, is mitsdien de bodem, waarin
het beginsel der liberale partij een volstrekt
ethisch beginsel wortelt". De menschehjke
geest bestuurd door een ernstigen zedelijken
wil en de beperktheid zijner willekeur ophef
fend, is dat niet juist het goddelijke in den
mensch, als regelend beginsel dér samenleving
erkend? Daartegenover stelt Kuyper het god
delijk gezag als heerschend beginsel buiten
den mensch, van buitenaf hem opgelegd, maar
toch ook van binnen uit zich aan hem open
barend in de consciëntie.
Allard Pierson over den geest en Kuyper
over dc consciëntie schrijvend doelen op het
zelfde. De bladzijden over de consciëntie hou
den verband met art. 4 van het program, waar
wc sub.d lezen; „de overheid, zoo leert ze
GROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM
TELEFOON 671
Van Vrijdag 9 t/m Maandag 12 December
Comedie in 5 acten. Een film van het zoo
geliefde Amerikaansche genre. De hoofdrol
wordt vervuld door WALLACE REID.
VERDER UITGEBREID PROGRAMMA.
Van Dinsdag 13 t/m Donderdag 15 Dec.
Slechts 3 dagen. Het nieuwste op cine
matografisch gebied.
DE FILM ZONDER TITELS
Een drama in 5 acten door CARL MEYER.
De hoofdrollen worden vervuld door de
beroemde Duitsche ariisten. Een film welke
beslist iedereen moet zien.
GROOT ORCHEST.
is ais dienaresse Gods gehouden tot verheer
lijking van Gods Naam, en behoort diensvol
gens o.a. in de consciëntie, voor zoover die
het vermoeden van achtbaarheid niet mist, en
haar uitspraak met name geen afbreuk doet
aan de handhaving van 's lands onafhankelijk
heid. een grens te erkennen van haar macht".
De vetgedrukte woorden staan niet in het
program van 1879, ze zijn er veel later aan
toegevoegd, nu het ernst werd met het con
flict tusschen consciëntie en staat voor jonge
lui, van wie de meerderheid niet anti-revo-
lutionnaiT is. Toen het nog een academische
kwestie was schreef Kuyper over de cons
ciëntie:
„Deze uitnemendheid nu ontleent de cons
ciëntie daaraan, dat ze, van oogenblik tot
oogenblik, rechtstreeksch de aanraking aan 's
menschen ziel is van Gods heilige tegenwoor
digheid.
in de citadel van zijn consciëntie terugge
trokken gevoelt en weet dus dc mensch dat
Gods almacht voor hem aan de poorte wacht.
In zijn consciëntie is hij dus onaantastbaar,
onaantastbaar vooral daarom, overmits, durft
de overheid dan toch nog haar „misbruik van
geweld" doorzetten, het ten slotte op den mar
telaarsdood aankomt, en in dien dood de over
heid het aflegt en de consciëntie triomfeert.
Uit dien hoofde is de consciëntie het schild der
mensohelijke persoonlijkheid, de wortel van
alle burgervrijheden, de bron van het nationaal
geluk".
De moeilijkheid van dwalende consciëntie,
huichelarij geeft K. toe maar, ,jda:i aarzelen
we toch geen oogenblik om liever noodeloos
tienmaal voor een verkeerde consciëntie uit
den weg te gaan, dan ook slechts één enkel
maal een goede consciëntie te onderdrukken.
Zoodra een onderdaan zich op zijn cons
ciëntie beroept, wijke de overheid uit eerbied
voor het heilige terug.
Dan dwinge ze nooit, noch tot eedsafleg
ging, noch tot den krijgsdienst, noch tot school
bezoek, noch tot vaccinatie of wat dies meer
zij. De onafhankelijkheid is „tienmaal beter
bevestigd door een kraohtig conscientieleven
in de natie, dan door een 100 Mennonieten
meer in het gelid". 61
Zoo hebben de anti-rev. partij en het rechtsche
ministerie en dc anti-rev. Minister van justitie
het kernpunt van 't geloof verloochend, daar
ze de consciëntie, de heilige tegenwoordig
heid Gods in den mensch, geweld aandoen om
redenen van staat!
Het is niet het eem'ge punt, waarop recht
sche Ministeries ontrouw woroen aan wat hun
het heiligste in hun program moest zijn!
Zoo is er de paragraaf over de publieke
eerbaarheid: er wordt getornd aan de wet op
de vaccine, er wordt jacht gemaakt op oneer
bare prenten en boeken, maar waar is de wet,
die de artsereed wijzigt, en de besmettelijke
geslachtsziekten streng bestrijdt? (Ons Pro
gram 205).
De anti-rev. staatslieden zijn tegen bestuurs-
centrallsatie en vóór gemeentelijke autonomie.
Maar als daarbij hun onderwijswenschen in het
gedrang komen, willen ze dat het L. O. Rijks-