Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort MADAME rAILLIEN DE MINNARES VICTORIA-WATER Wij Zangen. BEZUINIGING. HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING EFFECTEN EN COUPONS VREEMD GELD LOK ET-KLUIZEN Raadsoverzicht. CINEMA PALACE GIER WALLY. 16e Jaargang. ZATERDAG 11 FEBRUARI 1°2 BLOBHENDAALSCH WEEKBLAD Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 2 2 003 Abonnement: Voor een half jaar 1.75 Tot 1 Julif 1.50 LOSSE NUMMERS 5 CENT. Advertentlën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief. Dit Nummer bestaat uit Twee Bladen, waarbij een Kindercourant. ztjra» Het oordeel der menschen stemme u noch overmoedig noch mismoedig. Loomheid is op uw hart en de sluimer ls nog op uw oogen. Is het bericht niet tot u gekoomen dat de bloem heerschte in pracht tusschen de door nen? Ontwaak, o ontwaak! Laat de tijd niet voor niet verstrijken Aan het eind van den rotsigen weg in het land van maagdelijke eenzaamheid, zit mijn vriend geheel alleen. Verzaak hem niet Ontwaak o ontwaak Als de hemel hijgt en siddert in de hitte van de middagzon als het brandende zand zijn mantel van dorst uitspreidt wat dan Is er geen vreugde in de diepte van uw hart Zal de harp van den weg bij elk uwer voetstappen niet uitbreeken in zoete muziek van smart Uit „Wijzangen van Rabindranath Tagore", vertaald door Er. van Eeden. De Centrale Commissie voor bezuiniging, in gesteld ingevolge een besluit van de 144ste Al- gcmeene Ledenvergagering van de Nederland- sche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, heeft in den laatsten tijd in verschillende Dag en Weekbladen aan een zeer scherpe critiek blootgestaan. Bij haar verschijnen werd zij door velen reeds bij voorkeur aangezien voor een lichaam, hetwelk bovenal de reactie zou dienen. Anderen meenden weer, dat het vóór alles beoogde een loondrukkende actie te steu nen en vooral de ambtenaren van het werken dezer commissie de dupe zouden worden. Het is natuurlijk ondoenlijk, om al dergelijke uit latingen te weerleggen. Niettegenstaande dat, meenen de leden van bovengenoemde commissie, waartoe schrijver dezes zelve het genoegen heeft te behooren, dat van tijd tot tijd duidelijk gemaakt dient te worden, op welk standpunt deze bezuinigings commissie zich stelt. Geenszins is zij van meening, dat zij na ver loop van korten tijd in staat zal zijn met zoo veel tienduizenden guldens deze of geene be grooting door haar advies verlaagd te kunnen hebben, maar wel is zij van meening, dat, mits goed gedocumenteerd van een advies harer zijds, in de naaste of in de verre toekomst nuttige gevolgen te verwachten zijn. Jaren achtereen zullen de leden van dit college werkzaam moeten zijn, aangezien zij een pro ces dienen te voeren, hetwelk onmogelijk In enkele maanden beëindigd zal kunnen worden. Zeer veel werk is reeds verricht, waarvan de buitenwereld ongetwijfeld weinig gemerkt heeft: voortdurend zijn nieuwe vraagstukken in behandeling genomen en, kampend met de grootst mogelijke moeilijkheden, tracht de commissie in een objectief oordeel haar mee ning kenbaar te maken. Zij heeft destijds bij de eerste werkzaamheden, die zij verrichtte, het standpunt ingenomen, dat helaas nog groote groepen in onze maatschappij niet door drongen zijn van de absolute noodzakelijkheid, dat er bezuinigd moet worden. Voortgaande op den ingeslagen weg, kan het niet anders, of ons land Zal komen te staan voor een staats bankroet: iedereen moet daarvan doordrongen zijn. En alleen dan, wanneer het bezuinigings- vraagstuk bekeken zal worden als een natio naal vraagstuK, en dit vraagstuk zoowel voor minder- als voor beter gesitueerden als van het allergrootste belang beschouwd wordt, be staat de kans, dat de débacle, welke wij tege moet gaan, misschien vermeden kan worden. Men meene echter niet, dat het zoo meteen aan ons of aan welke commissie ook, gelukken BLOEMENDAAL. BUITeNLANDSCHE WISSELS - CREDIETEN - DEPOSITOS VERSTREKT CREDIETBRIEVEN OP BINNEN- EN BUITENLAND DOCUMENTAIRE CRED1ETEN zal een universeel bezuinigingsrecept naar voren te brengen. Dat is onmogelijk. Alleen dan, wanneefeen zeer specieus on derzoek mogelijk is en inderdaad ingesteld wordt, alleen dan, wanneer men de noodige objectiviteit in acht wenscht te nemen en alleen dan, wanneer men zich op het standpunt kan stellen, dat het niet gaat om het belang van één bepaalde groep, dan zal het mogelijk kun nen zijn, dat het werk onzer commissie goede resultaten afwerpt. Zij, die entiseeren, verzoe ken wij hiermede niet te staken, zoolang hunne critiek opbouwend is; zij, die afbreken uit een zekere lust tot afbreken, die van dit werk een soort sport maken, benadeelen niet alleen ons, maar ook zichzelven. Langs vele wegen zal men kunnen komen tot het gewenschte doel; op het staatsterrein zoowel als op provinciaal- en gemeentelijk ge bied zijn tallooze voorbeelden aan te wijzen, die ten duidelijkste aantoonen, dat vele overheidslichamen gemeend hebben en nog. meenen, dat het niet óp kan. Tegen die nutte- looze verspilling moeten wij strijden, tegen het onnoodige aantal ambtenaren en werklieden zullen wij opkomen; wij beoogen geenszins vóór alles loonsverlaging tot ons doel te ma ken, maar wel meenen wij, dat het in dezen tijd noodig is, dat overbodige krachten gemist worden en dat van iedereen in onze maat schappij verlangd kan worden, dat hij pres teert, zooveel als in zijn vermogen is, ten einde mede te helpen, om al datgene, wat ver loren is gegaan, weder op te bouwen. Een zekere centralisatie van al die personen en corporaties, die dit vraagstuk bestudeeren, zou zeker gewenscht zijn. Ik weer daar des tijds reeds op in een artikel in Bedrijfsorgani satie. Vóór alles vergete men echter niet, dat diegenen, die de bezuinigingsleus willen gaan cxploiteeren als politiek beginsel, op den ver keerden weg zijn. Daarop hoop ik in een vol gend artikel terug te komen. J. C. MOLLERUS. De openbare vergadering van 18 Januari be gon eenigszins drukkend. Niet vanwege de warmte, ook niet vanwege de koude, doch enkel en alleen doordat de Voorz. iets heeft gezegd, wat hij niet gezegd heeft. Dit klinkt heel eigenaardig, doch het is zoo. De officiëele verslaggever had namelijk iets genoteerd wat niet zoo gezegd was. In de zitting van 8 Dec. werd dat genoteerde voor gelezen en goedgekeurd (de Voorz. was toen afwezig) en zoodoende was het gezegde, wat niet gezegd was, goedgekeurd, bekrachtigd dus, en was door die bekrachtiging het niet ge zegde toch gezegd. Het betrof den aankoop van gronden langs den Zeeweg. De Voorz. blijft het besluit be treuren, omdat het de gemeente op groote kosten jagen zal. Want, zei de Voorzitter, ten einde de kosten te bestrijden van aanleg en onteigening van den Zeeweg, welke voor rente en aflossing komen op fl. 1300 per week, wordt een nieuwe schuld aangegaan, wegens aankoop van bouwterreinen langs dien weg, waarvan de kosten voor rente en aflossing komen op fl. 2000 per week. En met deze fl. 2000 per week is men er nog niet, daar zul len nog wel fl. 2000 per week bijkomen voor aanleg van geleidingen van water, gas en electriciteit, voor den aanleg en exploitatie van een tram. Het bleef echter een stem des roependen in de woestijn. Men heeft a gezegd en men wil ook b zeggen. Nu Is het wel zoo goed als zeker, gezien de malaise in alle bedrijven, dat ook het grond bedrijf duchtig zal hebben te lijden, d. w. z. dat het eerste jaar, ook misschien nog het vol gend jaar, van verkoop niet veel terecht zal komen; Weliswaar wonen wij in een gemeente, waar die malaise niet zoo oppervlakkig is te constateeren, doordat er bijna geen bedrijven zijn, doch wij blijven daardoor niet buiten die malaise. Ons grondbedrijf is dus op een heel ongun stig moment in het leven geroepen. De com missie zal dan ook nog wel eenige harde noten hebben te kraken alvorens zij zal kun nen zeggen: ziezoo, met taaie volharding is het ons toch gelukt wat wij wenschten: „een grondbedrijf wat geen schip van bijleg meer is." Vanzelf spreekt, dat wij die onkosten voor aanleg van gas, water en electriciteit niet kun nen ontloopen. De lust om aan den Zeeweg te bouwen zal wel bijster gering zijn, indien deze weg niet van alle gemakken is voorzien. Volgens het rekensommetje van den Voor zitter komt de weg ons dus te staan op onge veer fl. 5000.per week aan rente en aflos sing, wat per jaar (ook al weer ongeveer, 't komt op 'n paar ton niet aan) 'n kwart mil- lioen gulden beteekent. De Zeeweg-Commissie, thans Commissie voor het grondbedrijf, met haren Voorzitter, die wel eens meer rekensommetjes heeft ge maakt waarin het woord „millioen" voor kwam, bekijkt de zaak wel door denzelfden bril, doch er zitten andere glazen in. De rekening, de uiteenzetting van den Voor zitter mag juist zijn, de Commissie heeft ook gerekend. Thans kost de Zeeweg fl. 1300 per week, dat is fl. 65,000 per jaar. Hoe kunnen nu deze onkosten worden bestreden. Niet anders dan door langs dezen weg grond te koopen en te verkoopen. Zoo ongeveer fl. 65,000.per jaar te moeten uitgeven, zonder noemenswaardige inkom sten daartegenover te kunnen stellen, zal wel het zwaartepunt zijn geweest voor de Com missie en waardoor zij vrijmoedig zullen heb ben voorgestemd, toen het voorstel tot aan koop in behandeling kwam. Een kwart-millioen is weliswaar een bui tengewoon hoog cijfer, hetwelk door ongeveer 8000 inwoners zal moeten worden opgebracht, doch dit cijfer zakt elk jaar ongetwijfeld zeer veel, zoodra de toestand zich maar eenigszins wijzigt. Het bedrag van fl. 65,000 zakt echter niet. 't Is wel een oogenschijnlijk klein bedrag, doch het zal grooter worden, elk jaar. Koopt de gemeente de gronden niet, dan wil dat nog niet zeggen, dat er geen huizen komen te staan. En zoodra er eenige villa's zullen verrijzen, krijgt de gemeente onkosten. Die menschen zullen dan toch niet van alles verstoken kunnen blijven. Water en licht kan men hen toch niet onthouden. Gas, ophaal dienst van haardasch enz., mogen we hen nog een jaartje op laten wachten, het zal er toch ook wel bij komen. Zoodat ik maar zeggen wil, dat de Voor zitter niet misgerekend heeft als hij zegt, dat er 'n kwart millioen voor noodig zal zijn, d. w. z. de eerste paar jaren, doch dat de Commissie van het grondbedrijf toch een ruimer stand punt heeft ingenomen en toch allerminst van GROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM TELEFOON 671 Eerst NU beginnen wij met onze groote SCHLAGERFILMS te vertoonen. Van Vrijdag 10 l/m Maandag 13 Februari Deze 4 dagen brengen wij U een buiten gewoon filmwerk: Een beeld uit de Fransrhe revolutie in 6 „eten. Schitterend spel. Kolossale massa- >cènes. Een waar kunstwerk uit de Palatino- f.ihrieken in Italië. In de hoofdrol; LYDA BORFLLI. Van Dinsdag 14 t/m Donderdag lö Febr. ASTA NIELSEN PAUL WEGENER en MAX LANDA in de boeiende fi mroman Filmdrama naar den beroemd n roman „Die Goiiebte Roswoli-y's" door Gcoru Fröschel VERWACHT: HENNY PORTEN in plan zal zijn de gemeente een „strop" te be zorgen, welke niet zou zijn te ontloopen. Wie a heeft gezegd, moet ook b durven zeggen. Een Raadslid, en nog veel meer het Dage lijks Bestuur eener gemeente, moet toch maar van alles en nog wat weten. Het eene moment ontpopt hij zich a's fl- k handelsman, d,e ver in de toekomst kan zien, terwijl in een vol gend moment blijkt, dat hij ook over boomen en heesters kan meepraten. Soms zou men denken, dat 't niet zoo is, zoo b.v. met de bespreking over de te rooien boomen aan de Zandvoortcrlaan. Wethouder v. Nederhasselt durft zeggen, dat het mispro ducten zijn, die niet veel schaduw geven voor de wandelaars, doch eerder een schaduw zul len werpen op de personen, die beweren, dat ze het „best doen", terwijl een ander raads lid, de heer v. Kessel meen ik, beweerde, dat die boompjes heusch niet zoo leelijk zijn. Echter, ze gaan de laan uit. Ook het volgende punt der agenda geeft ons een blik op de helderziendheid der vroede vaderen. De heer de Roo van Alderwerelt zegt, dat het voorstel van B. en W. (verplaatsing van den De Genestetbank) hem niet kan bekoren. Volgens spreker is zoo'n koude, kille steenen bank niet de onkosten van verplaatsing waard. Het is niet de aangewezen bank voor een fat soenlijk mensch om er zich op te verpoozen. De heer Schulz zegt zoo ongeveer dezelfde woorden, doch de woorden koud en kil wil hij veranderd zien in „heet en branderig vanwege het warme zonnetje". De bank zal verplaatst worden. De eerste spreker kreeg geen aanhang vanwege zijn koude woorden, de tweede al evenmin door zijn branderige woorden. De meerderheid gaf blijk van kennis van steen en van banken: de eerste spreker te koud, de tweede spreker te warm, dus de waarheid in 't midden: precies op temperatuur. Voorzichtigheid is de moeder der porcelein- kast, denken B. en W. en daarom stellen zij voor de Woningbouwverordening eenigszins te wijzigen. *n Weinigje meer medezegging schap wil genoemd college hebben inzake het OBERLAHNSTEIN Het reeds meer dan 40 laar hier te lande ingevoerde, meest gevraagde natuurlijk mineraalwater.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1922 | | pagina 1