Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort FIRMA POESIAT PIETERS De Charmantejongen VICTORIA» WATER Bij het einde van het Tooneelseizoen. Timmerlieden en Aannemers Electrische Timmerfabriek Wagenmakerij Telefoon 22437 - SANTPOORT (Station) c- Plaatselijk Nieuws. CINEMA PALACE De drie Maskers De Bruidegom op Crediet Fredericus Rex. 16e Jaargang. ZATERDAG 20 MEI 1922. No. 20. BLBEMENB1ALSCB WEEKBLAD Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 22003- Abonnement: Voor een halt jaar 1.75 Tot 1 Julif 0.50 Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Godsdienst Is een behoeite voor het menschen- hart maar daarom ook geen zaak om over A^te twisten. 1 i" I' i i' i i ii" ii „ONMOGELIJK TE DOEN!" Iemand zei: ,,'t is onmogelijk, dat iemand dat doet!" Maar hij, met een lachje, beweerde, Dat je nooit iets „onmogelijk" noemen moet, Zoolang je 't niet eerst eens probeerde. Dus begon hij kordaat, met een lach op 't gelaat. Viel de arbeid hem zwaar, hij verbeet het En hij zong bij zijn taak, bij zijn werk aan de zaak Die onmooglijk te doen was, en deed het! Iemand smaalde: „zeg, man, dat lukt je toch nooil „Ten minste, Ik zeg: niemand kan het!" Maar zijn jas en zijn hoed heeft hij van zich gegooid En wij zagen zoowaar, hij begon het. Met zijn kop wat omhoog en een lach in zijn oog. Wat hem hinderen kon, hij vermeed het. En hij zong bij zijn taak, bij zijn werk aan de zaak Die onmooglijk te doen was, en deed het! Wel duizenden zeggen u: ,,'t kan niet gedaan!" Wel duizenden zien 't al mislukken. Wel duizenden, een voor een, wijzen u aan De gevaren, waarvoor gij moet bukken. Doch pak aan maar kordaat, met een lach op 't gelaat, Gooi ie jas neer en denk: maar toch moet het! Zing je lied bij je taak, bij het werk aan de zaak Die onmogelijk isen je doet het! H. S. Uit: Tft. v. Armwezen. Nu Haarlem een stadsschouwburg rijk is, waar ook de Bloemendalers hun hart kunnen ophalen aan eerste klasse tooneelkunst, is de vraag gewettigd, of zij van deze gelegen heid voldoende gebruik maken. Ook voor de lezers van dit blad is leerzaam, hetgeen de tooneelspeler Louis van Gasteren in het Mas ker heeft geschreven. Daarom vestigen wij op zijn stuk, ofschoon velen onzer lezers het mis schien reeds in de dagbladen onder oogen heb ben gekregen, hier de bijzondere aandacht. „Deze dringende vraag", aldus de heer Van Gasteren, „doet zich wel aan ons allen, too- neelspelers, voor: hoe bereiken we meerdere belangstelling voor onze tooneelspeelkunst? Eerstens door staats- en gemeentesteun in den vorm van subsidies, die het mogelijk maakt grootere groepen van het volk tegen matige prijzen in onzen schouwburg te ontvangen. Maardwalen we niet, als we meenen dat zij, die de volksvoorstellingen bezoeken, ko men uit behoefte tot onze kunst, en komen zij niet eerder om een avond goedkoop „uit" te wezen? Immers, dat die voorstellingen vol zijn uitverkocht zelfs is nog geen bewijs van belangstelling in tooneelkunst, van een mee leven in de evolutie van die kunst, van een daadkrachtig meehelpen tot de verheffing en den bloei van die kunst, allerminst bewijs ook van voldoen aan een langgevoelde behoefte aan theater als plaats voor ontwikkeling en op bouw. Opmerkelijk is, toch, dat zij, die nu de goedkoopere officieele volksvoorstellingen be zoeken, vóór de groote oorlog meest behoor den tot de gemiddelde gegoede burgers en middenstand, klassen die het nu 't hardst te verantwoorden hebben in den strijd om 't be staan, en de entrée-prijzen der gewone voor stellingen niet meer kunnen betalen, 't Eigen Teekeningen en begrootingen lijke volk de kleine man ziet men er nauwelijks. Serieuze schouwburgen kunnen dan ook al leen het hoofd bieden aan de voortdurend drei gende financieele nooden, door steeds een wis selend repertoire te spelen; van series is geen sprake. Het wekelijksch aanplakbiljet moet minstens vijf verschillende stukken vermelden, wil men op eenige dragelijke recettes kunnen rekenen, 't Telkens wisselende, sterk variee- rende repertoire moet de prikkel zijn om de weinige liefhebbers naar onze schouwburgen te trekken. Betrekkelijk zijn 't altijd dezelfde menschen, waarvoor iedere week gespeeld wordt. In zeven dagen zijn we 't kringetje van vier- a vijfduizend bezoekers rond en zoo moeten we voor de komende week weer een nieuw agenda aanplakken om diezelfde vierduizend bij ons te zien. 't Aantal vaste vrienden van het tooneel blijft konstant. De belangstelling groeit niet. Hoe dat te veranderen? Door an dere steun, dan subsidie alleen. Belangstelling wekken voor kunst in 't algemeen, te begin nen op de lagere scholen al, grondiger later op H.B.S. en Gymnasium. En hoe weinig wordt dat gedaan. De arbeid der Volks-Universiteiten is niet te onderschatten, waar vooraanstaande docenten en kunstenaars belangstelling wekken voor too neel en letterkunde, de eersten door hun le zingen over dramaturgie, de laatsten door het vertolken en verklanken van het oeuvre der groote klassieken. Met dankbare gevoelens her denk ik hierbij 't niet genoeg te roemen initia tief der Haagsche Volksuniversiteit, die eenige opvoeringen van Sofokles' „Electra" mogelijk maakte in 1920, onder leiding van Dr. Willem Royaards. Zoo moet langzamerhand een geslacht op groeien, dat kunst als een onmisbare levens behoefte zal gevoelen, als tegenwicht niet al leen voor het nuchtere in 't dagelijksch bestaan, doch ook als een nuttig element in het pro gram der volksopvoeding, omdat de kennis er van verheft en verzoent met veel hards en wreeds in 't leven van allen dag, omdat het ons van 't besef doordringt, dat er naast dat leven nog iets anders is van hoogere orde en dat geluk en blijheid schenkt. Maar hoe zoo iets te verwachten van een overheid, die eerlang het taalonderwijs wil beknotten door het Fransch van de lagere school te verbannen, waardoor de komende jeugd het inzicht benomen wordt in alles wat samenhangt met de Latijnsche kuituur? Ons volk zit het gevoel voor kunst toch al niet in 't bloed. Voor den Hollander is de schouw burg alleen een amusementshuis, waar hij heen gaat om een avondje uit te zijn. In zijn hart leeft geen waarachtige belangstelling voor too neelkunst en ieder rechtgeaard zakenman haalt met een glimlach zijn schouders op, als hij verneemt hoe de tooneeldirecties zich afbeulen, om het verliescijfer aan het eind van het sei zoen zoo klein mogelijk te doen zijn, nog niet eens gesproken van de energie, door de spelers aan den dag gelegd, die met reizen, repetities en voorstellingen werkdagen van vijftien uren tellen, ongeacht ook de extra voorstellingen als de bijzondere matinee's voor middelbare scholen, die nu in zwang komen. Gelukkig! want hiermede komen we op den goeden weg. En de tooneelspelers, de kunstenaars onder hen, offeren graag alles voor hun kunst en morren niet wanneer de kunst (dat is in Holland het „bedrijf") hen te allen tijde van huis en haard wëgroept, waardoor hun familie-leven geen naam mag hebben; want zij gevoelen: hoe meer zij spelen, hoe meer menschen zij berei ken en hoe beter het zal worden in de toe komst voor de kunst-zelf en haar dienaren." Tot zoover het pleidooi van den heer Van Gasteren. Wij hebben er weinig aan toe te voegen; het stuk spreekt voor zichzelf. Dat wij het in ons blad zulk een opvallende plaats geven, is een bewijs, hoezeer wij van de be- teekenis dezer aangelegenheid overtuigd zijn. Toen wij dezer dagen de reprise van „Als je maar een verleden hebt", bijwoonden, ver heugden wij ons in den aanblik van zulk een stampvollen schouwburg. Stuk en opvoering wa ren deze belangstelling waard; wij behooren niet tot die onnatuurlijke menschen, die zich te verheven achten om eens smakelijk te lachen om dolle dwaasheid. Integendeel, ons komt het wel eens voor, dat een onderhoudende nar der menschheid meer dienst bewijst dan honderd vervelende wijsgeeren. Maar wat wij toen dachten, was: „Och, ■mocht de schouwburg geregeld zoo vol zijn; ook als men er ernstiger stukken geeft, die staan op een hooger plan". Een leege schouw burg is onzes inziens even erg als een leege kerk. Er is al zoo weinig gelegenheid om den geest te verfrisschen, het gemoed te verede len en een dosis kracht op te doen voor den zoo moeilijken strijd om het bestaan. Laten wij toch die gelegenheden aangrijpen, als ze ons zoo gul worden geboden. Hoe menigeen, die ver van de cultuur-centra afwoont, snakt naar één enkele goede tooneel-uitvoering, en wij kunnen te kust en te keur gaan, heel het iaar rond! Wanneer het nieuwe seizoen aanbreekt, ach, hoe gauw zal de zomer weder vervlogen zijn! zullen wij Louis van Gasteren be schaamd doen staan, nietwaar lezer? BLOEMENDAAL. Maandagavond omstreeks kwart voor ach ten had er op den Bloemendaalscheweg voor het buiten van den heer Stoop een botsing plaats tusschen den auto van den heer S„ be stuurd door chauffeur B. en den auto van den heer M„ bestuurd door den eigenaar zelf. Toen chauffeur B. met zijn wagen het hek uitreed en schuin wilde oversteken om den rechterkant te bereiken, zag hij, midden op den weg geko men, een andere auto recht op hem toerijden. Tijd om een aanrijding te voorkomen was er niet meer, daar de auto van den heer M. niet spoedig genoeg kon stoppen en ook chauffeur B. niet meer uit den weg kon. Daar de laatste zijn tegenwoordigheid van geest behield, wist hij zijn stuur om te gooien, zoodat de auto gedeeltelijk op het trottoir terecht kwam en de aanrijding aan de linkerzijde van den wagen geschiedde. Zoo liep het ongeval nog tamelijk goed af. Als de auto's recht op elkaar in wa ren geloopen, dan waren er zeer zeker ernsti ge ongelukken gebeurd. Thans kwamen de in zittenden, waaronder zich eenige dames bevon den, met den schrik vrij. Van de auto van den heer S. werd het spatbord van het linkerach terwiel verbogen, terwijl het reparatiekastje op de linkertreeplank zwaar beschadigd werd en niet meer te gebruiken is. Van den anderen wagen was de as van de voorwielen zoodanig verbogen dat van verder rijden geen sprake meer bleek. Ook de spatborden waren geheel in elkaar gedrukt. Nog lang nadat de wagens waren wegge bracht bleef een groote menschenmassa, die met zulke gelegenheden nooit ontbreekt, napra ten en de een wist nog beter te vertellen dan de ander hoe het gebeurd was. GROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM TELEFOON 671 Van Vrijdag 19 t/m Maandag 22 Mei Een Reuzenprogramma Als hoofdnummers: DOUGLAS FAIRBANKS in Komische comedie in 4 acten. Buitengewoon mooi gespeeld drama in 5 acten. In den hoofdrol: HENRY KRAUSS. Van Dinsdag 23 t/m Donderdag 25 Mei Een geheel komisch programma Blijspel in 5 acten, gespeeld door de ar- tisten van het Wiener Burgtheater. Donderdag 25 Mei (Hemelvaartsdag) vanaf 2 uur doorloopende Voorstelling VRIJDAG a.s. beginnen wij met de ver tooning van het grootste filmwerk van dezen tijd: De bewoners van en nabij het Bleekerspad alhier zien met angst en vreeze den zomer met zijn warme dagen tegemoet. Geen wonder. Ze loopen niet alleen kans last te krijgen, docli ook ziek te worden door de groote hoeveelheid muggen, die bij duizenden geboren zullen wor den in de vunzige sloot tusschen het Bleekers pad en de fabriek van den heer Bijvoet. Langs het kleine stukje grond, dat zich aldaar bevindt, loopt een sloot. Neen, een sloot mogen wij het niet noemen, een moeras. Het water in dit moeras heeft allang zijn heldere doorschijnende kleur verloren en ziet er uit, enfin te vies om er naar te kijken. Verder bevinden zich in de modderpoel dingen, die vroeger tot de levende wezens hebben behoord in den vorm van jonge poesjes en hondjes, die thans aldaar liggen en tot ontbinding overgaan. Nog meer heerlijkhe den zijn er, die de hygiéne niet bevorderen. Maar het is wel een beetje erg dat er nog zulke plaatsen in onze gemeente bestaan, nog erger dat hierbij menschen wonen, die dage lijks ervan genieten. De gezondheidscommissie met onze vroede vaderen moet aldaar maar eens een kijkje nemen, liefst op een zwoelen zomerschen dag, dan kunnen zij zich overtui gen en genieten van de onverdragelijke lucht, die zich tot ver in den omtrek verspreidt. Gaat u dan meteen even, heeren, (het gaat toch in een moeite door) naar het slootje dat loopt van den Bloemendaalscheweg achter de bloemiste rij van den heer P. E. van der Werff naar de Delft. Ook dat slootje is verontreinigd door allerlei vuil en doet dienst als begraafplaats voor katjes en hondjes. In de etalagekast van huize Hilbrands, heeft de mand met hyacinten plaats gemaakt voor een vaas met prachtige rozen. Deze rozen zijn zoo natuurlijk, dat men bijna niet kan gelooven, dat ze van suikergoed zijn. Bij de Koninklijke Handel-Maatschappij v/h Boeke Huidekoper, is wederom als commis saris gekozen de heer S. W. de Clercq van hier. Voor de a.s. kamerverkiezingen heeft Mej. Mr. van Dorp alhier woonachtig, de candidatuur voor de Van Houten-partij aangenomen. Wanneer een goeden wijn vermengt met ge woon water of spuitwater, krijgt men een drank, die minder smakelijk is. Als men goeden wijn vermengt met OBERLAHNSTEIN is het resultaat juist andersom. De met VIC- •TORIA-WATER vermengde drank is lekkerder geworden. Dit komt doordat Victoria-Water ook lekker is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1922 | | pagina 1