J VENDETTA Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort f Het toekomstige geslacht. Plaatsetijk Nieuws. CINEMA PALACE Van Vrijdag 11 tm Maandag 14 Augustus Baby helpt de politie Charlie in Easy street VanDlnsdag 15tmDonderd.l7 Augustus Het dramaop den Vuurtor en De groote geheimen van het Oosten. k. 16e Jaargang. ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1922 No. 32. BL0EHENDAALSC1 WEEKBLAD Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 2 2 003 Abonnement: Voor een half jaar 1.75 Redacteur: H. O. CANNEGIETER. Advertentlën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief. Dit Nummer bestaat uit Twee Bladen waarbij een Kindercourant. Ons leven is een heel amusante strijd, maar een heel trieste wapenstilstand. Chesterton. TEVREDENHEID. Leef dan o mensch, blijde en tevreden, Dan brengt ge zonneschijn rondom u heen. Bloemen bloeien allerwegen, ja vele Die zijn op ons menschenpad, En moge al somtijds zorg ook dezen Geen wolk zoo zwaar waar niet de zon door brak, Laat klinke lied teeder in uw leven Of er vreugd is of kommer op uw pad Ken God op al uw wegen. Hij weet wat steeds gij noodig had. Leef dan o mensch steeds tevreden Doe d' arbeid met lust die ons wacht, Wat ook ons mocht begeven Veel toch bleef nog in 't leven Leef met anderen, breng licht op hun pad, Ga voort steeds uw doel bewust door in t leven Geluk zal u dan blijven omgeven Dan zal bij 't einde onzer leven Nog zonnestraal zijn op uw pad Ken steeds God op al uw wegen Hij weet wat steeds gij noodig had. A. MAIN. De belangstelling voor opvoeding en onder wijs, die de laatste jaren kenmerkt, berust op liet besef, dat het kind van heden den mensch van morgen zal zijn. „Het kind is vader van den man". Hoe is het kind van heden? Het antwoord op deze vraag zal uitmaken, wat wij van de toekomst hebben te verwachten. Zal het volgend geslacht in staat wezen de schade te herstellen, die het geslacht van heden in zijn roekeloosheid aanricht? Geen enkel menschengeslacht staat op zich zelf. De menschheid vormt een keten, waarvan elke generatie een schakel is. Het kind onder gaat den invloed van zijn omgeving; het bootst vader en moeder na, het leert van de meid en den meester, het herhaalt in zijn spel het geen de maatschappij hem te zien geeft. in de Nieuwe Rotterdamsche Courant schreef dezer dagen een Russin, Alexandra Melikof, een aangrijpend feuilleton, waarin zij met een voorbeeld, aan de werkelijkheid ont leend, de zielsgesteldheid van de thans opgroei ende jeugd kenschetste. De schrijfster vertelt, dat zij onderweg twee kinderen inhaalde, wier gesprek zij afluisterde. Het waren twee meisjes van nauwelijks twaalf jaar oud. „Ziehier", aldus de schrijfster, „wat ik van hun gesprek heb kunnen opvangen. Als je eens wist hoe mooi het was!" had de oud ste gezegd. Zonder twijfel dacht ik, dat het te doen was om een boek of een volksfeest of wellicht een voorstelling van een rondreizend circus. „O ja! het is prachtig!" vervolgde het meisje, terwijl zij met haar hand het voor hoofd afveegde, dat vochtig was van transpi ratie. „Het beest wringt zich in de bochten het schreeuwthet spartelt, al brullende maar vader houdt het vastHij neemt zijn mes, dat hij „dddr" insteekt! Zij bracht haar hand aan haar vet, klam nekje. „En dan duwt hij het er weer inhet bloed spuit er dadelijk uit en vloeit over den grond!".... „Maarben jij dan niet bang?" stamel de de kleinste. „Wel neen, zeker niet! Ik zeg je immers, dat het grappig is!" antwoordde lachend de oudste, lederen keer, als vader naar het slachthuis gaat, loop ik er ook heen, ik hol en raak buiten adem, uit angst te laat te komen. En dan kijk ik! Bij het zien van het bloed, schreeuw ik het uit van vreugde. De reuk maakt me dronken! Ik zou het willen drinken! Heb je oom Efrem wel eens gezien, als hij dronken is? Welnu, ik word net zoo als hij. Ik kan mij niet meer beheerschen! Ik word duizeligik beef, ik spring Ze stond stil, en ik zag hoe ze trilde. Toen vertelde ze fluisterend verder, alsof ze tot zichzelf sprak: „Weet je wat mijn grootste wensch is? Een mensch te zien sterven, te zien hoe een mes in zijn vleesch gestoken wordt, en hem te hooren kreunen!En dan zijn bloed te zien vloeien, zooals van een beest. Want zie je, het meeste op de wereld houd ik van bloed! Maar een beest is me niet voldoendeEen beest is maar een beest, maar een mensch ah!" Ze zweeg en bleef in gedachten. De meisjes versnelden hun pas al zwijgende en ik zag hoe zij zich naar een nauw steegje begaven. Ik vervolgde mijn weg en vroeg mij af, of ik niet het slachtoffer was geweest van een afschuwelijke nachtmerrie! Neen! de woorden die ik gehoord heb, kwa men werkelijk uit een kindermond! Was het een zelden voorkomend monster, dat het toe val mij deed ontmoeten, of was dit niets an ders dan het beeld van een nieuw ras, het levend resultaat van burgeroorloogen en schrikbewind; een wezen ontstaan door onwe tendheid en haat van heel een volk, gelijk geworden aan een troep wilde beesten? Inderdaad, als ik aan de kinderen denk, daar ginds in Rusland geboren en opgevoed, dan vergelijk ik ze met onkruid dat op een ruwen bodem groeit en begoten wordt door het bloed der slachtoffers. De mentaliteit van deze kinderen is wellicht nog erger dan die van dit slagersdochtertje, dat rilde van wellust bij het zien van bloed!" Tot zoover de Russische schrijfster. Helaas is, hetgeen zij hier aan de gebeurtenissen in het vaderland toeschrijft, niet tot Rusland be perkt. Is hei louter Rusland, waarin de gedachte aan verwoesting en menschenmoord de kin derziel omgeeft gelijk een vergiftigde damp- kiing? Mij dunkt het steeds buitengewoon hui chelachtig, voor deze zielsvergiftiging één en kel volk verantwoordelijk te stellen. Of men op „oorlog" dan wel op „revolutie" voorbe reidt, komt op hetzelfde neer. En is hetgeen in Engeland en Frankrijk, ja, eveneens ten on zent, immers in de „beschaafde" wereld ge schiedt om de wereld klaar te maken voor een oorlog, nog verschrikkelijker dan die welke wij thans hebben doorstaan, voor de kinder ziel minder schadelijk dan de bloeddampen der revolutie? Wat moet het kind gevoelen, wanneer het leest, hoe de mannen der weten schap bezig zijn giftige gassen samen te stel len, waarmee de volkeren elkaar bij de eerst volgende gelegenheid wederzijds kunnen uit roeien? De grootste zonde, waaraan men zich jegens de kinderziel kan schuldig maken, is, dat men haar aan de misdaad gewent. En dit vergrijp is zoo algemeen, dat men 't zelf niet meer opmerkt. In de drankbestrijding heeft men ervaren, dat niet de aanblik van een dronken man voor kinderen het gevaarlijkst Is, doch het besef dat het gebruik van alcohol iets dood gewoons is. En zoo al de opvoedkunde het ook als een gevaarlijk vergrijp leeren be schouwen, het kind met de misdaad vertrouwd te maken. Het dooden van menschen en dieren, het toebrengen van afschuwelijke verminkingen, het vernielen van gebouwen, het rooven van bezit wordt in de gedachte der kinderen, die van „oorlog" als een zeer eerbiedwaardig, al thans normaal bedrijf hooren, iets vanzelfspre kends. Maar eveneens is het leven in een at mosfeer van diefstal en inbraak noodlottig voor onze kinderen. Dit is het groote bezwaar tegen de bioscoop en de detective-verhalen. Men acht deze laatste onschadelijk, zelfs nuttig omdat ze leeren, hoe men den misdadi- gerbetrapt. Gelijk de „Aufklarimgs-film" de slechte gevolgen der onzedelijkheid aantoont. Maar de één zoowel als deander doet niets anders dan de aandacht richten op een gevaar lijk onderwerp en de ontvankelijke kinderziel daarmede vertrouwd maken. En hoeveel vol wassenen lijden hiervan evenveel schade als kinderen! Van een uitgever, wiens fonds tot het aller beste behoort en wiens talrijke uitgaven het aantrekkelijke van de verscheidenheid bezit ten, ontving ik ter aankondiging een nieuwe reeks romans, die, naar het in de inleiding heet, „door hun phantazie voor een wijle de werke lijkheid dezer tijden doen vergeten". Het blij ken detectiveromans te zijn. Naar mijn overtuiging is de verspreiding van dergelijke lectuur een maatschappelijk gevaar. Als de „werkelijkheid" misdaad en moord ademt, moet de phantasie schadeloosstelling geven doornieuwe misdaad en moord? Moeten wij dan nooit dezen noodlottigen cir kel verbreken? Gelukkig dat de natuurlijke weerstand van de kinderziel veel onheil voorkomt, door ave- rechtsche opvoeders op roekelooze wijze uit gelokt. C. BLOEMENDAAL. De drie perceelen van den heer Joh. J. van Kempen alhier, die eenigen tijd geleden ver kocht zijn, worden voor verschillende doel einden ingericht. We vernemen daaromtrent het volgende: Het perceel, gelegen aan den Bloemendaalscheweg hoek de Genestetweg, on dergaat een groote verandering. Dit zal ver bouwd en ingericht worden als bakkerswinkel. Het winkelhuis verdwijnt en hiervoor zal in de plaats komen een bankgebouw. Het woonhuis aan den Bloemendaalscheweg, hoek Boschlaan, is verhuurd en zal dus onveranderd blijven. Naar we vernemen is het schilderwerk van het in aanbouwzijnde modemagazijn der Fa. Wisbrun Liffmann opgedragen aan de Fa. Van Riet Romp, huis- en decoratieschilders alhier. Het is en blijft gevaarlijk rijden met regen achtig weer op het gedeelte van den Bloemen daalscheweg, tusschen K. Kleverlaan en Mol- laan. Door de vetachtige, glibberige modder, die zich daar met regenachtig weer op den weg vormt,hebben al heel wat fietsrijders een tuimeling gemaakt. Thans was het een motor rijder, die doordat hij een te scherpe bocht nam slipte en kwam te vallen. Met eenige handwon- den en een ingedrukte treeplank kon hij zijn weg vervolgen. De woningbouwvereeniging „Duinwyck" al hier is thans begonnen met het bouwen van 7 woningen aan den H. Duin en Daalscheweg achter de boerderij van Uitendaal. Men deelt ons het volgende mede: Vader en Moeder gaan dit. Eenige kleuters, die niet mee kunnen, moeten thuis blijven. Zij worden in bed gestopt, het electrisch licht wordt aangelaten en Vader en Moeder ver dwijnen. Een paar uur later worden de kin dertjes wakker en roepen om moeder. Moeder is er niet en Vader is er niet. Na een onder zoekingstocht door het huis gedaan te hebben, komen de kinderen tot de ontdekking dat zij alleen thuis zijn. Angstig geworden beginnen zij te schreien. Voorbijgangers blijven staan luisteren naar het geschrei dat steeds erger wordt. Er komt een kleine oploop, waarbij zich eenige moeders bevinden, die zich ongerust maken over het kinderverdriet. Daar treedt iemand naar voren rammelt aan de voordeur en komt tot de ontdekking dat deze niet ge sloten is. Hij begeeft zich naar boven en brengt de kinderen tot bedaren, die gelukkig weer in slapen. A.s. Zondag, 's middags 5 uur, speelt Bloe mendaal 1 te Wormerveer, waar zij door de plaatselijke 2de klasser (W.F.C.) uitgenoodigd is, officieel het Wormerveersche Stadion voor het seizoen 1922/23 te openen met een wed strijd tegen genoemde vereeniging. Dit is een bewijs, dat „Bloemendaal" nog steeds haar goeden naam weet te handhaven, vooral ook bij vereenigingen, waarmede zij nog in relatie staat, ten Noorden van het IJ. Bij goed weder vertrekken we per fiets 's middags half drie van Hotel „Vreeburg", sup porters als steeds welkom! GROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM TELEFOON 671 Een spannend Mexikaansch cow boy verhaal in 5 acten. Comedie in 2 acten. In de hoofdrol de jongste filmster der wereld PEGGY DEAN. Dolle klucht met CHARLIE CHAPLIN. Een schets uit het gevaarvolle visschersleven in 6 acten. Ons volk dat altijd een „garde" van dap pere zeelui en visschers heelt voortgebracht, zal zich van zelf sprekend interresseeren voor het riskante leven van de Amerikaan- sche visschers. Iedere meter dezer film boeit. Vanaf Vrijdag a.s. vertoonen wij het mooiste filmwerk dat ooit in Nederland was: De verhalen uit 1001 nacht. plaats. Dit moet anders worden. Het is te ho pen, dat hieraan spoedig een einde wordt ge maakt, zoodat de motorrijders en automobi listen geen last meer zullen ondervinden van de eigenwijze peddelaars die het nu eenmaal vertikken om het pad, dat extra voor hen ge maakt en verbeterd is, in gebruik te nemen. OVERVEEN. De werkzaamheden op den Nieuwe Zeeweg, uitgezonderd de Spoorlaan, zijn geëindigd. De weg is weder opnieuw behard en geteerd ter wijl de fietspaden verbreed zijn. Deze zijn in één woord keurig. De fietsrijders evenwel ma ken er geen gebruik van en blijven op den weg rijden. Wat kan nu gedaan worden om de fietsrijders te noodzaken het rijwielpad te gebruiken. Zoo als het thans gaat, is het niet goed. Herhaaldelijk hebben er aanrijdingen Zondag j.l. was het weer eens een dag, dat een ieder kon uitgaan. Een blauwe lucht, war me zonneschijn, maar een krachtige Oostelijke wind, die wel wat hinderlijk was. Het uitgaand publiek evenwel had hiervan geen last ep hon derden togen weer met vraclitauto's of andere vervoermiddelen over den Nieuwe Zeeweg naar het Bloemendaalsche strand of naar Zand- voort. De eerste Zondag was het na zeven Zondagen van slecht weer, dat het gezellig en druk op den Nieuwe Zeeweg was. on- noodig te zeggen ,dat het Paviljoen Duinlust en het Paviljoen De Nieuwe Zeeweg het goed hadden; terwijl bij de fietsenstalling van den heer Van Maren een groote drukte was en men er elkaar bijna verdrong. Ook de con sumptietent op het strand was goed bezet en de badtenten waren onophoudelijk door baders in gebruik. 5 Menschen zijn bijna in zee verdronken. 2 hiervan zijn in Zandvoort door den stroom meegevoerd en verdronken. Deze personen hadden geen badkoetsje genomen, zoodat op hen, niet werd gelet. De drie andere drenke lingen, die ook zonder toezicht het water waren ingegaan en nabij het Bloemendaalsche strand bijna den dood hadden gevonden, werden nog bijtijds gered, door den badknecht van den heer Dijkhuis (eigenaar van de badtentjes op het Bloemendaalsche strand) die, zoorda hij het ongeval zag, met de grootste krachtsin spanning naar de plaats des onheils roeide en met groote moeite twee drenkelingen redde terwijl de derde een reddingsgordel om het middel kreeg en al drijvende naar den kant werd gebracht. Een woord van warme hulde aan dezen man, die drie menschen van een wis sen dood wist te redden. Er werd naar aanleiding van het gebeurde onder de duizenden strandbezoekers van een ongeluksdag gesproken. Dit is natuurlijk gek heid. Deze ongelukken zijn gebeurd doordat er een sterke strooming was die van de kust afvoerde. Ieder die zich te ver in zee waagt en in dezen stroom terecht komt, wordt mee gesleept en daarna naar de diepte gezogen. Deze stroomingen ontstaan alleen met Ooste lijke wind.Het is noodzakelijk om bij Oostelijke wind op het strand waarschuwingsborden te plaatsen, zoodat ieder het gevaar vroegtijdig onder de oogen kan zien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1922 | | pagina 1