Firma J. Koning Zandvoort Ert ZanflToortsclie VracM-AÊOËemii TWEEDE BLAD F. VAN DIGGELEN ZOON J. J. HEERENS DE WOLBAAL" Auto's en Rijtuigen G. W. VLEESHOUWERS J. F. Kroone, Bloemist, Overveen REÜZENAFSLAG Snelschoenmakerij. N.V. Hoenderdos' „Bloemendaalscli Weekblad" Zaterdag 19 Augustus 1922 Snoepstukjes. HOTEL „DUIN EN DAAL" Dames- en Heerenkleermaker Coupe gegarandeerd - Collectie Engelsche Stoffen J. J. VAN AS - HAARLEM Aanleg en Onderhoud van Modern Tuinwerk. HaiHHHHaiBHHaHHHl Eiken Meubelen Br andstoffenhandel 'V No. 33. ONDER DE KOPPENSNELLERS Ditmaal ontkenen wij ons brokstuk nieuwe lectuur aan een p^s uitgekomen deeltje uit de alleraardigste reeks, door J. M. Meulenhoff te Amsterdam onder den verzameltitel „Ons Mooi Iodic" uitgegeven. De lieer J. Jongejans, controleur der Buitenbezittingen, heeft zijn ervaringen Uit Dajakland te boek gesteld, en deze Kijkjes in het Leven van den Koppensneller en zijne Omgeving zijn met tachtig welge slaagde foto's, door den schrijver zelf genomen, en een kaartje verlucht. De volgende aanhaling betreft een kenschet sing van den Dajak. Een van de goede eigenschappen van den dajak is zijn liefde voor zijne kinderen en in verband daarmede voor zijne vrouw. Baart zij geen kinderen, dan is dit voor een dajak een reden voor echtscheiding; overigens komt dit weinig onder hen voor. Met is aardig re zien, hoe een dajaksche vader uren en uren achtereen in de voorgalerij met zijn .jongstge- borene op den rug in het kinderdraagmandje op en neer kan wandelen, hem troostend nu eens met het gerinkel van mooi geslepen schelpjes, dan weer door hem langzaam heen en weer te schommelen, terwijl hij het poezele handje, dat over zijn schouder heen naar vo ren steekt, knusjes in de zijne houdt; en aan doenlijk is de trots van den vader ,die den vreemdeling een schare flinke zonen kan toonen. Moe grooter het aantal kinderen, hoe grooter de genegenheid voor zijn vrouw, wier trots op haar spruiten niet minder is dan die van haar echtgenoot. Bovendien geniet de vrouw in de dajaksche maatschappij eene be voorrechte positie, al moet zij volgens onze begrippen hard werken en dikwijls vrouwen onwaardigen arbeid verrichten; zij wordt niet als bij andere inlandsche volkeren op den ach tergrond gezet. Bij belangrijke besprekingen is zij tegenwoordig, spreekt zij mee, terwijl haar woorden soms niet weinig gewicht in de schaal leggen. Voor een moderne vrouwenbeweging om van te watertanden. Naast liefde voor zijn kinderen heeft de da jak als tweede goede eigenschap een gezond, logisch en vlug verstand, gepaard aan een goed humeur. Hij is bevattelijk en neemt spoedig zaken over, van welke hij meent, dat ze hem van eenig nut zullen zijn. Logisch is hij in zijn vragen: honderden malen vroeg men mij, waar om ik hun gesnelde koppen afnam, terwijl ik ze zelf bewaarde, hen strafte voor enkele snel- partijen, terwijl in Europa gedurende de groo- ten oorlog dagelijks honderden en duizenden Vielen. Waarom de vorsten daaraan geen einde maakten, was hun onbegrijpelijk. Moeilijk te beantwoorden vragen! En wanneer ik hun dan mededeelde, dat onze Vorstin, onze Radja Doh, daaraan niet meedeed, waren ze wel dank baar, maar niet voldaan. Zonderen we het overmatig drankgebruik uit, dan is de dajak in zijn voeding overigens matig; matigheid is hem aangeboren, hetgeen niet wegneemt, dat hij, met de Kompenie reizend, veel behoeften heeft, waaraan hij anders niet zou denken. Naast rijst hetgeen hij in flinke hoeveelheden gebruikt eet hij nog knollen (oebi), maïs (djagoeng) of teboe (suikerriet) en bij misoogst of in tijden van nood sagoe, maar overigens heeft hij geene behoeften. Al leen is hij de vrouwen eveneens verzot op rooken en sirihkauwen. Aan beleefdheid paart de dajak een gepaste vrijmoedigheid. Met is voor europeanen, die steeds met kustbewoners omgingen, dikwijls eigenaardig te zien, hoe vrijmoedig de dajak is en dikwijls worat dit als onbeleefdheid uit gelegd, hetgeen het inderdaad niet is; trou wens hij ziet te veel tegen den europeaan op oin hem willens en wetens onbeleefd te be handelen. Maar ook onder elkaar nemen ze de beleefdheid streng in acht, hetgeen vooral uitkomt in het gedrag van jongeren tegenover ouderen. Moogere leeftijd staat voor den da jak gelijk met meerdere ervaring, meerdere levenswijsheid en de stem der ouderen is altijd beslissend voor een bepaalde zaak. Als bij mijn komst in een kampong de men schen zich verzamelen om het haardvuur in de voorgalerij van het hoofd, dan zijn het naast dezen de ouderen, die dicht bij het vuur zitten; de jongeren blijven op eerbiedigen afstand, wee dengene, die onrechtmatig daarop inbreuk zou inaken. Bij de opvoeding der kinderen wordt op een en ander streng gelet. Zoo eischt de beleefdheid, dat men vreemdelingen gastvrij ontvangt; de meest primitieve dajakstammen houden zich daaraan en de huisvrouw en de dochters des huizes, die blijken niet voldoende bekwaam daarin te zijn, staan aan algeineene minachting bloot, zelfs zou een man zich om die reden van zijn vrouw kunnen laten schei den. Zoo zijn er enkele families onder de Bauhau's, die geen hertevleesch mogen eten; het zou onbeleefd zijn zoo men dit wist dezen menschen dergelijk vleesch aan te bieden. Zoo mag men ook niet over een liggend of sla pend mensch heenstappen, enz. Bij feesten zullen de ceremoniemeesters be dienen volgens stand en leeftijd. De dajak is gastvrij, wee dengene, die daar tegen zou zondigen; een berisping der ouden zou zeker z'n deel zijn, zooals in vergaderingen steeds placht te geschieden, wanneer ik hun bij wijze van leering de bevelen van het gou vernement overbracht en de ouden van die gelegenheid gebruik maakten den jongeren nog eens een lesje te geven: Wij dajaks, gingen vroeger steeds op sneltocht, wij vier den feest en verlangden naar het vermeerde ren der doodskoppen, die de galerijen onzer huizen sieren; bij ons werden snellers door de jonge meisjes gefêteerd, bezongen en be wierookt, doch nadat de wit-menschen tot ons kwamen en ons het snellen verboden, hebben wij ons onderworpen aan hun bevel. En toch, wij waren begeerig naar eer en roem. Waarom gehoorzamen jullie dan niet aan het bevel van den wit-mensch? Zijn jullie dan zooveel mach tiger dan wij? Wat hebben jullie toch voor adat? Wij gaan niet naar de ladangs als de controleur komt, doch wachten thuis op zijn komst en houden kippen, varkens en rijst ge reed. Doch hoe ontvangen jullie den grooten heer en de gasten? Ik zie daarbuiten de var kens, doch heb nog geen doodsgil der dieren gehoord. Is dit jullie gewoonte om den groo ten Heer te ontvangen?" De dajak is niet fanatiek, wel vasthoudend aan oude gebruiken, al dreigt dit door meer dere aanraking met europeanen minder sterk zich te uiten. Onder elkaar wordt een en ander wel in acht genomen, vooral onder de -ouderen, die geen inbreuk daarop zouden dulden. Een wereldburger is hij niet; hij is gehecht aan huis en haard en gaat wel eens op een handels reis, maar heel lang duren deze tochten niet; evenals bij de Romeinen iedere vreemdeling hostis of vijand was, zoo zijn bij de dajaks naburige stammen meestal zijn vijanden, voor al in vroeger tijd, maar al is dit ook de laatste jaren veel verminderd, veeten en kwesties blij ven er altijd in grooten getale bestaan, waarvan de oplossing voor den bestuursambtenaar niet altijd even gemakkelijk is en dikwijls een lang durig onderzoek vereischt. Vooral rechten op gronden spelen evenals overal elders in den archipel hierbij een groote rol. Op reis met een europeaan is de dajak vol toewijding en voelt hij zich gedurende dien tijd bepaald verantwoordelijk voor het wel en wee van zijn medereizigers. De goederen wor den bewaard als waren zij zijn eigendom en ongevraagd zorgt hij voor een behoorlijke rust plaats en onderdak. In de rimboe leert men deze eigenschappen waardeeren. Bovendien is hij door zijn vroolijkheid en levendigheid en altijd bezig zijn een aangenaam gezelschap in tegen stelling met maleiers, die veel onderdaniger en welwillender zich voordoen, maar inder daad veel minder te vertrouwen zijn. De dajak is niet diefachtig. Gedurende mijn reizen is mij nimmer iets ontstolen; zelfs zijn mij wel voorwerpen uit de diepe binnenlanden teruggebracht, welke men meende, dat ik ver loren of bij vergissing achtergelaten had, even als men vertelt, dat in Montenegro alle voor werpen aan koning Nikita werden terugge bracht, hoever in de onherbergzame streken deze ook verloren gingen. Diefstalzaken van dajaks onderling werden nooit aangebracht; wel werden dajaks dupe van de roofzucht van maleiers. De eenlge re den waarvoor dan ook de dajak gestraft werd, vond zijn grond in snelzaken. Over de dankbaarheid van den inlander in het algemeen is reeds veel geschreven en ge sproken; sommigen beweren, dat deze wel bestaat, anderen ontkennen absoluut het be staan ervan. Of de dajak deze eigenschap be zit, zou ik niet met een volmondig ja kunnen oeantwoorden, maar ook niet willen ontken nen. Met hestaan van dankbaarheid is dikwijls zoo moeilijk aan te toonen, vooral bij belang rijke aangelegenheden. In kleine zaken echter heb ik dikwijls bejegeningen ondervonden, die aantoonden, dat de dajak wel degelijk deze goede eigenschap bezit. Door het bovenopgesomde zou men den in druk krijgen, dat den dajak louter meer of min der goede eigenschappen werden toegeschre ven. Thans zijn de minder goede aan de beurt. Mij is bedelzuchtig in hooge mate. Bij bezoek aan kampongs ligt den vrouwen en kinderen het makè-makè vragen om allerlei voor werpen) in den mond bestorven, terwijl zij er liefst zoo weinig mogelijk of in het geheel niets voor terug willen geven. Stelt men voor een of ander te ruilen, dan wordt eerst nauw keurig onderzocht of het voordeel aan hun zijde is, zoo niet, dan wordt de ruil geweigerd. Sommigen beweren, dat dit in verband zou staan met hun chineesche afkomst. Trouwens bij de Papoea's in Centraal Nieuw - Guinee trof ik later hetzelfde verschijnsel aan, in nog erger mate misschien. Ook dezen wei- ZONDAGNAMIODAG AVOND- EN DINER-CONCERT Permamente Tentoonstelling van Schilderijen gerden beslist door het ophalen van een schou der of door het maken van een pruttelend ge luid met den mond, een ruil, welken zij niet in hun voordeel vonden. Vooral de dames in een dajakkampong zijn er altijd op uit om naalden, kralen, spiegeltjes en dergelijke voorwerpen te vragen, maar heeft inen er eene iets gegeven, dan staan er binnen korten tijd velen even begeerig klaar; op den duur is dit hinderlijk en er werd dan ook een einde aan gemaakt, door aan het hoofd en zijn gezin eenige voorwerpen aan te bieden voor de genoten gastvrijheid. Trouwens bij eene weigering op hun verzoeken voelen zij zich in het geheel niet ontsticht. In tegenstelling met de dapperheid van den dajak, die ons uit onze jeugdjaren is bijge bleven, is hij zeer laf, dikwijls wreed en on- verdraagzam. Nooit zal hij zijn vijand, we wezen daarop reeds wiens schedel hij be geert, in een openlijken strijd te lijf gaan. Van uit een hinderlaag wordt deze bepijld en het weerlooze slachtoffer geveld. Voor sterkere stammen legt hij dadelijk het hoofd in den schoot en een eenigszins bruusk optredend hoofd kan zeker van invloed zijn. Wel zal hij tegen flinke persoonlijkheden lijdelijk verzet toonen, de kampong verlaten en een scheuring trachten te veroorzaken het ontstaan van zoovele dajaksche gehuchten en gehuchtjes vindt daarin zijn oorsprong, maar daarbij bepaalt zich dan ook zijn optreden. Evenals bij de Papoea's kan éen vreesachtige een ge- heelen troep op de vlucht jagen of angstig ma ken. Toen mijn reisjongen we waren nabij de Serawaksche grens gekampeerd voor de grap uitriep „daar komen de Hebans," wetend hoe bang ze voor dezen stam zijn, zaten allen in zak en asch en wilden, hoewel gewapend, vluchten, hetgeen ik echter spoedig voorkwam, door hun te vertellen, hoe ze zich hadden laten beetnemen. Een slechte eigenschap nog, welke den hoof den meer in het bijzonder aankleeft, is onrecht vaardigheid tegenover hun kamponggenooten. Een vriend of familielid zal worden geholpen, ook al misdoet hij nog zoo ernstig, terwijl een ander geen goed kan doen. Dit is trouwens eene eigenschap van inlandsche hoofden in het ali^meen. Vermelden we nog, dat de dajak verzot is op spel en hanengevechten met de slechte ge volgen daaraan verbonden, dat hij is leugen achtig en egoïst, dan is hiermede de rij zijner slechte eigenschappen afgesloten. Toch is de dajak in weerwil van de erken ning zijner fouten mij zeer sympathiek en wat mij persoonlijk aangaat zal ik hem steeds in dankbare herinnering houden voor het vele goede, wat ik van zijne zijde ondervond. Dat de dajak dan ook zooals sommige ambte naren zouden willen hoe eerder hoe liever van het aardrijk dient te verdwijnen, is eene bewering, die ik niet gaarne zou onderschrijven. En ten slotte: vertoonen ook wij im groszen u'nd ganzen niet dezelfde eigenschappen, al zijn ze met een vernisje overgoten? Zijn ook in den grond der zaak de dajaks al zijn ze in veel primitiever omstandigheden grootgebracht dan wij niet menschen zooals wij zeiven?" SPOORSTRAAT 13 ZANDVOORT (Werkplaats: Van Ostadestraat 30.) Jansweg 14 Haarlem,2 min. van het station en tram) Amsterdam, Kinkerstraat 144. Telefoon Z. 6904 Groote sorteering Kousen en Sokken, DAMES HANDWERKEN - BÉBÉ-ARTIKELEN TELEFOON 2010 Internationaal meubeltransport onder volle garantie. Transporten van brandkasten en machines. Inklaring van buitenlandsche zendingen. Verhuizingen Transporten DOMP.VLOEDSLAAN 49 TELEFOON 3823 Levering van alle benoodigde materialen tegen uiterst concurreerende prijzen. Nette afwerking. Adviezen zonder verplichting. Loopt U met pijn? Heeft U gebreken aan uw voet? Zakt uw voet door of heeft U platvoeten? Laat dan uw schoenen of laarzen maken bij: (FIRMA C. J. VAN DUIVENBODE) HAARLEM, TEL. 2815, KLEINE HOUTWEG15a LUXE ORTHOPAEDISCHE LAARZENMAKER Speciaal adres voor voetbekleeding in luxe en orthopaedlscbe uitvoering Lederkeus uit 30 kleurenBoxcalf, Chroom,Glacé enz. REPARATIE-INRICHTING le KLAS Door het vakkundig bewerken van Uw laarzen heeft U bij een wandeling geen hinder meer van uw gevoelige voeten. Ie en 2e prijs behaalt op de Vak-tentoon stelling van Schoen- en Lederindustrie te 's-Gravenhage. Massief eiken buffetten met geslepen glas en ronde deur tjes f77,50, Groote eiken linnen kasten met geslepen glas f 70, Eiken spiegels, zeer groot f 19, Schilderijen f 10.50 p. p., huisk. am. f 40, salonkam. am. f 50, Salontafels f20, Achtkante, ova le en schuiftafels, huiskamer stoelen f 31 dt 6 st. enz. Alles in eigen werkplaats gemaakt. A. ZEGWAART. Mr. Meubelmaker, Klaverstr. 8. Heeren zolen en hakken f2.— Dames zolen en hakken f 1.50 Kinderzolen en hakken v.a. f 1. Prima grondstof en hout gepend. Wordt gehaald en bezorgd door geheele stad. Briefkaarten worden vergoed. DRAPPENIERSTRAAT hoek 13. Aanbevelend, i. NIEUWPOORT. Leidschepl. 15-19 HAARLEM Telefoon 773. worden netjes en degelijk geschilderd bij N. H. BOSSCHIETER, Korte Heerenstraat 18, Haarlem Telefoon 2376 NIEUWSTE KLEUREN VERLAAGDE PRIJZEN BEDDEN- EN MATRASSENMAKER STOFFEERDERIJ EN BEHANGERIJ GEN. CRONJÉSTRAAT No. 120 - SCHOTEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1922 | | pagina 5