VEREENIGDE DRUKKERIJEN EIKELENBOOM TIMMER Wacht met het bestellen van Uw drukwerk niet tot de voorraad is uitgeput vatten, zou voldaan zijn aan den eisch, gesteld in het 5de lid van Art. 21 der Wet, hetwelk geen onderscheid maakt tusschen een leerplan voor jongens en meisjes, en alleen bepaalt dat het leerplan voor een cursus voor vervolgonderwijs ten minste vier der vakken, vermeld in Art. 2, moet omvatten, waarvan ten minste twee behoo- rende tot die, genoemd in het eerste lid van dat artikel (waaronder ook vak k is genoemd). Aan dezen eisch is reeds voldaan. De Raad gaat accoord met het voorstel van B. en W. VI. AANKOOP SLOOT ACHTER HET WONINGCOMPLEX VAN DE VER. „ST. BENED1CTUS". De Voorzitter zegt, dat er herhaaldelijk klachten van de Gezond heidscommissie komen omtrent kwalijk riekende slooten. In de onmiddellijke nabijheid van het woningcomplex der Vereeniging „St. Benedictus" is ook zoo'n sloot, waarover steeds geklaagd wordt. Voormelde Vereeniging heeft nu aan het Gemeentebestuur verzocht die sloot met een strook grond aan te koopen, ten einde de sloot te kunnen dempen. B. en W. stellen nu voor, daartoe over te gaan, mits de Vereeniging zich verplicht de zorg en de kosten van demping der sloot op zich te nemen en den grond dan in erf pacht neemt voor een jaarlijksche canon ad 98. De Heer NOORMAN vreest, dat de demping van de sloot ten gevolge heeft, dat het water niet voldoende kan afgevoerd worden. De VOORZITTER gelooft niet dat die vrees gegrond is. De Raad neemt daarna het besluit tot aankoop van gemelde sloot voor de som van f 1500. VIL WIJZIGING VERORDENING TOT VERDEELING DER GEMEENTE IN STEMDISTRICTEN. B. en W. deelen mede, dat bij de laatstgehouden stemming voor de verkiezing van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal is gebleken, dat voor de wijken Bloemendaal en Overveen een vermeerdering van het aantal stemdistricten een dringende eisch is. In verband hiermede wordt voorgesteld de gemeente in acht stemdistricten te verdeelen, waarmede de raad accoord gaat. De Voorzitter merkt op, dat nu voor de wijken Bloemendaal en Overveen inplaats van twee, vijf stemdistricten zijn ingesteld, waar van het grootste volgens de van kracht zijnde kiezerslijst ongeveer 775 en het kleinste ongeveer 640 kiezers telt. In de stemdistricten Santpoort, Aerdenhout en Vogelenzang is hierbij geen wijziging gebracht, behoudens, dat van het eerstgenoemde de noordzijde van den N. Stationsweg is getrokken bij het stemdistrict voor het park Hartenlust c.a., waarbij het uiteraard meer behoort. De Heer VAN KESSEL zegt, dat het voor ouden van dagen een groot bezwaar oplevert om in het Gemeentehuis in de raadszaal te stemmen, omdat het trappen ioopen die menschen zoo moeilijk valt. Is het niet mogelijk als stemlokaal aan te wijzen het gym nastieklokaal van de St. Aloysiusschool. De VUÜRZ1TTER zegt, dat men nog den tijd heeft om eens uit te kijken. De gymnastiekzaal van de St. Aloysiusschool hebben B. en W. al als stemlokaal gedacht voor stemdistrict VI, doch misschien is het wel mogelijk de secretarie als stemlokaal in te richten. VUL WIJZIGING VERORDENING OP HET NOORDZEE STRAND. Daar blijkens bekomen inlichtingen, door den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de Kantongerechten te Haarlem eventueele overtredingen van het bepaalde bij Art. 2 der Verorde ning op het Noordzeestrand niet worden vervolgd, op grond van het niet bevoegd zijn van de Gemeentebesturen tot vaststelling van strafverordeningen, die zich zouden uitstrekken tot het gebied dat onmiddellijk aan de zee grenst, wordt voorgesteld genoemde Ver ordening te wijzigen. Musdien worüt de verordening in dien geest gewijzigd vastgesteld. IX. VERLEENEN VAN MACHTIGING TOT AANKOOP SCHOOLGEBOUW VAN DE BLOEiviENDAALSCHE SCHOOL- VEREEMG1NG. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. zich wenschen te houden aan de taxatie van de drie deskundigen en daarom voorstellen het besluit te nemen tol aankoop van dit schoolgebouw voor f 75.000.—. De Heer LAAN heeft den indruk gekregen dat de Gemeente de school voor die som niet in eigendom krijgt en daarom heeft hij zich afgevraagd of die taxatie eigenlijk wel juist is. Men heeft in het taxatie-rapport kunnen lezen, dat die heeren deskundigen van een verkeerd standpunt zijn uitgegaan door te taxeeren naar de waarde van 1914. Bovendien heeft het Schoolbestuur niet gezegd dat het zich bij de taxatie zou neerleggen; het zou slechts een grondslag zijn voor verdere onderhandelingen. Spreker is het er volkomen mede eens, dat men geen 90.000.bieden moet als de school voor 75.000.te krijgen is, maar als te voorzien is, dat de onderhandelingen door vast te houden aan die raming van 75.000.zullen afspringen, dan moet men de zaak toch ook eens van een anderen kant bekijken. Dat de Gemeente gemakkelijk een naar de eischen des tijds ingerichte school met grond en alles wat er bij behoort kan bouwen voor 75.000.daar gelooft spreker niet aan, vooral als men ziet, dat de St. Aloysiusschool b.v. al 117.000.heeft gekost. De school van de Bloemend. School- vereeniging is een monumentaal gebouw met 17 lokalen en een woning voor den concierge. Alleen in het slöjdlokaal bevindt zich voor minstens 1000.materiaal en gereedschappen. De inrich ting van een school zal ook wel 6000.a 7000.kosten, als men zelf gaat bouwen. Op grond van een en ander, en omdat hij gehoord heeft dat er ook andere gegadigden zijn, durft spreker gerust te adviseeren om de school voor 90.000.aan te koopen, hoe gaarne hij ook zou zien dat de Gemeente 15.000.— zou uitsparen. De VOORZITTER zegt, dat als de Gemeente zelf gaat bouwen men ook een geheel nieuwe school in eigendom krijgt. Het ver bouwen der school der Bloemendaalsche Schoolvereeniging zal ook nog wel 4000.kosten. De Heer NOORMAN zou beslist voor aankoop van de school zijn als de Gemeente een even groot schoolgebouw zou moeten stichten, doch dat is niet het geval, men heeft hier een school noodig voor 120 leerlingen. Een school met 4 lokalen, welke zeer zeker te bouwen is voor 75.000.zou voldoende zijn. Daarom acht spreker zich niet gerechtigd om zijn stem te geven aan een voorstel tot aankoop van de school der Bloemend. School vereeniging voor meer dan 75.000. De Heer VAN KESSEL is het ook niet met den Heer Laan eens. De St. Aloysiusschool heeft weliswaar 115.000.— gekost, doch tegenwoordig zijn de bouwkosten veel minder. Spreker voelt ook niets voor de plaats waar de school der Bloemend. Schoolvereeni ging staat. Als men nog een nieuwe school gaat bouwen zal men die nooit stichten in de omgeving van dat schoolgebouw, dan zal men zeker een plaats meer in het centrum der Gemeente zoeken. De Heer VAN KESSEL zou er niet tegen opzien, als de Ge meente kwam te staan voor hpt feit, dat zij een nieuwe school moet bouwen. De leermiddelen van de school der Bloemend. Schoolvereeniging zijn al jaren en jaren gebruikt, zoodat de Ge meente ook hiervoor al spoedig geiden zou moeten uitgeven bij overname der school. De Heer DE Rüü VAN ALDERWERELT wil er nog eens den nadruk op leggen, dat men de taxatie der deskundigen wenschte te beschouwen ais een grondslag voor verdere besprekingen. Na tuurlijk heett men niet anders gedacht, dan dat men zou taxeeren naar de waarde van het oogenblik, en nu men van een heel ander uitgangspunt de zaak bekeken heeft, maakt spreker zich sterk, dat de Gemeente de school niet krijgt voor het geraamde bedrag ad j V5.0U0.—Hij heeft trouwens al betoogd, dat die taxatie te laag geweest is en nu moge net waar zijn, dat de bouwkosten al vrij wat lager zijn, voor 75.ÜUU.— krijgt men niet een mooi schoolgebouw met alles wat daarbij behoort. Daarom zou spreker gaarne het voorstel van den Heer Laan willen steunen. De Heer LAAN merkt op, dat in de vorige vergadering gezegd is, dat een school ongeveer 90U0.per lokaal kost. Dan kan men toch wel nagaan, dat men geen nieuw schoolgebouw sticht en inricht voor 75.000.Als men rekent op 6 lokalen, dan komt men al op 54.000.Daar komt bij minstens 3000 M-. grond, schoolmeubelen, leermiddelen, enz. Het zal toch iedereen duidelijk zijn, dat men voor 75.000.nooit klaar komt. De Heer SCHULZ zou er zich ten sterkste tegen willen verzetten om te gaan boven de taxatie van de deskundigen. Hij zou zich anders voorbehouden om aan üed. Staten vernietiging van het Raadsbesluit te vragen. De Heer LAAN zegt, dat de Heer Schulz gerust een beroep op Ged. Staten kan doen, al moet de minderheid de besluiten van de meerderheid van den Raad eerbiedigen. Tegelijk zou dan blijken, dat de arbiters hun taak verkeerd hebben opgevat door de school te taxeeren naar de waarde van 1914, inplaats van de waarde van het oogenblik. De Heer BÜRNWATER vraagt, of B. en W. al eens geïnfor meerd hebben wat een nieuwe school kosten zal. De VOORZITTER zegt, dat men beginnen moet met het maken van teekeningeij. Als men de school overneemt voor 90.000. dan kan men gerust rekenen, dat de school aan de Gemeente 100.000.kost, nadat al het noodzakelijke is gebeurd, en voor dat bedrag kan men gemakkelijk een nieuwe school bouwen. Het voorstel van B. en W. wordt daarna met 8 tegen 2 stemmen (die van de Heeren Laan en De Roo van Alderwerelt) goedge keurd, zoodat voormeld Raadsbesluit ongewijzigd wordt vast gesteld. X. AANVULLING VERORDENING OP DE HEFFING VAN BEGRAFENISRECHTEN. De wenschelijkheid is gebleken om in de verordening op de heffing van begrafenisrechten afzonderlijke tarieven in het leven te roepen voor den verkoop van- en het begraven in z.g. gemet selde grafruimten, die niet zijn te rangschikken onder de graf kelders en evenmin onder de gewone „eigen graven". Daarom wordt ter vaststelling door B. en W. aangeboden een ontwerp-verordening tot aanvulling der Verordening op de heffing van begrafenisrechten. De raad gaat met dit ontwerp accoord. Bij de RONDVRAAG vraagt de Heer DE ROO VAN ALDER WERELT hoe het staat met de demping van den poel bij de wasscherij van Van Dieren Bijvoet. De VOORZITTER zegt, dat er druk aan gewerkt wordt. Voorts zegt de Heer DE ROO VAN ALDERWERELT, dat het publiek gekant is tegen de op- en afloopende voetpaden van den Zeeweg. Het wandelend publiek begeeft zich steeds op het ge- effende rijwielpad. Spreker zou daarom willen vragen of B. en W. eens onder de oogen willen zien of het ook mogelijk is om die bulten geleidelijk te verwijderen door de menschen gratis het zand weg te laten halen. Op die manier zou het de Gemeente geen cent kosten. De VOORZITTER zegt, dat het een heel aardig idee is, maar hij gelooft, dat men op die manier aan geen eind komt. Het duurt zeker jaren voor men door den eersten hoogen berg heen is. Aan de Spoorlaan is men op het oogenblik bezig, al maanden lang zonder ophouden, en men kan nauwelijks zien dat het opschiet. Men kan het evenwel in gedachten houden. De Heer VAN KESSEL wil even een klacht overbrengen van verschillende bewoners van Aerdenhout over het teren der wegen. De menschen zijn zeer verontwaardigd over de manier waarop men daar met het teren van de wegen te werk gaat. De wegen worden dik in de teer gezet, zóó zelfs, dat de menschen de teer aan hunne schoenen krijgen, zoodat overal waar zij gaan vuile plekken achterblijven, ook in huis. Het wordt vaak veroorzaakt doordat men de opgespoten teer niet dadelijk afdekt met lekzand. Zoo heeft men b.v. van Vrijdag tot Maandag jl. de teer laten vloeien zonder die met zand af te dekken, een zoodanige massa, dat men met de teer waarmede de Nic. Beetslaan en de Aerden- houtslaan zijn besproeid, gemakkelijk geheel Aerdenhout had kunnen bewerken. De grasbermen worden ook onder de teer gezet, zoodat de kleeren van menschen, die niet voorzichtig zijn, het ook moeten ontgelden. De VOORZITTER vindt, dat men in Aerdenhout zeer ondank baar is. In Duin en Daal is ook alles in de teer gezet en vele bewo ners hebben hunne tevredenheid betuigd. Met regenachtig weer is het teren heel lastig, want als het pas geregend heeft, blijft de teer aan de wals kleven, terwijl de teer dan zoo dik blijft, dat men onwillekeurig de teer er wat dikker opspuit dan anders, als de teer goed vloeibaar is. Dat er ook wel eens wat op de grasbermen komt, is zeer begrijpelijk. Als het regent kan men de teer niet afdekken, laat men dat niet vergeten. De Heer VAN KESSEL merkt op, dat men Vrijdag jl. de teer wel had kunnen afdekken, want toen regende het niet. De VOORZITTER zegt, dat niet uit het oog verloren moet worden, dat men de menschen niet langer dan acht uren mag laten werken. Niets meer ter openbare zitting te behandelen zijnde, wordt overgegaan tot het vergaderen met gesloten deuren. het punt stond te verdrinken. Dadalijk sprong de groote hond toen weer in den stroom, zwom naar zijn vijand van zooeven toe, pakte het zinkende dier bij den halsband en bracht hem zoo veilig aan wal. Op een keer zat een heer in gezelschap van eenige andere heeren te dineeren in een hotel in een badplaats, toen plotseling zijn hond, een mooie poedel, binnen kwam rennen en luid blaffend bij zijn meester opsprong. Deze weer de het beest af, doch toen dit niet hielp, riep hij een bediende om den hond de zaal uit te brengen. Toen de man echter probeerde den hond te grijpen beet het dier naar hem en keerde toen weer naar zijn heer terug, die hij probeerde van de stoel af te trekken. Men trachtte den hond met een stuk vleesch mee te lokken, doch de hond keek er niet naar om, liep blaffend naar de deur en dan weer naar zijn meester. Deze begreep nu toch dat er iets bijzonders aan de hand moest zijn en dat het dier hem dit wilde bewijzen. Men stond dus van tafel op en dit was blijkbaar' ook de bedoe ling geweest van den poedel, want vroolijk springend rende hij nu vooruit door het gehee- le gezelschap gevolgd. Zoo kwam men aan een breede vaart, waar de hond pardoes insprong en dadelijk naar den oever zwom en daar ging hij als op wacht naast een klein meisje zitten, dat droevig schreiend in het gras zat. Eenige heeren gingen nu in bootje eveneens naar de overzijde en vonden nu naast het meisje een klein knaapje van ongeveer drie jaar, dat doodsbleek en bewusteloos naast haar lag: de poedel likte voortdurend het bleeke gezichtje van het jongetje. Het meisje vertelde onder snikken dat haar broertje even te voren in het water gevallen was, en dat de poedel, die juist langs den oever snuffelde, hem nage sprongen was en hem toen zeker „dood gebe ten" had! Men onderzocht het kind, dat gelukkig niet dood, doch bewusteloos was en langzamer hand door allerlei bewerkingen weer bijkwam. De poedel had het kind gered, eerst door het uit het water te halen, later echter door hulp te halen. Want was dit laatste niet gebeurd, dan was het knaapje stellig toch nog gestor ven. Een pachter in Engeland had eens een her dershond, die heel schrander was. In zekeren zomer gebeurde het, dat er onder de schapen een huidziekte begon te heerschen, waardoor verscheidene beesten aangetast werden. Deze moesten nu behandeld worden; de wol werd dan afgeschoren op de plek, die aangetast was en deze kale plek werd dan met zalf inge smeerd. Op zekeren morgen ging de meester met den hond naar een heuvel, waar de kudde weidde. Toen hij er aangekomen was, wees hij den hond een ziek schaap aan en blies toen op een fluitje, een sein, dat de hond wel kende, en beduidde dat hij heifi het schaap moest brengen. De hond dreef het schaap naar den heer toe, hield toen het zieke dier voorzichtig neer, zoodat het niet weg loopen kon en zag met verstandige oogen toe hoe de herder, die er bijgekomen was, de aangetaste plek kaal scheerde en met de genezende zalf inwreef. Dit gebeurde tot driemaal toe en steeds had de hond er alle aandacht bij. Toene meende hii wel op de hoogte te zijn!' Het zieke schaap was ternauwernood klaar, of, voordat zijn meester hem iets had bevolen, snelde de hond naar de kudde terug en zocht, zonder zich ook maar één keer te vergissen, een patiënt uit, die door hem vastgehouden werd, totdat de herder er bijgekomen was. Op deze wijze bespaarde hij zijn baas tijd en moeite en maakte hem het werk gemakkelijk! Tot slot wil ik nog vertellen dat er vroeger in Rome een blinde bedelaar rondliep, die zich door een hond, die met een touw aan zijn pols vastgebonden was, liet leiden. De hond wist precies aan welke huizen men zijn baas een aalmoes gaf, en als men soms van bovenaf uit een venster een geldstuk naar beneden wierp, zocht de hond het op en reikte het zijn baas aan. Meende het dier, dat er gevaar dreigde, dan trok hij aan het touw om den blinde te waarschuwen, of voerde hem naar een veilige plaats. Trouwer en voorzichtiger leidsman dan deze hond zou er voor den armen blinde bijna niet te vinden zijn geweest. (Westfr. Kerkbode). De Genestetweg 23 - Telef. 22003 - Bloemendaal VOLKSGEZONDHEID. Koffie als deslnfecteerend middel'. Er zijn vele proeven genomen met geroos terde koffie, die bewezen, dat het een uitste kend desinfecteerend middel is. In de kamer was vleesch, dat reeds in een vergaand stadium van ontbinding was en erg stonk. De geheele kamer was van den stank doortrokken. Toen men op een open koffierooster een half pond koffie ging roosteren, was oogenblik- kelijk de stank verdwenen. In een ander vertrek, dat gevuld was met gassen uit een beerput en zwavelwaterstof en ammoniak in groote hoeveelheden bevatte, wer den 3 onzen versche koffie geroosterd en in een halve minuut was de stank verdwenen. Dc beste manier om de koffie als desinfec tans te gebruiken, bestaat in het drogen van rauwe koffieboonen, die in een mortier fijn te malen en de poeder te roosteren op een tamelijk heeten ijzeren plaat, tot het een don ker bruine kleur heeft. Men strooit het in de kamer, die men wenscht te desinfecteeren, of legt het op een plaat in de kamer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1922 | | pagina 12