Dames= en Heeren Mode artikelen
Plaatselijk Nieuws.
VICTORIA WATER
Ie. in te trekken het bepaalde bij zijn be
sluit van 17 Augustus 1911 No. 175,
a. voor zoover dit de Oosterlaan betreft;
b. ten aanzien van het in 2e. sub d. be
paalde, voor wat betreft het perceel
bij het kadaster der gemeente Bloe-
mendaal bekend in Sectie B. No.3731;
2e. zijn besluit van 20 Mei 1920 No. 8 in zoo
verre te wijzigen, dat sub le, 2e en 3e.
respectievelijk worden gelezen
ade wegen gelegen in het villapark
„Oosterduin" en genaamd Catslaan,
Tollenslaan, Vondellaan, Westerlaan
en Stolberglaan, kadastraal bekend
gemeente Bloemendaal, Sectie B. Nos.
3174, 3176, 3742, 3739, 3736, 3175, een
en ander in den toestand, waarin deze
zich op 1 Juni 1922 bevinden;
b. de terreinen, kadastraal bekend ge
meente Bloemendaal, Sectie B. Nos.
3734, 3741, 3079 en 3080.
c. den weg langs „Oosterduin", genaamd
de Oosterlaan met den voor verbree
ding benoodigden grond;
3e. te bepalen, dat het hiervoren sub le. en
2e. bepaalde zal geschieden onder de vol
gende voorwaarden en bepalingen:
De door de Ned. Mij. van roerende en
onroerende zaken te Amsterdam gedane
storting van f 25.000.voor het in orde
maken der wegen, wordt instandgehouden.
De Gemeente verplicht zich de Ooster
laan van den Bovenweg af tot den Aer-
denhoutslaan voor hare rekening als volgt
In orde te maken1. De weg zal over de
geheele lengte een breedte erlangen van
10 Meter, waarvan 5 Meter voor rijver-
keer verhard zullen worden en aan weers
zijden een voetpad van 2'h M. breedte.
De bochten in de Oosterlaan, zooals deze
thans bestaan zullen worden verlegd door
de Gemeente in overleg met den heer
Draijer, als gevolmachtigde van voor
noemde maatschappij.
De uitvoering van dit werk, welke naar
gelang van omstandigheden in onderling
overleg met de Mij. gewijzigd kan wor
den, geschiedt aldus;
In den winter van 1922/23 worden de
hooge bermen afgegraven en waar ophoo
ging noodig is zal zulks geschieden.
(Hiertoe zullen op verschillende plaat
sen greppels moeten worden gegraven.
Aan de gemeente wordt het recht gege
ven de bermen van de Oosterlaan af te
graven, voor zoover die bermen aan de
Ned. Mij. van roerende en onroerende za
ken toebehooren. Wordt zoodoende niet
voldoende grond verkregen voor het in
orde maken van den weg langs Ooster
duin, dan zal de verder benoodigde
grond worden genomen van den berm
langs de Stolberglaan).
De gemeente zal zorgen voor een af
scheiding van de Oosterlaan aan de West
zijde en voor het, zoo noodig, verplaatsen
der hekken.
In den winter 1923/24 wordt de helft
van den rijweg in orde gemaakt om in
den daarop volgenden zomer met teerba-
salt te worden afgedekt.
In den winter van 1924/25 en den daar
op volgenden zomer geschiedt hetzelfde
met de andere helft.
In den winter van 1925/26 wordt de
helft van het voetpad in orde gemaakt.
In den winter van 1926/27 wordt het
werk voltooid.
De bestaande brug wordt vervangen
door een duiker van voldoende capaciteit
om de terreinen in Oosterduin een vol
doende afwatering te verzekeren.
De gemeente draagt zorg voor beplan
ting welke uiterlijk in het voorjaar van
1927 gereed moet zijn alsmede voor de
verlichting, rioleering en waterleiding van
de Oosterlaan, voor zoover de exploitatie
van het aanliggende bouwterrein zulks
vordert.
De genoemde Mij. doet afstand, zoowel
tegenover de gemeente als tegenover de
woningbouw vereeniging „Bloemendaal"
van al hare rechten en aanspraken we
gens de bebouwing van het terrein Sectie
B. No. 3734 met 10 woningen en keurt die
bebouwing goed. De overige terreinen,
genoemd in 2e. sub b. worden overgeno
men ingevolge de bepalingen van het
Raadsbesluit van 17 Augustus 1911, No.
175.
Aan de gemeentewordt overgedragen in
vollen en vrijen eigendom:
a. een rechthoekig stuk grond in totaal
5600 M2. gelegen voor een lengte van
80 Meter langs de westzijde der Von
dellaan, begrensd aan de noordzijde
door de loodlijn neergelaten op de
Vondellaan uft de zuidpunt van het
terrein van den heer A. de Clercq en
b. voor eventueele verbreeding van de
MAISON HETTY, Groote Houtstraat 126, Telef. 1760, HAARLEM
Van Haemstedelaan het perceel kad.
bekend als Sectie B. No. 3732 gelegen
ten westen en begrensd door de be
staande afscheiding van het kad. per
ceel Sectie B. No. 3731 een en ander
op de bij dit besluit behoorende tee-
kening in groene kleur nader aange
duid.
Zoolang het stuk grond bedoeld sub
a. bovengenoemd niet is bebouwd, zal
de Mij. het recht van jacht daarover
ter harer beschikking houden terwijl
daarop de volgende erfdienstbaarheid
wordt gevestigd:
„Op dit perceel mag niet worden
„uitgeoefend eenige nering of bedrijf,
„terwijl daarop niet aanwezig mag
„zijn: kloosters, geneeskundige in
lichtingen, hotels, koffie-, bier- of
„melkhuizen, café's chantants, speel
huizen of soortgelijke gebouwen
„waar in het algemeen gelagen wor-
„den gezet, noch stallen of remises,
„ook niet voor spoor- of tramwegen,
„arbeiderswoningen, winkels, pensions,
„fabrieken, trafieken, inrichtingen
„waarbij volgens de wet bijzondere
„vergunning van overheidswege moet
„verkregen worden, sanatoria of in
lichtingen voor zieken of herstellen
de patiënten; hebbende dit terrein
„met uitzondering wanneer het voor
„schoolbouw mocht worden benut de
„bestemming van villaterrein, welke
„het steeds zal moeten behouden".
De Mij. verkrijgt het recht om op het
terrein perceel Sectie B. No. 3731 te
bouwen met inachtneming der bepa
lingen van de bouwverordening.
De heer Noorman zou wel eens wil
len weten wat dit grapjede gemeente kost.
Vervolgens meent spreker er tegen te moeten
protesteeren dat ook daar weer de arbeiders
woningen worden geweerd
De heer Van Kessel sluit zich
hierbij aan, en voegt er aan toe dat hij die
wegbedekking met teerbasalt niet in het belang
der gemeente acht. Spreker heeft al zoo veel
van die teergeschiedenis gehoord en gezien,
dat hij het ten zeerste ontraadt om hiermee
door te gaan.
De heer de Waal Malefijt zegt
dat over die wegbedekking nog geen oordeel
kan warden geveld. De wegen zijn nog niet
gereed. Zoodra deze gereed zijn zal men wel^ s.
tevreden zijn.
De heer Hogenbirk zegt dat de
grondcommissie indertijd van den Raad op
dracht en volmacht heeft gekregen om in ver
band met de kwestie die gerezen was tusschen
de fam. v. d. Vliet eenerzijds en de bouwver-
eeniging en het gemeentebestuur anderzijds tot
dit voorstel is gekomen. Spreker meent dat dit
de gelukkigste vorm is.
De heer Laan zou zoo noodig niets
tegen een proces opzien, doch nu het de ge
meente niet zoo schrikkelijk veel geld behoeft
te kosten meent hij dat dit voorstel het meest
is aan te bevelen. Toch zou hij de wethouder
in overweging wellen geven een kostenbere
kening over te leggen.
Wetli. de Waal Malefijt deelt
hierop mede dat wanneer men de 5600 M2.
bouwterrein tegen f 5.per M2. verkoopt er
een schadepost zal overblijven welke ongeveer
f 10.000.— zal bedragen.
Wat den bouw van arbeiderswoningen betreft
kan hij mededeelen dat aan de overzijde van
den weg bouwterrein genoeg ligt voor arbeids-
woningen enz. Wat de bezwaren tegen teer-
besalt betreft kan medegedeeld worden dat in
heel veel groote plaatsen van ons land tot
deze werkwijze wordt overgegaan.
De heer Noorman verklaart hierop
dat zijn bedoeling niet was een aanval op de
Commissie, doch dat hij door de vele te ver
richten werkzaamheden, welke in het raads
stuk worden genoemd, en waarvan geen be
grooting was gegeven tot deze bemerkingen
was gekomen. Hij verklaart zich thans voor
het voorstel.
Hierop wordt het voorstel aangenomen met
tegenstemming van den heer van Kessel.
PUNT 7. Nadere regeling der jaarwedde
van den deurwaarder bij de belastingen (H.
Douwma).
De Centrale Commissie voor Georganiseerd
Overleg alhier zond1 aan den Raad bericht,
dat volgens bekomen inlichtingen de salaris
commissie, welker rapport in 1919 is versche
nen, inderdaad een verzuim heeft begaan ten
aanzien van genoemden tituiairis. Zij stellen
derhalve voor het salaris van den heer H.
Douwma met ingang van 1 Januari 1920 vast
te stellen op f 2200.inplaats van f 2000.
Aldus wordt besloten.
PUNT 8. Voorloopige vaststelling der Re
kening over 1921.
B. en W. bieden den Raad aan:
a. de rekening van de inkomsten en de uit
gaven der gemeente over 1921, met de
daarbij behoorende bescheiden;
b. een ontwerp-besluit tot voorloopige vast
stelling dier rekening.
Na eenige opmerkingen door de financieele
Commissie wordt aan B. en W. dank gebracht
voor het zuinig beheer.
De heer de Roo van Alderwe-
r e 1 t wenscht hier nog iets aan toe te voe
gen. Spreker kan niet nalaten hier in het open
baar zijn hulde uit te spreken over den amb
tenaar Weurnink, voor zijn correct, duidelijk
overzicht behoorende bij deze rekening.
De Raad stemt met deze woorden van harte
in.
PUNT 9. Intrekking wijziging raadsbesluit
inzake verordeningop de plaatselijke belastin
gen.
Daar blijkens schrijven van den Voorz. van
Ged. Staten een aftrek voor de plaatselijke
belasting van f 1000.voor gezinshoofden,
f - 600.voor ongehuwdfen en f 100.voor
ieder kind beneden 16 jaar niet de vereischte
Kon. goedkeuring kan erlangen, stellen B. en
W. voor, mede met het oog op de noodzake
lijkheid om tot vaststelling van den aangesla
gen dienst 19221923 over te gaan, het in de
raadzitting van 22 Juni 1922 genomen besluit
tot wijziging van dë Verordening op de hef
fing eener plaatselijke belasting naar het inko
men in te trekken zoodat de bestaande Veror
dening van kracht blijft.
Het percentage van heffing zal op 5 bepaald
moeten blijven.
De heer de Roo van Alderwe-
r e 1 t vraagt waarom het rapport en de con
clusie inzake de kwestie van Kessel niet bij de
stukken hebben gelegen.
De Voorzitter zetf dit niet gewe
ten te hebben.
De heer de Roo van Alderwe-
r e 1 t zegt dan dat zonder medeweten van
de Commissie tot publiciteit van dit rapport
is overgegaan en stelt daarom de volgende
motie voor:
De Raad der Gemeente Bloemendaal;
Gezien de voorbarige (d.w.z. vóór behande
ling in openbare vergadering) publiceering in
de Dagbladen van de notulen der gehouden
besprekingen en de conclusie der Commissie
benoemd tot een onderzoek naar de bewerin
gen van zijn medelid de heer J. G. van Kes
sel in zake politieaangelegenheden; waartoe
aan de Pers door of namens den heer Burge
meester de gegevens waren verstrekt,
spreekt over deze handelwijze zijn misnoegen
uit en geeft als zijn wensch te kennen, dat in
den vervolge aan de Pers vóór behandeling
in openbare vergadering slechts mededeelingen
gedaan zullen mogen worden zaken betreffen
de en met uitsluiting van feiten in het bijzon
der personen betreffende.
Deze motie was mede onderteekend door
het Commissielid Noorman en de heeren
Schulz, Verdegaal, Teding van Berkhout, Dr.
Bornwater en den heer Laan.
De Voorzitter zegt de strekking
van deze motie niet te kunnen begrijpen, daar
alle stukken aan de pers worden toegezonden
welke voor publiciteit vatbaar zijn. Spreker
meende dat dit ook in dit geval geen bezwaar
opleverde.
De heer Noorman vraagt den Voorz.
of het door hem begrepen is dat de Voorz. in
de laa tste commissievergadering ook de pu
blicatie heeft betreurd.
De Voorzitter ontkent dit.
De heer Noorman zegt er dan niets
meer van te begrijpen. In de commissieverga
dering heeft hij de publicatie van de notulen
en de conclusie ter sprake gebracht en gezegd
dat daar, waar de Raadsleden het stuk nog
niet eens ontvangen hadden publiceering niet
had mogen voorkomen.
De heer Bornwater zegt dat de
Commissie in haar onderzoek is tekort gescho
ten, daar door haar is verzuimd onderzoek te
doen naar de beschuldiging voor wat betreft
het geen nachtdienst verrichten door de hoofd
agenten.
De heer Hogenbirk zegt dat dit niet
de goede gang van zaken is. Wie beschuldigt
moet bewijzen.
De heer Schulz is het hiermee niet
eens. Z.i. had de Commissie zeer zeker een
onderzoek kunnen instellen of de hoofdagen
ten al dan niet nachtdienst deden: Spreker
zegt dat nog steeds niet is afgenomen de be
schuldiging dat de hoofdagenten geen nacht
dienst doen.
De heer Bornwater zegt dat het
geen onderzoek naar de politietoestanden is
geweest doch geworden is een persoonlijke
kwestie van van Kessel.
De heer van Nederhasselt be
grijpt niet goed waarom deze motie van de
Roo van Alderwerelt is ter tafel gekomen.
Hierdoor wordt juist gemaakt een kwestie
Van Kessel.
De heer Noorman zegt dat de Com
missie er geen kwestie Van Kessel in zag
doch door de bijkomende oorzaken als pu
bliceering van het rapport e.a. is het een
kwestie Van Kessel geworden.
De Commissie heeft niet tot taak een on
derzoek in te stellen of de hoofdagenten al
dan niet nachtdienst deden.
De heer Schulz trekt de conclusie
dat het wel terdege een kwestie Van Kessel
is geworden. Dat blijkt wel uit hetgeen is ge
schied. Had men b.v. wat de beschuldiging
betreft van de hoofdagenten onderzocht of de
hoofdagenten al dan niet nachtdienst deden
dan was de conclusie anders geweest dan
thans het geval is.
De heer Hogenbirk meent dat van
beide kanten deze zaak is opgeblazen. Spreker
stelt voor thans maar te eindigen.
De Voorzitter is het nog niet ge
heel eens met de motie waarna deze aldus ge
wijzigd wordt dat in den vervolge geen notulen
en dergelijke gepubliceerd zullen worden al
vorens de Raad of de betrokken Commissie
deze hebben goedgekeurd.
De lieer Van Kessel vraagt het
woord. Spreker meent van begin af aan te
hebben geconstateerd dat hier kwade trouw
werd voorgesteld. Dat ik daarin gelijk had is
dezen middag wel gebleken. Spreker meent
nog eens te moeten wijzen op het begin van
deze kwestie. Toen toch is door hem niets
anders medegedeeld of gezegd dan dat de
bewaking van het Noordzeestrand onvoldoende
was en deze beter kon worden zonder meer
dere agenten aan te stellen. Daar draaide de
heele zaak om. Het heeft nimmer in zijn be
doeling gelegen om het politiecorps aan te
vallen, maar hij meent als raadslid het recht
te hebben om, wanneer zulks noodig blijkt
van een en ander in den Raad kennis te ge
ven of inlichtingen te vragen. Uitvoerig be
handelt spreker verder de thans vastgestelde
conclusie.
Nadat nog enkele leden hun misnoegen heb
ben uitgesproken over het verloop van deze
kwestie sluit de Voorzitter het debat.
PUNT 10. Rondvraag.
De heer Noorman deelt mede dat hij
na den bewusten storm, eens een kijkje is
wezen nemen aan het Bloemendaalsche strand
en wel op Zondag 20 Augustus. Toen is door
hem geconstateerd dat daar menschen aan het
baden waren zonder dat er een badman aan
wezig was.
De Voorzitter zegt dat door den
storm de badman heel veel schade heeft gele
den, te veel om dat nog in dit seizoen te kun
nen herstellen, daarom is door hem bericht
ingezonden dat het seizoen als geëindigd kon
worden beschouwd.
De heer Van Kessel meent dat het
Dag. Bestuur wel wat al te toegeeflijk is met
het verleenen van vergunning om te mogen
venten met allerlei artikelen. Zelfs wordt aan
enkelen een plaats aangewezen.
De Voorzitter geeft dit toe. Deze
kwestie is echter ampel besproken en er is
geen betere oplossing voor te vinden. Aan de
kanten van den weg zijn al die karretjes min
der gevaarlijk of hinderlijk dan op den weg.
Verder wijst de heer v. Kessel op
het gevaar bij de Westerlaan voor fietsers en
voetgangers door al dat mulle zand.
De Voorzitter zegt dat daar niets
aan kan worden gedaan. Het is particulier ter
rein. Het zand op den weg zal worden verwij
derd.
Ten slotte wijst de heer v. Kessel op
de wenschelijkheid eener werkeloosheidscom
missie. Spreker meent dat de menschen daar
mede in sommige gevallen gebaat kunnen zijn.
De Voorzitter zegt overweging toe.
Hierna gaat de Raad over in zitting met ge
sloten deuren.
Daarna sluiting.
BLOEMENDAAL.
Het is wel een der mooiste plekjes van onze
gemeente de omgeving van Hotel Duin en
Daal met haar mooie Vijver. Het zal den lezer
verwonderen, die zulks nog niet weet, dat daar
in korten tijd een groote verandering heeft
plaats gehad. De vijver is n.l. voor het groot
ste gedeelte zonder water en men ziet thans
niets dan een groote modderpoel. Vele vis-
schen zijn bij gebrek aan water gestorven ter
wijl andere naar de plaats zijn overgebracht
waar nog water is. Het is werkelijk ee'n
treurige aanblik die droge vijver, vroeger de
trots van de omgeving van Duin en Daal. Het
is niet onwaarschijnlijk dat de vijver voortaan
droog zal blijven. Alleen als het gedurende een
maand flink zou regenen, zou de vijver weder
vol komen echter voor korten tijd, daar het
water steeds wegzakt. De droogte die we in
den voorzomer gehad hebben, heeft er veel
toe bijgedragen, dat de vijver thans droog is.
De duinwaterleiding heeft er eveneens schuld
aan en zuigt al het water weg. Wat moet er
gedaan worden, om de vijver weder vol te
krijgen? Over deze vraag zullen personen, die
veel van natuurschoon houden, wel eens na
denken.
De Bloemendaalsche iisclub zal naar een an
dere vijver uit moeten zien, daar de Duin en
Daalsche vijver dit jaar zeker niet voor ijs
baan in aanmerking komt.
OBERLAHNSTEIN
is als eik ander zuiver drinkwater, doch fijner,
delicater en stimuleerend.