TWEEDE BLAD
„Bloeniendaaisch Weekblad''
Zaterdag 9 September 1922
Plaatselijk Nieuws.
No. 36.
EEN VERGELIJKING.
Ook in dit blad, hebben de lezers zeer zeker
kennis genomen van de mededeelingen over
de politie in Bloemendaal. Het gemeenteraads
lid van Kessel heeft bij de behandeling der
Strandexploitatie over die bewaking van het
Strand en over den dienst der politie in Bloe
mendaal verschillende zaken naar voren ge
bracht en mededeelingen gedaan, welke voor
den Burgemeester aanleiding waren, om deze
zaken te onderzoeken. Het gebeurde dan ook
dat in de vergadering van den Raad, op ver
zoek van den Burgemeester, twee leden aan
het College van Burgemeester en Wethouders
werden toegevoegd, om nu toch eens uit te
maken of hetgeen de heer van Kessel beweerd
had, juist was. De lezers weten wat voor stof
dit heeft opgewaaid.
Dat nu lang niet alles, wat in de gemeente
raad van Bloemendaal wordt beweerd over
één kam wordt geschoren, moge vooral
wat eeze zaak betreft blijken uit het volgende.
In de maand Mei van het vorig jaar vragen
twee onderwijzers aan de Openbare School,
aan den Raad ontslag, waaronder ook O. F.
Foelkel. Burgemeester en Wethouders advl-
seeren den Raad om aan beide eervol ontslag
te verleenen. Bij de behandeling echter van
dit ontslag geeft de Burgemeester een uiteen
zetting over den onderwijzer Foelkel, die hier
op neer kwam, dat het maar gelukkig was dat
de Gemeente op deze manier van Foelkel af
kwam. Daar deze man bij zijn indiensttreding
voorgewend heeft zenuwziek te zijn, maar het
niet is. Dat het een eigenaardig mensch is. Dat
hij van de opleidingsschool is weggejaagd. Dat
hij in de distributietijd handel heeft gedreven
in allerhande verboden artikelen. Dat hij adres
sen had in den Haag, Amsterdam, Amersfoort,
Bremen en Keulen. Dat hij in Amersfoort, waar
hij vandaan kwam, bij zijn aanstelling het
waarschijnlijk met het hoofd der school aldaar
eens was. Dat hij in het bijzijn van den heer
Tinholt, hoofd der school in Bloemendaal, proef
les heeft gegeven niet in zijn eigen klasse, maar
in de klasse van een onderwijzeres, die zeer
goed was, dat hij de proefles er uitstekend af
bracht en dat de heer Tinholt van het school
hoofd de beste inlichtingen kreeg.
De Burgemeester gaf in die Openbare Raads
vergadering dus niet meer of minder te ken
nen, dan dat de onderwijzer Foelkel een hoogst
onbetrouwbaar persoon was, en onder bedrie-
gelijke proefles aan de Openbare School in
Bloemendaal was gekomen. Indirect werd het
hoofd van de school in Amersfoort beticht dat
Foelkel het met deze eens was, dus mede
plichtig.
Bovendien dat Foelkel simulant was en daar
om verscheidene weken van de school weg
bleef.
De Raad trok uit de mededeelingen van den
Burgemeester zijn conclusie en gaf aan Foelkel,
op zijn verzoek, wel ontslag, maar niet eervol.
De zaak was hiermede echter niet uit. In
Maart van dit jaar wendde diezelfde Foelkel
zich met een uitvoerig adres tot den Raad. In
dat adres beklaagt hij zich, dat de Burge
meester hem in een Openbare Vergadering
van den Raad heeft aangetast in zijn eer en
goeden naam, en eischt van den Burgemeester
dat hij de beleedigingen aan zijn adres terug
neemt en hem in zijn eer herstelt. Dat hij ver
volgens kan aantoonen dat hij wel zenuw
ziek was en de naam zal noemen van den
zenuwarts welke hem behandelde. Kortom in
welk adres hij weerlegde hetgeen waar de
Burgemeester hem in het openbaar van be
schuldigde. Mede verzoekt Foelkel in dat adres,
dat de Raad hem alsnog eervol ontslag zal ver
leenen.
En nu de wijze van behandeling.
Wat gebeurt er nu. Wordt er nu naar aan
leiding van dit adres, evenals bij de mededee
lingen van het Raadslid van Kessel een Com
missie benoemd, om de mededeelingen van den
Burgemeester aan een grondig onderzoek te
onderwerpen. Na hetgeen wat wij bij de mede
deelingen over de politie gezien hebben, zou
men dit stellig verwachten. Maar niets van dit
alles. De lezers zullen misschien bij zichzelf
zeggen, wij hebben er nooit iets van gelezen
en nooit iets van gehoord. Best mogelijk, want
de Burgemeester stelde voor, het adres van
Foelkel in de geheime vergadering te behan-
dlelen, en alhoewel er nog een stem opging om
het in het openbaar te behandelen, gebeurde
dit niet en werd de zaak op deze wijze in den
doofpot gestopt. Nadien werd in Openbare
vergadering mededeeling gedaan dat het adres
voor kennisgeving aangenomen was.
Ziehier de behandeling van twee op elkaar
gelijkende zaken, waarvan de mededeelingen
over den onderwijzer van zuiver persoonlijken
aard waren, terwijl de mededeelingen over de
politie niets meer betrof dan den dienst. De
eenige verklaring die men ervan kan geven
dat deze zaken zoo geheel anders werden be
handeld, is, dat de mededeelingen in het eerste
geval werden gedaan door Jhr. Bas Backer,
Burgemeester en in het andere geval door het
Raadslid van Kessel. De lezer oordeel of bei
der behandeling gelijk was. van KesseL
ONTVANGEN BOEKEN.
Henrlk Ibsen: „De comedle der liefde", ver
taald door J. Clant v. d. MijllPiepers. Uitge
ver: J. M. Meulenhoff, Amsterdam.
Het is jammer, dat de vertaalster er niet
in geslaagd is een soepele vertaling van dit
tooneelspel in verzen te geven of dat zij niet
ertoe heeft kunnen besluiten een vertaling in
proza te geven: de stijve, gewrongen verta
ling bemoeilijkt het lezen en neemt veel van
het oorspronkelijke taalschoon weg.
Dit tooneelspel in verzen, door Ibsen „De
comedie der liefde" genoemd, leent zich al heel
slecht tot een opvoering. Handeling is er bijna
niet in. Het bestaat uit een aaneenschakeling
van belangwekkende beschouwingen over
liefde. Bovendien hebben deze beschouwingen
zulk een zuiver academisch karakter, dat ze
voor den gewonen mensch slechts weinig
practische waarde kunnen hebben en wonder-
spraak zullen lijken.
In de eerste helft van het werk brengt Ibsen
ons in kennis met eenige minnende paren, die
allen de „comedie der liefde" spelen. Zij knoei
en en schacheren met hun liefde alsof die nego
tie ware. Lind, de student in de theologie,
zou er misschien nog iets van gemaakt hebben,
indien niet het nivelleerende vermogen van
familieleden, vrienden en belangstellenden hem
klein gekregen had. Raak teekent Ibsen1 het
burgerlijk gehannes en gezeul der onkiesche
menschen met de teederste gevoelens hunner
medemenschen. Er wordt als 't ware een
jacht gemaakt op de pas-verloofden; iedereen
keurt en beoordeelt hun, iedereen weet raad
te geven en zich te mengen in hetgeen eigenlijk
tusschen hun alleen behoorde te blijven. Zij,
de vrienden en de kennissen hebben het be
proefde recept voor een gelukkig huwelijksle
ven, naar ze meenen, en onder den schennen-
den, verdorrenden adem der conventie ligt de
frissche jonge liefde te zieltogen.
In de tweede helft teekent Ibsen de zuivere,
ongerepte liefde van Valk voor Zwaanhilde.
Die liefde is slechts één oogenblik bestaanbaar
in deze wereld, volgens Valk. Zij is een aan
raking van ziel met ziel en kan daarna slechts
in de herinnering blijven bestaan. Wat aardsch
is mag haar niet genaken, want zij behoort tot
die werkelijkheid, die niet van deze wereld is.
Wanneer Valk Zwaanhilde bezweert zich aan
hem te geven vóór haar de wereld krijgt en
zegt:
„Zing mij je zieleschatten in mijn ziel
En zang voor zang geef 'k rijkelijk je weer.."
dan antwoordt de vrouw:
,,'k Kan je niet danken voor je goeden wil,
Hoewel die duidlijk je gezindheid toont.
Want je beschouwt mij als een kind den wilg
Dien het tot ééndaagsfluitje kalm versnijdt."
en Valk antwoordt weer:
„Je moet! Je zult! Ja meer,, het is je plicht
Om mij te schenken, wat je zoo rijk ontving.
Wat jij daar droomt dat wordt in mij tot lied!"
Onbewust inspireert Zwaanhilde Valk en aan
deze inspiratie schrijft Ibsen onsterflijkheid toe.
Die inspiratie moet in het dagelijksche leven
kwijnen; dit gevoelen Zwaanhilde en Valk dui
delijk:
Valk
Ja! Ik begrijp je!
Alleen op dezen weg kan ik je volgen!
Zooals het graf voert naar het eeuwig leven,
Wordt liefde ook ten leven eerst gewijd
Als zij verlost van hatstochts wild begeeren,
Bevrijd, ais zielsherinring ons omzweeft!
Gooi weg den ring, Zwaanhild!
Zwaanhilde (juichend),
Ik deed mijn plicht!
Ik heb je ziel gevuld met zang en licht!
Vlieg uit! Nu heb je krachtig je opgeheven,
En Zwaanhild heeft haar zwanenzang gezon
gen!
(zij trekt den ring van baar vinger en drukt er
een kus op).
Duik neer, mijn droom, in diepe, zilte zee,
Tot 's werelds eind,hier breng 'k mijn
offer dan!
(gaat naar den achtergrond, gooit den ring in
de fjord en komt bij Valk terug met een stra
lend gezicht).
Nu heb ik je verloren1 voor dit leven,....
Maar voor de eeuwigheid heb 'k je gewonnen!
Valk (met kracht).
En nu aan 't werk, wij beiden, elk voor zich!
Op aarde moeten wij gescheiden gaan.
Elk ga zijn weg, elk strijde zonder klagen.
Ook ons beving de tijdkoorts, zonder strijd
Begeerden wij der overwinning loon.
De sabbathrust, maar zonder arbeidsdagen,
Hoewel de eisch luidt; strijden en ontberen.
Valk, de onbuigzame idealist, heeft in Zwaan
hilde een schoon verlangen gewekt, dat zij
echter in dit lev enonderdrukken moet; dat is
haar offer en de ring, die in de fjord gegooid
wordt, is het symbool van dit offer. Wel heeft
Zwaanhilde het liefdeleven met den dichter be
grepen, doch zij is te zwak, te teer:
Zwaanhilde
„Jouw vrouw te zijn, dat was mij niet gegeven,
Dat zie ik wel, dat voel en weet ik nu!
De liefde als spel zou 'k wel in vreugde wagen
Door 's levens ernst durf ik je ziel niet dragen".
Zij gaan dus beiden, elk voor zich aan 't werk.
Valk gaat bergop, zijn dichterroeping volgen.
Als toelichting wat Ibsen daarmede bedoelt
diene, hetgeen hij laat zeggen door:
Valk
„Als (lichter, ja, want dat is ieder man,
In schoollokaal, of parlement of kerk,
Een elk, in hoogen of geringen stand,
Die bij zijn werk het ideaal in 't oog houdt."
Zwaanhilde geeft na Valk's vertrek toe aan
bet verlangen harer moeder om met den bra
ven Goudstad een gezin te gaan vormen.
Ibsen zal ongeveer 34 jaren oud geweest zijn
toen hij „De Comedie der Liefde" voltooide en
hij de hoogste plichten van een man en van
eeni vrouw zag, zooats hij dat cms in dit tooneel
spel suggereert.
In den aanvang van dit artikel heb ik gezegd,
dat deze beschouwingen over de liefde een
zuiver academisch karakter dragen en dat is
ook inderdaad zoo. De werkmensch, die zich om
niet meer dan drie dimensies bekommert, vindt
in „de Comedie der liefde" geen materiaal van
zijn gading, maar wie een interessant college
aan de hoogeschool der liefde wil volgen, leze
met aandacht dit belangwekkende tooneelspel.
HENRI BAKELS.
Van de N.V. Het Schouwtooneel ontvingen
wij het eerste nummer van een eigen tijd
schrift onder redactie van dr. J. L. Walch,
dramaturgischen medewerker van het gezel
schap. Ter inleiding geeft dr. Walch een uit
eenzetting omtrent Het doel van dit blaadje.
„Het doel is" aldus de schrijver „ons
werk toe te lichten, en daardoor het begrip
van, het genot aan de tooneelkunst in het alge
meen, en aan onze voorstellingen in het bij
zonder, te verhoogen. We willen dan zeggen,
waarom we dit of dat werk vertoonen; waar
om we het mooi vinden, of belangwekkend, of
karakteristiek; ook wel: waarom we het bij
zonder geschikt achten voor ons gezelschap
of enkele harer leden. En we willen, waar
daar reden toe is, zeggen, waarom de régisseur
gemeend heeft de vertooning in een bepaal
den trant, in een bepaalden ensceneering te
moeten geven. Vooral opmerkingen van dezen
laatsten aard zullen wellicht geschikt zijn om
het publiek een juister denkbeeld te geven van
het tooneel; het te doen begrijpen, dat dit
genetisch en essentieel iets anders is dan
een onderdeel van de litteratuur.
„Dat willen we dan in de eerste plaats doen:
ons werk toelichten, pogen het te doen zien,
zooals het gezien moet worden. Maar we zul
len hier ook, waar dit noodig mocht blijken,
ons werk verdedigen. Wanneer b.v. ons over
lonze voorstellingen bedenkelijk onjuiste be
schouwingen onder de oogen komen, of wan
neer het komt helaas nog wel eens een
enkelen keer voor! inzichten worden gepu
bliceerd in strijd met de ons bekende bedoe
lingen van den auteur, dan zullen wij, waar
ons dat gewenscht voorkomt, onze gegevens
te berde brengen ter juiste beoordeeling van
onze prestaties. Echter, we hopen, dat we niet
dan een zeer gering gedeelte van ons blaadje
hiervoor zullen noodig hebben. Ons doel toch
is niet in de eerste plaats polemizeeren, maar
toelichten.
En zoo zullen we dan ook kleine opstellen
plaatsen, die niet speciaal onze voorstellingen
betreffen, als ze, in eenig opzicht, kunnen die
nen om het publiek een beter blik te geven
op de kunst die ons lief is, en op hare geschie
denis".
Het nummer besluit met een overzicht van
de oorspronkelijke Nederlandsche stukken die
het „Schouwtooneel" sinds 1919 heeft vertoond,
in het seizoen 1922-1923 zullen o.m. opgevoerd
worden: St. Franciscus van dr. J. L. Walch;
De vreemde gast, een fantastisch spel van
Anton van de Velde; Anneke van Willem
Adriaanse.
BROCHURE'S EN TIJDSCHRIFTEN.
In een fleurig bandje, ontworpen door Plet
Pijpers, verscheen bij de uitg. N.V. „Focus"
Fotoliteratuur Bloemendaal N.H. een aardig
geschreven werkje van Adriaan Boer, getiteld:
Fotocritiekjes, verzameld door Frits Gerhard.
Het boekje, dat met tal van reproducties is
verlucht, bevat een bundel overdrukken uit de
kritiek-rubriek in „Focus" en is voor amateur
fotografen uiterst leerzaam. Ook menig be
roeps-fotograaf zal er zijn voordeel mee kun
nen doen.
In d ereeks Meulenhoff's Boeken van Avon
tuur is verschenen Het Geheim van Dr. Fu-
Manchu, roman van Sax Rohmer vertaald door
W. J. A. Roldanus Jr.
C.
TOONEEL
Maandag 11 Sept. a.s. komt de groote Louis
Bouwmeester zijn 80sten verjaardag vieren in
den Stadsschouwburg, Wilsonsplein te Haar
lem.
Opgevoerd zal worden, „De Koopman van
Venetië".
De Opgeknoopte die werd afgeknoopt.
Heden avond heeft de eerste opvoering plaats
van „De Opgeknoopte die werd afgeknoopt"
(La farce du pendu dépendu), een komisch mi
rakelspel van Henri Chéon, door de N.V. Het
Schouwtooneel, directie Adr. van der Horst
cn Jan Musch. Daar zullen optreden mevrouw
Wilh. van der HorstVan der Lugt Melsert
en de heeren Jan Musch, Ko van Dijk, M. van
Warmelo, Paul Karsten en Ezerman.
Speciaal decor vervaardigd door W. de
Maaré, décorateur van den Utrechtschen
Stadsschouwburg. Costumes van de firma J.
N. Mulder, onder toezicht van mej. Jo Blauw
kuip. Regie Jan Musch.
BLOEMENDAAL.
Het schijnt dat men eindelijk den klokkema-
ker, die, zooals men zeide, vertrokken was
zonder nieuw adres op te geven, gevonden
heeft, althans het uurwerk in den toren der
Ned. Herv. kerk loopt weer. Het is te hopen,
dat het nu blijft loopen en we niet weer twee
maanden zonder tijd behoeven te zitten.
GEMEENTE-AMBTENAREN.
Het volgende telegram is aan den Raad der
gemeente Amsterdam gezonden:
De afdeeling Bloemendaal van het Nationaal
Verbond van Gemeente-Ambtenaren in Neder
land, kennis genomen hebbende van de be
sluiten betreffende: Stopzetting der bevorde
ringen, werktijdsverlcnging der ambtenaren, in
krimping van personeel, intrekking van het
besluit betreffende het verplicht klerkexamen,
intrekking van bevordering van schrijver tot
klerk, intrekking van de gelegenheid voor het
afleggen van het klerkexamen, protesteert
dat deze besluiten genomen zijn zonder overleg
met de grootste ambltenaren-arganisatiën,
dringt bij uwen Raad aan tot intrekking dezer
besluiten tot het tijdstip, waarop de leidende
ambtenaren-organisatiën in de gelegenheid zijn
geweest in het gewijzigde Georganiseerd
Overleg haar advies uit te brengen.
Het Eere-doctoraat aan Jac. P. Thijsse.
Op den 18den dezer des namiddags te 3 uur
zal in de aula van de Gemeente-Universiteit
van Amsterdam honoris causa het doctoraat
in de wis- en natuurkunde, aan den heer Jac.
P. Thijsse alhier, worden verleend.
Niettegenstaande er een bordje staat „Ver
boden te Visschen'', waren de heeren K. en
B. van hier eenigen tijd geleden bezig uit den
drooggeloopen vijver van Hotel Duin en Daal
eenige vette palingen te halen, die bewusteloos
op den bodem lagen. Toen zij hiervan een
partij hadden, keerden zij met hun goede
vangst huiswaarts. Ze waren evenwel nog niet
lang thuis, toen de politie, die nu eenmaal een
scherpen neus heeft, bij hen kwam, de paling
in beslag nam en tegen de overtreders proces
verbaal opmaakte.
Bij uitgravingen voor het bouwen van 5
middenstandswoningen door de bouwvereeni-
ging „Duinwijck" achter de boerderij van den
heer Uitendaal, worden verschillende dingen
gevonden. In de eerste plaats zeer veel natte
turf, die, gedroogd zeer geschikt voor kachel
of fornuis is. Ook zijn er zeer oude tegels en
zelfs menschenbeenderen gevonden.
Onze Bloemendaalsche voetballers hebben
zich kranig geweerd. Bij de seriewedstrijden
van E.D.O. te Haarlem, hebben zij n.l. in de le
afdeeling den lsten prijs behaald, bestaande
uit een fraaie zilveren beker. Deze gewonnen
beker is eenige dagen bij den sigarenhande
laar K. Ouwejan in de uitstalkast ten toon ge
steld
Verledenweek Vrijdag is door werklieden
van het gasbedrijf een gasbuis gelegd van den
Bloemendaalscheweg naar perceel no. 57.
Hiervoor moest het trottoir opengebroken
worden: Nadat de buis er in was gelegd, werd
het gat met zand dicht gemaakt. Daar de
werklieden bljkbaar geen tijd meer hadden,
werden de tegels, die er uitgehaald waren, er
schuin ingelegd, zoodat deze een heel eind bo
ven de andere tegels uitstaken. De gevolgen
van deze slordige stratenmakerij bleven niet
uit en' velen struikelden over de tegels. Ge
durende den Zaterdag kwam er niemand om de
tegels naar behooren in te leggen zoodat toen
de Zaterdagavond aan brak en het gelijk al
tijd druk in onze dorpstraat was, de ongeluk
ken niet uitbleven en velen een tuimeling
maakten waarbij sommigen zich nogal be
zeerden.
De bewoner van perceel no. 57 belde ten
einde raad de politie op. Om half elf was er
echter nog niemand en heeft een burger de
tegels zonder eenige moeite in het trottoir ge
legd. Waarom hadden de werklieden van het
gasbedrijf of van de gemeente dit niet kun
nen doen? Deze schandelijke nalatigheid heeft
velen een ontvelling aan been, arm of hand
gekost. In een plaats als de onze moest zoo
iets niet voorkomen.
Alhier werd Zaterdag ongeveer 12 uur een
kind overreden door een auto. Dr. B. verleen
de de eerste hulp, waarna het kind naar zijn
ouderlijke woning werd overgebracht. Boven
dien hebben in de afgeloopen week nog een
paar verkeersongelukken plaats gevonden. Een
fietsrijder kwam in botsing met een atax. Be
houdens een gebroken rijwiel liep het ongeval
zonder ongelukken' af.
Op de Kleverlaan had eveneens een aanrij
ding plaats tusschen een fietsrijder en een
auto. De wielrijder bekwam hierbij een ernstige
hoofdwonde, zoodat geneeskundige hulp noodig
was.