Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort
HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING
"eenzamen.
Aan onze Abonné's
Plaatselijk Nieuws.
CINEMA PALACE
ILONA DE ROBBEDOES
De Wraak eener Vrouw
P. VAN DER STAD
A
T
16e JAARGANG ZATERDAG 14 OCTOBER 1922 No. 41
BLOEHENDiALSCH WEEKBLAD
Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 22003
4bonnement:
f 175
Redacteur: H. G. CANNEG1ETER.
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of
meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en
verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent.
Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief.
Dit Nummer bestaat uit Twee Bladen
waarbi] een Kindercourant.
Een mensch moet zich richten naar een
nieuw doel, zoodra het oude te gronde gaat.
Shackleton.
BLOEMENDAAL.
De volgende week zullen wij beginnen met
hot innen der abonnementsgelden voor het
tweede halfjaar.
Waar door ons geen incassokosten in
rekening worden gebracht, vertrouwen wij op
uwe medewerking door bij eerste aanbieding
de kwitantie te betalen.
Onze lezers in N. Indië verzoeken wij be
leefd het jaarabonnement (f 3.50) verhoogd
met de portokosten (f 2,50) te willen opzenden.
DE ADMINISTRATIE.
Is het toeval, dat in de laatste jaren meer
dan vroeger misschien de aandacht zich richt
op het bestaan van eenzame menschen? 't Kan
zijn, dat ook de ellende van liet tijdperk na
den oorlog zich hier doet gelden. Immers is
eenzaamheid nooit zoo benauwend als in
neerdrukkende omstandigheden.
Wanneer het buiten stormt, krijgt een1 gezel
lige familiekring dubbele aantrekkelijkheid.
Men moet buiten gewoont hebben, zoo écht
buiten, „van Ood en menschen verlaten",
om de eigenaardige bekoring te beseffen van
een onweer bij nacht.
De duisternis buiten is volstrekt; zij wordt
niet doorbroken door lichtschijnsels uit vensters
of van lantaarns; zij omringt heel de kleine
wereld van het huis als een zwarte, onmee-
doogende vijand. En het weerlicht, dat door
die duisternis barst, is even volstrekt: geen
voorbereiding of tempering, doch plotseling
van den nacht in den hellen dagvoor
één oogenblik.
Het onweer is buiten gevaarlijk; de bulde
rende woede van den1 donder is hier geen
loos dreigement; het slaat in, ginds aan de kim
men gloeit reeds de brand.
Eigenaardige bekoring: een familie buiten, in
den nacht, tijdens een onweer. De knusheid
van den gezellige» kring onder veilig lamplicht
vormt een tegenstelling, die weldadig werkt
op 't gemoed. Nu kent men elkanders gemeen
schap, nu mag de donder rommelen en de
bliksem flitsen, donder en bliksem zijn at
tributen geworden, die de gezelligheid ver-
hoogen.
Dickens kan zulk een kring om het haard
vuur zoo kostelijk beschrijven. Dikke sneeuw
bedekt het veld, hagel giert tegen de ruiten,
maar de gastheer werpt nog een houtblok
op 't vuur en de gastvrouw schenkt een nieuw
glaasje punch in. De verteller in 't gezelschap
stopt zijn pijp en begint een huiveringwek
kende spookhistorie. Hoe innig is het genot!
Maar eenzamen tijdens het onweer; eenza
men tijdens den storm! Gelijk de kring rond
om Dicken's kerstvuur juist als het op 't aller
gezelligst wordt, denkt om den zwerver bui
ten de deur, die op 't rechte moment aanklopt
en beweldadigd mag bijschikken in den kTing,
gaat ons medelijden in een tijd van bittere
ellende onwillekeurig uit naar die eenzame
menschen, die den harden tijd moeten door
worstelen zonder steun van familie, vrienden
of kennissen.
Hoevelen zitten er op hun eentje te tobben.
Niemand helpt ze uit den noodlottigen kring
hunner gedachten. Niemand, die hun een hart
onder den riem steekt; niemand, die hun af
leiding verschaft door een opbeurend woord.
Voor menschen, die in gezelschap leven,
is de harde tijd niet zoo erg. Ze zullen hun
oogenblikken hebben, waarin zij gelijk buiten
lieden tijdens een onweer, de genoeglijkheid
van het gedeelde Ujden evenzeer op prijs
weten te stellen als de genoeglijkheid van de
dubbele vreugd. Maar voor eenzame men
schen
DEPOSITO, dagelijks opeischbaar l'/2
voor eer, maand vast V4 ben. prolongatiekoers.
voor 3 maanden vast 4
voor een jaar vast 4Vj 7».
met een jaar opzegging 5
SPAARDEPOS1TO (Spaarbankboekjes tot maximum f2500.—) 4
Hoevelen hunner zouden hun gezelschap
waard zijn! Had het toeval hen in een kring
van genooten gebracht, ze zouden gewaar
deerd zijn geworden als prettige praters, als
verstandige denkers, als vrienden aan wie
men iets heeft. Maar het toeval heeft hun
gezelschap onthouden.
Het toeval heeft hun dezelfde parten ge
speeld als aan die trouwlustigen, die^ „niet
in de gelegenheid met het andere geslacht in
aanraking te komen", in de krant adverteeren.
Soms adverteeren ook zij:
een vrouw zoekt een vriendin, een man zoekt
een vriend. Maar een bureau voor eenzamen
op de wijze van een huwelijksbureau ont
breekt tot op dit oogenblik.
Toch zijn er instellingen in wording, die op
bureaux voor eenzamen gelijken. In kerke
lijke zoowel als humanitaire kringen belegt
men avondjes,' inzonderheid voor eenzamen be
stemd, en treedt men op als bemiddelaar bij
briefwisseling.
Zelfs is ook reeds van particuliere zijde in
de hoofdstad een onderneming opgericht, die
zich onder meer ook het lot van eenzamen
aantrekt en van deze bemiddelingsdiensten
een loonend bedrijf tracht te maken. Deze
instelling zendt haar helpers en helpsters uit
bijv. om zieken te bezoeken, die anders ver
laten zouden liggen, maar ook om gezonden
gezelschap te houden, voor te lezen of op
andere wijze het leven te veraangenamen.
Men kan deze „betaalde krachten" ontbieden,
om een gids te hebben bij het bezichtigen van
musea, tentoonstellingen of andere beziens
waardigheden en ook om zich reisgezelschap
te verzekeren op uitstapjes.
Inderdaad voorziet zulk een instelling in een
„behoefte des tijds". Nu ook de hulpverlee
ning in al haar vormen meer en meer wordt
georganiseerd; is den „vereeniging voor een
zamen" niet langer dwaasheid. Doch men be
hoeft zich vooralsnog niet bij zulk een ver
eeniging aan te sluiten, om op eigen houtje
in zijn onmiddellijke nabijheid gelegenheid te
vinden, eenzame zielen te zoeken en uit haar
eenzaamheid te verlossen.
Ten slotte zal men echter slechts tot op
zekere hoogte redding kunnen brengen. Want
ook in de gezelligste omgeving blijft ieder on
zer, voorzoover het zijn innigste aangelegen
heden betreft, toch op zichzelf aangewezen.
In het diepst van ons hart zijn en blijven wij
altijd eenzaam.
BLOEMENDAAL.
Zaterdagmiddag werd in de Openbare La
gere School aan den De Genestetweg, alhier,
een paddestoelententoonstelling gehouden.
Om precies twee uur opende het hoofd der
school, de heer Tinholt, die ongeveer de vol
gende rede hield:
Geachte mevrouw de Visser, mei. Cool heer
Swanenburg de Veye!
Het is wel een groot voorrecht voor mij u
hier welkom te mogen heeten uit naam van
zooveel belangstellenden, groot en klein, en u
hartelijk dank te mogen zeggen voor alles wat
u thans weer voor hen doet.
Het moet u wel aangenaam zijn, te zien,
dat zoovelen op den vrijen Zaterdagmiddag,
met dit mooie weer nog wel, naar hier zijn ge
komen. Maar ik ben zeker dat het u nog aan
genamer zal stemmen als ik u mededeel, dat
deze tentoonstelling geheel en al een uitvloei
sel is van het verlangen en van de belang
stelling, die in de leerlingen leefde. Het zaad,
een paar jaren reeds op „Denheim" uit
gestrooid, heeft rijke vruchten gedragen.
Welnu, hoe zou uw ontzaglijke moeite ooit
schooner beloond kunnen worden?
Wat toch was hét geval?
Als onderwijzers schieten wij tekort in het
aanbrengen van kennis van onze paddestoelen,
mossen en dergelijke, bij onze leerlingen.
Immers, wie hoorde daarvan vroeger iets? Of
neen, dat is niet waar. We hoorden er wei van,
maar dan werden ze ons afgespiegeld als
vieze, leelijke dingen, 't Parool was: afblijven
of omverschoppen, 't Waren voor ons geheel
en al de verschoppelingen in de natuur, zoo
wel in letteHijke als in figuurlijke beteekenis.
En zeg datzelfde nu eens tegen onze leer
lingen van den tegenwoordigen tijd.
Dank zij uw onvermoeid pogen zijn de
oogen der kinderen ook hier geopend. Of om
het maar weer met die bekende uitdrukking te
zeggen: „U hebt hen en daarmede ook ons
daar zorgen de leerlingen wel voor in dit
■^Leel van het boek der natuur leeren lezen".
Ik heb zelfs de kinderen wel eens moeten
temperen, anders stonden ze eiken dag aan de
deur bij mevr. de Visser met hun mandjes of
zakjes met paddestoelen, vragende: „Me
vrouw, hoe heet deze? Is deze vergiftig? Kan
deze gegeten worden? enz. Ik heb wel eens
uw geduid bewonderd, maar daardoor zeker
juist uw liefde voor die verschoppelingen der
natuur en voor de kinderen. Eerst vroegen ze
ons. Maar toen ze mevr. de Visser en mei.
Cool kenden was dat gedaan. En gelijk hadden
ze zeker, want ze waren daar aan een veel
beter adres. Heelaardig kwam dat eens uit
bij een derkleine meisjes op school, die een
broer in de hoogste klas had en mij op de
speelplaats aanklampte: „Mijnheer wat heb ik
gisterenavond een mooie paddestoel in den tuin
gevonden. Hoe zou die heeten, meneer? Hij
was bruin".
„Ja, mijn kind, dat weet ik zoo niet".
„O meneer, 't was vast een stuifmeelzwam.
Zal ik mevrouw de Visser eens voor U vragen
hoe hij heet?"
Ook dit jaar kwamen de leerlingen weer uit
zichzelf met tal van paddestoelen aandragen,
vergezeld van de gebruikelijke vragen, 't Was
weer hetzelfde liedje: „Ik weet het niet alle
maal kinderen!" Er werd overleg gepleegd hoe
wij het toch aan de weet zouden kunnen komen.
Dat was gauw voorelkaar. Nietwaar, gij raadt
het reeds? Wij namen onzen toevlucht weder
tot mevr. de Visser. Dadelijk was deze be
reid tot helpen. Zoo werd de oplossing ge
vonden: een tentoonstelling.
Mevrouw de Visser klopte blijkbaar ook
weder niet te vergeefs bij mej. Cool aan en
zoo komt het dat we heden het groote voor
deel hebben, Nederland's vermaardste en meest
gewaardeerde paddestoelenkensters hier bij
ons te zien om ons weder te verrijken met zoo
veel moois.
Toch mag ik niet vergeten een derden naam
hieraan toe te voegen en wel die van den heer
Swanenburg de Veye, medisch student, die
dichtbij woont en zelfs ons vrijheid heeft ge
geven steeds bij hem aan te kloppen.
Heb ik hierbij tei lang stilgestaan? Ik geloof
het niet. Ik wil zelfs deze gelegenheid aangrij
pen om u te doen weten waarom wij als onder
wijzers zooveel goeds voor den leerling in de
bestudeering der paddestoelen, mossen, enz.
zien.
Zal mej. Cool misschien straks de beteeke
nis van den paddestoel uit een ander oog
punt onder uw aandacht brengen, ik ben zoo
vrij u te wijzen op het verheffende dat er in
is gelegen voor de karaktervorming. Want
dit staat bij mij vast: Een leerling, die het
mooie in een champignon, in een morielje
zelfs of in een stukje bekermos ziet, kan geen
GROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM
TELEFOON 671
Van Vrijdag 13 t/m Maandag 16 October
Als hoofdnummer:
Een romantisch verhaal uit het schilder
achtige Hongarije, in 5 acten.
In de hoofdrol de beeldschoone actrice
LYA DE PUTTI.
Verder uitgebreid komisch en actueel
programma.
Van Dinsdag17t/m Donderdag 19 October
Als hoofdnummer:
Dramaiische comedie in 5 acten, gespeeld
door de beste Fransche artisten.
Verder uitgebreid programma.
Verwacht Vrijdag a.s. het alles over
treffende filmwerk:
DE VROUW VAN PHARAO
In de hoofdrollen: Harry Liedtke, Emile
Jannings, Paul Wegener.
Regie: Ernst Lubitsch.
□□□□□□□□□□□□□□□□OQOQDDDQDDODDD
a POELIER Tel. 188 HAARLEM a
OPGERICHT 1870 a
O Hazen Poulardes gj
Q Faisanten Kapoenen
g Patrijzen Braadkippen B
Eendvogels Soepkippen q
Talingen Gemeste O
g Watersnippen Eendvogels 8
p Reevleesch Duinkonijnen
D
□□aaaaGGDoaaoooaaaouDooauaoaoQ
bloemen vernielen, kan nog minder vogelnes
ten uithalen.
Welnu, wanneer U dan weet dat wij met
die gevoelens mede hier samenzijn, dan zal
het U niet verwonderen dat ik u drieën zoo
hartelijk dank zeg. Ik ben zeker, dat al de
leerlingen die hier zijn en velen die hier niet
konden zijn, U dolgaarne allemaal de hand zou
den willen drukken, vol dankbaarheid. Een
kind is zoo dankbaar voor toenadering.
Dat gaat nu eenmaal niet.
En daarom hoop ik dat U het voldoende zult
vinden wanneer ik het voor U allen met deze
eenvoudige woorden doe: Wij danken U allen
zeer.
Thans draag ik gaarne de leiding over in
handen van mej. Cool.
Mej. Cool die nu het woord nam gaf een
zeer begrijpelijk overzicht van de verdeeling
der paddestoelen en op welken grond deze be
rust. Verduidelijkt met teekeningen op het bord
wordt de voortplanting besproken. Nu begrijpen
allen dat men spreekt van „steeltjes zwammen"
en „zakjeszwammen", al naar dat de sporen
zitten op steeltjes of in zakjes. De aanwezig
heid van de zwavelzwam, waarvan een der
leerlingen een exemplaar van 12 pond had
medegenomen gaf aanleiding aan spreekster om
te wijzen op de beteekenis van de paddenstoe
len voor de boomen. Zoon boom is ernstig
ziek of reeds dood want op gezonde boomen
vindt men geen paddestoelen.
Waarom vinden we de paddestoelen zoo
mooi?
Om de prachtige kleuren.
Waarvoor die kleuren dienen is nog niet be
kend. Of zij het licht misschien in warmte om
zetten is een reden tot overdenking. Zoo kwam
spreekster ook tot liet eten van paddenstoelen.
Een ernstige waarschuwing om daarmede voor
zichtig te zijn mocht niet achterwege blijven.
Uitstekende kenners zijn noodig om de eet
bare soorten te durven voorzetten, want on
der de 1600 soorten van paddestoelen zijn
enorm veel giftige. Spreekster wijst een paar
van de zwaar vergiftige soorten op een der
tafeljes aan, de gele en groene knol-ammoni-
ak. Eén zoo'n klein exemplaar is voldoende om
er een drietal menschen mede te vergiftigen.
Tegelijkertijd wordt de aandacht gericht op
een andere paddenstoel die daar o zoo weinig
van verschilt en die zelfs zonder het minste
gevaar eetbaar is.